De laatste dag in Granada nemen we afscheid van viersterrenhotel Saray.
Het is een nieuw middelgroot hotel, net buiten het centrum gelegen,
dicht aan de rivier Genil.
De voorgevel heeft een vrij hoog Las Vegas gehalte.
De liften tegen de buitengevel gekleefd, geven het een hedendaags design trekje.
De kamers zijn buitengewoon goed.
De aanwezige prijslijst vermeldt 319 € per kamer per nacht, zonder ontbijt!
We hebben een kamer geboekt via het internet aan 60 €, een weggevertje.
Ook de achterkant, met zwembad en tuin is aantrekkelijk.
Greta zit nog even, vóór het vertrek, na te genieten in een prieeltje,
aan een Arabische fontein en waterkanaaltje.
De enige aanmerking over het hotel is de eerder middelmatige kwaliteit
van het ontbijtbuffet.
Je gaat beter buiten ontbijten, ook lekker en aan de helft van de prijs.
Vandaag gaan we Granada eens anders bekijken: we brengen een bezoek aan het
Parque de las Ciencias, het nieuwe park van de wetenschap.
Door de traditionele Spaanse wegenwerken (altijd en overal aan de gang)
hebben we wat problemen om er te geraken.
Dank zij de GPS lukt het toch, maar de plaatselijke (gratis) parking
van het park vinden we niet.
De Parque is zeer interessant en leerrijk, met supervriendelijk personeel,
maar op deze weekdag wordt het, jammer voor ons,
bestormd door uitpuilende bussen met schoolkinderen.
Een van de leerrijkste paviljoenen gaat over Al Andalus, het toenmalige rijk
van de Moren (wat NIET samenvalt met het huidige Andalucia).
Alle gekende wetenschappen uit die tijd komen aan bod, zoals fysica,
scheikunde, astronomie, wiskunde, biologie, geneeskunde enz.
Telkens worden apparaten, documenten, voorwerpen getoond om het duidelijk
te maken. Op veel plaatsen kan je zelf ook allerlei dingen uitproberen.
Op deze foto zie je een document uit de scheepvaart, geprojecteerd
op de parketvloer in een van de exporuimtes.
Er zijn ook paviljoenen met levende wezens.
Een bewaker maakt er ons op attent dat een en dezelfde schildpad
ambities heeft voor The Great Escape.
Alle dagen probeert dit knaapje van 25 cm er stiekem vanonder te muizen.
Het water uit, en dan in volle snelheid naar de achterdeur.
Gelukkig is de bewaker nog net wat sneller en onderschept deze
schijnheilige waterschildpad.
Deze kanjer is (gelukkig) niet levend.
Het is een levensecht bewegende ik-weet-niet-welke-saurus,
die me sterk doet denken aan Jurassic Park.
Er is ook een vlindertuin met enkele fotogenieke exemplaren.
Een toren van meer dan 50 m hoogte laat je een deel van de stad en omgeving zien.
Greta poseert hier met Marie Curie, Nobelprijswinnaar Fysica én Chemie.
Samen houden ze een potje vast met Curiesaus.
Marie heeft haar Ascothoed op haar hoofd gezet.
Er is zo veel te zien, dat we niet alles kunnen doen.
We gaan nog even binnen in een paviljoen met een opstelling van
de Slinger van Foucault, die kegels omver tikt, maar een niet meer
zo jonge mens wordt er moe van. Ik laat me dan maar vervoeren
door een plaatselijke transportdienst, maar het gaat niet echt vooruit.
We hebben vandaag ook nog een interessante uitstap tegoed,
en we verlaten de stad in de richting van de Alpujarras.
Uit deze streek komt het mineraalwater Lanjarón en de befaamde
jamon de Trevélez, samen met die van Jabugo (provincie Cadiz)
de beste Serranoham.
Trevélez ligt te ver en te hoog (hoogste gelegen dorp van Europa) om
naar toe te rijden.
De bron Lanjarón ontspringt in de gelijknamige stad, en ligt min of meer
op onze weg. (zie nr.1 op de foto)
In de waterstad is niet veel te beleven, ook omdat het centrum volledig
blijkt opgebroken wegens heraanleg van de straten.
Er is wel een schilderachtig pleintje, met bloemen.
Het is siëstatijd, dus veruit de meeste bars zijn gesloten.
In een korte, zonnige steeg vinden we een bar open,
en eten we fantastische tapas para compartir (van alles proeven).
Er staan slechts twee tafels buiten, maar één volstaat al.
Daarna drinken we nog een lekkere koffie langs Lanjarón’s hoofdlaan,
waar je 2 tapas krijgt per (alcohol)consumptie.
Lanjarón is de deur naar de Alpujarras. Deze deur kan je hier zien.
Een woordje uitleg over de Alpujarras is hier op zijn plaats:
Las Alpujarras is een bergachtig gebied in Andalusie.
Het gebied bevindt zich aan de zuidflank van de Sierra Nevada,
tussen ruwweg de steden Granada en Almeria.
Het landschap wordt gekenmerkt door vruchtbare dalen en
indrukwekkende bergen in een rustige en authentieke omgeving.
Hier kan je kennismaken met de architectuur die zo typisch is voor de Alpujarras.
Op de hellingen staan in een terrasvorm witgekalkte huisjes
die allemaal onderling verbonden zijn met elkaar door platte daken.
Het gebied staat bekend als het allerlaatste toevluchtsoord voor de “Moriscos”,
die na de val van Granada hier voor 150 jaar verblijven.
Het woord Morisco is afgeleid van het woord Moor.
