Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    23-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'s morgens
    Een gedicht van hendrika van Tussenbroek 1864-1935

    's Morgens vroeg

    Word wakker, 't zonnetje is al op
    Word wakker, 't zonnetje is al op,
    De bloemen kijken uit hun knop.
    De vlugge leeuwerik zingt al lang,
    De zwaluw sjilpt haar morgenzang.
    Word wakker, word wakker, word wakker;
    Word wakker, word wakker, word wakker.

    Het duifje strijkt zijn veertjes glad,
    En trippelt vrolijk over 't pad.
    De haan kraait voor de tweede keer,
    't Is alles buiten in de weer.
    Word wakker, word wakker, word wakker;
    Word wakker, word wakker, word wakker.

    schrijver

    23-01-2013 om 16:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kunst
    Zomaar wat dichterlijk getokkel...

    Kunst

     

    Dichterlijke kunst

    De kunst is er regelmatig

    En het kunstwerk is soms matig

    Maar ook niet overmatig

    Het heeft zijn grenzen

    Maar het kan soms elke

    dag letters plenzen

    Je leest deze kunst

    Terwijl je luncht

    Wat heerlijk die

    dichterlijke kunst

    Het smaakt naar meer

    Daarom schrijft een

    mens keer op keer

     

     

     

     

    22-01-2013 om 10:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    Een droom uit het zuiden

    (Het lied van een zieltje dat wijsjes zong, tot het de liefde leerde.)


    Daar was een rozentuintje,
    Zo fris en morgen-jong,
    De Meiwind roerde elk kruintje
    En 't wufte bijtje zong.

    De Meizon vleide een kleurtje
    Om àl de roosjes heen,
    Waar menig teder geurtje
    Uit wolkte en stil verdween.

    De kleur'ge vlindervluchtjes
    Omrilden tak en bloem,
    Zij neurden korte zuchtjes
    Van een geheime roem.

    En rose en witte blaadjes
    Die daalden traag en zacht,
    En sierden blanke paadjes
    Met schoonheid zonder pracht.

    Daar liep een heel klein meisje,
    In zilver-wit gekleed,
    Zij speelde een fluitewijsje
    Van vreugde en dàn van leed.

    Een nauw bewegend kindje,
    't Leek blijde en heel tevree,
    Heur haar in 't murmlend windje
    Woei met de geurtjes mee.

    Zij was een room-bleek beeldje,
    Haar zoet gebaar ging broos
    Als een beminnend streeltje
    Rondom de rijpste roos.

    Die legde ze in een bedje
    Van blaadjes, wit en kuis,
    Toen zweefde 't luchtig tredje
    Weer naar heur lichte huis.

    Haar kleine fluiteliedjes
    Vergat zij gans en al,
    Haar lachen en verdrietjes
    In morge' en avondval.

    Daar stond het rozentuintje
    Weer zwijgend en alleen,
    De Meiwind roerde elk kruintje,
    De Meizon lonkte en scheen.

    En heel het blonde daagje
    Vergleed en glom zo teer,
    Geen lachje en geen klaagje
    Omzong de rozen meer.

    Worstelingen (1910)

    schrijver

    21-01-2013 om 10:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eik
    Een gedicht van René de Clerq 1877-1932

    HOORT GIJ DE EIK?

    Hoort gij de eik, o blode bomen?
    Hij ruist daar, zwaar en zwart!
    Hij droomt zijn donkere dromen,
    de boom van mijn hart!

    Zijn stam is rond, zijn kruin nog ronder,
    zijn schors is ruw en hard.
    Hij plooit noch boven noch onder,
    de boom van mijn hart!

    Waai stout, mijn eik, alover 't blode,
    uw hoge vreugd en smart,
    gij levende onder de dode,
    gij, boom van mijn hart!

    Het ruist te nacht door mijne ziele,
    wanneer gij zingt en sart.
    Val op mijn hoofd als ik kniele,
    o boom van mijn hart!

    schrijver

    20-01-2013 om 13:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    19-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stilte
    Een gedicht van Hendrik Jan Schimmel 1823-1906

    Als 't uit de stilte spreekt!

    Wat stemmen opgaand van rondom!
    De Zelfzucht eist en grauwt,
    De Wanhoop schreeuwt de Hope stom
    En verft de jonkheid oud.
    Zich zelv' vergeten 't hoogste doel!
    Een nu dat 't gister wreekt....!
    Hoor toe, ver van het slaggewoel,
    ‘Als 't uit de stilte spreekt!’

