We hebben allemaal wel wat gedichtjes leren opzeggen op school. Sommige bleven ons bij, anderen vergaten we weer.
Van de gedichten die me zijn bijgebleven is er toch eentje altijd halvelings in mijn hoofd blijven hangen.
Dat gedicht staat hieronder. Ik hoop dat ik het helemaal juist schrijf, want ik schreef het uit het hoofd. De titel ken ik niet. De naam van de schrijver evenmin, maar ik vond het zo tekenend voor de tijd en de sfeer waarin wij opgroeiden en vaderlandsliefde werden ingeprent, dat ik het jullie niet wil onthouden:
-o-o-o-o-
De wereld scheen vol lichtere geluiden, En een soldaat sliep op zijn overjas. Hij droomde dat het vrede was, Omdat er in zijn droom een klok ging luiden.
En er viel een vogel die geen vogel was, Niet ver van hem, tussen de groene struiken. En hij werd niet meer wakker, Want het gras werd rood. En ieder weet wat dit beduidde.
En toen begon, Achter de grijze lijn der horizon, Het gebulder, goedmoedig, der kanonnen. En uit zijn overjas, terwijl hij liggen bleef, Bevrijdde zich het laatste wat hij schreef: Liefste, de oorlog is nog niet begonnen!
-o-o-o-o-
Waarom juist dàt gedicht? Wel, het is een beetje tekenend voor de tijd toen we kinderen waren. Een tijd vol patriottisme. Vol vaderlandsliefde. Vol heldenverering.
Dàt was het soort gedichten dat ons aansprak. Van asielzoekers hadden we nog nooit gehoord. Van migranten evenmin. Vlaanderen was Vlaams, België was Belgisch, en we voelden ons beschermd. Beschermd door de ouders. Beschermd door de buren. Beschermd door een leger. Beschermd door de overheid.
We waren nog zo kinds om te denken: Wee diegene die het waagt ons land te veroveren. Hij zal wel snel hetzelfde lot als Hitler ondergaan!
Hoe naïef waren we! Hoe konden we weten dat onze regeringen ooit de grenzen wagenwijd zouden opengooien voor al wie hier wil komen profiteren? Asielzoekers, goudzoekers, gelukzoekers of voetzoekers, met of zonder papieren, maakt niet uit. Want eenmaal binnen raken ze toch nooit meer buiten.
Dààrvoor vochten onze vaderen en voorvaderen. Voor dat mooie, rustige landje dat het verdedigen waard was. Waar iedereen graag zijn bloed voor gaf.
En die soldaat uit het gedicht? Die arme drommel is voor niets gestorven. Want datgene waarvoor hij stierf werd, pas één generatie later, toch te grabbel gegooid. We hadden net zo goed de oorlog kunnen verliezen
Ik zou echt niet weten of we het dan slechter of beter hadden gehad en of we met hetzelfde soort landverraders als overheid geplaagd hadden gezeten.
Want wat wordt vandaag in de scholen aangeleerd? Antiracisme, knuffelbeleid voor hetzelfde soort vijanden als vroeger, namelijk het soort dat in de hele geschiedenis voorkomt en slechts één doel heeft: profiteren van het bloed, werk en zweet van andere volkeren.
Het enige verschil is dat ze vroeger tenminste nog de moed hadden ervoor te vechten. Nu laten ze zich gewoon binnenglijden, bekomen in de kortste keren een Belgische identiteitskaart en kunnen beginnen profiteren van alles waarvoor wij hebben gewerkt.
Willy.
|