aantal kliks op deze blog 
 
												
													
													
												
de daders:             Greta en boB = grob 
 
												
													
													
												
Organisation de loisir agréable et blabla amical 
 
												
													
													
														E-mail mij 
													 
													
													
												
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
                         
												
													
													
												
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola  ossenkar uit Costa Rica 
 
												
													
													
														zeer interessante links vind je hieronder 
													 
													
													
												
 
												
													
													
														Gastenboek 
													 
													
													
												
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
                         
												
													
													
												
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.  
												
													
													
												
koninklijke glasblazerij tegen Segovia 
 
												
													
													
												
Expo Oostende voor Anker 2009 
 
												
													
													
												
als smakelijk hapje in Valencia 
 
												
													
													
												
fontein in Vejer de la Frontera 
 
												
													
													
												
standbeeld Tio Pepe in Jerez 
 
												
													
													
												
trol met Greta in Bergen (Noorwegen)  (trol staat bovenaan) 
 
												
													
													
												
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao 
													 
												
 
										 
									
								 
								
										
					 m.a.w. de weblog van Greta en boB 
				 
											 
										
											 
									
									
										
											28-08-2012 
										 
										
											 
										
											
											
											 
 
Beaufort is een Triënnale! 
Dat is zo een moeilijk woord, dat ik het maar  
eens om de drie jaar wens te gebruiken. 
Toeval of niet, maar de Beaufort happening  
gaat ook maar om de drie jaar door. 
Dit jaar is deze Triënnale voor Hedendaagse kunst  
aan de Noordzee al toe aan haar vierde uitgave.  
Bijna alles gebeurt in open (zee)lucht, en de  
kusttram is het perfecte vervoermiddel om, samen  
met de kunstwerken, de ganse kust te bestrijken. 
Met Olaba(*) daar naartoe natuurlijk. 
  
Voor meer info: bezoek www.beaufort04.be. 
  
  
  
Olaba (*) heeft het geluk onder de leden iemand  
te hebben die niet alleen zelf een begaafde artiest is, maar ook  
moderne kunst minutieus kan duiden en laagdrempelig kan maken  
voor de Olaba collega’s.  
Laten we deze persoon Erik noemen voor het gemak. 
’s Morgens om acht vertrekken we al in een lege tram in Knokke,  
en Erik heeft de touwtjes al volledig in handen.  
De touwtjes zijn wel heel dun. Op de foto kan je ze nauwelijks zien. 
  
  
  
Onze eerste artistieke tramstop is langs het strand van De Haan. 
 Op het strand ligt de “Sandworm”, van de Fin Marco Casagrande. 
“Casagrande” past hier wel bij, want deze houten worm is  
40 tot 50 m lang. 
Het daglicht sijpelt in strepen door de takkenhuid.  
Er is een binnenruimte, maar je bent toch ook buiten. 
  
  
  
De schepper is een prof architectuur, en hij heeft met een team  
een aantal weken ter plaatse gebouwd aan deze luchtige constructie.  
Het vlechtwerk met wilgentakken beslaat zo’n 700 vierkante meter.  
De “O” van Olaba heeft hij, mits toestemming, gebruikt als  
vormgeving aan een van de ingangen. 
 
  
  
  
Vanaf het strand keren we op onze stappen terug naar  
tramhalte “Konijnenpad”.  Trammetje komt zo. 
 
  
  
  
Tot op de Spinoladijk in Bredene, op zoek naar een blikvanger van  
een rasecht Vlaams artiest, Nick Ervinck. Dit werk in de duinen,  
uit polyester en ijzer in zijn opvallend gele kleur, is acht meter hoog. 
Alleen een blinde zou er voorbijlopen, en dan nog. 
Als eerste indruk doet het  je denken aan een bizar ruimtewezen. 
Van Mars kan het niet afkomstig zijn,  daar zijn de mannetjes groen. 
Ook de naam is eigenaardig: Olnetop. Ik heb geprobeerd de naam 
achterstevoren te lezen, maar ook dat werkt niet. Enkele andere  
werken van de artiest dragen als naam: Agrieborz, Bortoby, Edniriaorz.  
Maar daar gaat het natuurlijk niet om. 
Het prachtige beeld is een geel monster dat refereert naar de  
opspattende golven.   
  
  
    
Erik legt de Olnetop fotografisch vast vanuit een bijzondere invalshoek. 
Het lijkt alsof het beeld hem elk moment kan opslokken. 
Gelukkig is dat niet gebeurd, want dan waren we  
onze gids kwijt. 
  
  
    
Een beetje verder op de dijk vraagt M., nog een  
merkwaardige Olaba snuiter, de weg naar Oostende  
aan deze struikenman op het strand. De struiker  
wijst in al zijn naïviteit naar links, in tegenstelling  
tot de persoon op het verkeersbord, die verwarring  
brengt, en naar boven wijst. 
Ik wil even aanstippen, dat we op deze plaats  
slechts een paar honderd meter van Oostende  
verwijderd zijn. We zien trouwens voor onze ogen  
de reusachtige hoop rode verfrommelde Beaufort04  
rotsdozen van Arno Quinze op de Oostendse dijk liggen. 
M. wil gewoon met zijn vraag deze jongen,  
wat men in Antwerpen noemt: “een zak opgeven”.  
Het wordt nog beter als M. op de jongen zijn  
aanwijzingen reageert met “Dat kan niet, want we  
komen vandaar”. Echte Olaba toestanden. 
  
  
  
We zoeken opnieuw de tram op, we vinden hem,  
en we rijden mee tot Westende. Een klein stukje te voet,  
en vlakbij hotel Bellevue staat dan “I can hear it”. 
Dit werk is speciaal voor deze locatie ontworpen en ineen gestoken.  
Het is duidelijk geënt op de Belle Epoque stijl van het hotel. 
Het ontwerp is van Ivars Drulle, uit Litouwen. Deze jongeman werkt  
veel met geluidselementen. De twee stalen hoorns zijn dertien  
meter lang, en wegen elk een halve ton. Het gieten, in een bedrijf  
in Eeklo, en het opstellen ervan nam een volledige maand in beslag. 
  
  
  
  
De hoorns zien er vredig en onschuldig uit, maar toch is het werk 
 gebaseerd op Drulle’s research in militaire engineering.  
Dit soort apparaten werd gebruikt in de pré-radar periode om  
vijandige vliegtuigen te detecteren. 
  
  
  
Hier plaatst de kunstenaar geen militair aan het apparaat, maar  
twee vrouwen uit de mondaine, culturele Belle Epoque periode. 
De ene zegt, met haar oor aan de buis: “I can hear it”,  
en de andere “Amai, moet dat hier nog lang duren?” 
  
    
Eén tramhalte verder stappen we af voor een  
verfrissing en een sanitaire stop. 
Op het terras van “The Champs” is het leuk vertoeven met een  
Leffe  van het Vat, ook met een prijskaartje uit de Belle Epoque. 
  
    
Vlakbij de tramhalte, in de St. Theresia kapel hangt een Beaufort  
werk van de Roemeen Adrian Ghenie, “Selfportrait as Charles Darwin”.  
Het draagt nog de sporen van het donkere Ceaucescu tijdperk.  
Deze man exposeerde dit jaar met veel succes  
in het SMAK in Gent. 
  
  
Vandaar naar Koksijde, naar de Ten Duinen abdij,  
waar ze ons al goed kennen. 
De abdij dateert van 1138 en de ruïne is maar enkele decennia  
geleden  ontdekt en opgegraven. Aan de ingang staat een rode pater,  
die sommige Olaba passanten nauwlettend in het oog houdt. 
  
  
  
Binnen het domein is het een echt zootje.  
Een mini dierentuin van plastic beesten. 
Niets te maken met Beaufort04. 
  
 
 
 
Op sommige plaatsen lijkt het zelfs of de Heilige Mis bezig is.  
Hoewel daar waarschijnlijk minder volk naartoe gaat. 
  
    
De tijd voor de lunch is aangebroken. We kunnen veel beter kunst 
 appreciëren met een volle maag zeg ik altijd. 
Binnen het domein kent Erik een aardige taverne, met terras.  
Om de naam van het etablissement te kunnen onthouden vraag ik  
een dienster om een foto te mogen nemen van haar T-shirt.  
Eerst probeer ik aan de voorkant, maar door de welvingen is de naam  
niet al te best leesbaar. Een foto van de rug dan maar.  
De “Gasterie” blijkt een geschikt adres voor een lunch.  
Als ik nog eens in de buurt kom… 
    
    
Een plaatselijk bier mag je nooit aan de kant laten. 
Deze “Rousse” is welgekomen en best drinkbaar. 
 
  
    
De menukaart legt de nadruk op natuurlijke  
producten, en daar heeft Olaba geen moeite mee natuurlijk. 
   