    Wat bede om zieke- en stervensspond,
    Wat beet in brein en hart,
    Wat kreet bij nieuw geslagen wond,
    Wat snik van oude smart:
    Herinring van een laatste groet
    En van een oog dat breekt....!
    Hoor toe - ge ontvangt licht troost en moed -
    ‘Als 't uit de stilte spreekt!’

    De Gids (1889)

    schrijver

    19-01-2013 om 19:06 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mist
    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    In de mist

    De zon wordt onverbeeldbaar schoon
    Boven de mist die houdt omhangen
    Der wereld windestille woon
    In dit vertederd dagenlang verlangen.

    Weer blankt de boskamp, een besloten zaal,
    Een witte kamer die de bruid verwacht,
    In smetteloze glanzeloze praal
    Op uit de zwarte nacht.

    't Berijpte hout van alle kanten
    In gaasgeplooide wand verscholen
    Reikt diepe tuilen van chrysanten,
    Asters en gladiolen.

    Daar daalt langs wolkentreê uit hoge toren
    Van naakte voetjes luideloze tred:
    Leden omsluierd overgloren
    Het sneeuwen statiebed.

    Vergeten liedjes (1909)

    schrijver

    18-01-2013 om 15:11 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bijl
    Een gedicht van Pieter van Woensel 1747-1808
    De bijl

    Die ’t vatten kan, die vatt’ de kneep.

    De Bijl (wie weet hoe lang geleden!)
    Nog zonder steel, kwam ’t bos intreden,
    En keek onnozel als een Lam,
    En groette zelfs de kleinste stam;
    Sprak voorts eerbiedig tot de bomen,
    D’Eerste in rang: Ik ben gekomen,
    O Eedle stammen, die uw kruin
    Verheft tot boven berg en duin,
    Om iets gerings u af te smeken!
    ’k Verzoek voor mij te mogen breken
    Van ’t kleine hout, dat u niet deert,
    Een steeltje, dat mij slechts mankeert;
    En zonder ’t welk mij staat te vrezen
    Dat ’k ganselijk onnut zal wezen
    Aan u, geëerde Maatschappij,
    Waaraan ik al mijn zorgen wei’.’
    De Bomen straks aan ’t overleggen,
    Wat antwoord aan de Bijl te zeggen.
    Een enkle Boom slechts hier en daar
    Begreep maar enigszins ’t gevaar,
    ’t Welk hun alle stond te vrezen,
    Werd aan de Bijl een steel gewezen! -
    Het antwoord was, om kort te gaan,
    De Bijl ’t verzochte toe te staan. -
    Deez’ had zodra geen Steel bekomen,
    Of sprak aldus: ‘Gij grote Bomen,
    Gij trotse, werpt u voor mij neer!
    Erken in mij uw Vorst en Heer.
    En stel u niet in ’t minst daartegen;
    De macht die ’k wettig heb verkregen
    Eist eerbied, duldt geen trots bestaan,
    Elk uwer is mijn onderdaan. -
    Die taal deed al de Bomen schrikken;
    Maar niemand durfde een woord te kikken:
    Want die zich ’t spreken onderwond,
    Werd neergehakt, hoe vast hij stond.
    Die dit beseft, zal zeker beven,
    Om aan de Bijl een Steel te geven.

    schrijver

    17-01-2013 om 21:09 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwerver
    Een gedicht van Johan Danser 1893-1920

    De zwerver

    ‘Gevloden zijn de dromen eens bemind,
    Verdord de wondre bloemen der gedachten,
    De lach der dagen en de lust der nachten
    Zij zijn verwaaid als klanken op de wind.

    Ik vraag niet meer, mij kan geen vreugd meer wachten
    Mijn lijf is wond, mijn ogen zijn verblind, -
    Ik dwaal nu tot mijn leed de vrede vindt
    Wiens teêre streling alles zal verzachten.

    Mijn peinzen zwijgt, - heb ik dan niets gewonnen
    Bij 't rustloos zwerven langs des levens kusten
    Dat niet verbrak, dat niet tot niets verging?

    En in mijn ziel waar zoveel smarten bronnen
    Rijst zacht geluid, een stem van stil berusten: -
    Toch, één ding bleef: de schone erinnering.’

    schrijver

    16-01-2013 om 16:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nieuwsgierigheid
    Een gedicht van Johannes Klinker 1764-1845

    De gestrafte nieuwsgierigheid.

    Laat de Wijsgeer ons verachten,
    Daar hij schimpend op ons ziet;
    En zich boven ons verheffen!
    Kloë! och, ontrust u niet.

