Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
31-05-2011
299 Dialogen
299 Dialogen In het eerste deel resten nog 3 dialogen : XII Pension La pepa , XIII Hoe grappig en XIV Op weg
Bij de vertaling, die moeizaam verliep, stel ik mij toch de vraag over de inhoud van deze dialogen. Zij wijken mijns inziens te ver af van de basiswoordenschat van gesproken Spaans. Ons uitganspunt moet zijn : dialogen die de studenten dagdagelijks zullen gebruiken. Ik vraag mij dan ook af of het niet beter is van 0 te beginnen. Rond de keuze van een 25 tal onderwerpen bouwen we dan dialogen op volgens de aloude principes van de avsg methode.
1 Waar wonen jullie ? 2 Wij wonen in een pension Pepa. 3 Geef mij je adres. 4 Neem mijn kaart 5 Mijn adres is gemakkelijker : 6 De Metrostraat 7 Steek de straat over
8 Neem het voetpad langs de winkels 9 Aan de hoek is er een apotheek 10 He, dat is moeilijk 11 Vraag het aan de bewaker
12 Wij steken over 13 Ik dacht het. De disco is gesloten. 14 Kunt u mij eens zeggen, a.u.b. 15 Waar is het pension La Pepa ? 16 Volg rechts 17 Zie je dat standbeeld 18 Zie je het park rond het standbeeld 19 Je hebt daar een plein met arcades 20 Het pension is aan het plein 21 Maar, we zijn opzoek naar La Pepa
1 We kopen een appartement in dit gebouw 2 We gaan kijken 3 Kunnen we het appartement bezoeken 4 Natuurlijk, ga maar, a.u.b. 5 Hier heb je de inkom 6 De keuken is heel mooi 7 Hier heb je de eetkamer 8 Alle meubels zijn nieuw 9 en die deur ? 10 Die gaat naar de gang 11 van de bewoners 12 De kamer van de ouders 13 Deze kamer is veel groter 14 Is ze bewoond ? 15 Ze is van de kinderen 16 Je hoort het; En deze deur ? 17 Dan houd ik er minder van 18 Dat is de deur van de badkamer 19 Hoeveel kost het ? 20 200000 Euro 21 Dan houd ik er minder van
22 Waar gaan we heen ? 23 Waar is de kat ? 24 Ik kijk onder de meubels 25 Kijk in deze woonkamer 26 Ik wil in deze kast kijken 27 En achter deze deur 28 Ik kijk 29 Dat is zo 30 Kijk, zij zit op het bed
31 Die meneer is aan het wandelen 32 Die meneer is aan het zonnebaden 33 Die is aan het lezen 34 Ik houd van deze kast 35 Ik verkies dit bed 36 Deze kasten zijn goedkoop 37 Deze kasten zijn duurder 38 Deze mijnheer is aan het wachten 39 Deze vrouw wacht ook 40 Deze jongens wandelen 41 Deze meisjes winkelen 42 Wij kopen dit appartement 43 Dit huis kopen wij ook 44 Deze flats worden verkocht 45 deze huizen worden ook verkocht
Deze week stootten wij op twee nieuwe initiatieven. Minister Van Deurzen kondigde een actie aan voor Nederlandse taalbeheersing bij kleuters. Hier viel één ding op : de noodzaak aan een éénvormige uitspraak van onze taal. Wanneer wordt er eindelijk werk gemaakt van standaard Nederlands ? ANWB pakt uit met taalgidsen en taalkits. Die zouden functioneel moeten zijn. Maar de gidsen beginnen met een korte grammatica en daarna pas volgen belangrijke uitdrukkingen op het gebied van eten, drinken, vervoer, medische hulp enz. Hopelijk wordt hierin rekening gehouden met de basiswoordenschat van gesproken Nederlands!
1 C. en A. staan te praten in de straat. 2 We hebben al een nieuw huis, weet je. 3 Het nieuw huis? Echt? 4 Goed, het nieuw appartement 5 Neen, ik wist het niet. 6 Hoe ziet het eruit ? 7 Kom kijken 8 Het is in de hoofdweg 9 daar, even terug, in het nummer 9 10 Kijk, het is op de 6de verdiepi ng 11 Wij hebben een lift, Echt 12 Ja, vrouw, duidelijk 13 Hou je van het huis ? 14 Ja, meisje, veel 15 Het appartement is heel klaar 16 en heel modern 17 Er is een klein vernster 18 en twee balkonnen 19 Aan de andere kant hebben we een terras 20 Heb je bloemen 21 Bloemen ? Het staat vol bloemen.
