"3D wordt zo vanzelfsprekend als kleurentelevisie"
Elektronicafabrikanten geloven sterk in 3D-tv, dat over een paar jaar
net zo vanzelfsprekend zal zijn als kleurentelevisie nu. Dat meent Matt
Murray van de televisie-afdeling van Philips.
3D kan een nieuwe impuls betekenen voor de televisiemakers, aangezien de
verkoop vorig jaar minder hard steeg dan het jaar ervoor. Bovendien
staan de prijzen flink onder druk. De grote vraag is nu of consumenten
extra in de buidel willen tasten voor 3D-tv, daar de toestellen in de
beginfase zo'n 2.000 euro kosten.
Keuze is er in ieder geval
genoeg voor de consument, en elke fabrikant legt eigen accenten. Sony en
LG waren er vroeg bij en brachten deze zomer al 3D-televisies op de
markt. Panasonic had dit jaar op de IFA-elektronicabeurs waarschijnlijk
het breedste aanbod, met 3D-plasmatelevisies en blu-rayspelers die de
techniek ondersteunen. Daarnaast biedt het consumenten zelf de
gelegenheid een driedimensionaal filmpje te schieten met de
3D-videocamera.
Geen speciale bril
De enige
fabrikant die een 3D-televisie aankondigde waarvoor je geen speciale
bril nodig hebt, is Toshiba. Hoe de technologie precies werkt, werd
echter niet bekendgemaakt. Philips experimenteerde eerder al met deze
technologie, maar hiermee was het probleem dat je het effect maar kon
waarnemen op één bepaald punt voor de tv.
Het in juni door
oud-Philips medewerkers opgerichte bedrijfje Dimenco ontwikkelt de
technologie verder, maar zal zich in eerste instantie richten op de
zakelijke markt, vertelt één van de oprichters. ''Het duurt nog een jaar
of drie à vijf eer het klaar is voor de consumentenmarkt.''
Bioscoopformaat
Philips
sprak deze week over de eerste 3D-televisie op bioscoopformaat, nl. de
schermverhouding 21:9. Het bedrijf wil consumenten thuis een
vergelijkbare beleving bieden als in de bioscoop. Volgens directeur
technische marketing Danny Tack zijn de kleuren en contracten scherper
dan ooit door het gebruik van speciale LED-technologie.
De
belangrijkste vraag in al het 3D-geweld is misschien wel of er ook
genoeg 3D-materiaal beschikbaar komt om te bekijken. Filmregisseur
Barney Cokeliss maakte een demonstratiefilmpje voor Philips in 3D. ''Het
kost heel veel tijd om te maken, omdat je met twee camera's werkt die
op elkaar afgestemd moeten worden.''
Techniek
Animatiefilms
zoals Avatar lenen zich beter voor 3D, omdat het effect door de
computer wordt gecreëerd. Toch kunnen ook films met echte acteurs
volgens Cokeliss rendabel zijn, omdat 3D door de extra
aantrekkingskracht ook leidt tot meer inkomsten. ''Het moet echter wel
een film zijn met visuele effecten. Het is de vraag of de techniek zich
leent voor een film met vooral dialogen.''
Het is ook mogelijk
dat filmmakers ervoor kiezen het 3D-effect achteraf toe te voegen, zoals
bij de film 'Alice in Wonderland' gebeurde. ''Hier werd het effect
achteraf gecreëerd door met de computer de beelden van de acteurs om een
driedimensionale kolom te leggen. Dit is sneller om te filmen, maar
geeft een minder mooi effect'', zegt Cokeliss. (anp/sam)
|