  
  
Op de kaart staan een reeks alternatieve “stutten” met allerlei decoraties. 
N.B. Voor wie het West-Vlaams nog niet meester is: een “stutte”   
is een boterham. 
  
Tussen al de stutten lees ik op de kaart een enkele “stuut”, die ik  
direct bestel. 
Ik wil het verschil zien met de gewone “stutte”.  
De kelner beweert bij hoog en bij laag dat het een tikfout is op de kaart. 
Maar toch, als hij op de tafel verschijnt: hij is een stuk langer  
dan de andere. 
Misschien zit hier een invloed uit Limburg achter. 
Overal zie je een hond, behalve in Limburg,  
daar hebben ze een hooond. 
  N.B ik heb niets tegen Limburgers, wel integendeel. 
  
    
Dit was het dan voor vandaag. Maar zeer binnenkort verschijnt deel 2,  
met verdere Olaba avonturen, en andere verrassende wendingen. 
  
(*) OLABA staat voor “Organisation de Loisirs Agréables et Blabla Amical”, zoals de meeste lezers al wel weten. Er zijn maar acht leden geselecteerd: vier West-Vlamingen en vier Antwerpenaars. 
Olaba viert dit jaar zijn tiende verjaardag! 
Voor meer details, zie vroegere stukjes. 
  
											28-08-2012, 17:56 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											08-08-2012 
										 
										
											 
										
											
											
											     
Ellikom is een minuscule deelgemeente van Meeuwen-Gruitrode,  
dat zelf  ook alweer een mysterieuze naam heeft.  
Ik heb er trouwens geen enkele meeuw  gezien, laat staan een gruitrode.  
En van meeuwen, daar kennen wij iets van, als kustbewoners… 
  Hoe dan ook, met Olaba (*) hebben we hier in september 2011  
drie dagen  met succes en plezier verbleven.  
Meer bepaald in Gasthof-Brasserie ‘De Hoogmolen’,  
een gerestaureerde watermolen (in werking!).  
We stonden en lagen in vier duplex kamers in een bijgebouw . 
  
(*) Olaba staat voor ‘Organisation de Loisirs Agréables et Blabla Amical’. 
Het is een exclusieve club van acht leden, waarvan ondergetekende president is,  
en Greta de First Lady. 
  De tweede grote attractie van dorpje Ellikom is de Beeldentuin van  
het Boenderbos,  waar Leo Camps zijn ding doet.   
  
    De molen werd voor het eerst vermeld in 1500 , maar bestond al langer.  
Hij behoorde toe aan de Heer van Peer en  bezorgde hem destijds een jaarlijks  
inkomen van 30 Euro, dat was ongeveer 10% van zijn totale kosten.  
De molen  gebruikt het water van de Abeek, die je hier ziet lopen,  
maar dan tegen trage snelheid .
  
  
      
In een vorig verslagje kon je hier al lezen dat Leo Camps ons hartelijk heeft  
verwelkomd in zijn kunstparadijs. We hebben toen het bos bezocht met de talrijke  
kunstwerken.  Nu zetten we een stapje in de Beeldentuin.  
De Photoshoppers van Seniorennet, die hier onlangs ook waren hebben dit gedeelte  
moeten  missen, omdat de tuinbeelden tijdelijk op pad waren. 
Voor wie toen in Ellikom was met Photoshop, biedt Olaba hier een exclusieve blik  
op  (enkele van) die beelden. 
  Dat je niet ontzettend rijk kan worden van het maken van beelden, blijkt hier uit deze  
stiekem  genomen foto van Leo’s fiets, waar hij elke dag mee naar de boerderij rijdt  
om melk te halen. 
  
  
  Als kleine retrospectieve toon ik hier het allereerste werkje van Leo Camps.  
Hij realiseerde dit op de jeugdige leeftijd van acht jaar, maar het staat toch  
in al zijn schoonheid in de Beeldentuin! 
  
  
  
  Dit is al meer het serieuze werk: ‘Duikvlucht’ 
    
    
Van dit beeld heb ik de naam niet.  
Ik zal het maar ‘Windsurfer’ noemen. 
  
    
Maar van deze zal ik de naam niet zo vlug vergeten: ‘De Nieuwe Man’. 
  
    
Erik, de Financiële Directeur van Olaba, heeft een vlieg gespot op de vleugeltip  
van deze zeearend, en legt ze vast op zijn gevoelige plaat. 
  
  
  De vogel kijkt dankbaar naar Erik die hem verlost heeft van de vervelende vlieg.  
 
  
  
En dit beeld heet ‘De Schone Oude Dag’.  
Let vooral op de leiband rond de nek.   
    
De naam van dit werk is ‘Rwanda 1994’. 
  
    
The First Lady heeft nu eenmaal groene vingers.  
Terwijl wij een kopje koffie drinken heeft ze niet  
kunnen nalaten een kruiwagen te vullen met onkruid. 
  
    
Leo Camps is volop in artistiek gesprek met Erik  
(onze Olaba kunstenaar). Greta intussen, ondervraagt de vrouw des huizes,  
Elli, over de groeisnelheid van de groengespikkelde blauwpaarse rododendron,  
een onderwerp dat ook OlaMarc nauw aan het hart ligt.  
Let even op het vogelnestkastje rechts op de foto. 
  
  
    
Elli heeft er een ganse reeks van gemaakt, zoals dit modelletje hier.  Ze hangen  
allemaal tegen de muur, en staan ‘te huur’ voor de vogeltjes uit de buurt. 
Het werk van Leo werkt dus duidelijk inspirerend. 
We komen aan de weet dat de gastvrouw Elli heet  
op het moment dat Leo zijn echtgenote er luidkeels  
bij roept met “Ellikom!” 
  
    
Leo is niet alleen een uitstekende beeldhouwer,  
maar ook een schitterende verteller. 
Zie die haarscherpe, doortastende blik! 
Zijn allernieuwste werk staat al in de steigers  
en op de tafel. 
  
    
Het is voor hem een heel gedoe om aan de juiste  
grondstoffen te komen. 
Hier liggen ze nog op de grond, daarom noemen  
ze dit ook "grondstoffen". 
  
    
Als je Peer binnen rijdt via de grote rotonde,  
word je zeker (figuurlijk) aangesproken door  
dit levensgrote, prachtige beeld. Dit is Darco,  
de beroemde Belgische hengst en springpaard  
dat tientallen en grote successen behaalde in zijn  
lange carrière. Vooral met ruiter Ludo Phillipaerts,  
die op de Olympische Spelen van 1992 in de jumping  
een zevende plaats behaalde.  
Toen hadden we nog goede paarden en ruiters.   
Darco kreeg voor zijn 25e verjaardag in 2005  
een bronzen standbeeld in zijn woonplaats. 
Dit is uiteraard ook een beeld van Leo Camps. 
Darco ging met pensioen en stond op stal in  
het Lindenhof te Peer, waar hij ook benoemd  
werd tot ereburger.  
De superhengst heeft ongeveer 3500 afstammelingen. 
 In 2006 liet men hem ‘inslapen’ vanwege een  
dijbeenbreuk. niet te verwonderen, na dergelijke  
prestaties.  
Weinig gepensioneerden zullen het hem nadoen. 
Naar verluidt hebben zijn voorpoten (sorry: voorbenen)  
de laatste drie jaar van zijn leven de grond niet  
meer geraakt. Het was dan ook geen moeite voor  
Leo Camps om hem te laten poseren  
in zijn meest natuurlijke houding.  
  
  
Terug met de fiets naar ‘De Hoogmolen’, waar de Photoshoppers ook hebben verpoosd. 
Het interieur van de werkende maalinstallatie staat achter een enorme glazen wand. 
  
  
  De ganse dag worden de spieren soepel gehouden met fietsen. 
’s Avonds is er dan een dineetje, en bij een koffietje worden de hersentjes  
soepel gehouden met quizzen of spelletjes. 
    
  
De volgende morgen nemen we een flink ontbijt op de verdieping van de molen,  
en staan we weer paraat voor een nieuwe Olabadag. 
  
  
 groetjes,  
olaboB 
Klik eens op  www.leocamps.be  of google “leo camps”. 
  
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical. 
Voor details, zie vroegere stukjes .
  
											08-08-2012, 19:17 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											16-07-2012 
										 
										
											 
										
											
											
											  
 
Ik sta nog een beetje achter met uitleg over de pogingen die ik doe  
om  in de keuken links en rechts wat culinaire dingen te bereiden.  
Ik beschouw mezelf nog altijd als een beginnende kok, maar toch  
krijg ik al meer vat op de ingrediënten. Om risico’s van het vak te  
vermijden ga ik meestal voor eenvoudige gerechten, die moeilijk  
of maar voor de helft kunnen mislukken.  
  
