Antwoord op een vraag over 'godsdienstigfe wreedheden'
Hebt u er in uw bijbelse wijsheid een idee van hoeveel miljarden mensen er al vermooord zijn door christenen, islamieten, joden, ... omdat ze een niet passend geloof of ongelovig waren? En uw God kwam nooit tussen om te zeggen : STOP !!!
Dat is nu eens aardig! een vraag op 'Bijbelstudie'!!
Luister....de Heer Jezus heeft al deze dingen voorspeld. Hij zei in Matth 13: "Ik heb goed zaad, het zaad van het blijde evangelie gestrooid. Maar de vijand van God en van alle mensen, de duivel, komt achter mij aan om er slecht zaad tussen te strooien. Dat zaad kan niet verwijderd worden, want het groeit zo dicht tegen mijn goede graan aan en lijkt er zo veel op, (want het is 'nepgraan', 'dolik'), dat bij het verwijderen ervan ook het goede graan mee zou worden weggetrokken. Maar eens komt de grote oogst: dan wordt het 'nepgraan' in de oven gegooid en het echte graan gaat naar Gods schuur.
En dat is de oplossiong van het probleem: alle slechte dingen komen van de duivel....ook alle gemoord en zo. De goede dingen van God overwinnen. maar op het ogenblik grijpt God nog niet in.
En al die vermoorden dan? Wel....met de dood is het bestaan van de mens niet uit. Iedereen komt eens voor de rechterstoel van Jezus. En....wanneer het leven naar Gods normen goed was, wanneer er eigenlijk "Ja" tegen God en Jezus werd gezegd, dan is er een gelukkige uitkomst..
"Maar Ik heb tegen u, (gemeente van Efeze), dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeer u en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien gij u niet bekeert".
Er wordt weleens gezegd, dat de eerste liefde de liefde en het enthousiasme zou zijn, die je voelde, toen je pas tot bekering was gekomen in die jeugdrally. Natuurlijk bedaart die opwinding geleidelijk aan en dan zijn er ook de eerste aanvangsbeproevingen. En dan heb je de neiging om te denken: "O...ik mis dat enthousiasme van die eerste avond bij het kampvuur op die mooie, warme, stille nazomeravond in die prachtige streek. Ik moet dat eerste enthousiasme weer op de een of andere manier opwekken".
Maar dan zit je even op een verkeerd spoor. Want dat over- euforische van die eerste tijd móet wel een beetje wegslijten. Die aanvangsopwinding hoef je niet meer terug proberen te vinden op een beetje 'kunstmatige' weg.
Nee; met die voortreffelijke gemeente in Efeze was iets anders aan de hand. Zij hadden al een inblik gehad in de hemelse gewes ten. Gaven en vrucht van de Heilige Geest fungeerden daar op machtige wijze. Wanneer je de brief van de apostel Paulus aan de gemeente te Efeze leest, dan valt je op, dat hier iemand, die zeer diep is ingeleid ,spreekt tegen mensen, aan wie hij álles kwijt kan, die aan een half woord genoeg hebben; die helemaal in zijn sfeer, de sfeer van God, van Gods Heilige Geest ademen.
Enkele decennia later is men daar, al strijdende en ijverende, iets kwijtgeraakt. Wat was dat 'iets'?: een 'liefdesgemeenschap in de hemelse gewesten'. Men was zo bezig met 'werken voor de Heer', dat men het contact met Hem aan het verliezen was. Men was zo druk met het bestrijden van dwalingen, met het steeds meer perfectioneren van de orde in de gemeente, dat men het zicht dreigde te verliezen op de nood van de aangevallen, gebonden of zieke broeder en zuster. Men had de methodiek mogelijk zo ver opgevoerd, dat het leven, gebaseerd op liefde en saamhorigheid er bij dreigde in te schieten. Kortom: de Efeziërs waren van een hoogte neergestort, namelijk van de onzienlijke wereld in de zichtbare. Ze waren bezig, vleselijke Christenen te worden. En zo dreigden ze hun bruikbaarheid voor de Heer, zijn 'kandelaar', kwijt te raken.
En dan wordt gezegd: "Bekeert u en doet wederom uw eerste werken".
