"Mannen, wat doet gij daar?!....wij verkondigen u, dat gij u van dit ijdel bedrijf moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat er in is, gemaakt heeft".
Stel je voor : de apostelen Paulus en Barnabas temidden van een grote, rumoerige menigte. Net is er een groot wonder onder hun handen gedaan door God en de menigte is in felle beroering gekomen.
Wat een verschil hè. Het is nog maar zo kort geleden, dat Jezus grote wonderen deed. En de Farizeeën stonden er met 'long faces' bij en smaalden hun verdachtmakingen uit: "Door de overste der boze geesten drijft Hij de demonen uit", (Matth 9 v 34)
En nu...: de menigte raakt zó in vervoering, dat zij roepen: "Zeus en Hermes zijn in mensengedaante tot ons neergedaald", (v 10).
Men wil zelfs stieren gaan offeren.
En dan grijpen Paulus en Barnabas in. En de kern van hun boodschap is: "Bekeer je van dit ijdel bedrijf...bekeer je tot de levende God".
Zó goed van deze mannen. Aan hen wordt eer betoond, die alleen aan hun Meester toekomt. Eerst moeten de mensen dus weten, dat ook zíj, ongeacht de volbrachte genezing, gewone mensen zijn, in zichzelf zwak. En dan: aan deze pure heidenen, die nog nergens van weten, de blijde boodschap in zijn meest basale vorm brengen: "Je verkeert in de duisternis,. Maar de blijde boodschap is voor jullie, dat Jezus Christus de waarachtige Zaligmaker is".
En dan:
"Bekeer je van de afgoden, ook van de afgoden, die je nu wilt dienen, tot de levende God, Hij ís het leven en géeft het leven. Wie van jullie afgoden kan zeggen, dat hij alle dingen gemaakt heeft. Al jullie afgoden bestrijken - in jullie idee dan nog- alleen maar deelgebieden. De enig ware God heerst over alles".
Wanneer wij nu een en ander even recapituleren, dan blijkt: - dat in hectische situaties van verering van de boodschappers allereerst dient gewezen te worden op de Zender. - dat er op gewezen wordt, dat al dat wilde gedoe, hier en daar en overal, ijdel, vruchteloos is. - dat er maar éen manier is om vruchtbaar en efficient te werken: de dienst van de enige God, die wij kennen in onze Heer Jezus Christus.
Hoe passen jullie dat nu eens toe: - soms zullen er mensen zijn, die júllie prijzen om 'de goede boodschap'. Wees daarmee voorzichtig. Geef alle eer, die aan jullie gebracht wordt, direct terug aan de Eeuwig Levende. - wijs er op, dat er ook nu allerlei goden zijn, die vereerd worden. Ik heb van nabij meegemaakt, hoe jonge meisjes Jim vereerden in zijn strijd om 'idol,(afgod)' 2003 te worden. Ik hóorde als het ware de jammerklachten, toen dat woord weerklonk: "Jamal". En nu worden ze binnenkort mogelijk allebei weer weggevaagd door de idols 2004. Jullie hebben veel met dit soort vereringen in je kennissenkring te maken. En aan jullie de taak, om al die lieverdjes te bepalen bij de onvruchtbaarheid van dat gedweep. Een en ander natuurlijk in bewoordingen, die passen bij dat jonge goed.
En wat is het dan goed om te wijzen op de God, die niet onderhevig is aan de grillen van het lot, die maakten, dat de grote kanshebben, Jim, moest wijken, toen op de beslissende avond veel twens meeluisterden. Nee; om dan te vertellen van die geweldige en Almachtige.
Maar lui; ik schrijf dit nu allemaal, of jullie al volop aan het bekeren van anderen zijn.
Maar lees dit nu allemaal eens door. Er is ook zoiets als 'doorgaande bekering'.
Misschien is er bij jullie ook wel zoiets als 'fijne fente ferering', zoals ik dat eens door een theolooog van Friese afkomst hoorde definiëren.
Misschien hebben jullie wel iets van afgoderij als een vervelende rest in je.
Want een 'afgod hebben' is toch: "Benevens of in plaats van de enig ware God iets bezitten of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen stelt".
In mijn kennissenkring was ooit eens een 'I.T.-er, die zich kenmerkte door een onverwoestbaar optimisme. Maar je weet allemaal, hoe de I.T.-sector in 2000 begon in te storten en de val van de I.T.- sector was groot. En mijn geloofsvriend zat al ras leasebakloos achter de geraniums, maar aanvankelijk nog wel met zijn optimisme: "Ach.,...die bui drijft wel over". Maar 'de bui dreef niet over'....nú begint dat overdrijven dan wat... en op het laatst hielp zijn optimisme ook niet meer.
En toen....met muren aan alle kant, onoverwinnelijk voor het grootste optimisme, wist hij opeens: "Dat optimisme was mijn god....vergeef me Heer...". En toen hij tot die erkentenis was gekomen, kon hij achter de geraniums vandaan komen. Hij rijdt al weer sinds kort in een leasebak.
Misschien is jullie goedgebektheid je afgod....of je intelligentie...of.... Kijk jezelf eens na; niet in een kramp, maar heel rustig en paniekloos,...samen met de Heer Jezus.
Markus 6 v 12. "En zij vertrokken en predikten, dat zij zich zouden bekeren"
Machtig hè, zoals die discipelen uitgezonden werden door de Heer.
En de duidelijke aanwijzingen!
