Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
06-04-2009
38 JAAR GELUKKIG 2.00
Dit is geschreven in 2009, ondertussen zijn we 51 jaar getrouwd.
Elk zijn vloedgolf
Wandelen met jou, lachend langs het strand, stappend naast elkaar, voeten in het zand...
Geboren om te groeien tot een oude mens, onderweg wat stoeien tot men toch verdampt.
Voetsporen die leiden gewoon nergens heen heerlijk met ons tweeën beter dan alleen.
Jaren die zich tellen, elke verjaardag weer toeters en bellen gedoe met luchtballonnen
Waden door de golven, spattend in het schuim, zonder sporen te laten, kiezel noch kruim.
Zwoegen om te horen hoe volmaakt ik ben. Eindigen bij de doden die ik geenszins ken.
Ik hou alleen van jou hier op 't verlaten strand. Onz'voetsporen gedrukt in het natte zand.
De branding zwelt aan, verovert het land, onze sporen vergaan. Wij staan aan de kant...
Sterker dan de hoogste boom van het woud, die ooit door een storm zal moeten vallen, is de liefde waarmee je van me houdt, laat dus de champagnekurken knallen!
Hoger dan de steilste berg van t continent die ooit door een vloedgolf zal verzinken, is de achting waarmee je me verwent, een eeuwige beek om van te drinken.
Feller dan het licht van de meest nabije zon die ooit in de toekomst wel zal doven, is je warmte, onuitputtelijke bron, waar niemand je mag van beroven.
Vaster dan de bodem van de oceaan omhels ik je lichaam, kus je hoofd, want nooit wil ik jou bij mij vandaan tot onverhoeds het licht wordt gedoofd...
2.00 GEEN HERKANSING, EENMALIGE OMWENTELING...Concentrische cirkels: je leeft maar 1 keer!
Geen reservewiel...
De wijzers draaien rond een centrale spil, elk tegen zijn eigen tempo. De leds lichten op of doven uit, afhankelijk van de impulsen, die onfeilbaar stipt elkaar achtervolgen.
De wolken draaien rond onze blauwe bol elk volgens zijn eigen densiteit. De buien dreigen of blijven uit, afhankelijk van de luchtdruk, die door de zon wordt gedirigeerd.
De mensen draaien rond de zelfde as, elk volgens hun eigen ambitie. De liefde stuurt ze of leidt ze af, afhankelijk van wat goede wil, die hen door moeders werd aangeleerd.
De kinderen groeien rond een zelfde droom, elk naar zijn eigen ervaringen. De kansen grijpen ze of weren ze af, afhankelijk van dat beetje aandacht, die ze in hun omgeving mogen genieten.
Er komt een dag dat deze woorden vergeten zijn, bestoft onder de jaren, verscheurd voor recyclage, of gebroken in een harde schijf, geblokkeerd door die ene crash te veel.
Er komt een dag dat deze emoties zullen doven, vermuft onder het rag, en alleen bezocht door spinnen of verweesde noordenwind, die wegsterft in de ondergaande horizon.
Er komt een dag dat deze verzen niet meer rijmen, alsof ze dat al ooit stiekem zouden gedaan hebben, in de geesten van een lezer, ontoegankelijk verstard in een stroompanne.
Er komt een dag dat ik de verspilde uren verwens, besteed aan het vertellen van de dromen uit mijn jeugd, de blunders van mijn flatertijd en de epiloog voor de mummies die ik koester.
Ik ben braaf als je me voor de lichtbak zet, en ik ben je er dankbaar voor, want ik mopper niet.
Ik ben braaf als je me die cola geeft, en ik houd op met wenen als je me niets vraagt. Ik ben braaf als je me het snoepje toestopt dat ik niet verdiend heb. Maar dat geeft niets, want ik ben braaf, zeker als je dan stilletjes, heel stilletjes, mij mijn zin laat doen. Dan ben ik braaf. En als ik groot zal zijn zal je pas beseffen hoe braaf ik wel ben, en hoe braaf jij bent geweest en altijd zult blijven!
Jij zegt dat je er dol op bent, dat het de kroon is op je leven; dat het het mooiste is wat je kent en men je niets mooiers kan geven .
Je zegt dat je er alles voor doet, dat je er elke seconde aan besteedt, dat je je meer uitslooft dan je moet, en dat een criticus er niets van weet.
Je zegt dat jouw weg de juiste is, dat je doel het geluk is van elkeen, dat je ideeën, modern, nieuw en fris, je doen overwinnen op één been!
Je zegt dat liefhebben je leven is, dat je de weg kent naar geluk; dan zwem je weg als een snelle vis, en al je dromen vallen verlaten stuk.
Je zegt, je zegt, je zegt maar door ! Liefde, dat DOE je, tot je laatste snik, Liefde is niets wat ik ergens hoor, maar blijft duren tot de laatste tik.