Welke les zit daar nu voor jullie in, jonge -en misschien ook - oudere medegelovigen.
Deze: Het is goed en de Heer verwacht het van jullie, dat je geestelijke Christenen wordt, gevuld met Gods Heilige Geest, gesierd met de gaven en de vrucht van die Geest.
En wanneer je zo geestelijke Christenen bent geworden, dan blijft het zaak om waakzaam te blijven, dat je niet van die hoogte valt.
Maar velen van hen, die tot wie ik spreek, zijn nog vleselijke Christenen. Je denkt in termen van aardse overleggingen, lees er de vragen, die gesteld worden, maar eens op na in de vragencompilatie.
Tegen jullie zou ik willen zeggen. Je bent bekeerd om in de richting van God te kijken. Maar er is daarna nog een veel heerlijker weg. Bekeer je van alle aardse rondgekijk: - is Amerika eigenlijk een schurkenstaat - is er iets goeds bij de Jehovahs getuigen of helemaal niets. - zijn de vreugden van het geloof en de diepten van de bijbel te bewijzen - ...en al zulk soort zaken. Zoek naar de onzienlijke wereld van God; bid actief en onder bijassend handelen, of je de sfeer daarvan 'in de vingers krijgt'.
En wanneer die genade je ten deel valt, dan ben je net zo ver, als de gemeente te Efeze eens was en blijft het zaak om voortdurend in conditie te blijven, zodat je niet van geestelijke hoogten aftuimelt.
"Telkens, wanneer iemand zich tot de Here bekeerd heeft, wordt de bedekking weggenomen".
In deze tekst gaat het over het volk Israel, dat al 1600 jaar leefde volgens de door Mozes gegeven wet. Het was zo moeilijk voor een Jood, die van zijn vroegste jeugd af die wet had doorgegeven gekregen, al 64 generaties lang, om daarvanaf te komen.
Maar telkens zag Paulus toch weer het wonder gebeuren.
Telkens waren er weer mensen, die stralend riepen: "O...nu zie ik het! Het oude verbond, door Mozes gegeven, waarop ik altijd zo trots was, waardoor ik mij altijd zo superieur voelde, heeft afgedaan. Wáar is geworden, wat Jeremia al schreef, ( 31 v 31): "Zie, de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van Juda en het huis van Israel een nieuw verbond sluiten zal......Dít is het verbond , dat ik met het huis Israel sluiten zal na deze dagen....Ik zal mijn wet in hun bínnenste leggen en die in hun hárt schrijven...".
O...altijd heb ik het geweten; die wet was niet te houden, die trof mij dodelijk. Die wet ontleende zijn diepere zin er alleen aan, dat er een honger naar het ooit komende nieuwe door werd gewekt. Dit nieuwe, Paulus, wat jij verkondigt, dat is genade, waardoor de Heilige Geest een zondaar LEVEND maakt. En....die wet van Mozes, die - bij onbegrip- naar de dood leidde, had grote heerlijkheid. Hoeveel temeer dan de bediening van de Heilige Geest, die eeuwig leven geeft.
Wat een overvloed van heerlijkheid. Rechtvaardiging van de zondaar. Definitieve, blijvende vrijspraak!! 's Nachts heb ik wel eens naar de sterrenpracht gekeken. Maar wanneer de zon opkwam, verbleekte die heerlijkheid bij het licht van de zon. Zo is het ook nu.
Ik bekeer mij van mijn ongeloof. Mijn denken was versteend en verhard. Er zat een geestelijke diepte in die wet, maar ik heb mij nooit uitgestrekt om die diepte te kennen. Maar nu ik Christus aanvaard heb, is de bedekking WEG!!...o glorie...!!!"
Nu komt hier de goeie ouderwetse toepassing. Als in vroeger jaren de dominee aan de 'toepassing' begon, gaf mijn moeder mij altijd een pepermuntje en knikte haar kleine jongen bemoedigend toe, wanneer zijn blik leek te zeggen: "Is het nu bijna klaar".
Zo komt nu ook de toepassing voor jullie. Zie dat nu niet zo letterlijk, dat je op zoek gaat naar een snoepje. Kom lui; lenig denken.