Hopelijk zitten er tussen de lezers personen (mannen?), die wel eens  
willen koken, maar niet goed durven. Deze rubriek is voor hen bestemd,  
want wat ik bereid is  eenvoudig, en het werkt!  
Het bijgevoegde recept komt altijd uit een of ander kookboek,  
maar ik pas zonodig het recept (en zijn tekortkomingen) aan,  
zodat het resultaat eetbaar is. Gelukkig beschik ik over een  
goede raadgever (Greta), die deze recepten blindelings maakt. 
Omdat deze blog in de categorie “Reizen” zit, zijn de gekozen  
gerechten veelal gebaseerd op buitenlandse recepten.  
Een exotisch tintje is nooit ver weg. 
Wat ik bij dezen bereid, voldoet aan de twee voorwaarden.  
Het is heel gemakkelijk én het is bereid in Spanje, met lokale mediterrane  
ingrediënten. Het is trouwens het laatste gerecht van het winterseizoen. 
  
Een belangrijk onderdeel van dit recept zijn tomaten, die goede diensten  
kunnen bewijzen bij een vis die de oven ingaat. Het typische voor een  
dergelijke vis is, dat die gemakkelijk de neiging vertoont om te  
verbranden of in het beste geval uit te drogen.  
TIP: voor de minder ervaren kok die een vis in de oven gaat zetten:  
tomaten (onder andere) brengen redding.  
Omdat ze zoveel water bevatten houden ze de vis mals en sappig. 
Tomaten zijn waarschijnlijk de groenten die het meest worden gegeten,  
maar wat weten we van die (meestal) rode bollen?  
 
  
  
  
Tomaten zijn afkomstig uit Amerika , waar de voorvaderen van de  I nca's  
en de Maya's  in de Indiaanse oertijd kleine varianten van kweekten.  
Het zijn de Spanjaarden die er het eerst mee in contact kwamen.  
De conquistadores stuurden vervolgens planten met kleine gele  
vruchten naar Spanje, want toen zagen ze er nog geel uit.  
De Spaanse veroveraars lustten er wel pap van, na de ontberingen  
tijdens het oversteken van de Atlantische Oceaan.  
Ze namen min of meer de Azteekse naam over, die xitomatl  luidde. 
(het woord is verwant aan een ander Azteekse woord,  
namelijk xipotatl  oftewel patat.   
Dit is geen grapje, maar het woord chocolade stamt af van  
het Azteekse chocolatl . 
Ook coca colatl is Azteeks, maar dat is wel een grapje natuurlijk. 
  
  
  
De plantjes oogden mooi met hun gele bloempjes, en werden in Europa  
vooral als sierplant geteeld. Maar degene die aan het groene bladplantje  
zelf proefde, kwam (te laat) tot de slotsom, dat het giftig was.  
De gifstof in deze plant heet tomatine . De stof wordt door de plant geproduceerd  
als afweerstof tegen allerlei ziekteverwekkers en is ook giftig voor de mens.  
De groene bessen die door de plant na de bevruchting worden gevormd,  
zijn licht giftig. Bij het rijpen van de vrucht verdwijnt stilaan de gifstof hieruit,  
hierdoor wordt de vrucht eetbaar maar ook gevoeliger voor schimmels  
en bacteriën.  De bladeren zijn bezet met haartjes, waarop kliertjes staan  
die bij aanraking de typische tomatengeur verspreiden.   
TIP: het blad en de stengel zijn dus giftig, net zoals bij aardappel- ,  
aubergine-  en paprikaplanten .  
Let op: in groene  tomaten is de gifstof tomatine  nog volop aanwezig. 
In Amerika worden groene tomaten verwerkt in een chutney ;  hiervan  
mag men eveneens niet te veel eten.   
Door kruisen en selecteren kreeg de tomaat de rode kleur en vanaf 1850  
is het een veelgebruikte groente geworden in de Europese keuken. 
  Ook voor andere gelegenheden worden ze soms gebruikt. 
De Spaanse stad Buñol  bijvoorbeeld kent jaarlijks het Tomatina -festival  
met onder andere het grootste tomatengevecht ter wereld met ongeveer  
45.000 deelnemers.   
  
  
Er zijn talloze varianten van tomaten. Naast de tegenwoordig heel populaire  
trostomaten, zijn er de kleine kerstomaatjes, pruimtomaten enz. 
Een bijzondere soort die je allen aantreft in het volle tomatenseizoen,  
zoals nu, is de c œur de bœuf  variant.  
Het zijn de King Kongs onder de tomaten, hebben zeer veel vruchtvlees  
en zijn heel smakelijk en geknipt om op te vullen met van alles en nog wat. 
  
    Nog een zeer interessante en vooral smaakvolle versie zijn de zongedroogde  
tomaten. In Spanje is dat geen probleem, maar in België bereidt men die  
maar best voor in de oven. Anders zou het te lang kunnen duren. 
  Nu ga ik even terug naar het gerecht, dat kei eenvoudig te bereiden is,  
en zo lekker ook: “Vis met groenten in de oven”  is de naam.  
Hierbij staat het recept (halve tomaten inbegrepen, maar deze komen uit een blik). 
  
ingrediënten voor 2 
 
bereiding 
 
 
een hele vis, waarbij de soort weinig rol speelt  
 
snipper de sjalotten en de look, laat ze garen 
 
 
(al bereid met zalm, zeebaars en bonito) 
 
de paprika kan je ook even mee laten aanbraden 
 
 
2 à 3 sjalotten 
 
doe een eetlepel olie in een ovenschotel 
 
 
2 looktenen 
 
verwarm de oven voor op 180° à 200° 
 
 
3 glazen droge witte wijn 
 
bestrooi de vis aan beide kanten met pezo 
 
 
1 glas brandy of gelijkaardig 
 
leg de helft van alle groenten in de ovenschotel 
 
 
1 blik hele tomaten  
 
kruid met alle kruiden en leg de vis er bovenop 
 
 
1 blik rode of groen of Italiaanse paprika’s 
 
strooi de rest van de sjalot, look en peterselie er op 
 
 
(groenten met hoog watergehalte aanbevolen) 
 
bedek de vis goed met tomaten, paprika en sjalot 
 
 
(verse) tijm 
 
giet de wijn en de brandy in de schotel 
 
 
een handvol verse peterselie 
 
zet de schotel in de oven gedurende 20 à 25’ 
 
 
marjolein of oregano 
 
  
 
 
bonenkruid, eventueel nog andere kruiden 
 
interessant met wedges  en alles samen in de oven 
 
 
2 el olijfolie 
 
  
 
 
pezo 
 
  
 
 
 
  
TIP: wie het glas brandy (cognac, armagnac, enz.) niet aan het gerecht wil  
toevertrouwen, kan het ook gewoon uitdrinken tijdens het koken.  
Het zelfvertrouwen zal dan meteen toenemen. 
    
  
De sjalotten en de look zijn aan het fruiten.  
In dit geval heb ik er verse, fijngesneden Italiaanse paprika’s bijgevoegd,  
maar andere paprika’s gaan ook.  
  
    
 
  De vis wordt gesandwiched tussen twee lagen groenten die dus veel water bevatten.  
Hij gaat ongeschonden uit de oven komen.  
Elke vis komt voor dit recept in aanmerking, behalve een aprilvis. 
Ikzelf heb het trouwens al bereid met zalm, baars en bonito (een veredelde  
Spaanse versie van tonijn). 
 
  
    
Om het mezelf gemakkelijk te maken, kies ik als bijgerecht: wedges uit de diepvries. 
De vis én de wedges gaan samen 20’ de oven in, en ze komen er samen uit. 
Samen in, samen uit, en het verhaaltje eindigt met een tuit. 
    
Min of meer bereid uit: TimeLife, Vis-, Schaal-, en Schelpdieren, pag.62.  
  
  
											16-07-2012, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											21-06-2012 
										 
										
											 
										
											
											
											 
... ligt een artistiek uitdagende en betoverende wereld die je  naar adem doet happen. 
Het Boenderbos situeert zich in Limburg, in de gemeente Ellikom, 
 deelgemeente van Meeuwen-Gruitrode. 
Op de luchtfoto hieronder zie je een stuk van het bos linksboven.  
Het centrale deel van de foto wordt ingenomen door de woning  van Leo Camps  
een door God  begenadigd beeldhouwer.  
Boven de woning zie je de beeldentuin, en aan de linkerkant is er  het (blauwe) atelier  
en nog een  ( witte) ruimte met   adembenemende composities. 
 
Ik ben niet iemand die zomaar meegaat in verheerlijking van artiesten  of kunstvormen of- strekkingen.  
Maar Leo heeft zijn topklasse  voldoende bewezen door de prijzen die hij behaald heeft. 
Waarom ik nu precies Leo en het Boenderbos naar voor schuif?  Daarover straks meer uitleg.  
Aan de voorkant van zijn huis kon je misschien het woord  "Boenderbos" lezen.  
Zoniet kijk je maar op de volgende foto.  
De naam "Boenderbos" is  perfect, bijna tot op de millimeter uitgeknipt in een haagvorm. 
  