Maar dan gaan ze...en wat doen zij: overal prediken, dat mensen zich dienen te bekeren. Ze haakten in op een nieuwe trend, gezet door Johannes de Doper, waarover nog veel gesproken werd. Mensen hadden er in die tijd genoeg van om altijd maar weer te horen, dat zij de beste godsdienst hadden en dat zij ver stonden boven al die domme heidenen met hun ideeën, die soms zo stupide waren, met al die afgoden van hout, zilver en goud. Zij voelden, dat er van binnen bij hen iets mis zat...en Johannes gaf de mogelijkheden, waarnaar ze onbewust al jaren zochten. En snikkend wierpen zij zich in het water van de Jordaan en beleden hun zonden.
Maar jullie, die dit leest, voor jullie ligt er dezelfde opdracht. Vlak voordat Jezus in Gods onzichtbare rijk intrad, (ten hemel voer), was dit zijn laatste woord: "Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping", (Markus 16 v 15).
Jullie hebben diezelfde opdracht. Maar daartoe behoort ook: de mensen oproepen tot bekering. Dat willen velen ook nu nog. Ze zijn zo volgepropt met alle dingen, die ze doen kunnen. Ze hebben zoveel mogelijkheden om de hele wereld rond te bellen, terwijl ze lekker lui liggen te zonnen aan een of ander heerlijk strand. Ze toetsen hun mobieltje maar in en ergens in Patagonië zegt iemand: "Ben jij dat Kees?! Ik zag je mobielnummer in mijn display".
Maar terwijl zij een luchtig gesprek voeren, is er die innerlijke spanning: "Niemand van mijn kennissen weet , dat ik 'borderline' heb. En de psychotherapeut weet ook niet, waarvan het komt. Ik weet de oorzaak. O...kon ik het maar eens aan iemand belijden, die iets kon zeggen van belang".
En dan sta jij daar opeens aan dat feestelijke strand. En je zegt: "Hebt u even voor mij".
En je vertelt- uiteraard op het door de Heilige Geest aan je ingegeven juiste moment- van Jezus, die gestorven is voor de zonde....en dat mensen hun zondenlast op Hem kunnen leggen. Reken maar, dat er geluisterd wordt.
En dan wordt er 'gebiecht'. En dan is er ook uit jullie mond de vraag: "Wil jij je omkeren tot Jezus en tot God".
Goed; ik geef het maar schetsmatig aan. Maar een oproep tot bekering hoort bij jullie evangelieverkondiging.
Ga er op uit, rechtstreeks door Jezus geroepenen met een duidelijke taak. Ga er op uit en roep op tot omkeer tot God.
O ja; en als er iemand is, die van binnen barstenvol spanningen zit over duistere dingen in zijn of haar verleden,....als zo iemand toevallig op deze plek op www. is verzeild....en als die persoon zegt: "Hier en nu wil ik biechten..!", ..... kom dan maar
Goed van je! Maar: het christendom is een b l i j geloof! Straal dus (zoveel mogelijk) blijheid uit! Gods zegen1 Broeder Jan seniorennet.be/broederjan
Natuurlijk broer Jan....!!!!....ik ben optimistisch. Ik weet, dat ik ben: "een kind door God bemind en voor 't geluk geschapen", zoals een oud versje zegt, dat mijn moeder mij nog leerde.
Maar in mijn vijf blogs: - geloofsaangelegenheden - bijbelstudie - Jan en Joke - mijn boeken - mijn leven, sla ik wel eens wat heel 'concrete' tonen aan, die misschien wel eens wat 'zwaar' overkomen. Je moet rekenen: ik ben een 'Ollander, jullie zijn wat meer 'bourgondisch', waarbij de Walen dan nog weer zeggen: "Ha...de Vlamingen bourgondisch?!...nee...dan moet je óns hebben".
Ik geef toe Jan, dat 'Jan en Joke' watr sombertjes is voor het moment. Maar juist vandaag komen daar de vrolijke afleveringen.
Jan?!......je leest ze toch wel ALLEMAAL....ook 'mijn leven'.??!! Alle anderen: ...jullie lezen ze toch wel allemaal...ook 'mijn leven'!!??
En...lieve vrienden en vriendinnen...reclame maken hoor!!!
En kijk ook eens op mijn 'thuisbasis': www.heavenlyquality.nl/community/vraag het Ger/alle topics, alle series. Dan maak je kennis met een heerlijk optimisme.
Lucas 15 v 8-10: "Welke vrouw, die tien schellingen heeft en er éen verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt. En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buren bijeen en zegt; 'Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden, die ik verloren had'.
Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods , over éen zondaar, die zich bekeert".
Ik denk wel, dat dit geldstuk voor de vrouw een grote emotionele waarde had. In die tijd kwam het gebruik wel voor, dat de vrouw als bruidsgeschenk van haar man een snoer kreeg , met daaraan gehecht een aantal munten. Wel; ik kan mij voorstellen, dat je, zo'n bruidsgeschenk tendele verliezende, dat verlies smartelijker voelt dan de geldswaarde alleén aangeeft. Het is donker in Oosterse huizen. Vooral bij armen is het enige licht, dat binnevalt, dikwijls door de deur. Daarom: een lamp aangedaan en zoeken in het vuil, dat op de grond ligt. En eindelijk: de emotioneel zoveel waard zijnde munt gevonden. En dan: feest; buren en vrienden roepen. En samen blij zijn. Dat doe je niet voor 'zomaar een muntje'. Dan moet er echt iets meer bij komen.
En dan dat verrassende slot. Maar daarvoor moet ik eerst iets verder over het gebeuren vertellen, dat wil zeggen: over de 'betekende zaak'.
