In den vroegen morgenstond, toen de zonne pas ter kimme was verschenen en de konijntjes al lekker aan het rollebollen waren, werd de serene stilte plots verstoord door twee motoren, en draaide Mio Buus, met Steegmans in zijn kielzog, voor de aardigheid eens een weggetje op dat tussen twee weiden in gelegen was.
Die twee weiden waren samen ooit een vliegveld geweest. Druk gebruikt en versterkt door de Duitsers gedurende de oorlog. Na de oorlog nog een tijdje sportvliegveld gebleven waar toch ook wel wekelijks een DC3 van SABENA landde. Zomaar. Gewoon in het gras. Want landingsbanen waren er niet. Nooit geweest. Ook niet in de Duitse tijd.
Wél werd het gras altijd netjes afgereden en ik heb altijd gehoord dat onder het gras zwaar metaalgaas stak ter versterking, aangebracht door den Duits.
Maar uiteindelijk loonde het niet meer het vliegveld nog in stand te houden. Bovendien lag het midden in een natuurgebied. En het werd herschapen tot twee weiden
met een wegeltje er tussenin! Ooit een betonnen dienstweggetje geweest voor het vliegveld, en ook van Duitse makelij, maar nu was het beton totaal overwoekerd door gras.
En Mio Buus draaide dat wegeltje in. Halfweg de wegel
krak! Iets botste zowel op de voetsteun van de moto als op de grote teen van Mio Buus, en eventjes later lag de arme sukkelaar op de grond met een gebroken grote teen. Tussen het hoge gras bleek een laag paaltje te staan
- Wie in godsnaam zet hier nu een paaltje midden op de weg? Klaagde hij.
Steegmans bekeek het paaltje deskundig, poetste even zijn bril en keek nog eens.
- Hm. Made in Germany geloof ik! En met Deutsche gründlichkeit geplaatst, want ik zie er geen schade aan. Misschien anti-tank? Maar wat moest jij hier ook komen zoeken?
- Zaag niet en help me. Ik geloof dat mijn teen gebroken is!
- Mag je nog van geluk spreken dat het geen Duitse landmijn was! Anders had ik je mogen opvegen met borstel en vuilblik!
Enfin, de moto werd voorlopig achtergelaten en Mio Buus kon achterop de moto van Steegmans sukkelen en zo naar de kliniek worden gereden.
Voet in de pleister en Miootje kreeg 6 weken ziekteverlof.
- Wat? Zes weken? In volle seizoen? Brieste commissaris Hongermaat toen we het hem vertelden. Maar dat zal zo niet aflopen hoor! Zijn voet in de pleister? Ha ha
dat is ver van zijn vingers hé? Wel, hij kan bureelwerk doen thuis! Jullie brengen hem een schrijfmachine en papier en hij kan al jullie PVs typen!
En zoals god de vader het voorschreef
zo geschiedde het. Zes weken lang heeft Miootje thuis al onze PVs getypt. Tot zijn vingers er blauw van zagen. Maar niemand die protesteerde. Dat deed je gewoon niet toen! De baas was de baas en zijn beslissingen onherroepelijk.
En óf we geschreven hebben die zomer! Niet langer hoeven te denken van Voor één PV moet ik een half uur binnenblijven, dus, ik moet het wat zuinig aan boord leggen
Neen hoor! We schreven er maar op los. Tot Mio Buus het bijna niet meer kon bijbenen. Pardon
bijvingeren!
Ik denk trouwens niet dat zijn vrouwtje veel van seks heeft mogen genieten die zomer.
- Als ik nog eens ergens tegenaan rijd zal ik er wél voor zorgen dat het mijn vinger is die breekt. Dat zweer ik! Was zijn eerste opmerking toen hij na zes weken verlof weer op de teen was.
De moraal van het verhaal: als het gras twee kontjes hoog is kun je het paaltje niet meer zien! Vraag het maar aan Mio!
Willy.
|