schilderij dat ik ooit van hem maakte, 1999 (olie op papier) Hij heeft het niet meer mogen zien, en zou zich zeker geamuseerd hebben, naast twee hout bewerkte figuurtjes die hij ooit uit Duitsland meenam, ik noem ze Friedrich der kleinkunstler en Goethe Tum stierf in oktober 1998 te Brazilië
DE BIJNA NAAKTE PATER
De pater was een, laat ik stellen, naïeve man. Verstrooid is ook een benaming, doch ook het goede geloof in de mensen. Hij hield van een, zoals hij het noemde badje nemen' in de zee. Eenmaal gebeurde het, ergens in de jaren '80, dat hij naar de stad Niteroi, gelegen aan de overzijde van Rio aan de baai, ging en aldaar aan het strand van de heilige Franciscus zijn kleren uittrok, op een hoopje legde en in zijn zwarte onderbroek de baai in liep. Hij had dan meestal een petje op om zijn hoofd te beschermen tegen het zoute water. Nooit zag ik hem kopje onder gaan, en zijn rood gebrand gelaat blonk dan boven de waterspiegel. Hij had denkelijk een soort hoofd-huidziekte. Tot het gebeurde dat hij op een dag terug het warme zand opliep en ontdekte dat zijn kleren gestolen waren door altijd op de loer liggende dieven. Zijn broek, hemt, sokken (want hij had immer schoenen aan) wat papieren en natuurlijk zijn geld was verdwenen. '
Nondesju!' zal hij wel geopperd hebben in zijn Maastrichtse geboorte taal , 'Noe zit iech miech in de rats!' Wat te doen, hij liep naar de straat en probeerde mensen aan te spreken om hem naar het centrum van Niteroi te brengen, daar waar het aards-diocese zich bevond, doch de meesten met auto vonden hem maar een vreemde paljas. De naakte pater raakte lichtelijk in paniek, hij kon toch niet zo een bus in, buiten dat hij had geen enkele centavo meer. Maar of de heilige geest hem bijstond, de heilige John de dooper of de patroon heilige van Brazilië de zwarte maagd van Apericida, daar stopte een auto met kennissen. Deze geloofden hun ogen niet. Is dat niet padre Thomas? Daar! in die zwarte onderbroek! Ze verschrokken zich danig, de goede pater Thomas zonder kleren en alleen in zijn hangende iets te grote onderbroek, hij had zelfs geen medaille van een of andere heilige om. 'Roubado,' (beroofd) zei hij met zijn armen zwaaiend. Hij vroeg hun dan ook terstond om hem naar het diocese in de stad te brengen. In dat god-instituut stonden de ogen uitgepuild. Dat was niet te beschrijven. Dat had men nog nooit mogen ervaren. Een bedelaar die geld kwam vragen? o.k. Een dronkenlap die de weg kwijt was. Ok. Maar een padre... nota bene... Pater Thomas, die ondertussen een hemt gekregen had stond er enigszins grijnzend bij: 'Ik mag toch zeker wel een bad nemen,' zal hij gedacht hebben. De overste maakte hem duidelijk dat dit een niet te accepteren situatie was. Tum vroeg gewoon om een broek, hemt, schoenen en wat geld om de bus te nemen terug naar Tanguá waar hij woonde, zo'n 60 kilometer verder. De plaatsvervangende bisschop weigerde en zei hem dat dit probleem maar op zijn manier opgelost moest worden! Ja, dat soort mensen zijn helaas door God gezonden, helaas! Gelukkig hadden de mensen in de auto hem al aangeboden hem terug te brengen naar zijn huis. Ooit zei hij tegen mij: 'nu zie je maar, zelfs de bisschop verdomde het om een arme pater te helpen, aha!' Zijn vertrouwen in het geloof instituut kreeg weer een harde klap. Niet dat hij er al danige problemen mee had gehad, maar dat men een mens gewoon aan zijn lot overliet, pater, zwerver, straatkinderen of wat dan ook. Ja, hij was toch enigszins rebels en in het zuiden van het land had men hem ook al een verplaatst daar hij niet luisterde naar de nonnen of zijn overste. Ook omtrent de vrouwen had hij zijn eigen inzichten: ' ze moeten het concilie veranderen in Rome, ze zijn veel te ouderwets'! riep hij dan. 'Een geestelijke is ook maar een man! aha..' Hij was eigen-wijs, een goed eigenschap, maar in Brazilië? Daar kwam dit in zijn geval alleen de arme ten goede. Hij gaf en hielp, een arme moeder, een zieke of en alcoholist, het zijn mensen, was zijn gezegde. Hij zal wel ronddwalen, daar boven bij het hooggelegen Titacaca meer in Bolivia, of in de bossen van Santa Catarina. Misschien zit hij wel in een paradijselijke bar aan een caipirinha (suikerriet-jenever met limoen, honing en ijsblokjes) zijn favoriete mix of gewoon aan een fles bier met een bord friet en mayonaise, wachtend op zijn terugkeer naar het menselijke. Ja, hij had eigenlijk geen pater moeten worden, doch maatschappelijk werker.
WAYN
|