22 Mama.Mama. 23 Zij is niet thuis 24 Ik weet het niet 25 Ik denk van wel 26 Ik zal zien.Mama! 27 Neen, zij is niet thuis 28 Niemand 29 Ja, er is iemand : de kat 30 Zij is aan het zonnebaden 31 Ja, zij is aan het zonnebaden 32 Neen, ik houd niet van de zon 33 Ik verkies de schauw
34 Is er geen lift?Rechts? 35 Zeker vrouw 36 Houd je van het appartement ? 37 Ja, meisje erg38 Is uw moeder thuis ? 39 Ik weet het niet 40 Mama 41 Er is niemand 42 Neen, neen, er is niemand 43 Ja, de kat is er 44 Heb je bloemen ? 45 Ja, het terras staat er vol van
1 Taxi! 2 Waar gaan we naartoe ? 3 We gaan naar het station. 4 De trein vertrekt om half negen 5 Het is acht uur 6 Hier is het station 7 Hoeveel is het ? 8 Achttien Euro 9 Hebt u wisselgeld ? 10 Neen mijnheer. 11 O, ik heb twintig Euro. 12 Als t u belieft. 13 Achttien en zeven, vijfentwintig 14 Mijnheer 15 Ja, mijnheer 16 Hoeveel valiezen hebt u ? 17 Wij hebben er drie. 18 Een mandje 19 en drie pakjes 20 Wij hebben nog voldoende tijd 21 Kom kinderen. Naar boven.
22 Hier zijn onze zitplaatsen 23 Oef, wat is het warm! 24 Heb je een zakdoek, P. 25 Geef hem aan papa 26 Dank u, zoon 27 Hoeveel kinderen hebben jullie ? 28 Wij hebben twee zonen 29 en een dochter 30 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 31 kleinzoon
32 Hoe laat is het ? 33 Het is negen uur. 34 De mijnheer heeft drie valiezen 35 De mevrouw heeft drie zonen 36 Hier hebben we onze zitplaatsen. 37 Hebben jullie het warm, kinderen ? 38 Ik, neen. 39 Ik heb het niet warm. 40 Heb je een zakdoek, P. 41 Hoeveel kinderen hebt u ? 42 Wij hebben twee zonen en een dochter. 43 Ik heb een zoon en zes kleinkinderen 44 Wat grappig. De zonen hebben zwart haar. 45 Ja, en dochters zijn blond.
1 Dit zijn fotos van een uitstap. 2 Wij zijn in de bergen. 3 De bergen zijn hoog 4 En er is sneeuw 5 Waar ben jij ? 6 Ik sta in het midden 7 Ben jij dat ? 8 Ja, dat ben ik 9 Ja, oma, dat ben ik 10 Je bent goed met je hoed 11 De fotos zijn goed, eh, oma 12 Ben jij de fotograag 13 Ja 14 Je bent een goede fotograaf 15 Ja mijn hoed is blauw 16 Op deze plaats is er groen 17 Hoe? Wat zeg je ? 18 Welke kleur hebben de bomen, oma ? 19 De bomen zijn groen 20 Als ze groen zijn 21 Goed man, goed
22 Dat is Manuel 23 Wie is Manuel 24 Hij is mijn broer 25 Dat is hij 26 O ja, dat is hij 27 Juffrouw 28 zeg 29 Het bier is warm 30 Mijn horchata is goed fris 31 Pardon, wat is de horchata 32 Dat is een verfrissing 33 Is uw horchata fris ? 34 Ja, zij is goed fris 35 Is de koffie goed ? 36 Ja, hij is goed 37 omdat hij fris is 38 Dat is sympathieker vandaag 39 Neen, het is altijd sympathiek 40 Ik ben Ana 41 Ik ben nu in Malaga 42 Ik ben student 43 Maar ik ben met vakantie nu 44 Is de koffie van Colombia goed 45 Ja, hij is goed, want hij is koud
1 Goede avond, heren. 2 Wat verlangt u ? 3 Schoenen voor heren a.u.b. 4 Hebt u iets gezien ? 5 Graag zwarte schoenen goedkoop 6 Wij zullen eens kijken 7 Zwarte schoenen van arriba 8 van honderd Euro (pesetas) 9 De zwarte kosten vierhonderd Euro 10 Verkies je niet van de bruine ? 11 De bruine daar beneden 12 Ik verkies zwarte 13 Jan maar de zwarte zijn duurder 14 de bruine voor alle dagen 15 en de zwarte voor s zondags 16 De twee paren zijn uitstekend 17 Zo zal het zijn, , de twee paren 18 Neen, neen, dat kost te veel 19 En een paar schoenen 20 Ja, een paar mevrouw 21 Hier heb je ze