God draagt zijn gelovigen als het ware ook als een kleinood bij zich. Reken maar, dat Hij het gewaar wordt, wanneer een van zijn kinderen heel tersluiks zijn hand uit de hand van God laat glijden en 'kwijtraakt'. En reken maar dat de Heer God het licht van zijn Heilige Geest laat schijnen om de verloren gegane 'munt' te zoeken....en uiteindelijk, als alles goed gaat, ook te vinden. Want het is natuurlijk mogelijk, dat zo'n zoekgeraakte het best wel leuk vindt om kwijt te zijn en dat zo iemand steeds verder in het vuil van de wereld wegzinkt om maar niet gevonden te worden.
Maar wanneer een 'verloren munt' eigenlijk wel terguggevonden zou willen worden, dan zwiept de bezem van Gods ijverige zoeken hem of haar soms heel hardhandig uit de verste hoeken en gaten.
En dan: die vreugde van God. Hij heeft zijn verloren munt terug. En de engelen voor Gods aangezicht zien de vreugde op het gezicht van God en breken in juichen uit. Een verloren zondaar is terecht.
Lieve lezende; ik neem aan, dat jullie als kostbare munten aan de ketting van God hangen, zijn beminden, verworven door de dood van zijn Zoon.
Maar ....in jullie omgeving zijn zoveel verdwaalden, die zich tot God zouden moeten bekeren, uit hun hoekje komen. Willen jullie Gods bezem zijn en de munt uit het stof opwoelen, die munt schoonvegen met jullie levenbrengende woorden-van-Godswege.
En....het blijft mogelijk, dat dit gelezen wordt door iemand, die zelf zo'n verloren munt is. Roep dan na die lezing tot God: "O Heer...hier ben ik...vínd mij dan toch".
En dan zal de Heer zeker zijn lamp op je laten schijnen. En weer zullen de engelen juichen.
Hierbij een wat strenge tekst uit Math 11 v 20 :Toen begon Jezus de steden , waarin de meeste krachten door Hem verricht waren, te verwijten, dat zij zich niet bekeerd hadden: 'Wee u Chorázin en wee u Bethsáïda! Want indien in Tyrus en Sidon die krachten waren geschied, welke in u geschied zijn, reeds lang zouden zij zich in zak en as bekeerd hebben.... Doch Ik zeg u: het zal voor Tyrys en Sidon verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan voor u'".
Deze tekst heeft voor de huidige tijd dít belang: in de twintig eeuwen, die sinds Jezus' 'zijn' hier op aarde verstreken zijn, is steeds helderder gebleken, hoe allesovertreffend belangrijk zijn 'zijn' hier onder ons voor heel de verdere toekomst is geweest. Zijn majesteitelijk woord:"VOLBRACHT", opende de weg tot de uitstorting van de Heilige Geest met al zijn gaven en vrucht. En dank zij die gaven en vrucht, wordt er nu een volk toebereid, dat in staat is, overwinnend te strijden tegen de antichrist in de spannende dagen, die gaan komen.
Jullie, geloofsvrienden, heb je allang bekeerd, maar jullie dragen de goede boodschap door aan weer anderen.
En heel dikwijls zal het jullie daarbij overkomen, dat de mensen er maar lauwtjes bij staan, wanneer jullie de heerlijkheden van nu en van de toekomst ontvouwen. Met van die gezichten van: "'t Zal wel zo zijn of anders".
Maar het is goed, dat jullie dan in je achterhoofd dít hebben: "Ik breng een koninklijke boodschap. Deze mensen hoeven niet te denken: 'Wat willen ze mij er graag bij hebben. Nou; ze zullen heel wat moeten veranderen, eer ik 'ja' zeg'. Nee; het is goed, dat ze leren denken: 'O....wat wil ik graag daarbij horen'".
Want in deze tijden gebeuren grote wonderen in naam van en ten dienste van Jezus. En zijn oproep is nu: "Bekeer je, in deze tijd, nu zo duidelijk wordt, hoe heerlijk de boodschap is. Want als je op de grote zaligheden , die aanstaande zijn, geen acht geeft, dan wacht je een hard lot".
Aan jullie de opgave, op de achtergrond van jullie denken steeds te weten: "Het aanbod, dat ik doe, is prachtig. En het is voor de hoorders goed, om er positief op in te gaan. Want bij 'wegwuiven van dit aanbod', hangt er toch als een dreiging dat oude 'wee u'.
Matth 3 v 8 : "Brengt vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt".
Johannes de Doper predikt de bekering aan de oever van de Jordaan. En velen uit Israel gaan naar die Jordaan toe, tot in het diepst van hun wezen ontroerd. Dit is nu net, wat ze tekort komen. Dit is, wat ze altijd als een manco aanvoelden in hun religie. Altijd werd hun geleerd: "Wij Joden hebben de perfecte godsdienst. Volg die stipt na, dan ben je een uitverkorene onder de hele wereldbevolking". Maar altijd waren ze blijven hunkeren: "Wij willen dit niet úiterlijk beleven. Wij willen alle zekerheden en blijheden van bínnen!"
En nu is daar een gelegenheid voor een nieuwe symboliek. Je laten onderdompelen in de Jordaan en daarmee getuigen: dit is het, wat ik nodig heb; omkeer van binnen.
O, daar werd naar gehunkerd. Maar in Jeruzalem zeiden velen onder de geestelijke elite, de Farizeeën en de Sadduceeën: "Wat die Johannes de Doper daar allemaal vertelt aan de Jordaan....daar zitten bekende klanken in; de komst van het koninkrijk. O , wat verlangen wij daar ook naar: het Joodse volk, dat de ketenen verbreekt van de Romeinse overheersing. Het werkelijke leidersvolk, dat zijn leiderspositie terugkrijgt.
