Er w
ordt wel eens gezegd: Gelukkig is hij die van
zijn hobby zijn beroep weet te maken.
Wel, ik hoorde die uitspraak toen ik een twaalftal jaar oud was. En ik geloofde ze en streefde ernaar. Zocht naar wat ik echt wilde. Hield nooit op mezelf te analyseren en, rekening houdende met mijn verstandelijke en fysieke mogelijkheden, te zoeken naar hoe ik mezelf gelukkig kon maken, en meer nog, iets te kunnen betekenen voor de maatschappij die me te eten gaf.
Want gratis stond niet in mijn woordenboek. Ik wilde veel. Heel veel. Maar was ook bereid er hard voor te werken en te betalen. En wonder boven wonder, via een aantal omwegen, die achteraf gezien geen omwegen bleken te zijn geweest, raakte ik precies dààr waar ik me volledig kon uitleven. Mijn hobby werd mijn beroep, en mijn beroep werd gaandeweg een nog grotere hobby.
Het was dan misschien niet helemaal datgene wat ik me gewenst had. Neen. Het was eerder datgene wat ik nodig had! Datgene waarin ik me helemaal kon ontplooien en positief meewerken aan een betere maatschappij.
Om dat te bereiken is misschien een dosis doorzettingsvermogen nodig, maar veel meer nog een flinke dosis medewerking en waardering van je omgeving en een flinke dosis geluk!
Want wat baat het, bezield te zijn met idealen, als je in een omgeving terechtkomt die dat helemaal niet weet te waarderen? Of die eerder jaloers reageert?
Dat is net als mayonaise maken die keer op keer weer gaat schiften: je gebruikt de beste olie, de beste mosterd en azijn, de beste eieren die je hebt
en toch schift ze.
Waarom ze schift? Meestal omdat de eieren uit de frigo komen en de andere ingrediënten niét. Dat temperatuurverschil is verantwoordelijk voor het schiften, en dus haal je de eieren best een uurtje vroeger uit de frigo.
Nét zo gaat het in je beroep. Hoe goed je ook bent, als er veel temperatuurverschil is met je omgeving, dan breng je het nergens. Dan zullen anderen steeds weer van jouw inbreng proberen te profiteren en op die manier soms hele projecten om zeep helpen.
Geschifte mayonaise!
Wat mijn omgeving betreft moest ik soms veel toegevingen doen, maar kreeg er ook veel voor terug. Van enige disharmonie was zelden sprake. En dààr dan juist stak voor mij het onderdeel geluk.
In een dergelijke omgeving kun je werken! Functioneren! Het beste uit jezelf halen! Er voor gaan.
Het ingrediënt geluk lijkt me hiervoor toch ook wel essentieel. Of je dit ingrediënt ook zelf kunt aanmaken weet ik niet. Ik had er, denk ik, een geheim recept voor, maar of dat altijd werkt zou ik niet weten.
Dat recept is: niet direct op de tafel gaan kloppen. Integendeel: observeren
je kansen inschatten, je omgeving inschatten, meegaande zijn en langzaam maar zeker op je doel afstevenen. Niemand voor het hoofd stoten. Rekening houden met andere meningen en die niet in één klap proberen te ontkrachten of van tafel te vegen, maar steentje voor steentje een muurtje bouwen. Consensussen aanvaarden zo lang ze aanvaardbaar zijn. Zijn ze dat niét, ze dan niet proberen kapot te slaan, maar ze kapot-strelen met de juiste argumentatie. Dat werkt veel beter.
Maar als je omgeving helemààl niet wil meewerken, halsstarrig aan verkeerde principes vasthoudt, telkens weer met het koude ei de mayonaise wil doen schiften, dan is er maar één uitweg: van omgeving veranderen!
Zou ik zéker hebben gedaan. Maar gelukkig is daar zelden een reden voor geweest. Eén keertje wél. Op een haar na. Maar gelukkig werd ik toen net op tijd weer opgevist.
Conclusie: ik ben een gelukkig mens en kan terugblikken op een gelukkig leven. MAAR
ik heb daar ook zélf heel hard aan gewerkt.
Maar ook telkens weer daar waar nodig en op het juiste moment, dat kleine druppeltje geluk mogen proeven dat het verschil uitmaakte. Genereerde ik zelf dat druppeltje? Kwam het van mijn goede gesternte? Had ik ergens een engelbewaarder? Of was het toeval? Ik zou het niet weten!
Willy.
|