 
 
 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
Leo woont hier met zijn vrouw, en is zeer gastvrij, zoals de meeste
Limburgers trouwens.
Om dat extra in de verf te zetten hangt hij gewoon zijn huissleutels naast de voordeur.
Kom je toevallig even langs, en je bent wat dorstig?
Geen nood, laat jezelf binnen en haal een pilsje uit de frigo.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
Wij hebben dat ook gedaan.  
We waren op pad met de fiets met Olaba*, en we hadden dorst, zoals gewoonlijk. 
Daar was Leo om ons te verwennen!  
Ik (en de Olaba-collega's) hebben zoveel foto's genomen, dat ik  
er enkele afleveringen kan mee vullen, maar ik zal me beperken  
tot een tweetal: nu in het bos, en volgende keer in de tuin en het atelier. 
Daar waar je de tuin ingaat zit deze knaap: "De Bedelaar".  
Vroeger had je bij de bakker op de toonbank een beeld van een zwartje,  
waar je dan een munt kon insteken, tot heil van de missionarissen.  
Het zwartje knikte dan met zijn kopje, na het ontvangen van het geldstuk. 
We hebben dat hier ook geprobeerd, en in de handen van het mannetje  
enkele Eurobiljetten achtergelaten, en wat geldstukken uit de Olabank.  
Maar hij beweegt niet. Waarschijnlijk (ook) arthrose tussen C4 en C5.  
    
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
In het bos wemelt het van de sculpturen, en niet zo'n kleintjes ook.  
Deze is "De Spin", klaar om je te pakken. Het lijkt er op dat hij zes  
poten heeft, maar nee.  
Acht is het getal, en op zo'n fouten ga je Leo zeker niet betrappen. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
Deze heet "De Pispaal". Het stelt een man voor die, jawel... 
Om mogelijke berispingen te vermijden, heb ik geen risico willen  nemen, en hem  
van op de rug gefotografeerd. De zijkant ware beter,  met het zicht op de tweede  
persoon, maar de zedigheid gaat voor!  
Als je de ongecensureerde versie toch wil zien, ga dan naar 
 www.leocamps.be  , en kijk bij de foto's.
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
Deze is geen sculptuur van Leo, maar gewoon een natuurfenomeen.  
Hoewel het me niet zou verwonderen dat de kunstenaar hierin  
inspiratie heeft gevonden voor een van zijn andere werken,  
dat we verder nog gaan zien. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
De naam hiervan is "De Catwalk". Spreekt voor zich.  
Mocht je deze willen kopen, zet hem dan toch maar buiten,  
want het volledige kunstwerk is ongeveer achttien meter lang  
(als mijn geheugen me niet in de steek laat). 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  Deze is "De Triomfboog". ik twijfelde nog aan de exacte naam,  
maar hij staat er op vermeld. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  "De Laatste Mens", als mijn muggengeheugen nog goed is. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    De naam van deze moet ik schuldig blijven. 
A propos: (*) Voor diegenen die het nog niet (meer) weten:  
OLABA staat voor "Organisation de Loisirs Agréables et Blaba Amical",  
en wij zijn met acht. Verder heeft dit niks te maken met dit werk.   
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
Hier is Olaba(*) even blijven bij stilstaan.  
Het sculptuur heet "Het Klokkenspel". 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
Vanwaar de naam komt zou ik niet weten.  
Misschien kan iemand me helpen. Een detailfoto zie je hieronder. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
  En ik dacht dat Leo enkel beelden maakt.  
Ha nee! Hier ontdekken  we een schilderij  in open lucht.  
Een levend schilderij zelfs! 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
En hier is dan nog een levend schilderij.  
Door deze volgende foto pen ik eigenlijk dit stukje neer.  
Onlangs is de Photoshopgroep van Seniorennet op bezoek geweest  bij Leo.  
Iedereen wou natuurlijk zo op deze kaderfoto staan. Greta heeft er  dan deze  
Olabafoto bijgehaald en ook op het internet gezet. 
Ze kreeg van iedereen de commentaar: "Haha, jij bent daar niet  geweest!  
Je hebt dit achteraf gePhotoshopt met onze foto's!!" 
Hierbij dus de bewijzen dat Greta er wel geweest is, samen met  
de ganse Olabaploeg. Hezt was september 2011. 
Meer zelfs: de Photoshoppers zijn gaan eten en drinken in  "De Hoogmolen".  
Awel, Olaba heeft daar 3 nachten geslapen, maar later daarover meer. 
Zo Greta, dat heb ik dan hiermee rechtgezet.  
De suggestie voor het Photoshoppersbezoek kwam trouwens van Greta.   
 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  Het Boenderbos is niet alleen bos.  
Het omvat een mooie vijver, met een eilandje. 
Op het eilandje heeft zich de authentieke Leo-libelle genesteld.  
Dit beest heeft enorme afmetingen.  
Achter de vijver zie je een Olaba, om dit aan te tonen. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
Waar libellen zijn is er vis. En dus ook vissers.  
Deze is "De Oude Visser". Eentje met stijve knieën. 
    
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
Een eindje verder zit nog een jongere rietvisser.  
Deze gaat er harder tegenaan. 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
    
Na deze tocht door het beeldenwoud moet een senior even  tot rust komen.  
De Financiële Directeur van Olaba laat zich,  bijna onopgemerkt,  
even achterover gaan  in een artistieke braadpan. 
Dit was het dan voorlopig. Hopelijk vond je het leuk. 
We gaan ook nog in de beeldentuin, en Leo aan het echte werk zien. 
Come and see next week! 
  
											21-06-2012, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											12-10-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											 
 
 
 
Cadaqués ligt in Spanje, volop in Dalì gebied. Dat was de laatste reisstop. 
Vanaf daar rijden we uiteraard door Frankrijk voor de laatste tussendoortjes  
naar België.  
Deze keer gaan we uitzonderlijk niet noordwest, maar eens de grens over,  
voorbij Perpignan en Narbonne, kiezen we resoluut voor het oosten,  
de Provence kant.  
We brengen een paar dagen door bij lang niet geziene vrienden, in de Var.  
Via de autoweg rijden we voorbij enkele ons wel bekende plaatsen, zoals 
Montpellier, Arles, Aix, Aigues-Mortes, de Camargue, kortom de diepe Provence. 
Onze vrienden wonen in een klein stadje, Cotignac, een half uur rijden  
van de autoweg, in de heuvels, op enkele honderden meter hoogte.  
Zoals gewoonlijk moeten we zoekwerk doen om het adres te vinden,  
maar dat is normaal in de Franse dorpjeslabyrinten. 
Dit gezegd zijnde, na enkele tandenknarsingen en troebele gsm-gesprekken  
met de vrienden, komen we uiteindelijk terecht in het domein van Luc en Lut. 
 
 
 
 
 
 
 
Een beetje Provençaals uitrusten mag nu, zoals God in Frankrijk.  
De dames kunnen wat bijkeuvelen, terwijl Luc en ik bijvoorbeeld een toertje  
maken met de hond, of de problemen van de wereldpolitiek oplossen. 
Lut stelt de tweede dag ook voor een “klein” wandelingetje te maken in de 
omgeving van het dorp, met als bijkomende tip: “Je moet niks speciaals  
aan je voeten doen”.  
“Mon  œil” zeggen ze in Frankrijk, als het niet helemaal klopt. 
Het uitstapje houdt ons enkele uren bezig, maar de dames zijn in een goed humeur.  
 
 
 
Laat ze dus maar hun gangetje gaan. 
 
 
 
Er is wel wat leuks te beleven in Cotignac. Er loopt een bergrivier vlak in de buurt, 
met enkele scherpe stroomversnellingen.  
 
 
 
Niet direct zwemwater is dit, tenzij voor forellen en zalmen. 
 
 
 
Een heerlijk fris meer is ontstaan aan de voet van deze  
uit de kluiten gewassen waterval. We zitten aan de Cassolle  
rivier (de casserolle bevindt zich een beetje verder, maar  
er is minder water in). 
 
 
We wandelen ook een stuk door de hoofdstraat van het dorp.  
Typisch Zuidfrans natuurlijk, met de onontbeerlijke platanen.  
Greta heeft al dadelijk zin om te gaan Petanquen, en ze stáát er op, dat  
haar fameuze kampioen-Petanque-arm mee op de foto komt. 
Kwestie van beroemd te worden. 
 
 
Wie in een Frans dorp aan een verfrissing denkt, associeert dat onmiddellijk met 
een fontein. In tegenstelling tot Spanje zijn de meeste drankgelegenheden 
gesloten, als je ze nodig hebt. Een handvol water uit de Cassolle smaakt ook 
natuurlijk als je echt met een droge keel rondloopt. 
 
 
 
Dit is een merkwaardig gebouw. Eerst dacht ik aan het  
stadhuis van Cotignac, maar als ik een kruis zie op de top,  
moet het wel een kerk zijn.  
Het is nog geen moskee, voorlopig. 
  