22 Hier heb je schoenen 23 witte, blauwe en zwarte 24 Ik verkies de blauwe 25 De blauwe zijn mooier 26 Hoeveel kosten de blauwe ? 27 Ze kosten 25 Euro 28 Hoe verschikkelijk Welke prijzen 29 Heb je dat gehoord ? 30 en een paar vrouwenschoenen 31 De bruine zijn goedkoop 32 Ik verkies zwarte schoenen 33 Die zijn goedkoper 34 Neen, mijnheer, ze kosten Euro 35 Begrepen, de slippers voor u 36 en de schoenen voor mij
37 Hier heb je goedkope schoenen 38 Goedkope schoenen? Hoe goedkoop ? 39 De schoenen van Euro 40 De bruine daar beneden 41 Neen, de zwarte van boven 42 Slippers 43 Welke ? 44 De blauwe slippers 45 De blauwe zijn beter
1 Zijn dat 2 Neen, mijnheer, dat zijn ze niet 3 Ja, dat zijn z 4 Zij zitten op het terras 5 O, ja, dat zijn ze 6 Hoe gaat het ? 7 Oef, wat is het warm 8 Wij zijn in de zomer, vriend 9 Ja, wij zijn in Madrid 10 Hoe gaat het met de kinderen 11 Goed, dank u 12 Zij zijn in Malaga 13 met mijn ouders 14 Ober 15 Wat wenst u meneer ? 16 Een ijsje en twee bieren 17 Een ijsje en twee bieren 18 Waar zijn mijn cerillas 19 Kijk, zij liggen op de grond 20 Een ijsje en twee bieren 21 Zij zijn heel fris,eh
22 Hoe gaat het 23 Goed, dank u 24 Goed, wat is het warm 25 De kinderen zijn in Malaga 26 bij mijn ouders 27 Jullie zij hier 28 en zij zijn ginder 29 Wat doen jullie 30 Wij schrijven naar mama 31 Met hoeveel zijn jullie, oma 32 Wij zijn met tien 33 Waar zijn de kinderen ? 34 Zij zijn in de tuin 35 Waar zijn jullie ? 36 Wij zijn hier, in de tuin
37 Wij zijn in Malaga 38 Ja, wij zijn met onze grootouders 39 Wat doen jullie ? 40 Wij schrijven naar mama 41 Waar zijn de kinderen ? 42 Zij zijn in de tuin 43 Zijn jullie in de tuin ? 44 Ja, dar zijn we 45 Zijn jullie goed, daar ?
1 telefoongerinkel 2 D Hallo, met 3 A Hoe maakt u het, mevrouw- mijnheer 4 D Goed, en u 5 A Ik voel mij goed, dank u 6 A Is thuis ? 7 D Neen, hij (zij) is er niet 8 C Wie klopt er op de deur ? 9 D O, ik hoop dat hij (zij) het is 10 C Ik ben mij aan het klaar maken )11 D Zij is zich aan het klaar maken )12 C Waar bent u ? 13 A Ik ben in 14 C ? 15 A Ja, ik kwam daar langs 16 C Heb je goed weer ? 17 A Ja, het is super 18 C Gaan we naar het zwembad ? 19 A Ja, en gaan ook 20 S Ik wacht 21 A Excuseer
22 We gaan naar het zwembad 23 Daar is 24 is er ook 25 Hoe gaat het met . 26 Hij zwemt 27 Waar is 28 Ik ben hier 29 Ik leyendo 30 Ben je kwaad 31 Neen, neen, dank u 32 Ik ben moe 33 Ben je klaar ? 34 Een twee en drie 35 Ik ben het aan het leren, eh 36 Ja, ik leer het
37 Hoe maakt u het ? 38 Is thuis 39 Zij is zich aan het klaar maken 40 Waar ben je ? 41 Ik ben in 42 Ik ban aan het lezen 43 Ben je klaar ? 44 Ben je kwaad 45 Neen ik ben moe
1 L Bent u Miguel? 2 M Goede dag 3 L Hallo, ga maar 4 L Ga zitten 5 L Er wordt op de deur geklopt 6 O Woont Luis Mata hier ? 7 L Ja, dat ben ik 8 O Hoe maakt u het ? 9 O Wij zijn van het Nationaal teater 10 L O ja, ga door 11 O Hoe zwaar ? 12 O Man, jullie zijn jongeren 13 L Als t u belieft 14 O Bent u muzikant 15 L Wij zijn beiden muzikant 16 L Hoeveel is het ? 17 O Duizend Euro 18 L Als t u belieft 19 L En dit voor u 20 O Veel dank 21 L Dat is niets. Tot ziens.