Moriscos, dat letterlijk ‘moortjes’ betekent is de naam die de Spanjaarden
aan de tot het christendom bekeerde moren geven.
Tijdens de Reconquista (de christelijke herovering van Spanje op de Moren)
is Granada het enige Arabische bolwerk dat overeind weet te blijven.
Moren en joden vluchten daarheen uit angst voor christelijke repressie.
Als ook Granada in 1492 het loodje moet leggen zit er voor vele moslims
niets anders op dan zich te bekeren.
Ze worden hiertoe gedwongen door de katholieken.
Hoewel Granada redelijk eenvoudig in te nemen zou zijn, hebben de
christelijke vorsten daar waarschijnlijk lang vanaf gezien, vanwege de
gunstige handel die via Granada met de islamitische wereld gedreven kon worden.
Nadat Portugal een handelsroute heeft gevonden om goud uit Afrika te halen,
vervalt het nut van dit islamitische koninkrijk.
Na het huwelijk in 1469 tussen Ferdinand II van Aragón en Isabella I
van Castilië, ook bekend als de Katholieke Koningen, worden
plannen gesmeed om de moslims van het schiereiland te verdrijven.
Granada wordt na een maandenlang beleg op 2 januari 1492 ingenomen.
Boabdil, de laatste moslim-vorst heeft godsdienstvrijheid voor zijn
onderdanen gevraagd en toegezegd gekregen.
Het Spaanse koningspaar laat al 4 maanden na het vertrek van de vorst
starten met het vervolgen van joden.
Kort nadien mag de islam niet meer beleden worden en worden ook
de moslims gedwongen zich te bekeren; de Arabische taal wordt verboden,
evenals kenmerkende kleding.
Joden en moslims moeten katholieke namen nemen, hun identiteit verhullen en,
onder dwang, varkensvlees gaan eten wat in beide godsdiensten verboden is.
De meeste Moriscos vluchten dan maar naar de onbewoonde Alpujarras,
tot ze uiteindelijk na 150 jaar verdreven worden in en over de Middellandse Zee.
Vanuit Lanjarón rijden we vóór Orgiva de bergen in.
Hier zie je Orgiva vanop de bergflank.
Het eerste (en enige) dorpje waar we naartoe gaan is Pampaneira.
Na een lange slingerweg met naar schatting 177 haarspeldbochten
vinden we dit piepklein pittoresk toeristische dorpje, met 350 inwoners.
Vanop het centrale pleintje zie je het volgende dorpje liggen: Bubión,
dicht tegen de sneeuw van de Sierra Nevada..
p
Er zijn drie idyllische pueblos blancos (witte dorpen), Pampaneira,
Bubión en Capileira, die (in vogelvlucht!) dicht bij elkaar liggen.
Bubión staat nog voor iets totaal anders bekend: bijna onzichtbaar
tegen een berg aangeplakt, ligt O sel ling, Plek van het Heldere Licht.
Dit Tibetaans boeddhistisch klooster is speciaal in het leven geroepen
om mensen de gelegenheid te bieden enkele weken, maanden of zelfs jaren
in stilte te leven. De Dalaï Lama heeft dit centrum 2 jaar geleden bezocht.
Je kan er naartoe wandelen, maar het vraagt úúren. Niet voor vandaag.
Terug naar Pampaneira.
Greta ontdekt op het enige pleintje een schattig winkeltje, en neemt een foto
van ons, gereflecteerd in een muurspiegel.
Er zijn wel een paar leuke cafeetjes.
Het deurgat links herbergt de toeristische dienst.
We nemen plaats op het terrasje van restaurant-bar-hotel-appartementen
Narciso, en Greta gaat even checken of ze hier Morisco toiletten hebben.
Enkele minuten later zie ik de barmeid de deur sluiten en op slot doen.
Dank zij mijn koelbloedige, maar dringende tussenkomst kan ik de bardame
ertoe bewegen de deur opnieuw los te maken en Greta
na verloop van tijd te laten ontsnappen.
Hier zie je Greta opgelucht opnieuw in de open lucht en de barmevrouw,
die opnieuw de deur op slot doet.
Greta is heel tevreden met haar Great Escape en laat haar koffietje smaken.
Het is duidelijk dat in dorpjes als dit de invloed van de Moren nog niet verdwenen is.
Dit is nog vooral terug te vinden in de landbouw, de architectuur,
de lokale keuken, de verschillende Arabische plaatsnamen,
en de lokale manier van tapijtweven, zoals je hier ziet op het pleintje.
Tegenwoordig zijn het wandelaars, maar ook fietsers, die de dienst uitmaken.
Vooral wandelen in de Alpujarras zit stevig in de lift.
De bewoners daarentegen dalen stelselmatig in aantal.
De toeristische dienst wordt zelfs verzorgd door een Zweeds blondje.
Jonge mensen worden aangetrokken door de “plasticultura”,
zoals de lokale bewoners dit noemen: het kweken van groenten en fruit
in plastic serres, voornamelijk in de richting van Almeria,
waar vier oogsten per jaar normaal zijn.
We rijden terug naar beneden, huiswaarts. Pampaneira is nummer 2 op de foto.
Eerst steil naar beneden en dan, door Orgiva, nummer 1 op de foto.
Altijd maar naar beneden, via een nieuwe brede autoweg.
We zien nog een groot stuwmeer, voor de drinkwatervoorziening van Motril.
En dan verder langs de kust. Het is gedaan.
Goodbye Granada. Tot ziens.
31-05-2009, 00:00 geschreven door grob
|