Maar velen van jullie hebben een karrenvracht van oude ideeën. De werkelijke bekering houdt niet alleen een even emotioneel geraakt zijn in. De werkelijke bekering houdt in, dat je je van stonde af aan gaat uitstrekken naar de doop in de Heilige Geest. Wat gebeurt er, wanneer je niet werkelijk doorspit in de goede dingen van God. Dan kom je misschien in hetzelfde minsverstand terecht, waarin de Joden van vóor Christus kwamen, die dachten: "Wanneer wij de wet nu maar stipt naar de letter houden, dan komen wij er wel". Zij hadden niet in de gaten, dat ook de wet van Mozes al zei, dat alleen genade van God je kon helpen om verder naar Hem toe te komen. Zo kan er nu ook een idee zijn bij velen, dat zij God wel kunnen bereiken met aardse inspanning, terwijl de clou van het nieuwe nu juist is, alle goeds in aanbidding alleen van God te verwachten, door de inwerking van zijn Heilige Geest. En ook nu nog is het zo, dat je alleen het LEVEN ontmoet, wanneer je zo hecht je levensscheepje aan Gods oceaanstomer hebt vastgemaakt, dat God slangen uit kan gooien, waardoor de werkelijke goede daden van Godswege bij jou beginnen binnen te vloeien.
Streef naar de diepere bekering. Streef naar de kennismaking met Gods Heilige Geest. Ervaar, dat dan alleén de vruchteloosheid wijkt om plaats te maken voor vruchtdragend licht. Juich, zoals de bekeerde Joden uit Paulus' dagen juichten: "De bedekking is weg. De grauwsluiter, door de grote vergeler gelegd, is afgerukt. Ik kan ZIEN.
Handelingen 26 v 19 en 20: "Daarom , koning Agrippa, ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest, maar ik heb eerst hun, die te Damascus waren, en te Jeruzalem en in het gehele Joodse land en den heidenen verkondigd, dat zij met berouw zich zouden bekeren tot God en werken doen, met hun berouw in overeenstemming".
Paulus staat hier weer eens voor rechters en krijgt de gelegenheid om op deze manier voor koningen te getuigen. Dat is allereerst even iets om terloops bij stil te staan. Een leven met de Heer wordt een leven grote stijl, een leven, waarin je wat meemaakt, een leven, waarin je ook voor koningen gesteld kunt worden, (Marcus 13 v 9).
Nu zou je kunnen zeggen: "Ja zeg...maar zo wil ik niet voor koningen gesteld worden". Maar- hoe dan ook- een leven met Christus wordt een leven met allure.
Maar dit terzijde; waar het om gaat, is dat woordje 'berouw' en dan daarnaast: 'werken, met dat berouw in overeenstemming'.
Heel vaak gebeurt het, dat bij de oproep na een samenkomst, die speciaal op evangelisatie is gericht, de mensen naar voren drommen om zich te bekeren.
Vaak is dat een helemaal gevoelsmatig gebeuren. Eens gebeurde het mij, dat ik in een ver land de namen eens doornam, die de mensen hadden neergeschreven in de nazorgregisters. Ik kwam éen bepaalde naam diverse keren bij allerlei 'Holy Ghost rallys 'tegen en vroeg aan de betreffende: "Maar zuster; waarom gaat u bij elke campagne van dan weer eens deze dan weer die Amerikaan naar voren" "O broeder....zo gezéllig!"
Nu ja; dat is wat extreem. maar jullie, die dit lezen; ga nog eens na, hoe de situatie was, toen jullie je omkeerden naar God. Het kan zijn na een erg op het gevoel werkende oproep. En toen ging je snikkend naar voren en het leek allemaal heel goed. Het wás ook goed, maar nu jullie al weer zo'n tijd bekeerd bent, is het dan niet goed, om in die voortgaande bekering ook een plaats te geven aan het berouw.