22 M Er wordt aan de deur geklopt 23 O Wij zijn van het Nationaal Teater 24 M Wie is dat ? 25 L Dat is een werknemer 26 O Man, jullie zijn jongeren 27 O Bent u muzikant ? 28 L Ja, wij zijn beiden muzikanten 29 O Wij zijn werknemers 30 O Dat is duizend Euro 31 L Als t u belieft 32 L Met hoeveel zijn jullie 33 O Wij zijn met drie
34 M Wie is dat ? 35 L Ik ben werknemer 36 M Van waar ben je 37 L Ik ben van het Nationaal theater 38 M Met hoeveel zijn jullie ? 39 L Wij zijn met drie 40 O Zijn jullie muzikanten? 41 L Ja, wij zijn pianisten
42 O Wij zijn werknemers 43 O Jullie zijn jongeren 44 O Wij zijn jongeren 45 O Dat is duizend Euro
Beleefdheidsvormen : Goede dag Ga zitten Hoe maakt u het ? Hoeveel is het ? Als t u belieft Dank u
1 M Dat is Paco 2 P Ja, ik ben Paco 3 A En dit is Alfonso 4 M Paco is student 5 A Alfonso ook 6 A Ja, ik ben ook student 7 A Goede dag, Paco 8 P Hallo Alfonso, goede dag 9 P Wat is dat ? 10 P Dat is een boek 11 P Hoe laat is het ? 12 A Het is 2 uur 13 P Waar woont Manuel 14 A Hier, in dat huis 15 M Kijk. Dat is Alfonso 16 M En dit is Paco 17 A Aangenaam 18 M Van waar zijn jullie ? 19 P Ik ben van Panama 20 A Ik ben Madrileense 21 A Ik ben ook Madrileense
22 A Wie is dat ? 23 M Dat is Alfonso 24 A Ja, ik ben Alfonso 25 M Alfonso is student 26 A Waar woont Manuel ? 27 M Kijk, dat is Paco 28 A Van waar ben jij ? 29 P Ik ben van Panama 30 P En jij, van waar ben jij ? 31 A Ik ben van Madrid 32 A Ik ben ook van Madrid
33 A Wie is dat ? 34 De meid Dat is een meneer 35 P Ik ben Paco
36 A Ik ben student 37 A Jij ben ook student 38 P U bent mekanieker 39 P Hij is boer
40 Een meisje : Ik ben Spaanse 41 Een jongen : Ik ben van Madrid 42 Beambte : Bent u Noord Amerikaan 43 Toerist 1 : Ja, ik ben van New York 44 Beambte : Bent u jager 45 Toerist 2 : Neen mijnheer, ik ben temmer
Feitelijk kan deze les zonder hulpmiddelen gegeven worden, in een levende conversatie. Maar de éénvormige klank wordt dan vervangen door de stem van de leerkracht. Bij toon- en klemtoonveranderingen kan dat een negatieve invloed hebben op het luisteren. De voorgeprogrammeerde dialoog is ook niet onbelangrijk. Men kan volgende elementen verwerken : Dat is Ik ben Ik heet Hij is Zij is Goede dag Wat is dat ? Wie is dat ? Hoe heet jij ? Waar woon je ? Van waar ben je ? Wat doe je ? Hoe laat is het ?