 
 
De fonteinen en pittoreske drinkbakken klateren hier maar  
in het rond.  Typisch voor Zuid-Europese steden.  
In België  vind je dit nauwelijks. 
Maar de alcoholische drinkbakken zijn daar dan wel meer open. 
 
 
 
Vele huizen zijn stokoud, maar worden (zeker aan de  
buitenkant) heel pittoresk en aantrekkelijk gehouden,  
door de kleuren, de houten luikjes, de beplantingen.  
Dat vormt natuurlijk een van de charmes van Zuid-Frankrijk. 
  
 
 
Een middeleeuwse woning en een theater uit de Romeinse  
tijd mag natuurlijk niet ontbreken in een dorp dat zichzelf respecteert. En het toneel 
wordt vandaag nog gebruikt ook. Het podium is aan de linkerkant, buiten het beeld. 
 
 
Het decor boven het theater is ook heel merkwaardig.  
De bergwand lijkt we l gemaakt van gesmolten stenen.  
De reden om het theater net hier te plaatsen zal wel geen toeval zijn.  
De omringende flanken konden waarschijnlijk dienst doen als ondersteuning  
voor de stemmen van de acteurs. 
 
 
 
En hier is dan toch de top van de kerk.  Het kruis is van op deze hoogte  
beter  te zien. 
De beiaard wordt gevormd door één enkele klok.  
Een flodderstructuur van  smeedijzer vervolledigt de  merkwaardige  
torentop,  en lijkt gemonteerd op een soort kasserol. 
 
 
 
Van op de heuvel hebben we zicht over een deel van het dorp,  
met zijn typische zuiderse daken, en over de valleien en  
de landschappen in de omtrek. 
 
 
 
In de steile bergwand doemt iets op wat op een huis lijkt.  
Komt daar opeens  een mannelijke figuur naar buiten kijken, door een open gat.  
Is dit een late  middeleeuwer? 
Het zou ook een bakker kunnen zijn, met zijn witte hoed.  
Via een katrolletje trekt hij allerlei dingen naar boven. 
 
 
 
 
Maar hij staat er alleen voor. Dus moet hij telkens de (waarschijnlijk steile) trappen 
af naar beneden, om de dingen aan een haak te bevestigen. We vragen hem dan 
maar wat hij doet. Het blijkt een kunstenaar te zijn, die bezig is met een atelier  
in te richten.  
Prompt vraagt hij ons om een verfpot aan zijn haak te hangen. 
 
 
 
De tweede dag zorgt Luc voor een stevige barbecue.  
Dat is gewoonlijk mannenwerk, maar voor Luc is dit  
een makkie. Hij is gewoon de huiskok. 
 
 
 
Als dessert komt mijn favoriete spijs op de tafel:  
Crème Catalane . Home made.
Dat kan je alleen maar zelf maken als je een goede brander hebt.  
En die is aanwezig. De vlammen swingen de kasserol uit. 
 
 
 
Als het oppervlak gecarameliseerd is, kan de pret beginnen.  
Als ik ooit in de hemel kom ‘wat lang niet zeker is), en ik  
kan dan à la carte eten, verkies ik dit gerecht, boven  
rijstepap met gouden lepeltjes. 
  
 
 
Het afscheid is gekomen en genomen, en de volgende dag zetten we  
rustig onze weg verder. We rijden noordwaarts en verblijven nog een nacht  
in het Time Hotel, tussen Langres en Toul. Mooi, nieuw, klein familiehotelletje. 
 
 
 
De terugkomst in Knokke-Heist doet niet veel tussentijdse veranderingen 
vermoeden. Het stadhuis staat er nog, en dat is het belangrijkste.  
En de vlaggen wapperen de zomer tegemoet. 
 
 
 
Vandaag bereiden we ons al voor op de terugkeer naar het zuiden van Spanje. 
Morgen 8 oktober gaan we nog een dag naar Gent, waar Seniorennet de  
“Dag van de Medewerkers” organiseert.  
Naast de voorstelling van de nieuwe/toekomstige projecten van SeniorenNet,  
zal er deze maal ook formeel tijd zijn om de bestaande problemen (met blogs, enz.) 
op te lossen. 
Ik kijk al uit naar de resultaten. Als er ook een oplossing komt voor mijn problemen, 
dan mag je natuurlijk in de nabije toekomst de verdere avonturen nalezen. 
  
 
 
											12-10-2011, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											18-09-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											 
Subtitel: een ezel stoot zich tweemaal aan dezelfde varkenslap!  
 
Het is al enkele dagen geleden dat ik nog een artikeltje plaatste op mijn blog.  
En dat komt omdat we naar jaarlijkse traditie deze week vier dagen zijn  
gaan fietsen in Limburg. 
En het is zelfs nog langer geleden dat ik een zelfgemaakt gerechtje  
heb gepresenteerd. 
Dus nu zijn we weer zo ver. Vandaag is het iets waarin laurier zit. 
Dit is een van de meest gebruikte keukenkruiden, maar wat weet je ervan? 
 
Welnu, al meer dan drieduizend jaar  
en stoverijen. Laurier is vooral afkomstig uit het oostelijk  Middellandse Zeegebied , 
uit landen als  Turkije , Irak en Iran. In België/Nederland wordt laurier gekweekt  
als  kuipplant  omdat de plant niet volledig winterhard is. Men kan hem dan in  
de winter even naar een beschermde plek verplaatsen. Toch zal laurier een matige 
Belgische winter wel overleven (tot -5°), zeker aan de kust, en als er genoeg 
beschutting is.  
In Spanje hebben we hem zelf staan op het terras. Ik kocht twee jaar geleden  
zo’n onooglijk klein potje op de markt, en vorige winter heb ik de stam moeten 
knippen, want het plantje had zich ontwikkeld tot een struik van een meter hoog. 
Zoveel laurier eten we nu ook weer niet. 
 
In de  Klassieke Oudheid  was laurier een symbool voor de overwinning.  
De overwinnaar op de Olympische Spelen mocht zich mee tooien met een krans. 
De term laureaat  is een overblijfsel van dit symbool. Er zijn nu nog een  
aantal uitdrukkingen op laurier gebaseerd, zoals "op zijn lauweren  
rusten"  en "gelauwerd zijn".   
 
 
 
 
Laurierbladeren zijn afkomstig van de laurierboom of -struik.  
De (giftige) laurierkers of paplaurier, die veel als haag wordt  
gebruikt, is geen familie. 
 
Laurierbladeren zijn ongeveer 5 cm lang en worden (meestal gedroogd)  
gebruikt in  stoofpotjes  en groentesoepen, waarbij de laurier langere tijd moet 
meestoven om de smaak tot zijn recht te laten komen. In sauzen, ingelegde 
komkommer en augurken, zuurkool, konijn en rijstschotels kan men laurier  
ook niet meer weg denken. Met visgerechten vormt hij een perfect geheel.  
Laurierbladeren bezitten een aroma dat bij heel veel spijzen past; zelden wordt  
een gerecht door laurierbladeren bedorven. Het is een gezond, aromatisch,  
bitter kruid, dat de vertering helpt. 
Het bekende kruid is meestal eveneens te vinden in fonds, terrines en marinades .  
 
 
Laurierblaadjes kunnen zowel vers als gedroogd gebruikt worden.  
Gedroogde bladeren smaken minder bitter dan verse, verse zijn wel aromatischer. 
Ze mogen meekoken, hoe langer de blaadjes koken des te kruidiger de smaak. 
Gewoonlijk vermeldt men in de recepten: “de laurierbladeren verwijderen vóór   
het opdienen”.  De reden is dat h
blijft hard. Het is niet zo dat het blad schadelijk zou kunnen zijn voor consumptie, 
maar niemand krijgt graag een harde slabber in zijn bord en mond. 
 
Laurier maakt ook deel uit van het klassieke “bouquet garni” (kruidentuiltje)  
= 2 takjes peterselie,1 takje tijm en 1 laurierblad. Vooral gebruikt in de 
Belgisch/Franse keuken. 
 
TIP: Laurier geeft zijn smaak pas vrij als het een tijd heeft meegetrokken en is 
daarom bij uitstek geschikt voor soepen en stoofpotten. 
 
 
 
 
Nota Benen: ik ga nu verder met deze tekst in het hotel Ter Elst, want we moeten 
twee dagen in de buurt van Antwerpen zijn. Sorry dat het zolang duurt,  
en bovendien kan ik hier de weblog niet uploaden naar Seniorennet.  
De Wifi werkt niet, ofwel ben ik nog niet goed wakker. Dit even tussen (). 
 