En dan ook nog dat meesterlijke: dat nieuwe louteringsritueel, om daarmee aan te geven, dat ons volk eerst een louteringsproces moet doorlopen, alvorens het zich kan bevrijden in verband met het komende koninkrijk der hemelen. Wat goed gevonden zeg!
Daar moeten we zijn".
Maar wanneer ze zich aanmelden voor de doop, zegt Johannes de Doper: "Wat jullie....jullie die de wezenlijke betekenis van mijn oproep tot bekering ondergraven. Kinderen van de duivel zijn jullie, slangengebroed! Weet je, wat jullie missen...ten enenmale missen: werkelijke berouw over jullie zonden. Jullie zien die doop in water als een 'opstapje' naar jullie idealen. maar dat zijn geen vrúchten! Ik wil vrucht, die aan de bekering beantwoordt: een veranderd hart!"
En verslagen druipen zij af.
Deze woorden van Johannes de Doper zijn nog steeds geldig. De mens, die zich in de richting van God keert, die zich afwendt met zijn blik van de wereld....die zich afwendt van zijn hebbelijkheden en onhebbelijkheden en zonden....zo iemand moet als vrucht voortbrengen een veranderde innerlijke gesteldheid.
Je kunt niet doorgaan met je gedachtengangen, zoals die waren. De buitenwereld moet zíen, dat die verandering van binnen gaande is. - geen hatelijke opmerkingen meer, zodat de mensen kunnen denken: "Wat is het toch een gifkikker". Nee....iets van liefde moet doorbreken, ook in de gesprekken - geen voortdurend gesomber meer, geen gemiep en gezeur over van alles. De kenschetsing van ons volk in het volgende liedje van Toon Hermans: "Weinig loven, heel veel laken, Steeds maar weer problemen maken Nooit goed weten, wat wij willen Altijd om verand'ring gillen Da's niet Engels, da's niet Frans Dat is zuiver Nederlands", is steeds minder geprononceerd in een hart , dat naar blijdschap onderweg is. - en al die onvrede, die trauma's...; "Als kind kreeg ik eens een keer geen ijsje...vandaar..."(Dutroux), al die dingen lossen zich op in een steeds voortgaande vreugde. - en die oncollegialiteit van vroeger; er kondigt zich iets nieuws aan: vriendelijkheid.
Kortom: de vrucht van de Geest. Die wilde Johannes de Doper zien. En die moet nóg te voorschijn komen.
Wanneer je Jezus wel wilt volgen, uit welke reden ook; ook al staat het in deze snel veranderende tijden wel chique om enig innerlijk geestelijk leven te hebben...toon de vrucht.
Nu wat teksten over 'bekering' uit het Nieuwe testament.
Wij beginnen met Mattheüs 3 v 2: "Johannes de Doper predikte, zeggende: 'Bekeert u, want het koninkrijk der hemelen is nabij'".
Dat was bekende taal. De meeste Joden kenden wel Micha 4 v 7 en Zacharia 14 v 9. Daar werd gezegd, dat God zich eenmaal weer als Israels koning zou openbaren en dat zijn koningschap zich over de hele wereld zou uitbreiden.
Het Koninkrijk....: het koninkrijk der hemelen: met zijn afkomst uit de hemel, het koninkrijk, dat niet uit de aarde opkomt, maar uit de hemel neerdaalt...helemaal afhankelijk van goddelijk ingrijpen...wie verlangde er niet naar. En nu was dit het schokkende van de woorden van Johannes de Doper; dat koninkrijk, waarvan de mensen droomden, was vlakbij. Het stond voor de deur.
Goed; het was iets heerlijks. Maar anderszins sprak het van zware gerichten. En klemmend was het beroep, dat op hen werd gedaan: "Bekeer je....je moet er klaar voor zijn; voor de heerlijkheden, die gaan komen. Maar je kunt er alleen maar deel aan hebben, wanneer je bekeerd bent".
Dat was een boodschap, die actueel en begrijpelijk was. En velen gingen op de uitnodiging van de boeteprediker in.
Maar wat betekent dit allemaal voor nú. Wij weten, nu, dat het koninkrijk ís gekomen in de Persoon van Onze Heer Jezus Christus. Wij weten, dat Hij het startschot voor dat koninkrijk heeft gelost, toen Hij die verrukkelijke woorden sprak: "Het is volbracht".
Maar nu- in onze dagen- is dat koninkrijk, de Godsregering veel dichter bij dan toen. De dagen, dat de bazuinen zullen klinken, dat de aartsengel zal roepen en al de geweldige dingen zullen gebeuren, zijn in zekere zin 'vlakbij'.
En de tijd van de benauwing door de antichrist is nog veel dichter bij. De geweldige verleidingen van de eindtijd zijn spoedig te verwachten.
Nu is dit woord van Johannes de Doper actueler dan ooit.
Denk er om, dat ik altijd spreek over 'voortgaande bekering'. Het kan best zijn, dat je al wedergeboren bent, dat je de gaven en de vrucht van de Heilige Geest al ervaart in je leven. Maar bekering blijft een voortgaande zaak. Je bent wellicht in de goede omstandigheid om alle dingen tegemoet te treden, die gaan komen. Maar waakt, dat je in de goede conditie blijft, (Markus 13 v 37).
Ger
O ja: - doe als Muse; hij las met aandacht, bedankte - doe niet als Muse; hij bedankte hier, hij reageerde hier. Maar willen jullie eventueel reageren in serie 10. G
Wij houden het nog even op Amos. In 4 v 9 schrijft hij: "Ik heb u geslagen met brandkoren en met honigdauw ; uw vijgebomen en olijfbomen vrat de sprinkhaan op. Toch hebt gij u niet tot Mij bekeerd, luidt het woord des HEREN".