In het audiovisueel onderwijs werk je met de reële dingen als ze voorhanden zijn. Het valt op dat de eerste lessen alle in of in de omgeving van de klas kunnen.
Zo hebben we in de tweede les een situatie in een huiskamer, die gemakkelijk kan gesimuleerd worden in de klas. Het komt er dus op aan, van met enige creativiteit toneeltjes te bedenken rond themas, die de studenten in hun dagdagelijks leven zullen gebruiken. Om op een enigszins veilige manier dialogen te maken, vertalen wij de dialogen van Diálogos de España. We halen er de bruikbare dialogen uit en proberen die samen te brengen, tot een doordachte lijst, waarmee het einddoel : zo snel als mogelijk de taal spreken, mogelijk is.
In het audiovisueel leren is het belangrijk, wat men bij de hand heeft live te gebruiken. Daarom is de eerste les ontmoeting of kennis maken.
Goede dag. Ik heet Ik ben je leerkracht. Jullie zijn de studenten. Hoe heet jij ?
Ik heet Wat is je nationaliteit ? Van waar ben je ? Ik ben Iraanse. Ik kom uit Iran. (hulpmiddel : wereldkaart) Waar woon je ? Ik woon in Meise (hulpmiddel : kaart van Meise). Wat doe je ? Waar werk je ? Ik ben verpleegster. Ik ben leerkracht. Ik ben student. Hoe laat is het ?
Laat de studenten onmiddellijk de vragen in de praktijk brengen en laat ze zich voorstellen aan mekaar. Daarmee voldoe je aan het tweede principe : onmiddellijk toepassen. Herhaal dat voldoende tot het volledig geïntegreerd is. De volgende les wordt het kort hernomen, voor we verder gaan. Regelmatig wordt het in de nieuwe conversaties hernomen.
In het A.A.AC.ZC.- talenpracticum hadden we de mogelijkheid om de conversaties grondig in te oefenen op een interactieve wijze. Dit ging gepaard aan het principe van mastery-learning,op de schaal van de student. De soft ware wordt verdeeld door Sanako (of Divace).
De lezers van deze rubriek zullen zich terecht afvragen wat de bedoeling is van de opsomming van lesonderwerpen van de AVSG-methode.
Toen ik 50 jaar geleden mijn carrière begon in het lager onderwijs, eerste leerjaar, stond ik voor een zware opgave. Ik moest met een methode werken die didactisch niet doordacht was en waarbij we het leren lezen van kinderen nog in geen schooljaar konden klaar spelen. Tijdens de vakantie ja, er werd toen ook doorgewerkt vergeleek ik de gangbare methodes. Ik kwam tot verrassende vaststellingen. Ik gooide alles buiten en vertrok van een individueel geval : een leerling die op zichzelf leerde lezen ondanks zijn omgeving. Daaruit vloeide een handleiding voort, om een methode die wel doordacht was te maken. Toen ik die wou uitgeven kreeg ik als antwoord dat Vlaanderen daarvoor niet rijp was en dat ik best in Nederland kon publiceren!? Mijn leerlingen konden allen lezen na twee maanden intensief werk, zonder overbodig ballast. Deze les heb ik nooit vergeten en toen ik in 1967 van Jos Chabert de kans kreeg om met het gloednieuwe talenpracticum en 6 leerkrachten 206 Meisenaars 6 talen aan te leren heb ik mijn opgedane didactische ervaring en drie jaar bijscholing doorgetrokken. Het jaar daarop hebben Rik Degraef en ik onze vakantie opgeofferd aan een stage in Mons over de Audiovisueel structureel globale methode van St.-Cloud Zagreb. Het afvoeren van deze methode na 35 jaar, waarbij we internationale faam opbouwden in een kleine gemeente, betreur ik nog . Ik hoopte op de creatieve toepassing van de didactische principes in ons didactisch profiel, maar bij gebrek aan opvolging en evaluatie kwam daar nog weinig van terecht. De gemakkelijkheidsoplossingen deden hun intrede. Oog voor leereffect verdween in de mist. Onze slogan beter dan alle anderen vervaagde! Mijn aanbevelingen in het cl kenden geen vervolg. Maar laat ons vooruit kijken. Ik hoop in stilte een forum te creëren, waarin we een handleiding schrijven om leerkrachten op het 0 niveau (met absolute beginners) de kans te geven een eigen methode te maken met gegarandeerd succes. Na het vergelijken van de onderwerpen zouden we de pogingen uit het veld moeten kunnen samen brengen, om tot een lijst van ongeveer 25 onderwerpen te komen, die alvast moeten aan bod komen in diverse situaties, waar anderstaligen van verschillende herkomst de beste kansen krijgen.