Waarom deze eigenaardige titel van dit stukje? Tot mijn eigen grote verbazing  
had ik dit gerecht al eens bereid, meer bepaald in Spanje, in maart 2010.  
En het staat zelfs op mijn blog, zonder dat ik het wist. 
In elk geval begin ik met het commieswerk, maar dat is heel beperkt, zoals je  
kunt zien op de foto.  
Na het aanbakken, krijgt het vlees het gezelschap van de appeltjes en  
de lekkere geuren kunnen zich beginnen ontwikkelen.  
 
 
 
 
Deze foto (van de hand van Greta) doet me denken aan de “Drie Kleine Biggetjes” , 
die gevangen zaten bij de Grote Boze Wolf. De wolf ging regelmatig kijken of  
de buikjes van de biggetjes al dik genoeg waren… 
Greta kan soms schalks uit de hoek komen. 
 
 
 
 
De naam van dit recept luidt officieel: “in cider gestoofde varkensmedaillon   
met appels”. 
is de beschikbaarheid van dagvers geplukte Jonagold  appels uit ons eigen Limburg.  
Veel beter dan de bewaarappels op andere momenten van het jaar!  
 
 
Recept maart 2010 (Spanje): 
 
ingrediënten voor 3 
 
bereiding 
 
 
1 el olijfolie 
 
indien varkenshaasje: snij in stukken van 2 cm dik 
 
 
600g varkensmedaillon of -haas 
 
bestrooi met pezo aan beide kanten 
 
 
1 grote ui, fijngesneden 
 
bruin het vlees aan beide kanten, zet apart 
 
 
2 el cider- of witte wijn azijn 
 
bind het bouquet garni samen met keukentouw 
 
 
15 cl Sidra of cider 
 
fruit de ui in de pan, en voeg daarna toe: 
 
 
20cl appelsap 
 
de azijn, cider, appelsap en bouquet garni 
 
 
1 bouquet garni (tijm, laurier, peterselie) 
 
leg het vlees weer in de pan, doe er nog wat pezo op 
 
 
2 appels 
 
sluit de pan af en breng aan de kook 
 
 
1 el citroensap 
 
schil en ontpit de appels, snij ze in schijven (1cm) 
 
 
een scheut room (+/-30% vet) 
 
als het kookpunt bereikt is, zet het vuur laag 
 
 
pezo 
 
voeg de appels toe, laat enkele minuten verder garen 
 
 
garnituur: krulpeterselie 
 
haal het vlees uit de pan, en de appels als ze mals zijn 
 
 
  
houd vlees en appels warm, laat het kookvocht inkoken 
 
 
  
op hoog vuur en zonder deksel, tot een stroperige saus 
 
 
  
dik, indien nodig, aan met wat maïzena express 
 
 
  
verwijder het bouquet garni 
 
 
  
voeg de room toe en laat 2’ doorkoken, al roerend 
 
 
  
leg de appels op borden en vlees er bovenop 
 
 
  
overgiet met de saus en garneer met peterselie 
 
 
 
 
 
Nog een merkwaardig iets: In Spanje heb ik porties gemaakt voor drie personen, 
en nu dit gelijkaardig recept in België voor vier. Begrijp ik zelf niet goed. 
En we zijn maar met ons twee om het op te eten! 
Nochtans is er ook goed nieuws! 
Mocht er onder de lezers iemand zijn die toevallig moet koken voor zeven personen, 
dan is het heel gemakkelijk: maak de twee gerechten en klaar is Kees! 
 
 
 
Recept juni 2011 (België): 
 
ingrediënten voor 4 
 
bereiding 
 
 
olijfolie 
 
ontpit de appels, schil ze en snijd ze in schijven 
 
 
varkensmedaillon of mignonette 
 
verwarm de olie in een bakpan, doe pezo op het vlees 
 
 
1 ui, fijngesneden 
 
bruin de medaillons aan alle kanten, zet het vlees apart 
 
 
2 el ciderazijn 
 
fruit de ui in de pan, tot de stukjes glazig en mals zijn 
 
 
15 cl cider 
 
voeg toe: cider, appelsap, ciderazijn en tijm,  
 
 
25 cl appelsap 
 
leg het vlees weer in de pan, voeg pezo toe aan het vocht 
 
 
2 takjes verse tijm 
 
breng de inhoud van de pan aan de kook, verlaag dan het vuur 
 
 
2 appels (Jonagold, Golden…) 
 
laat 5’ sudderen en voeg de appelschijven toe, sluit de pan 
 
 
3 el (soja)room 
 
laat 5’ verder garen, haal vlees en appels uit de pan, zet apart  
 
 
platte peterselie als garnituur 
 
laat het kookvocht inkoken op hoog vuur en zonder deksel 
 
 
eventueel wat maïzena express 
 
laat koken tot een stroperige vloeistof, verwijder de tijm 
 
 
pezo 
 
indien nodig, voeg wat maïzena express toe om in te dikken 
 
 
  
voeg de room toe en laat kort doorkoken 
 
 
  
verwarm het vlees en de appels nog even in de saus 
 
 
  
  
 
 
											18-09-2011, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											 
										
											 
										
											
											
											  
  
Ik moet toch wel volledig van de kaart geweest zijn, want voor vier porties voorzie  
ik in België slechts drie stukken vlees.  
Waarschijnlijk had ik voor de vierde portie een vegetariër in mijn hoofd.  
Nog een gekookt aardappeltje en we zijn er. 
 
  
  
Hoe dan ook, het resultaat is geslaagd, en is uiteindelijk op tafel beland. 
  
  
  
  
Ik had nog toevallig één lokaal flesje cider uit Normandië, en dat maakt het af. 
Zowel het gerecht als mijn tekst. 
 
  
  
  
Eindelijk. Deze week zijn we voor de negende keer met Olaba(*) vier dagen   
gaan fietsen. Daarna zijn Greta en ikzelf gaan kijken en luisteren naar “Aida”,  
 prachtige musical van Elton John en Tim Rice, in Knokke.  
Dan zijn we twee dagen in Antwerpen geweest, en brachten onder andere   
een halve dag door in het stijlvolle MAS (Museum Aan de Stroom).   
Gisteren avond waren we aanwezig met de familie in de Antwerpse 
 Stadsschouwburg, bij de vertoning van het klank- en beeldspektakel  
“We will Rock you”  met Queen muziek en superbe technische hoogstandjes.
En vandaag heb ik eindelijk mijn blogje kunnen updaten, in stukjes en brokjes. Oef! 
 Twee dagen rust nu. 
  
  
  
Bereid in België als variante op een recept van Carrefour: Slim Koken 
  
(*) Olaba: Organisation de loisirs agréables & blabla amical 
  
  
  
  
											18-09-2011, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											06-09-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
  
Beste lezer, wil me excuseren voor de vertraging van dit vervolgstukje, maar er zijn 
 technische problemen geweest met mijn blog. Zo is o.m. de volledige rechterkolom  
een tijdlang verdwenen. 
Het probleem is voorlopig (?) opgelost, na verwijderen van sommige teksten  
en foto’s, onder het toeziende en helpende oog van “Redpoppy”,  blogmaster.  
  
Mochten er nog bloggers problemen zien opduiken op hun weblog, neem dan 
 contact met redpoppy. Vanaf vandaag is ze bij mij genoteerd als “Pretpoppy ”. 
  
TIP: ga nog eens kijken naar de Photoshop dag in Antwerpen in 2010!! 
Ga daarvoor in de rechterkolom naar Zoeken in blog en tik “Schelde” en 
 “Zoeken”. 
  
Nu terug naar Gent. 
In het centrum van een grote stad met veel water is er altijd veel beweging.  
Zo ook aan de Graslei in Gent, een populaire plek in de stad.  
 
  
  
  
Deze omgeving heeft heel wat te bieden. Kijk hieronder maar naar het bord dat 
 langs de kade neergepoot is. Je kunt zelf je creativiteit   de vrije loop laten,  
en verschillende dingen van het (gratis) aanbod combineren. Afhankelijk van je 
 leeftijd weliswaar. Probeer maar eens een paar combinaties uit.  
Het zwerfaval zou ik letterlijk en figuurlijk ter zijde laten. 
Wat de “relaxen  
Maar die kon er vandaag niet bij zijn.  Hij heeft zijn trein gemist.  
We kunnen het hem dus niet vragen.  
 
  
  
  
En toch! Geen vijftig meter verder vinden we misschien al   
een hint en een aanzet om het bord beter te begrijpen.  
Een aantal omschreven elementen van het bord zie je te voorschijn   
komen op deze poster. De Gentse blondjes staan trouwens bekend voor  
hun godvruchtigheid, en deze uitspraak komt dus niet als een verrassing.  
  
P.S. Wat me nu wel verrast is dat mij linkerhand mee midden op de foto staat,  
met een bijna onbedwingbare neiging om het been van het blondje te ontharen. 
 
 
  
  
Als je met Limburgse jongedames op pad bent, kan je de gekste dingen zien. 
Zoals met deze twee hier, die een heldhaftige ridder gevonden hebben,  
en lieftallig in het “floschke”  (van het zwaard) knijpen.  
“Floschke ” is” embrasse”  voor de Nederlanders.  
 