De Heer wilde zo graag zijn volk bij zich hebben. Maar toen zij bij Hem wegdwaalden en buiten zijn veilige omheining kwamen, kon Hij ze niet meer beschermen tegen de valkuilen daarbuiten. Maar God wilde de tegenslagen, die hen daar door eigen onvoorzichtigheid overkwamen, gebruiken om hen tot inkeer te brengen, zodat zij weer zijn kant uit zouden kijken, zich tot Hem bekeren. Maar zij deden het niet.
Naar de tegenwoordige tijd overgebracht, kan dit als volgt geduid worden: Honigdauw, brandkoren en sprinkhanen zeggen ons op zichzelf niets. Maar wij begrijpen, dat er voor een agrarische natie zoals de Israelieten van die tijd levensgevaar in was gelegen, wanneer het voornaamste volksvoedsel een prooi werd van: - door de hete woestijnwind veroorzaakte verbrandingen - door bladluizen-excrementen veroorzaakte ziekten - de vernietigende vraatzucht van sprinkhanen.
Zo is het ook tegenwoordig wel met Christenen. Zij dwalen weg bij Gods veiligheden en komen in de onveilige plekken van de duivel terecht. Gods bedoeling is het, dat zij door hun tegenheden tot nadenken worden gestemd en zijn veiligheid weer zoeken door hun gezicht in zijn richting te wenden.
Maar velen zeggen; "Wat heb ik toch tegenwoordig een pech", zonder zich iets af te vragen.
Ik heb het zelf meegemaakt, in 1983, ik vergeet dat jaartal nooit meer, dat ik op een gegeven ogenblik, tijdens vacantie, toen ik wat tijd had om mij te bezinnen, mezelf afvroeg: "Waar komt toch al die pech vandaan".
Ik kende toen deze tekst al wel oppervlakkig, maar zag die toen opeens veel duidelijker. En ik bespeurde, wáar ik fout was gegaan en herstelde dat.
En mijn 'brandkoren, honigdauw en sprinkhanen' waren opeens veel minder hinderlijk, bliezen de aftocht.
Zo kan het ook met jullie, mijn lezers, wel eens gaan. Doe dan net als ik. Herstel de dingen, die fout gingen, voor zover dat nog mogelijk is, vraag vergeving aan God. En zoek de omtuining van God door berouw en bekering weer op.
En laat het ook in gesprek met je vrienden en vriendinnen zo zijn, dat je heel opmerkzaam wordt, wanneer ze zoiets zeggen als: "Ik weet niet, waar het allemaal vandaan komt, maar mijn proefwerken mislukken, met allerlei kennissen heb ik misverstanden en nu heb ik nog een koortslip ook".
Het hoeft er niet aan te liggen, dat zij zijn weggedwaald bij God. Er is een verwarrende omstandigheid. De duivel loopt ook door het hele stuk met zijn volstrekte wetteloosheid, om zijn boze dingen te doen, waar hij die maar kan plaatsen.
Maar neem de tijd om de zaak goed uit te spreken. Laat je leiden door de gaven van kennis, wijsheid en onderscheiden van geesten, waarvan ik toch aanneem, dat jullie die als Geestvervulde Christenen geregeld oefenen.
En begeleid die relaties van jullie naar de veilige plekken van God.
Bekering: we lezen nog even verder in Amos; ( 4 v 7)
"En Ik, Ik heb u de regen onthouden, toen het nog drie maanden voor de oogst was; en Ik liet het regenen op de ene stad, maar op de andere stad liet Ik Ik het niet regenen, de ene akker werd beregend, en de andere, waarop geen regen viel, droogde uit. En twee, drie steden, wankelden naar éen stad om water te drinken, maar zij werden niet verzadigd. ..... Toch hebt gij u niet tot Mij bekeerd, luidt het woord des HEREN".
De gang van zaken, zoals hier geschetst, was als volgt: er is hongersnood, die is een gevolg van droogte en regengebrek op het beslissende tijdstip voor de oogst. De oogst begon eind april en deze is mislukt door het uitblijven van de late regen, (einde maart-begin april). De droogte is niet algemeen geweest; ze was plaatselijk. De HERE toonde, dat Hij wel regen kon geven, maar hield deze toch over het algemeen in. De droogte bracht niet alleen honger, maar ook dorst, zodat de bewoners van díe steden, die het ergste onder de droogte geleden hadden, met wankele schreden, (vanwege de dorst), heengingen naar een meer bevoorrechte stad, om drinkwater te halen, maar hun zoeken naar water bleef vruchteloos, er was niet genoeg voor allen.
En dan steeds weer dat refrein: "Toch hebt gij u niet bekeerd".
Wat kúnnen jullie hier nu mee?
In komende jaren zullen jullie gaan meemaken, dat je om je heen mensen ziet, die omkomen van geestelijke honger en dorst. Ze zullen dit best weten te verbergen onder zure opmerkingen of schijnbaar diepe gezegden. maar jullie, door de genade van God met zijn Heilige Geest vervulden, zullen door jullie gaven van kennis, wijsheid en onderscheiden van geesten haarscherp zien, dat achter oeverloos gekanker en gezwollen, diepzinnige woorden, zich in feite niets verbergt. Om in het beeld te blijven, wat ze zeggen, staat eigenlijk gelijk met wolken, die geen water dragen en met 'knetterende dorens onder een pot', (Pred 7 v 6).