Het moet toch mogelijk zijn, om voor een universeel leerplan talen aan anderstaligen een lijst vast te leggen van onderwerpen die op het 0 niveau aan bod moeten komen. Op basis van die lijst worden dan dialogen gemaakt en visueel materieel, rekening houden met de basiswoordenschat van gesproken taal. In ons leerplan op mijn website cmFTAcl weerhielden wij volgende lijst. 1. Personalia 2. Wonen 3. Leefmilieu 4. Reizen en verkeer 5. Eten en drinken 6. Boodschappen, winkels, waren 7. Diensten 8. Gezondheid en hygiëne 9. Werk en beroep 10.Onderwijs, opleiding 11.Vrijetijdsbesteding en ontspanning 12.Persoonlijke betrekkingen, contact met anderen Alles kan echter beter, want deze lijst werd opgesteld voor het gemeentelijk onderwijs voor sociale promotie, goedgekeurd door de inspectie, maar niet weerhouden. Ze was bedoeld voor alle gemeentelijke scholen, waaronder slechts 1 die de avsg-principes consequent toepaste tot 2008. De twaalf onderwerpen kunnen uitgebreid en geconcretiseerd worden.
Voor Nederlands werd zeer laat de Méthode audio-visuelle de Néerlandais uitgebracht van de hand van het echtpaar Devriendt-De Man. Zij waren ook de auteurs van de RTBF-cursus Nederlands. We zoeken de lijst van de onderwerpen of lessen.
Voor Duits kozen wij Deutsch durch audio-visuelle methode. Later schakelden wij over naar In Bonn. De onderwerpen waren :
1. Wiedersehen in Berlin 2. Besuch 3. Zu Hause 4. Gespräch 5. Die Wohnung van Familie Köhler 6. Das Arbeitszimmer 7. Die Küche 8. Die Strassenbahn 9. Eine Verabredung 10. Beim Kaufmann 11. Im Café 12. Abreise 13. In der Eisenbahn 14. Eine Besprechung 15. Geburtstag 16. Kostümkauf 17. Im Hotel 18. Erkältung 19. Vor demOlympiastadion 20. Vor dem Ausgang 21. Vor dem Schlafen 22. Einladungen für eine Abendgesellschaft 23. Das Fernsehprogramm 24. Im Restaurant 25. Auf der Post.
English by audio-visuel method hebben wij nooit gebruikt, omdat er voor Engels een methode bestond gebaseerd op het gebruik van het talenpracticum. Bij het invoeren in 1967 zagen wij nog niet in dat dit niet de juiste keuze was. We volgden de stage in Mons slechts een jaar later. Achteraf hebben wij ook ondervonden dat zelfs de oefeningen voor het talenpracticum niet voldeden aan de principes van ons A.A.AC.ZC.-systeem. De oefeningen waren gemaakt voor een beperkt talenpracticum en werden beter verwezen naar gebruik op een cassetterecorder in de wagen.
Toen we uiteindelijk overschakelden kozen wij voor de nieuwe AVSG-methode Alls well. In de oorspronkelijke AVSG-methode waren de onderwerpen :
Voor Spaans gebruikten wij de avsg-methode "Vida y dialogos de Espana" van mijn goede vriend Paul Rivenc en zijn ploeg. De titels waren ook beperkter :
1. Entre amigos 2. El piano 3. Calle de Alcalá 4. Saludos, cervezas y helados 5. En el museo 6. De compras 7. La abuela y los nietos 8. De viaje 9. El piso nuevo 10. Se vende un píso 11. Preguntando se va a Roma 12. PensiÓn La Pepa 13. Qué gracioso 14. Por al carretera 15. I Viva la boda ! 16. Al aire libre 17. Una nube de verano 18. La vida en el campo 19. El trbajo es salud 20. La visita del medico 21. Tarde de domingo 22. I Vaya lío ! 23. La llegada del novío 24. La fabrica nueva 25. Don Bajito en Correos 26. Cando vengas a Madrid