Ja. Het moest er van komen en ooit was het zo ver in mijn carrière: alle min of meer leidinggevende mensen moesten een spoedcursus volgen bij een bedrijfspsycholoog. Een paar volledige dagen psychologieles volgen.
Ik vervloekte het. Had betere dingen te doen en weinig tijd te verspillen! Maar ja
modern times hé? De werkplek was toch al grondig naar de bliksem gebracht met big brothertoestanden zoals evaluaties, waarmee je iemand aan wie je een hekel had helemaal kon kelderen
Tja, we leken wel veel bijgeleerd te hebben van Rusland!!! En toch waren we niet overgeplaatst naar Moskou. Moskou was naar óns gekomen! Op zijn sloffen. Stapje per stapje. Negatieve perestrojka heet dat. Wat zij misprijzend weggooiden namen wij gretig over.
Die psycholoog kon er dus ook nog maar eens bij. Wat zou dié ons nu weer op de mouw spelden? Met heel gemengde gevoelens trok ik dus maar naar het zaaltje waar de voorstelling zou worden gegeven.
Een onooglijk mannetje met een al even onooglijk baardje verscheen achter de lessenaar. Verscheen moet hier heel letterlijk worden genomen. We hadden hem niet zien binnenkomen. Geen deur gehoord. Niet zien stappen. Plots stond hij er. Griezelig! Zijn zacht ehum leek zo oorverdovend stil te klinken dat je plots een speld kon horen vallen in de zaal.
- Nu zullen we het gaan hebben, dacht ik. Wat kan ik nu van dàt ventje gaan leren? Moet ik daaraan mijn kostbare tijd verspillen?
Het draaide anders uit. Nooit heeft iemand mij zoveel tijd doen winnen als die man. Ja. Zonder hem was ik zelfs helemaal verstrikt geraakt in mijn vele sterk verschillende taken!
Zijn openingszin en stokpaardje was namelijk: Laat geen apen plaatsnemen op je schouders.
Wat hij dààrmee bedoelde werd al snel duidelijk, en had een grote en heel gunstige impact op de rest van mijn carrière.
Als ik namelijk door de wandelgangen van mijn afdeling liep werd ik heel dikwijls aangesproken door ondergeschikten: Ha
blij dat ik je zie, want dit of dat loopt een beetje spaak. Kun je dat eens bekijken?
En zulke dingen kwamen niet van één, maar van vele verschillende mensen. Met als gevolg dat, toen ik weer in mijn bureel kwam, er telkens weer een tiental nieuwe apen op mijn schouder zaten. Want dàt was nu precies wat die man bedoelde met apen op je schouder!
En die apen op mijn schouders verplichtten me ze me allemaal te herinneren met naam en bijnaam, én te noteren. Zoniet vergat ik de helft ervan.
Niks van! zei die man. ZIJ zijn van hun aap af. JIJ zit ermee en als je ze aanvaardt zullen er steeds meer bijkomen. En verdorie, dat was nog waar ook! Als zij iets van mij wilden, dan was het aan hén om hun deel van het huiswerk te maken in de vorm van een rapport of mail. Nu echter lieten ze (uit luiheid?) zelfs dat rapport over aan mij. Wachtten tot ze me ergens tegenkwamen om dan heel nonchalant als toevallig babbeltje hun aap op mijn schouders te laten overspringen en zich tussen de vele andere te nestelen.
Dat kwam vooral ook tot uiting toen ik in de korte koffiepauzes een kopje ging drinken in de kantine. Dàt was het moment waarop ze gewacht hadden. Alle apen uit de kantine, en dat waren er nogal wat, werden schaamteloos op mijn schouders gedeponeerd.
Het werd zelfs zo erg dat ik de kantine begon te vermijden!
Na afloop van die stoomcursus kon ik enkel maar denken:
- Die vent moest al veel eerder in mijn leven zijn verschenen.
Want ja hoor, vanaf die dag ging het er anders aan toe. Ze vroegen me weer eens iets, en ik antwoordde dat ze maar een rapportje moesten schrijven en in mijn IN-bakje of mailbox deponeren. Van daaruit kon ik die rapportjes dan naar belangrijkheid sorteren, en afwerken als ik er de tijd voor vond. Hún deel van het huiswerk was dan tenminste gemaakt. Nu pas was het aan mij, en niet eerder.
Ze keken me aanvankelijk wél raar aan. Dachten dat ik een dikke nek gekregen had. Het hoog in mijn bol had gekregen. Beseften totaal niet dat mijn brein geen vuilbak was waar ze al hun apen zondermeer konden in dumpen. Beseften nog minder dat hún aap niet de enige was die op mijn schouders werd gegooid. Begonnen me onaanspreekbaar te vinden. Kon me niet schelen. Als zij het al teveel vonden hun vragen of wensen op papier te zetten, wat zou ik er dan mijn tijd aan verspillen om een oplossing uit te dokteren?
Want ik? Ik was van de vele apen op mijn schouders af en was daar totaal niet rouwig om. Mijn werksfeer was weer een beetje beter gestructureerd, mijn kop een heel stuk helderder, en ik werkte véél makkelijker dan voorheen. Nu kon ik tenminste mijn energie voor 100% inzetten voor waar ik mee bezig was. Moest niet meer constant denken aan de vele apen die nog op mijn schouder zaten te wachten en die ik niet mocht vergeten. En óf ik daar tijd mee won!
En, raar maar waar: steevast waren dergelijke apen van ondergeschikten gekomen. Oversten met een vraag stuurden me een mail. Die bleken niét te beroerd om hun vraag op (digitaal) papier te zetten.
Psychologie op de werkvloer? Je kunt niet zonder! Apen horen in de zoo.
Willy
|