Daniel was nieuw bij ons. Ook weer na enkele omzwervingen in andere diensten, bij de motorbrigade terechtgekomen. Letterlijk dus Daniel in de leeuwenkooi. Hij werd dus ook grondig geïnstrueerd door de anciens. Zo van:
- Zéker niet met meisjes aanpappen tijdens je dienst, want dat loopt altijd weer verkeerd af. En zéker geen alcoholische dranken aanvaarden en nog minder gebruiken.
Maar tussen de regels werd er wel fluisterend aan toegevoegd: En als je toch persé wilt drinken, doe het dan zo dat niemand het ziet. Stop je glas in een van je brede motorhandschoenen!
Ach ja, de tijden waren anders. Alcohol werd nog niet echt als een grote boosdoener in het verkeer aanzien. Het maximaal promille dat je in je bloed mocht hebben was toen trouwens nog 1,5! Van in zakjes of elektronische speeltjes blazen was nog geen sprake. Verkeerd natuurlijk, maar we wisten ook van niet beter.
We dachten nog niet in de trend van onder invloed rij je gevaarlijker, maar eerder van het staat niet als het publiek een politieman ziet drinken.
En Daniel was een goede leerling en had de kneepjes van het vak al gauw door.
En op een dag was er weeral eens een wielerwedstrijd. We zouden met een aantal motards, waaronder Daniel, begeleiden.
Even vóór de start sloeg de inspecteur die de leiding had over het gebeuren, in paniek. Een druk kruispunt was onbezet. De agent die er moest staan had zich op het laatste nippertje ziek gemeld.
Armen zwaaiend kwam inspecteur Plettinck op ons af:
- Getver de getver de getver! t Is altijd hetzelfde met die kersenjagers! (zijn geliefkoosde uitdrukking voor profiteurs). Als het koers is worden ze ziek!
Fred zag geen andere mogelijkheid dan Daniel, de nieuwkomer, dan maar naar dit kruispunt te sturen om er de hele wedstrijd te blijven staan.
Ongelukkige keuze!
Want het was een kruispunt tussen een heel drukke winkelstraat, en een zijstraat waarin een goede makker van Daniel woonde: een fietsenhandelaar -verhuurder.
En de wedstrijd ging van start. Daniel regelde braafjes het verkeer op zijn kruispunt. Zijn makker kreeg hem in de gaten en kwam, tussen twee doortochten door, een babbeltje doen. Het was koud! Bitter koud. De handelaar, licht gekleed, vond dat hij wel een hartverwarmertje kon gebruiken.
- Ik ga me een whiskey inschenken. Wil je er ook een?
- Dat sla ik nooit af, likkebaardde Daniel.
En even later stonden ze daar beiden met een glas in de hand. Eéntje, dat van de handelaar, was zichtbaar. Het andere zat netjes verborgen in de handschoen van Daniel, die hij losjes in de hand hield. Niks te merken. Niks in de mouwen, niks in de zakken! Geen vuiltje aan de lucht.
Tot een wagen de winkelstraat kwam ingereden, aarzelde, en wilde parkeren. Maar vanwege de wedstrijd was overal parkeerverbod, en de bestuurder twijfelde.
Daniel zag het gebeuren en deed teken door te rijden. De chauffeur stak beide armen omhoog als uitdrukking waar moet ik dan heen?
Maar Daniel herhaalde zijn gebaar, en de man kwam tot bij hem gereden. Bleek een handelsreiziger te zijn en moest in een van de winkels leveren.
Op dit ogenblik zag Daniel de kop van het peloton op een 300-tal meter afstand de winkelstraat inslaan en snel naderen. De handelsreiziger herhaalde zijn vraag:
- Waar moet ik dan heen?
- Rij waar je wilt, maar maak als de bliksem dat je hier wegkomt! De renners zijn daar! Snauwde Daniel.
Maar helaas. Bij dat waar je wilt maakte hij een wijds gebaar en gooide daarmee de hele inhoud van zijn (vergeten) glas whiskey in het gezicht van de man!
Maar gelukkig
het liep goed af dit keer. De auto kon nog nét uit de weg worden geplaatst, de handelsreiziger zag er ook de humor van in, mocht in de winkel van de handelaar zijn gezicht afwassen en kreeg er nog een whiskey op de koop toe bij. Voor de schrik.
Als goede vrienden namen ze tenslotte afscheid. Oef! Het had anders kunnen aflopen! Want voor één keer was commissaris Hongermaat in geen velden of wegen te bespeuren. Niét te geloven!
En reken maar dat het voorvalletje hét gespreksonderwerp was bij de after-koers (meestal een koud schoteltje en drank naar believen) dat politie en signaalgevers na de wedstrijd werd aangeboden door de inrichters. En waar, wonder boven wonder, commissaris Hongermaat nooit bij aanwezig was!
Geen honger? Jawel hoor
maar waarschijnlijk werd hij wel ergens anders, en beter bediend op dergelijke momenten.
Willy.
|