    Zaagt gij wel, toen we uit dat bosje
    Gistren kwamen - hoe hij mij
    Met een nijdig oog begluurde?...
    Maar ik liep hem trots voorbij.
    'k Geef hem vrijheid om te gissen,
    Wat hij wil, uit ons gelaat;
    'k Wed, dat hij uit twintig keren
    Nog niet eens de waarheid raadt.

    Ja - onze ogen stonden kwijnend;
    't Haar hing achtloos golvend neer;
    Uw gelaat - was als de rozen
    In het zoele zomerweer.
    'k Hield mijn arm om u geslagen;
    En als 'k u een lonkje gaf -
    Wendde gij somtijds uwe ogen
    Met een lachje van mij af. -

    Ja - dit zag hij. Maar verbeeldt ge u
    Dat hij alles weet? - ô Neen!
    Uit uwe ogen iets te lezen....
    Dat geheim weet ik alleen.
    Hij benijdt mij een genoegen
    Dat hij nooit beseffen kan.
    Hoe toch zou hij het dan gissen?
    Lieve Kloë, troost u dan! -

    ô Die toestand, als de liefde
    Zelfs voor ons een raadsel wordt,
    Als ze ons uit haar hevigste onrust
    In de schoot der kalmte stort -
    Als in vluchtige ogenblikken
    Zich het hoogst gevoel verliest

    In die onbeschrijfbre stemming
    Die ons beider hart verkiest
    Boven 't bruisen van de driften....
    Kloë.... denkt gij dat die staat
    Een verbeelding treft, die ophoudt
    Als 't verstand niet verder gaat? -

    Kon hij ons alleen verachten,
    In zijn' hoogre kring verblijd! -
    Maar wij zien het, hoe hij, schimpend,
    Tandenknarzend, ons benijdt.

    Waarom kwam hij zich ontrusten
    En - zich tergend - ons bespiên?
    ô Hoe wreed waar' niet zijn lijden,
    Zo hij alles had gezien!....

    Kloë, laat hij ons verachten,
    Daar hij schimpend op ons ziet!
    Zich verr' boven ons verheffen!
    Waarlijk.... ik benij' hem niet.

    1786.

    schrijver

    15-01-2013 om 16:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.duif
    Een gedicht van Albert Verwey 1865-1936

    Noach's duif

    Ik rustte in 't holle van een golf, ik plooide
    Mijn vleugels en ik deinde: ik wist niet meer
    Bewoog ik mee omhoog of mee omneer
    En of mij links of rechts mijn schomling gooide.

    Er was gedroppel dat zich op mij strooide,
    Er was een hemel en een hemels weer,
    En ik genoot en leefde in iedre veer,
    Verheugd omdat zo schoon heelal mij kooide.

    Toch wiekte ik traag en wendde en naar mijn ark
    Richtte ik de koers: van boom op hoge heuvel
    Plukte ik een twijg en gaf me aan 't venster in.

    En mensen, beesten, met vervreugden zin,
    Haastten weer uit met mij naar 't vorig euvel:
    Het godverlaten, schendig aardepark.

    Het blank heelal (1908)

    schrijver

    14-01-2013 om 14:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vriend

    Een gedicht van Jan Frederik Helmers 1767-1813

    AAN MIJNE VRIEND GERRIT JOAN MEIJER.

    Bij al 't plundren, bij 't vernielen,
    Bij het weiden van het zwaard,
    Bij de duizenden die vielen
    Door de dwingeland der aard',
    Wiens gevloekte vuist niets spaart —

    In dees hartverpletbre dagen,
    Waar geen bloempje bloost aan 't blad,
    En, in plaats der rozenvlagen,
    Weemlend langs het bruiloftspad,
    Merg en bloed de weg bespat —

    Voegen zich bij éne stander,
    In deez' algemene brand,
    Alle braven bij elkander,
    Vloekende d'uitheemse band
    Op het puin van 't vaderland.

    Die eenstemmigheid van denken
    Hecht de zielen aan elkaar;
    Kan in 't wee ons wellust schenken,
    En verbindt een vriendenschaar
    In de afgrond van 't gevaar.

    Hechter wordt die band gesloten,
    Als der wetenschappen gloed
    Ombruist door 't ontvlamd gemoed,
    Brave land- en kunstgenoten
    Met dezelfde zielspijs voedt:
    o! Die band verbindt als 't bloed!

    Dierbre Meijer! deze banden
    Strenglen zich om onze ziel;
    Want gij brengt uwe offerhanden
    (Wat 's lands dwingland ook verniel')
    Aan de God, voor wie ik kniel.