  
  
  
  
Vanaf nu worden al onze zintuigen onderweg continu  
geconfronteerd met elementen die de eetlust opwekken.  
Neem nu deze puntzak met goudgele krokant gebakken frieten.  
Hij is waarschijnlijk groot genoeg voor de ganse bende,   
maar wij hebben afspraak in het Vleeshuis  voor de lunch. 
 
  
  
  
Het restaurant van het Groot Vleeshuis  
promotie voor streekproducten. 
De lunch is voortreffelijk, en zo proef ik als voorgerechtje een heerlijk slaatje   
met Ganda ham (die hier ten overvloede aan de eikenhouten zoldering hangt). 
  
De pièce-de résistance is Gentse Waterzooi met een touch van kerrie,  
en om de laatste gaatjes te vullen, zijn er Mattentaarten uit Geeraardsbergen.  
  
Als je foto’s wil zien van lekker eten, kijk dan niet hier, maar naar de tientallen 
 gerechten die ook in deze blog zelf zijn bereid, gefotografeerd,  
en door de slokdarm gepasseerd. 
 
  
  
  
Tussen de gerechten door worden de senioren aangenaam verrast met gepaste 
 achtergrondmuziek. Het stilaan traditionele en sprankelende muzikale duo   
zorgen weer voor een hoogstaand optreden.  
Oldies but Goldies! 
 
  
  
  
Na de heerlijke streeklunch zetten we terug een stapje in  
de Gentse buitenwereld.  
Wat is er Gentser dan het Gravensteen? Het is de enige 
 overgebleven middeleeuwse burcht in Vlaanderen.  
Al in de 9de eeuw zou de Graaf van Vlaanderen de eerste  versterkingen   
hebben laten oprichten als verdediging tegen  de invallen van de  Noormannen .  
Weinigen onder onze Senioren zullen zich dit nog herinneren. 
  
  
  
 
In Gent is voldoende water aanwezig om rustig op te dobberen.  
Wat is er aangenamer dan verpozen op een waterterrasje tijdens de hete ( ☻ ) 
 Belgische zomer? 
 
  
  
  
Dit prachtige kunstwerk, met zijn sobere maar doordringend en non-conformistisch, 
 minimalistisch lijnenspel is gemakkelijk te vinden naast de St-Baafs kathedraal.  
Volgens het etiket staat het bekend onder de naam “De Opengepelde Banaan”. 
Nee toch! Achteraf zie ik aan het Sint Pietersstation nog ongeveer   
tweehonderd maal een kopie van ditzelfde kunstwerk!  
Wist ik veel dat het meestal gebruikt wordt als fietsrek. 
 
 
  
  
  
Van een totaal ander kaliber is dit stuk metaal.  
Is het een brandblusapparaat? Is het de verrekijker van Gulliver?  
Ook weer niet. Het is de Dulle Griet. In de buurt van de Vrijdagmarkt,   
op het Groot Kanonplein staat deze monumentale gietijzeren bombarde. 
Oorspronkelijk had het al deze rode kleur, en het werd daarom destijds de   
”groten rooden duyvele”  genoemd. De kolos werd gemaakt in 1431, en werd  
in 1578 gebruikt in de strijd tegen de Spanjaarden. Met weinig succes overigens. 
 Het projectiel vloog slechts enkele centimeters ver, en ligt er nu nog. Zie foto. 
 
 
  
  
  
Op de Groentenmarkt is een merkwaardig winkeltje. Boven de ingang kan je onder 
 meer   lezen “Mostaardfabriek ”.  
Hier wordt de wereldbekende mosterd gemaakt van Tierenteyn! 
Men stelt zich soms de vraag waar Abraham de mosterd haalde.  
Het antwoord is: hier . 
  
  
  
  
Het pand en de fabriek dateren al van 1818. Het “gele goud” wordt nog altijd 
 volgens hetzelfde recept gemaakt. Oorspronkelijk werd alles manueel gedaan,  
en na verloop van tijd werd het productieproces “geautomatiseerd” met een 
 stoommachine. Zelfs nu nog kan men de exclusieve mosterd kopen geschept 
 vanuit een houten kuip met een grote houten lepel. 
  
Alle grote chefs uit de klassenrestaurants van over de hele wereld kopen hun 
 mosterd bij Tierenteyn. Ik heb natuurlijk ook een bokaaltje gekocht, en binnenkort 
 kunnen jullie hier genieten van receptjes, gemaakt met de allerbeste mosterd. 
 
  
  
  
De Toverfluit  van Mozart krijgt tegenwoordig behoorlijk concurrentie van Merlijns 
 Toverfruit.  Je kunt het zelfs zowel lekker warm als ijskoud drinken.  
En het fruit is zelfs biologisch! Sterk is dat. 
  
  
  
  
Maar alles kan beter!  
Bakkerij Imschoot staat hier met zijn beste neuzen.  
Die zijn pas biologisch!  Zelfs Pinoccio prijst hier de andere neuzen aan.  
Voor degenen die het niet zouden kennen: het is mauve tot bruinachtig snoepgoed, 
 in de vorm van een kegeltje.  
Ze zijn in hoge mate   verslavend, en ze liggen hier vooraan in het snoepkraam.  
  
In Antwerpen gaan ze door het leven als “cuberdons”.  Je kunt ze eens googelen, 
 maar je kunt ze ook opeten, en dat heeft de voorkeur. Ik ken zelfs iemand uit de 
 Sennet Photoshop sfeer uit Antwerpen (nickname is L…S), die in Gent zijn 
 cuberdons komt halen.  
“Ze moeten een ietsje bruin zien, dat zijn de beste”, pleegt hij te zeggen.  
 
  
  
  
Om de graffiti spuiters onder controle te houden is er in Gent door het stadsbestuur 
 een (smalle) straat voorbestemd om over de ganse lengte bespoten te worden. 
Hier zie je zo een artistieke spuiter aan het werk. 
 
 
  
  
  
Er zijn een massa werken te zien, zoals deze kleurige  
toekan bijvoorbeeld.  Doordat de ruimte beperkt is, kan je  
om de week teruggaan en nieuwe dingen zien. 
 
  
  
  
Gent komt inderdaad met bepaalde initiatieven soms  
origineel uit de hoek. Zo hebben ze ook weer dit unieke  
verkeersbord. De straat waar dit bord hangt is enkel  
toegankelijk voor nieuwssamengestelde gezinnen,  
met in totaal ten minste twee kinderen. 
De volwassenen die de straat willen gebruiken, moeten  
een handje geven, de kinderen moeten een jongetje en  
een meisje zijn, en het meisje moet twee vlechtjes in het haar. 
Mocht je als buitenstaander naar Gent willen, let goed  
op de verkeersborden! 
  
  
  
In de late namiddag worden we overvallen door een korte,  
maar fikse regenbui.  In de bootjes hebben ze het water  
ook liever uitsluitend aan de onderkant. 
  
Niemand beseft op dit moment welke gevolgen het  
doortrekken van dit slechte weer front zal hebben voor  
Pukkelpop, waar vandaag nog een aantal doden zullen vallen.  
  
  
  
  
Wanneer we de dag besluiten, en terug naar het station  
gaan, blijkt dat er heel wat vertraging zit op het treinverkeer.  
Ook onze directe trein van Gent Naar Knokke heeft een pak vertraging, omdat hij 
 van Tongeren komt, en door Limburg rijdt, waar de tragedie zich heeft voorgedaan. 
 Wij kunnen de vorige stoptrein nog nemen, maar voor een aantal mensen, vooral  
uit Nederland en Limburg, zal het wellicht al bijna nacht zijn, als ze weer thuiskomen. 
  
  
  
  
  
. 
											06-09-2011, 23:50 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											24-08-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
Naar goede jaarlijkse gewoonte verzamelt de harde kern van de Photoshoppers   
op een of andere interessante plek. De bedoeling is elkaar nog eens te zien  
en  (tot op zekere hoogte) te voelen, foto’s te nemen, te lunchen en kortom,   
er een leuke uitstap van te maken. Photoshop Day is 18 augustus. 
Vorig jaar waren we in Antwerpen, voordien in Blankenberge, en nu in Gent. 
  
We starten met een koffietje in het Groot Vleeshuis op de Groentemarkt.  
Dit historische pand heeft zijn naam niet gestolen. Het herinnert aan de 
 middeleeuwse functie van overdekte markt voor de verkoop van vlees.  
Nu het vleeshuis door de provincie is ingericht als promotiecentrum voo r  
Oost-Vlaamse streekproducten, doet het pand zijn naam weer eer aan.  
Deze locatie leent zich gemakkelijk voor dit evenement met een grote  
groep deelnemers. 
Er is vandaag met de 85 Photoshoppers in Gent trouwens  
een pak groot vlees   voorhanden.  
Aan de ingang weten we al dat we juist zitten.  Op de poster  
staan enkele logo’s die ons niet helemaal onbekend zijn. 
 