Denk eens aan de moordenaar aan het kruis. Met de Heer Jezus werden ook twee rovers gekruisigd. Eerst beschimpten zij de Heer Jezus allebei, Matth 27 v 44. Maar na verloop van tijd viel de een stil. En terwijl de andere nog voortging met schimpen: "Zijt gij niet de Christus....red uzelf en ons", (Lucas 23 v 39), kwam de andere tot berouw: "Vrees zelfs gij God niet, nu gij het zelfde vonnis ontvangen hebt? En wij terecht, want wij ontvangen vergelding, naar wat wij gedaan hebben" en dan , met doorbrekend inzicht, na zijn erkenning van eigen gruwelijk tekort: "....deze heeft niets onbehoorlijks gedaan". En dán de bekering: "Jezus, gedenk mijner, wanneer gij in uw koninkrijk komt".(42) Jezus' antwoord is overbekend, maar de bekering van deze misdadiger ging gepaard met berouw.
Nu zul je zeggen: "Ja zeg...ik ben een keurige jongeman!...je kunt mij toch niet vergelijken met 'het tuig van de richel', met dit falderabbes".
Maar ho eens even. Als liefde, blijdschap, vrede, vriendelijkheid, goedheid, trouw, lankmoedigheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing de 'goddelijke maatlat' is, dan hebben wij allen zo schrikkelijk gefaald in onze gedachten. En....een enkele keer is het er ook onverbloemd uitgekomen.
Wat mijzelf betreft het volgende: als 17-jarige jongen moest ik mee met een grote stroom evacuerenden. Het was 14 mei 1940 en onze stad werd op stel en sprong ontruimd van burgers. Het was een chaos. En midden in die chaos liep ik met een fiets, vogeladen met dwaze, zomaar samengeraapte spullen. Vlak voor mijn fietswiel liep een oud vrouwtje. Ze hinderde mij. De algemene nervositeit was zo groot, dat ik mij volkomen vergat en haar toevoegde: "Maak, dat je weg komt, want anders rijd ik je (vloek) harstikke dood". (Ter geruststelling; de persoon in kwestie spróng opzij).
Later overdacht ik een en ander wel, en zag met schaamte, dat ik in mijn hart niet dat nette, wellevende jongetje was, zoals men mij veelal zag, maar dat ik tegen alle regels van liefde, vrede, lank- en zachtmoedigheid enz enz hevig had gezondigd.
Ook jullie hebben ...misschien hoor, misschien....wel eens een uiting gedaan, waarvan je zegt: "Ik wist niet, dat ik het ín mij had", in negatieve zin.
Maar dan is het zo, dat berouw zich bij de bekering hoort te voegen....dat kan heel best achteraf, bij jullie voortgaande bekering...dat kan : nú.
Mensen; ik ga jullie geen schuldcomplex aan zitten praten. Maar toch geldt voor ons allen: bekering hoort vroeg of laat met berouw over faliekant verkeerde gedachten gepaard te gaan.
De moordenaar aan het kruis kreeg na Jezus' woorden van belofte en vergeving geen gelegenheid meer om daden te verrichten, met zijn berouw in overeenstemming. Maar wij wel.
Bid de Heer, na belijdenis van al de dingen, die verkeerd zijn gegaan....(voor zover je dat nu of later te binnen schiet)...bid de Heer om kracht voor meer liefde en vreugde en al die andere goede dingen, die ik zoëven opsomde.
"Mannen, wat doet gij daar?!....wij verkondigen u, dat gij u van dit ijdel bedrijf moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat er in is, gemaakt heeft".
Stel je voor : de apostelen Paulus en Barnabas temidden van een grote, rumoerige menigte. Net is er een groot wonder onder hun handen gedaan door God en de menigte is in felle beroering gekomen.
Wat een verschil hè. Het is nog maar zo kort geleden, dat Jezus grote wonderen deed. En de Farizeeën stonden er met 'long faces' bij en smaalden hun verdachtmakingen uit: "Door de overste der boze geesten drijft Hij de demonen uit", (Matth 9 v 34)
En nu...: de menigte raakt zó in vervoering, dat zij roepen: "Zeus en Hermes zijn in mensengedaante tot ons neergedaald", (v 10).
Men wil zelfs stieren gaan offeren.
En dan grijpen Paulus en Barnabas in. En de kern van hun boodschap is: "Bekeer je van dit ijdel bedrijf...bekeer je tot de levende God".
