Bezinning
De balans zal weldra overslaan, geen zwaluw komt nog kijken, de dag zal vroeg te ruste gaan; het licht zal moeten wijken.
De bomen lossen fruit en blaren en denken al aan winterrust. De wind sleurt aan mijn haren tenzij de dauw de nevel kust.
De zon is moe omhoog geklommen en schijnt heel ver de kamer in. Het onweer is weer weggezwommen en doet wellicht haar eigen zin.
De kinderen komen binnen spelen, zomerliefdes zijn bijna vergeten, wonden die soms moeilijk helen, eerst ervaren, dan pas weten.
14/9/2009
|