    Mocht ge, als ik niet meer zal wezen,
    't Stille graf mijne as bewaart,
    Eenmaal nog dees lettren lezen,
    Zeggen: "Druk hem zacht, o aard'!
    Helmers was mijn vriendschap waard'!"



    Oktober, 1812.

    Nalezing der gedichten (1815)

    schrijver

    13-01-2013 om 16:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.beginsels
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Beginsels.

    Gramschap is een schrikbre ontvlamming die onblusbaar om zich woedt:
    Droefheid is ene overstelpende en niet af te keren vloed:
    Nijd, een alverstikkend onkruid, dat én vreugd én deugd versmoort:
    En begeerlijkheid, een hartworm, die het ingewand doorboort.
    Maar dat vuur is uit een vonkje tot zo fel een brand ontgloeid:
    Maar die stroom uit kleine druppen tot die zeekolk saamgevloeid:
    Maar dat ondier is geboren uit het stof der ledigheid:
    En dat onkruid, van één zaadje over d' akker uitgebreid.
    Sterfling! blus dit eerste vonkje, eer het tot een vuurgloed wordt:
    Droog dees eerste druppel water, eer hij u op 't harte stort;
    Zij het eerste kleine zaadje, eer het wortelt, uitgerooid:
    Zuiver 't hart van ieder stofje, door de ledigheid gestrooid:
    En die onbetembre driften, die geen macht kan wederstaan,
    In haar oorsprong reeds vernietigd, doen uw boezem nimmer aan.



    1805.

    schrijver

    12-01-2013 om 19:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Het kind

    "Het schoonst geluk, dat gij mij ooit kunt geven
    Zal wezen als eenmaal een nieuw gelaat,
    Uit u en mij geboren bloeien gaat,
    Maar toch het meest heeft van uw stralend leven;

    En, zoals naar het gouden pracht-sieraad
    Een kleiner wordt in fijner goud gedreven,
    Zal 't flonkrend blond zijn voorhoofd-blank omgeven
    Als 't graan, dat in de zon te gloeien staat."

    Toen kuste ik om dat schone woord mijn lief,
    Die om mijn hals de strelende armen hief
    En 'k sprak: "ja! dat zal groot en heerlijk wezen,

    Als ik u zien zal in hetzelfde kind,
    Waarin gij mij opnieuw geboren vindt:
    Twee-eenheid in één enig beeld te lezen."

    Gedichten (1909)

    schrijver

    11-01-2013 om 13:24 geschreven door Dora


    >> Reageer (2)
    10-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.knapen
    Een gedicht van Helene Swarth 1859-1941

    BADENDE KNAPEN.

    Mild zaait de zon, door 't klaterloof der popels,
    Haar gouden spranken op het stromend water,
    Waar, slank en blond, twee vlugge knapen zwemmen,
    Als zwanen blank en fier als jonge goden.
    Op hals en armen beeft der blaadren schaduw
    En vonklend vloeit, van beider brede schouders,
    In 't golvenblauw een regen van juwelen.

    Beelden en stemmen (1887)

    schrijver

    10-01-2013 om 15:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ogen
    Een gedicht van Willem Kloos 1859-1938

    't Was niet het op en neerslaan uwer ogen

    't Was niet het op- en neerslaan uwer ogen,
    't Was niet het heldre lachen van uw mond -
    Ik weet niet, weet niet wat mijn lippen bond,
    Toen gij daar zat, het tere hoofd gebogen,

    Dat hoofdje, als een bloem, zacht bewogen
    Op iedre adem van de ziel: ik vond,
    Ik vónd geen woorden in die éne stond,
    Dat ooit mijn ogen u aanschouwen mogen.

    Was 't de gedachte, dat een enkel woord
    Een blos kon lokken op die bleke trekken
    En om die mond een nauw-verbeten spot?

    Hoe zouden woorden, waar het hart niet hoort,
    Een wederklank op zúlke wensen wekken?
    Ik zweeg, en zag u aan, en wist mijn lot....

    Verzen (1894)

    schrijver

    09-01-2013 om 13:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prinses
    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Voor de verre prinses

    Wij komen nooit meer saam:
    De wereld drong zich tussenbeide.
    Soms staan wij beiden 's nachts aan 't raam,
    Maar andre sterren zien we in andre tijden.

    Uw land is zo ver van mijn land verwijderd:
    Van licht tot verste duisternis - dat ik
    Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
    U zou begroeten met mijn stervenssnik.

    Maar als het waar is dat door grote dromen
    Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
    Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
    Dan zal ik komen, iedre nacht.