In ongeduldige woede heeft maart de staart van februari afgebeten. De maag van maart rispt op, telkens de zon de gulzigaard wil steunen in haar strijd tegen ijzel en vorst.
En mijn huismus twijfelt. Als de hemel blauw welft over de hoogste wolken smelten die hikkend weg.
De huismus van mijn buur zoekt haar buurmus op. Ze bespreken de situatie. Dan tjilpen ze samen een lied en stellen de rest uit tot april.
De maag van maart rispt op met een fontein van wind en regen.
In mij knaagt een kriebel die de dag gaat vijlen, even lang als de nacht.
Ik wil een trip door je bloemenperk, over je omfloerste pad van orgasme, om te baden in de hete tonen van je jeugd, waarmee je mijn schaduw kunt doen smelten.
Je bent nog te hoog voor mijn korte morgen en te sexy voor de angst in mijn versneden avond. De pijn van mijn kamer houdt me wakker in de dromen die ik wenste en vreesde.
Toch wil ik je bleke vlinder zoenen morgen en zal mijn zwaluw je ieder jaar bezoeken.
Soms mag de inkt eens fris ontwaken en zullen mijn wolken ergens bevriezen waar alleen de zon nog moeizaam fladdert. Dan zal ik tussen mijn schilderijen dansen tot ik je schreiend te hulp roep, uit angst voor de rook van verdoving en fata morgana's.
Ik zal verdrogen in je armen op de foto en verdorsten door je vergelende kus, maar je geur zal mijn lichaam blijvend kleuren, alsof ik je alleen maar plukte uit weelde en de coïtus met mijn geest versteven was.
Ik zit te paard tussen waken en slapen en zie de letters verschijnen op het scherm, terwijl ik mijn best doe niet te gapen en ik door de pijn in mijn armen kerm.
Ik zit te paard tussen jeugd en dementie wanneer ik twijfel aan het volgende woord... En zeggen dat ze met een hoge frequentie mijn creatief brein hebben aangeboord!
Ik zit te paard tussen juichen en treuren omwille van elk moment van elke dag, en de dingen die niet konden gebeuren maar geen belang hebben naast jouw lach...
De woorden komen tergend traag vertellen wat vandaag de boodschap is. Ik hoor ze bijna allemaal even graag als de emotie maar de moeite is.
Ze brengen mijn geest ver weg van jou, terwijl je nabijheid nog goed voelbaar is. Je hart klopt binnenin die ene vrouw wier liefde ik voor niets ter wereld mis.
Je warmte brengt mij weer terug naar de tijd die we samen hebben, je krijgt mijn aandacht met een kuch en laat de woorden verder ebben...
Om ze te beletten op te drogen spijkerde ik de tranen in mijn ogen, en wiste de sporen van mijn handen, zodat alles uiterst stil zou worden.
Er was alleen de fabriek geweest waar ze de kaas hadden verwoest omdat de lonen te laag waren en de directeurs te hoog met vakantie.
Ik kon niet zien of het stremsel was, alleen prikte het op de tong als je dronk en had geen mens nog zin in staken, alsof zijn schaduw dan zou bevriezen.
De foto's op de muur waren overhit en ik raapte de scherven zon vannacht bijeen, zoals een voetbal die een vaas vernielde en dan stomweg zijn grote schuld ontkent.
Je legt je hand op je rode jas, nog blank van de school en het krijt; reeds trilt een schaduw in je oog nog troebel in zon en regenweer.
Hoe komt het dat je weer fluistert, wanneer ik verwacht dat je gaat schreien? Misschien is het de lente in je borst of de herfst van je blote voeten.
Je weet hoe ik denk over je korte hals bevallig onder neergestaalde haren, en zo verzoek je me met medelij om je weg te voeren naar de zevende wereld ver van hier, in die verzonken stad waar onze vissen samen zullen zwemmen.
Het was een dag tussen gisteren en vandaag toen ik je zei: 'O schat, ik mag je graag!' Je was niet het meisje van de vorige week. (dat zei je toen je naar mijn boeken keek) Die dingen had je mij verkocht een dag toen ik je niet gezegd had: 'Ja schat, je mag.' De prijs was nogal hoog: een kus of vijf op elke groene plek van het witte lijf.
Gelukkig was er een andere jonge maagd die me zei: 'Jongen, je weet wat je verjaagt.' Ik vroeg: 'Wat?' en ze zei: 'Je buik en je haar!' 'Mijn bankrekening is die van vorig jaar!' 'Er zit wartaal tussen mijn tanden', zei ze. Ja, met haar wil ik naar Moskou reizen! Weg met de ogen die me zien, handen die richten!
Ik val neer bij de sporen voorbij de lichten.
Het was een vraag waarop men JA gewoon is, maar nu besef ik wat niet mijn loon is. Bloedend lacht de wissel al mijn muren droog en sluipt naar mijn voeten waar ik je mee beloog.
Je tranen zullen verdampen, schat, op een zomerdag, zoals bij een hond die te laat zijn meester zag.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!