Mogelijk vinden jullie dan woorden om zoiets uit te drukken als: .............. Zou je nu wel verder gaan met zoeken op deze manier. Je hebt toch ook werkelijk van alles gedaan...je Boeddhabeeld heb je de hoogste plaats in je huiskamer gegeven, zodat het altijd boven alles en allen staat. En je hebt alle boeken over reikie gelezen, die er maar waren. En je huis stond vol klankschalen. En toen gooide je het over een heel andere boeg: veel noten eten, omdat de bewoners van de een of andere vallei van gelukzaligen dat ook deden en met gemak 140 jaar werden. En toen waren er weer mensen, die tegen je zeiden: "Er is een nieuwe voedingstheorie met diepzinnige achtergronden....en je wankelde maar meer achter die anderen aan....en nu heb je nóg geestelijke honger en geestelijke dorst. .......... En het zou kunnen zijn, dat de Heer net op die levensakker aan het werk is geweest : - de platgetreden paden heeft Hij- op welke manier dan ook- omgewoeld, zodat het daar gestrooide zaad niet meer open en bloot voor de vogels ligt - nu mag jij mischien wat dorens uittrekken, zodat het zaad, door een ander gestrooid, een nieuwe kans krijgt - of je mag wat grond aanbrengen, zodat het allemaal niet meer zo'n hopeloss dun laagje is over de keien van misverstand heen.
Er kunnen akkers zijn, die jaren daar gelegen hebben, hopeloss verknoeid, maar via anderen of hoe dan ook, is de Heer bezig geweest om van alles beter te maken.
Je hoorders hebben- ik weet niet wat allemaal- onbewogen over zich heen laten gaan, maar nu is het zo, dat er goede grond is, waarin jullie zaad valt en eindelijk is daar: Bekering. (Matth 13).
Een keer was het zo, dat jezelf door Jezus, de grote Koning, bekoord werd. Je verlangde toen als het ware: "O....trek mij met U mee, Koning van de gerechtigheid en de blijdschap en de vreugde en de vrede...laten wij ons spoeden naar alle goede dingen, die U te geven hebt", (Hooglied 1 v 4).
Wat is het een vreugde om -soms volkomen onverwacht- anderen te ontmoeten, die uitroepen: "Ja...ik wil met je mee..."
Het overkwam een van mijn lieve geloofsvriendinnen. Zij viste in de vijver, waar het goed vissen is. Met vele andere jonge moeders stond ze voor de lagere school om haar tedere panden op te halen. En onder al die jonge moeders waren er velen, die naar haar wijze, aangepaste woorden, waarin de kennis en het onderscheiden van geesten terdege een rol speelden, wilden luisteren.
En toch was er die haaat radeloze, perplexe vreugd, toen een van die lieve, jonge mevrouwen zei: "Ik wíl dit...o...eindelijk iets, dat echt ETEN en DRINKEN is..."
Jullie bezoeken al regelmatig: - geloofsaangelegenheden - Bijbelstudie - Jan en Joke - Mijn boeken.
Nu kan ik de geboorte aankondigen van mijn vijfde blog: - Mijn leven.
Daarin ga ik in vele afleveringen vertellen van momenten in mijn leven, waarop ik -achteraf- duidelijk de invloed van God en- helaas helaas- ook wel van de duivel ervaarde.
Aanstaande zaterdag komt mijn eerste vertelling en zo wekelijks.
In Amos , hoofdstuk 4, schetst de Heer, dat Hij herhaalde malen gewaarschwd heeft, dat het de hoogste tijd was om zich te bekeren. Bekeren is namelijk niet iets dat je wel of niet kunt doen. Je kunt er ook de gek niet mee steken door een plakstrook op je voordeur te doen: "Dank u...wij hebben alles....en bekeerd zijn we ook al". Nee: bekering is levensnoodzaak.
En op welke situatie doelt Amos nu?: " Op eengegeven ogenblik merkte je,dat er niets meer te eten was in huis. Maar hoewel dat een duidelijk teken was, dat bekering tot Mij nodig was...je volstond met op te merken: "Wat zit alles tegen hè" en ging gewoon met je leven verder, zonder je naar Mij om te keren".
Hoe vertalen wij dat nu eens naar de moderne tijd. Jullie en ik; wij ademen altijd in dit welstandsklimaat. Het is voor jullie en voor mij ondenkbaar, dat de provisiekast níet gevuld zou zijn. Maar...probeer dit nu eens geestelijk 'in te kleuren'. Geestelijk kan het zo zijn, dat er niets meer te eten is. Ik bevond mij eens in een gezelschap, waar opeens een vrouw uitriep, midden in een gedachtenwisseling over 'van alles': "O, wat verlang ik ernaar, dat er nu eens iemand hier was, in deze treincoupé, die eindelijk met iets kwam, dat werkelijk voedde"
Nu kan je zeggen: "Nou Ger; dat was dan toch wel 'de kat op het spek binden'.Je bent zeker losgebrand".
Nee lui; ik was nog maar 25 en had nog geen enkele geestelijke inhoud van betekenis. De dame ging zelfs zo ver, dat zij op mijn lectuur wees en uitriep: "O....de klassikale kerkbode voor Warffum. Wat een heerlijk brave leesstof" Maar ik bleef verlegen zwijgen. Tot de huidige dag zit dat mij wel een beetje dwars. Maar dan zend ik maar een gebed op om die gemiste kans voor open doel achteraf nog bij de Heer te brengen.
