Rosas (Roses voor de Catalanen) is een kuststad aan de Costa Brava,
in de noordelijke provincie Gerona. Het ligt op 40 km van de Franse grens en
160 km noordoost van Barcelona. Met de Cap de Creus in het noorden vormt
de golf van Rosas een 15 kilometer lange bocht met een uitgestrekt mooi strand.
Al in de 8ste eeuw vóór Christus werd de plaats door de Grieken gesticht en is
als zodanig vernoemd naar de Grieken uit Rhodos, die zich hier als eersten
in dit mooie gebied hebben gevestigd.
We hadden een kamer geboekt in het charmehotel Carmen.
Dit logies is moeilijker te vinden dan eerst gedacht, vooral door de vele
smalle eenrichtingsstraten in het oude centrum.
Eerst vragen we de weg aan een gevelschilder, die zolang uitleg geeft tot
zijn verfborstel uitgedroogd is. We volgen wel zijn aangeduide richting, en rijden
wat rondjes, tot we het kantoor zien van de Policia Local.
Daar ga ik het binnen vragen aan een “jong poepeke”.
Naar verluidt plakt het hotel pal aan de achterkant van het politiegebouw,
of omgekeerd. “Ga maar eens te voet kijken”, zegt ze.
Ik replikeer: “Ja, maar we mogen hier niet parkeren…” (in het Spaans, want
anders verstaat ze het niet).
“No problema”, is het antwoord. We laten de wagen (de linkse) dan maar staan.
.
De kamer is klein, maar perfect ingericht. We zitten op de vierde verdieping,
en hebben een terras met ligzetels, dat groter is dan de kamer.
Nu het nog licht is, gaan we de benen strekken aan de dijk
en in de smalle, gezellige winkelstraatjes van Rosas, met
een rustpauze in een bar aan de Paseo Maritimo.
Bergen merenguetaart die zich opstapelen in de etalage
van een bakker doen er ons aan denken dat we nog iets moeten happen
voor het avondmaal.
We proberen het typische Spaans restaurant “La Cala (de baai) in het
oude centrum van Rosas.
Een entrecote voor Greta en een vis voor mij, gespoeld door een fles
Cune Crianza maken dat de grootste honger (en dorst) tot het verleden behoort.
Voor mij heeft deze dag nog iets extra in petto. Ik ben helemaal geen dessertman,
maar ik maak graag één uitzondering: Crème Catalane.
Of Crème Brulée. Let er op dat ik dit lekkere ding bewust met Hoofdletter schrijf!
Waar kan je het beter eten dan in Catalonië? Als ik nu die foto weer bekijk,
moet ik me haasten om mijn klavier te beschermen met een dunne laag plastic,
tegen de kwijl.
Als je de Google satellietfoto bekijkt, zie je Rosas liggen onderaan links.
De havenpieren zijn goed zichtbaar. De zonsondergangen in Rosas zijn zeer mooi,
door de uitzonderlijke ligging op het westen.
Dat levert de fraaiste kleuren op en deze overgieten de bergen landinwaarts.
Cadaqués ligt aan de rechterkant in een prachtige baai, bij de rode punaise.
Tussen Rosas en Cadaqués bedraagt de afstand ongeveer twintig kilometer,
en de weg is smal en slingerend, maar met veel natuur en mooi.
Het stadje Cadaqués (rechts in het purper) wordt omsloten door een natuurpark,
met hoogtes tot boven de zeshonderd meter.
Cadaqués is een mooie oude vissersplaats in de provincie Girona, regio Catalonië
in het uiterste noordoosten van Spanje. Het plaatsje is gelegen aan de Costa Brava
en situeert zich in het zuiden van het Natuurpark Cap de Creus,
dat ongeveer 10 kilometer tot in zee uitloopt en dat het karakteristieke landschap
van de Costa Brava duidelijk weergeeft.
De inwoners van het kleine dorpje leven voornamelijk van het toerisme en
de visserij. Cadaqués krijgt veelal de titel van mooiste dorp van de Costa Brava
en verdient dit ook. Het plaatsje wordt gekenmerkt door smalle
straatjes met allemaal witte huisjes, niet te veel toeristen,
en het bekende kerkje, dat het dorp domineert.
Indien je met de wagen naar Cadaqués komt, dan is het
handig om weten dat er een gemeentelijke parking is aan de rand het dorp.
Ook niet meer dan dat.
We parkeren de wagen op de ruime parkingplaats, en dalen af naar het centrum
tot op de dijk, waar mooie gevels staan te pronken. Langs de dijk staan rijhuizen
met prachtige, schilderachtige gevels.
De plaats heeft geen mooie eigen stranden.
Maar dat wordt goedgemaakt door andere troeven. Zelfs een heuse Casino trekt
de aandacht. Het stadje telt slechts een drieduizendtal inwoners, maar het Casino
zal waarschijnlijk voor anderen bestemd zijn.
Vanaf de dijk heeft men een mooi zicht op het strand en de baai.
Een soort Yucca bomen bakenen de dijk af.
Slimme bewoners hebben hier hun privé-haventje, dicht bij huis.
Even een visje vangen voor de BBQ, en weer terug.
Talrijke kunstenaars en intellectuelen hadden honderd jaar
geleden een band met Cadaqués: Picasso, Klein, Chagall, Max Ernst, Federico
Garcia Lorca, Salvador Dalí en Joan Miró waren hier thuis en deden inspiratie op..
En dit is toch wel speciaal. Als ze dit in New York hadden, zou de stad
absoluut beter verlicht zijn. Waarschijnlijk zat een van de inwonende
kunstenaars er voor iets tussen.
Sommige gebouwen zijn heel fraai, en goed bewaard
gebleven. Gereed om vast te leggen op een canvas.
Er is een fraai zicht op het kerkje en een deel van de huisjes
vanaf de andere kant van de baai. Schilders konden hier volop hun inspiratie
op botvieren.
Zelfs de winkeltjes zijn geïnspireerd door de beroemde inwoners van een eeuw geleden.
Men vindt hier zelfs een mierenmutant met acht in plaats van zes poten.
Ook die worden visueel vastgelegd voor de eeuwigheid.
Hier is nog zo een mogelijke inspiratiebron voor kunstenaars.
Greta zit al klaar tegen dat de eerste langs komt met verf en borstel.
15-08-2011, 21:58 geschreven door grob
|