Europa en Japan denken na over 'vuilniswagen' in ruimte
Pogingen om de ruimte rond de aarde op te ruimen zijn nauwelijks van de grond gekomen
Rond de aarde zweeft heel wat ruimteafval rond. Het gaat om oude
satellieten, onderdelen van raketten en brokstukken. Miljoenen kilo's in
totaal en de hoeveelheid groeit met elke lancering. Ongeveer 600.000
objecten zijn groter dan een centimeter, is de voorzichtige schatting
van 'ruimteafvalanalist' Holger Krag. Hij werkt voor de Space Debris
Office, een afdeling van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA die zich
bezighoudt met afval in de ruimte.
Het
Amerikaanse radarnetwerk, een overblijfsel uit de Koude Oorlog, is
extreem sterk. Het kan elk brokstuk van 10 centimeter zien tot op 2.000
kilometer afstand. Met andere woorden: een blikje cola op een terras in
Portugal is vanuit Belgiƫ zichtbaar.
Gevaar voor mensen op aarde heeft het afval niet, wel voor satellieten,
hoe klein de fragmenten ook zijn. "Het afval heeft een snelheid van
ongeveer 50.000 kilometer per uur. Bij een aanvaring kunnen ze een
satelliet uitschakelen", aldus Krag.
Vier keer kwam het tot een
frontale afvalbotsing in de ruimte: in 1991, 1996, 2005 en 2009. Hoe
meer afval er in een baan rond de aarde komt, hoe groter de kans op
nieuwe ongelukken. "Als je lang genoeg wacht, ruimen satellieten
zichzelf uit de weg. Dat proces gaat langzaam en het duurt lang, maar
het kan niet worden tegengehouden", stelt Krag.
Verbranden in dampkring
Pogingen
om de ruimte rond de aarde op te ruimen zijn nauwelijks van de grond
gekomen. Krag: "We hebben voorgesteld dat satellieten hun laatste restje
brandstof gebruiken om uit hun baan rond de aarde te zakken.
Uiteindelijk verbranden ze zo in de dampkring. Dat wil men niet. De
brandstof kan je dan namelijk niet gebruiken om de satelliet nog ietsje
langer in leven te houden."
Een tweede, duurdere mogelijkheid is
een speciale onbemande missie naar boven te sturen om het afval op te
halen. Europa en Japan denken na over zo'n 'vuilniswagen in de ruimte',
maar volgens Krag duurt dat nog zeker tien jaar.
Uitwijkmanoeuvres
Tot
die tijd is er maar een mogelijkheid: vanaf de aarde het afval in de
ruimte in de gaten houden. De Amerikanen volgen ongeveer 16.000
voorwerpen en delen alle gegevens daarover met Europa. Wanneer een
actieve satelliet dreigt te worden geraakt, komt er een halve week van
tevoren een waarschuwing. Dat gebeurde vorig jaar 1.886 keer, wat leidde
tot 126 uitwijkmanoeuvres, aldus het Joint Space Operations Center van
het Amerikaanse leger. Dat onderdeel houdt zich 24 uur per dag bezig met
het heelal.
Het Amerikaanse radarnetwerk, een overblijfsel uit
de Koude Oorlog, is extreem sterk. Het kan elk brokstuk van 10
centimeter zien tot op 2.000 kilometer afstand. Met andere woorden: een
blikje cola op een terras in Portugal is vanuit Belgiƫ zichtbaar. Een
voorwerp van een meter groot is zelfs op 36.000 kilometer nog te zien.
De Europese landen werken aan een vergelijkbaar radarsysteem. Dat moet
rond 2020 klaar zijn. (anp/sps)