Maar snappen jullie, wat ik bedoel. Het kan in een mensenleven zo worden, dat je merkt: "Het lijkt wel, of alle meningen op de hele wereld zijn vergiftigd. Altijd brand ik mijn mond maar weer aan harde, zure opinies". Onbewust neem je dan waar,dat woord uit Openbaring 8 v 10 en 11: "En de derde engel blies de bazuin, en er viel een grote ster, brandend als een fakkel, uit de hemel en zij viel op het derdedeel der rivieren en op de bronnen der wateren. En de naam der ster wasgenoemdAlsem. En het derde deel der wateren werd alsem en velen van de mensen stierven van het water, omdat het bitter geworden was".
Even kijken, of wij niet te ver zijn weggeraakt. Het kan nog, maar nu ijlings terug. Wanneer je merkt, dat sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers, (1 Timotheüs 4 v 1), wend je dan door bekering van dat besmette 'derde deel van de wereldopinie' af en keer je naar die andere ster, die geen 'Alsem', (bitterheid) heet, maar waarvan 2 Petrus 1 v 19 spreekt: "En wij achten het profetisch woord daarom des te vaster en gij doet wel, er acht op te geven als op een lamp (fakkel) , die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten".
Bekeringis pure noodzaak. Jullie staan allemaal in de tijden, dat de ster Alsem valt en meningen vergiftigt. Let erop, dat in je naaste omgeving de vriendelijkheid geen plaats maakt voor respectloosheid en grofheid; ook dat kenmerkt de ster Alsem.
Ik weet, dat er vrij veel lezenden zijn. Daaronderzijn er , die zich nog niet bekeerd hebben of die geen ernst maken met de dagelijkse bekering. Merk je iets van bitterheid of onwellevendheid of iets anders, dat vreugde rooft, zoek je toevlucht totdat 'tweederde deel der wateren'dat volgens de zojuist genoemde tekst heilzaam is.
Bekeren; teksten uit het Oude Testament: Joël 2 v 12: "Maar ook nu nog luidt het woord des HEREN: 'Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en geween en met rouwklacht. Scheur uw hart en niet uw klederen en bekeert u tot de HERE uw God".
Als je dit nu leest en je denkt: "Goeiemorgen....ik ben zestien en ik wil bij Jezus horen. Is die tekst niet veel te zwaar voor mij", dan heb ik voor jullie althans deze gerustistelling: wij gaan hem een beetje masseren. Iemand zou kunnen zeggen: "Je mag een tekst uit de bijbel niet kneden tot hij een beetje handzaam is geworden".Maar zulk masseren bedoel ik ook niet. Herinner je, wat ik een vorig maal gezegd heb: er is ook sprake van voortgaande bekering, die tijdens wedergeboorte en doop in de Heilige Geest toch nog doorgaat.
Wanneer je heel eenvoudig begint met: "Ja ...'k wil U dienen Heer", dan zal zeker de tijd komen, dat je merkt, dat bekering tot de Heer een proces is, waarbij op de duur je hele hart is betrokken. In het begin van je bekering zal het wel eens zo zijn, dat je nog helemaal niet 'vast' van je slechte gewoonten, die ongetwijfeld in je gedrag zijn binnengeslopen. Je zult niet direct ophouden om kwaadsprekerig of onrein van lippen of....noem maar op...te zijn. Maar gaandeweg zul je al die zonden van je weg leren doen, zodat je hele hart rein is voor de Heer. Daarbij komt de doop in de Heilige Geest mij voor als iets, dat helemaal onmisbaar is.
Je zult op de duur ook wel eens huilen over de gaten, die je met spijkers van ruwheid hier en daar in andere mensenlevens geslagen hebt. maar je zult die daden aan de Heer belijden onder -wellicht innerlijke- tranen en je zult wel vaak met schaamte terugdenken aan de dingen, die je ooit verkeerd deed, maar toch met opluchting, omdat je met de Heer op de goede weg bent. Natuurlijk zal je altijd proberen, schade, teweeggebracht in het verleden, te herstellen. Uiterlijk zal er heus niet zoveel te merken zijn van al die innerlijke roerselen, maar ze zijn daarom in het oog van de Heer niet minder evident.
Zo is het proces van de bekering een steeds voortgaande, heilzame karakterverandering.
Mijn vierde blog: 'Mijn boeken' is operationeel! Ger
Dag allemaal,
Daar is dan het vierde van de vijf door mij geplande blogs.
In dit blog geef ik een steeds maar voortschrijdende verklaring van bijbelteksten . Ik heb daarbij de bedoeling om u stap voor stap in te leiden in mijn gedachtewereld met betrekking tot 'de goede wereld van God'.
Achtereenvolgens zal ik met u behandelen: - bekering - wedergeboorte - ...en alle verdere belangrijke zaken, het koninkrijk Gods betreffende.
U zou kunnen zeggen: "Ja...maar we hebben 'bijbelstudie' toch al.
Dat is waar. Maar dit is meer uitgebreid en meer eenvoudig. Ach; u ziet wel.
Aanstaande zaterdag begin ik met het ingeven van het eerste artikel.
Gods huis i is niet van hout of steen maar is in je en overal om je heen!!! Gods liefde werkt door mensen heen ,als we het maar willen zien!!! groetjes Manna(blog manna )
Dag Manna,
Je zegt dat nu wel allemaal zo lief. maar bedenk dat ik een wat stijve Nederlander ben, beetje zwaar op de hand zoals veel Nederlanders. En dan zeg ik: "Jawel Manna....allemaal tot je dienst. maar de nare dingen van de duivel zijn óok allemaal om ons heen"
En....Manna. Inderdaad: de liefde van God werkt door mensen heen en ik ben er eerlijk van overtuigd dat die liefde ook door míj heen werkt. Na een werkzaam leven in dienst van de Heer ben ik als 79 - jarige vier jaar geleden een werk gestart onder jongeren in Nederland, 15-25, En in dat liefdevolle werk wil ik ze verder wijzen naar de Heer God en naar de Here Jezus en naar de Heilige Geest..