Zó goed van deze mannen. Aan hen wordt eer betoond, die alleen aan hun Meester toekomt. Eerst moeten de mensen dus weten, dat ook zíj, ongeacht de volbrachte genezing, gewone mensen zijn, in zichzelf zwak. En dan: aan deze pure heidenen, die nog nergens van weten, de blijde boodschap in zijn meest basale vorm brengen: "Je verkeert in de duisternis,. Maar de blijde boodschap is voor jullie, dat Jezus Christus de waarachtige Zaligmaker is".
En dan:
"Bekeer je van de afgoden, ook van de afgoden, die je nu wilt dienen, tot de levende God, Hij ís het leven en géeft het leven. Wie van jullie afgoden kan zeggen, dat hij alle dingen gemaakt heeft. Al jullie afgoden bestrijken - in jullie idee dan nog- alleen maar deelgebieden. De enig ware God heerst over alles".
Wanneer wij nu een en ander even recapituleren, dan blijkt: - dat in hectische situaties van verering van de boodschappers allereerst dient gewezen te worden op de Zender. - dat er op gewezen wordt, dat al dat wilde gedoe, hier en daar en overal, ijdel, vruchteloos is. - dat er maar éen manier is om vruchtbaar en efficient te werken: de dienst van de enige God, die wij kennen in onze Heer Jezus Christus.
Hoe passen jullie dat nu eens toe: - soms zullen er mensen zijn, die júllie prijzen om 'de goede boodschap'. Wees daarmee voorzichtig. Geef alle eer, die aan jullie gebracht wordt, direct terug aan de Eeuwig Levende. - wijs er op, dat er ook nu allerlei goden zijn, die vereerd worden. Ik heb van nabij meegemaakt, hoe jonge meisjes Jim vereerden in zijn strijd om 'idol,(afgod)' 2003 te worden. Ik hóorde als het ware de jammerklachten, toen dat woord weerklonk: "Jamal". En nu worden ze binnenkort mogelijk allebei weer weggevaagd door de idols 2004. Jullie hebben veel met dit soort vereringen in je kennissenkring te maken. En aan jullie de taak, om al die lieverdjes te bepalen bij de onvruchtbaarheid van dat gedweep. Een en ander natuurlijk in bewoordingen, die passen bij dat jonge goed.
En wat is het dan goed om te wijzen op de God, die niet onderhevig is aan de grillen van het lot, die maakten, dat de grote kanshebben, Jim, moest wijken, toen op de beslissende avond veel twens meeluisterden. Nee; om dan te vertellen van die geweldige en Almachtige.
Maar lui; ik schrijf dit nu allemaal, of jullie al volop aan het bekeren van anderen zijn.
Maar lees dit nu allemaal eens door. Er is ook zoiets als 'doorgaande bekering'.
Misschien is er bij jullie ook wel zoiets als 'fijne fente ferering', zoals ik dat eens door een theolooog van Friese afkomst hoorde definiëren.
Misschien hebben jullie wel iets van afgoderij als een vervelende rest in je.
Want een 'afgod hebben' is toch: "Benevens of in plaats van de enig ware God iets bezitten of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen stelt".
In mijn kennissenkring was ooit eens een 'I.T.-er, die zich kenmerkte door een onverwoestbaar optimisme. Maar je weet allemaal, hoe de I.T.-sector in 2000 begon in te storten en de val van de I.T.- sector was groot. En mijn geloofsvriend zat al ras leasebakloos achter de geraniums, maar aanvankelijk nog wel met zijn optimisme: "Ach.,...die bui drijft wel over". Maar 'de bui dreef niet over'....nú begint dat overdrijven dan wat... en op het laatst hielp zijn optimisme ook niet meer.
En toen....met muren aan alle kant, onoverwinnelijk voor het grootste optimisme, wist hij opeens: "Dat optimisme was mijn god....vergeef me Heer...". En toen hij tot die erkentenis was gekomen, kon hij achter de geraniums vandaan komen. Hij rijdt al weer sinds kort in een leasebak.
Misschien is jullie goedgebektheid je afgod....of je intelligentie...of.... Kijk jezelf eens na; niet in een kramp, maar heel rustig en paniekloos,...samen met de Heer Jezus.