    Serenade

    schrijver

    08-01-2013 om 13:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ontwaken
    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    Ontwaken bij regen

    't Is regen, - 't regent aan mijn ruit —
    De regen wist mijn dromen uit
    En draagt mij in de droom van 't leven;
    Een beeld gaat om — een beeld beklijft,
    Beeld van een lied - dat blijft, dat blijft:
    Het zacht en zegenend geluid
    Van droppelende regen.

    't Is regen, - 't regent aan mijn huis -
    Ik luister, sprakeloos en kuis,
    Naar 't lied van 't ledig leven,
    Dat dromend van de hemel leekt
    En dromend weder leven kweekt
    Dat mild en murmelend geruis
    Van droppelende regen.

    't Is regen, - 't regent aan mijn geest -
    De regen wist wat is geweest
    En laat maar een gerucht van leven:
    Een zucht, een zweem van wat muziek,
    De donzen vlucht van een wiek
    Voorbij, voorbij mijn stille geest
    0 — zo te mogen sterven!

    Zingende stemmen (1914)

    schrijver

    07-01-2013 om 14:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.veer

    Een gedicht ten gunste voor de dichter des vaderlands zoals ik het
    bekeek



    Veer

     

    Hij heeft geschreven

    Maar is niet gebleven

    Hoewel, hij ontvangt een gouden veer

    Dat is toch ook niet mis

    Een jong mens als een dichter des vaderlands

    Kreeg zomaar die fantastische kans

    Hoewel het misschien ook wel eens zwaar kon zijn

    Want je moet het wel kunnen beschrijven

    Waarom je dan ook zo lang mocht blijven

    Maar nu geeft het leven een wending

    Talenten zijn er om te benutten

    Het leven moet men ook kunnen stutten

    Zodat men met twee benen op deze aarde blijft staan

    En niet als een verwaande door het leven wilde gaan

    Toch is het een eer geweest

    En voor een dichter was het misschien

    wel een bijzonder dichtersfeest!

     

     

     

     

    06-01-2013 om 21:08 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.januari
    Een gedicht van J.J.A. Goeverneur 1809-1898

    Januari

    Op d' eerste dag van 't nieuwe jaar
    Zijn thuis de kindren vroeg al klaar
    En huppelen de kamer binnen;
    Daar wensen zij dan, blij te moe,
    Aan de Ouders heil en zegen toe
    In 't nieuwe jaar, dat zij beginnen;
    Ze springen bij Papa op schoot,
    Ze zoenen Ma de wangen rood,
    En door heel 't huis klinkt telkens weer:
    Fe-li-ci-teer! 'k Fe-li-ci-teer!

    En 't is ook even druk op straat;
    De brievenman weet zich geen raad
    Met al de kaarten en de wensen,
    Die hij moet brengen bij de mensen;
    Oud, jong, rijk, arm is op de been,
    Men kan door al 't gedrang niet heen;
    Ja, ja, nieuwjaarsdag is een feest,
    Als nog dit jaar niet is geweest,
    Maar Pa en Ma zijn toch recht blij,
    Is al die pret voor goed voorbij.

    Bij helder weer een wandeling
    Is deze maand een kostlijk ding;
    Dan, als het ijs kan houën,
    Ziet men de mensen schaatsenrijën,
    De jongens sneeuwmans bouwen,
    De meisjes baantje-glijën,
    En nog veel anders, dat men niet
    In 't hartje van de zomer ziet.

    Heel enkle kindren gaan nu wel
    Eens mee naar 't mooi komediespel;
    Doch dit gebeurt maar voor een keer -
    Eens, tweemaal 's winters - en niet meer.

    De twaalf maanden van het jaar (1870)

    schrijver

    04-01-2013 om 13:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eilanden
    Een gedicht over eenzame eilanden schrijver onbekend bij mij

    Eenzame eilanden


    Ik zie eilanden
    doelloos drijvend
    losgeslagen
    dobberende ikken
    in eenzaamheid

    als wrakhout
    wanhopig
    op zoek naar
    het schip
    dat breuk liep
    op rotsen
    van onwetendheid

    ik zie bruggen
    soms wankel
    soms stevig
    geslagen
    tussen
    tijdelijke wij's

    als handen
    hoopvol
    vasthoudend aan
    de liefde
    die grenzen
    vervagen zal

    ik zie stormen
    golven bevelen
    pijlers
    verzakken
    en ons
    weggeslagen

    als twijfels
    knagend
    aan het hart
    dat breekt
    door
    onbekende ziel

    03-01-2013 om 18:29 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!