Manna...ik ben zo blij om in Vlaanderen nu ook eens te kunnen spreken tot 50-plussers. Srtel maar gerust je vragen. Ik ben er blij mee.
Gods huis i is niet van hot of steen maar is in je en overal om je heen!!! Gods liefde werkt door mensen heen ,als we het maar willen zien!!! groetjes Manna(blog manna
Bekering: Jeremia 35 v 15 en 16 , gedeeltelijk: "Gij nu had u heden bekeerd en gedaan wat recht was in mijn ogen...maar gij zijt weder omgekeerd..."
Bij bekering is het goed om de eerste inmpuls te laten volgen door gestaag 'vasthouden'. Er zijn er altijd velen, die 'naar voren gaan', wanneer tijdens de jeugdrally de spreker zo mooi gesproken heeft. Dat is goed en lieflijk, maar het is in zekere zin een aanraking op het emotionele vlak. Het woord van de Heer dringt diep in onze ziel. Maar tussen onze ziel en onze geest, ons diepste innerlijk, zit een taai vlies. En nu is dit een goede zaak om in de dagen , volgende op die eerste aanraking, een gebed tot de Heer op te zenden:
"Heer; wilt U mij helpen om dit heerlijke vast te houden. Ik was zo gelukkig Heer, toen wij met z'n allen in dat busje terugkwamen van die meeting en toen we de hele tijd hebben zitten zingen van : "'k Ben zo blij....Jezus redde mij..".
Maar nu lijkt het allemaal een mooie droom. Zo stom...ik leerde mijn Franse woordjes niet en kreeg een drie bij het tentamen. En die vreugd van toen ging weg na die tegenslag-door-eigen-schuld.
Heer...help..."
En bij een voortdurend spreken met de Heer, bij het begin van 'relatie-opbouw' met Hém, kom je door dat taaie vlies heen en wordt het een 'hartezaak', een zaak van je diepste innerlijk.
Dit blog heet Jan en Joke en beschrijft de lotgevallen van een groep personen.
Ik ben van plan er elke week een aflevering aan toe te voegen en daarnaast ook vragen te beantwoorden, die naar aanleiding van dit blog gesteld worden.
Ja; 't is niet anders: ik ben een 83-jarige 'Ollander. Mogelijk zijn wij wat zwaar op de hand. Nou ja; híer getuigt men van mij, dat ik een goedmoedige kerel ben. Maar dat is dan natuurlijk ook weer volgens Hollandse normen.
Jammer dat je niets zag in mijn geschrijf. Maar ik ga er toch maar mee door. "Elk schot is geen eendvogel", waarmee ik natuurlijk niet wil zeggen, dat jij een eendvogel bent. 't Is meer een wijze van zeggen in ons land.... misschien bestaat die uitdrukking ook wel bij jullie .....om aan te geven dat de aanpak niet altijd raak is.
Maar ...wie weet....wellicht zijn er bij jullie toch mensen die zeggen: "Ik zit niet helemaal lekker in mijn vel". En mogelijk zien die wel wat in mijn ontboezemingen. Ja....misschien is het ooit met jou ook nog wel eens zo, dat je zegt: " 'k Heb nu alle lol van de hele wereld gehad....en nog heb ik het idee, dat er ergens een lek zit, waardoor al die leut weglekt. ............ Even een verhaaltje tussendoor: Mijn dochter zit wel eens aan de kassa van een zaak, waar ze als oppeppertje voor de verkoopcijfers 'hi-ha-zegeltjes' verstrekken. Laatst vroeg ze aan een dame: "Wilt u ook hi-ha-zegeltjes". En die vrouw zei zo onbetáalbaar: "Nee dank je....ik heb thuis alle hi-ha, die een mens bij mogelijkheid maar bedenken kan". ................. Brabbes; misschien zeg jij ook wel eens ooit in een van die leutige reacties van jou: "Ik kom nou nóg eens kijken, hoe die hi-ha van jou er nou éigenlijk uitziet. Die hi-ha van mezelf ...dat weet ik nu wel".
En tegen alle medelezenden zeg ik: "Je ziet nu hoe enthousiast Brabbes mij maakte voor een antwoord. Reageer ook eens. Júllie reacties zijn 'het zout in míjn pap'. En kom ook eens op 'Geloofsaangelegenheden' ...met reacties ook.En er komen nóg drie blogs aan.
Daag Ger
O ja...en dat hij opeens 'vet' drukte; dat was een kunstje van hém. G
De Gerrit, Ik heb eventjes stilgestaan bij Uw artikeltjes over bekering. Bepaald vrolijk word ik niet als ik uw teksten lees. Zijn wij te bourgondisch? Wordt er tijdens jullie bekeringsproces nooit eens gelachen? 't Is me allemaal zo zwaar op de hand. Ik dacht dat geloven iets fijns was, iets waar een mens blij om mag zijn. Juist die blijheid, die lach, die grap en een grol die mis ik bij jullie. Ik ga me voorlopig dus niet bekeren en ook met bijbelstudie ga ik me ook niet bezighouden. Ik ga met de mensen spelen, een pint drinken en met een kwinkslag een goeie dag zeggen tegen onze pastoor. Die komt ook uit het diepe Nederland maar die hebben we al kunnen bekeren: Die kerel lacht de hele dag, net zoals zijn parochianen. Toch nog veel succes gewenst.