Overleven
Ik geloofde de jongens wel, de 'tramps', klein en groot, die in de betere buurten van Rio de Janeiro hun slag probeerden te slaan. Ik had hun aangesproken, ook daar ze me te aandachtig bekeken, en ik misschien wel een potentieël prooi kon zijn. Ik geef dan wat geld en legt hun uit dat ik ook maar een arme duvel ben, die hier een tijdje in de buurt woont en reportages maakt over het onrecht... en geintreseerd ben in hún overleven... en besef hoe hun situatie moet zijn. Maar daar hebben ze geen boodschap aan... Geld is hun eerste doel, maar sieraden zijn ook geliefd, en als de ring niet snel genoeg van de vinger gaat snijden ze die gelijk maar af... Deze dingen bezit ik niet, buiten mijn geluks-fita (bandje) dat ik om mijn pols draag, en mijn Indiaanse halssnoer, doch daar hebben ze geen aandacht voor of wel repect. Andere hebben vuurwapens, die meer dodelijk zijn.... Het is ageren, ook daar de politie hen in de gaten houdt, en hebben die hun eenmaal in het vizier, dan is het rennen om een kogel in de rug te vermijden.
Dagelijks staan de berichtjes dan ook in de kranten van neergeschoten jongelingen, of verdachten... de 'policia militar' heeft een vrijbrief voor dit soort zaken... o.a Copacabana, Leblon of Ipanema... doorgaans ook het centro zijn plekken waar ze toeslaan. De provocerende toeristen langs de stranden zijn gewoon 'bull-eyes' voor de jongens. De onnozelle arrogante gringo's lopen dan rond, als gelukszoekers aan de rand van de afgrond. Vrouwen met opgesmukte aangezichten en behangen met glinsterende tooien, ai, ai, ai... ze vragen om gevild te worden. De criminaliteit van Rio heeft natuurlijk meerdere richtingen, en dit is maar een klein issue, de grotere bewaar ik voor later. Doch voor de straatkids een belangrijke zaak. De hotel eigenaren hebben al lang geleden maatregelen getroffen, daar de clandizie terugliep en de geruchten verspreidt werden dat Rio toch wel linke soep was... Allang zijn daarom de 'huurmoordenaars' actief, 'doodseskaders' die voor een schijntje kinderen of zwervers oppikken, in een busje smakken en afvoeren naar de hel... Het zijn veelal ex-politieagenten die iets moeten bijverdienen... het zijn mensen zonder scrupules. Maar de oorzaak van dit alles is de structuur van het land. Ik spreek hier nu niet van de problemen in de 'favela', daar zal ik later zeker op terugkomen, maar over de run van deze jongeren die vaak al als klein kind weglopen uit de omgeving van hun ouders. Ouders die geen centavo hebben om de dagelijkse rijst en bonen te versieren, of de vader moet nog wel 3 reais hebben voor een fles pinga... De sociale sfeer bepaald de levensloop van deze jongeren... zij die al te lang op straat leven zijn de leiders geworden van hun eigen geweten... Ze hebben geen vertrouwen meer in de maatschappij, hulpverleners, geestelijken of wie dan ook, en zeker niet de politie of het corrupte apparaat... Hun ouders komen vaak van ver, de meesten nu uit het arme noordoosten van Brazilië... daar waar de sertâo, de halfwoestijn hen doet vluchten. Ze komen naar hier, naar Rio of Sâo Paulo, hier is misschien hoop, werk. Daar is niets, een onderdak in een favela is al een voordeel, en zo groeien deze slums gestadig... Wie in de favela woont is meestal zwart of gekleurd... het is een duidelijk definitie van afkomst... Discriminatie? In Brazilië? Het is een vies woord, maar de ongelijkheid is duidelijk aanwezig, kijk in de politiek... zwarten zijn zo goed als niet aanwezig, de hoogste baantjes zijn voor de blanken, de kleuring staat onderaan, de slaaf. Wat vroeger het 'senzala' (slavenverblijf) was is nu de 'favela'... wat is het verschil? Er zijn vele actie-groepen die protesteren tegen de onderdrukking van de neger... zij de kinderen van Zumbi, de grote slavenleider, zij die vechten voor de vrijheid en bewustwording van de neger in de Braziliaanse maatschappij... De jongens op straat zijn weer op pad... de zon schijnt in Rio, de 'cidade marvilhoso', de stad der verrukelijkheid, maar voor hun is er maar één woord: sobreviver.
En ik slenter verder, met de gedachtte dat ik ze begrijp, alhoewel het woord 'begrip' wederzijds moet zijn... en gelukkig is dit meestal wel zo...
Af en toe ontmoette ik de individuele straatjongen, de bedelaar, die vraagt om aalmoes en zoekt in de vuilnisbakken. Hij die om de een of andere redenen zich losmaakte van de groep, de 'loner' in de harde werkelijkheid, die geweld schuwt. Hij sleept zich voort, bedelt, en slaapt op straat waar de burger over hem wegstapt, zij, die niet begrijpen dat hij een slachtoffer is van een inconsistent beleid.
Storyteller
Foto storyteller: eenzame straatjongen slapend in de wijk Gloria, Rio dec.2007
|