 
  
  
  
Het weer is (voorlopig) goed, de koffie smaakt, de sfeer  
is opperbest.  De ongeveer 50 leden van wat ik noem  
de “bikkelharde”  kern hebben mekaar onlangs  al gezien  
in Brugge en in  Neerpelt, maar voor de “gewone”  harde  
kern is het laatste   fysisch contact al een jaar geleden.  
Genoeg nieuws om te vertellen dus.  
En om wat te kletsen.  
De meeste deelnemers zijn vrouwen, waar ik helemaal  
niets mee wil bedoelen, wel in tegendeel.  
  
  
  
  
Na de koffie gaan we terug de frisse Gentse lucht in,  
en is iedereen volledig klaar,  opgewarmd en afgekoeld voor het stadsbezoek.  
 
  
  
  
Een superenthousiaste gids (uit de Photoshop entourage uiteraard) die de buurt  
als zijn broekzak kent, maakt de Photoshoppers zo mogelijk nóg slimmer,  
aan de hand van weetjes en pikante anekdotes uit heden, verleden en toekomst. 
 
  
  
  
Natuurlijk worden er massa’s foto’s geschoten in deze fotogenieke buurt.  
Iedereen in de groep heeft zijn toestel in aanslag, en zoekt naar dé foto van Gent.  
Alle soorten toestellen worden boven gehaald. Van het eenvoudige Lumix 
 apparaatje, zoals het mijne, tot de meest geavanceerde knotsen van camera’s.  
Alle modellen passeren de revue. De fotografen staan op scherp. 
 
  
  
  
Gent heeft veel te bieden aan de bezoeker. En als je niet weet waar naartoe,  
maak dan je keuze via goed uit de kluiten gewassen wegwijzers en borden. 
 
  
  
 
Voor elk wat wils. Je kan te voet rond, of je stapt in een boot bijvoorbeeld.  
  
  
  
Het belfort van Gent staat er hoog en eenzaam bij. Geen Londense Big Ben,  
maar toch een Small Bennetje. Het is nu kwart over elf,  
er is dus nog geen  haast bij voor de lunch. 
 
  
  
  
Wie er óók heel eenzaam bij staat, is dit arme lammetje.  
Waarschijnlijk heeft dit beestje toch wel trek in een stevige  
graslunch. Van stenen kan je niet eten. 
 
  
  
  
Gelukkig is de redding nabij. We zijn vlakbij de Graslei,  
enkel toegankelijk voor echte graseters.  
Menselijke personen mogen hier niet door. Ze moeten  
naar links en zijn verplicht een andere weg te nemen. 
 
  
  
  
Via die andere weg komen we aan een waterloop.  
Op een van de reddingsboeien aan de kant heeft  
Teleonthaal een sterke boodschap achtergelaten. 
 
  
  
 
Al in de middeleeuwen dachten de Gentse vrouwen  
geconcentreerd na over de grote vraagstukken des levens.  
“Alles went, behalve een vent”,  komt uit Gent.
  
  
  
  
Degenen die zich niet te voet of met een bootje willen verplaatsen,  
kunnen opteren voor tram, bus of achter een edele viervoeter aanzitten. 
  
  
  
  
Sportieve Photoshoppers blijven natuurlijk liever met beide voeten op de grond. 
 
  
  
  
Gent in al zijn pracht met de drie torens op een rij. Het lijkt wel alsof ik hier  
een promotieactie aan het doen ben voor de Gentse dienst van toerisme!  
Niets is minder waar natuurlijk, maar het is toch fantastisch om dit te kunnen 
 bekijken.  
 
  
  
 
Het lijkt hier wel een decor voor een middeleeuws steekspel voor stoere ridders  
en frêle jonkvrouwen. Keizer Karel is hier ergens geboren in het jaar 1500.  
Grappig dat men in Spanje denkt dat het een Spanjaard is. Ik geef hem geen 
 ongelijk dat hij naar daar is gaan wonen.  
Hij ging daar door het leven onder de naam Don Carlos. 
 
  
  
  
Nog een van die stoere ridders is de heldhaftige heilige ridder Sint Joris, met  
zijn onafscheidelijke vuurspuwende draak. Persoonlijk vind ik de draak eerder een 
 uit de kluiten gewassen leguaan.  
Ik heb (in Hollywood films) al groter draken zien rondlopen. 
 
  
  
  
Overdag stelen ze de show in een gezellig onderonsje  
draak-steken en riddertje-happen, maar ’s avonds gelden  
andere prioriteiten.  
Gentenaars staan al sinds de middeleeuwen bekend als  
gewiekste ambachtslieden en handelaars. 
Dus wordt tegen het uur van het diner de draak ingeschakeld 
 om met zijn vurige adem op een BBQ allerlei vlees en vis  
te grillen. Wegens de hoge temperaturen loopt het personeel  
er dan ook eerder licht gekleed bij. 
 
  
  
 
Aan bootjes geen gebrek. Op dit ogenblik zijn er geen wolken  
te zien en alles is vredig, maar dat zal nog veranderen. 
 
  
  
  
De echte Photoshop sfeer zit er bij sommigen al goed in, ofwel denken ze al aan  
de lunch met Oost-Vlaamse specialiteiten die ons opwacht in het Vleeshuis. 
 
  
  
Wordt vervolgd. 
  
											24-08-2011, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											15-08-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
  
Rosas (Roses voor de Catalanen) is een kuststad aan de Costa Brava,  
in de noordelijke provincie Gerona. Het ligt op 40 km van de Franse grens en  
160 km noordoost van Barcelona. Met de Cap de Creus in het noorden vormt  
de golf van Rosas een 15 kilometer lange bocht met een uitgestrekt mooi strand.  
Al in de 8ste eeuw vóór Christus werd de plaats door de Grieken gesticht en is  
als zodanig vernoemd naar de Grieken uit Rhodos, die zich hier als eersten  
in dit mooie gebied hebben gevestigd. 
  
 
  
  
  
We hadden een kamer geboekt in het charmehotel Carmen.  
Dit logies is moeilijker te vinden dan eerst gedacht, vooral door de vele  
smalle eenrichtingsstraten in het oude centrum.  
Eerst vragen we de weg aan een gevelschilder, die zolang uitleg geeft tot  
zijn verfborstel uitgedroogd is. We volgen wel zijn   aangeduide richting, en rijden  
wat rondjes, tot we het kantoor zien van de Policia Local.  
Daar ga ik het binnen vragen aan een “jong poepeke”. 
  
  Naar verluidt plakt het hotel pal aan de achterkant van het politiegebouw, 
of omgekeerd. “Ga maar eens te voet kijken”, zegt ze.  
Ik replikeer: “Ja, maar we mogen hier niet parkeren…” (in het Spaans, want  
anders verstaat ze het niet).  
“No problema”, is het antwoord. We laten de wagen (de linkse) dan maar staan. 
  
  
  
.   
De kamer is klein, maar perfect ingericht. We zitten op de vierde verdieping,  
en hebben een terras met ligzetels, dat groter is dan de kamer. 
Nu het nog licht is, gaan we de benen strekken aan de dijk  
en in de smalle,  gezellige winkelstraatjes van Rosas,  met  
een rustpauze in een bar aan  de Paseo Maritimo.    
  
  
  
 
Bergen merenguetaart die zich opstapelen in de etalage  
van een bakker doen  er ons aan denken dat we nog iets moeten happen  
voor het avondmaal. 
 
  
  
We proberen het typische Spaans restaurant “La Cala (de baai) in het  
oude centrum van Rosas.  
Een entrecote voor Greta en een vis voor mij, gespoeld door een fles  
Cune Crianza maken dat de grootste honger (en dorst) tot het verleden behoort. 
 Voor mij heeft deze dag nog iets extra in petto. Ik ben helemaal geen dessertman, 
 maar ik maak graag één uitzondering: Crème Catalane . 
Of Crème Brulée . Let er op dat ik dit lekkere ding bewust met Hoofdletter schrijf! 
Waar kan je het beter eten dan in Catalonië? Als ik nu die foto weer bekijk,  
moet ik me haasten om mijn klavier te beschermen met een dunne laag plastic, 
 tegen de kwijl. 
 
  
  
 
Als je de Google satellietfoto bekijkt, zie je Rosas liggen onderaan links.  
De havenpieren zijn goed zichtbaar. De zonsondergangen in Rosas zijn zeer mooi, 
 door de uitzonderlijke ligging op het westen.  
Dat levert de fraaiste kleuren op en deze overgieten de bergen landinwaarts. 
Cadaqués ligt aan de rechterkant in een prachtige baai, bij de rode punaise.  
Tussen Rosas en Cadaqués bedraagt de afstand ongeveer twintig kilometer,  
en de weg is smal en slingerend, maar met veel natuur en mooi. 
  
  
  
  
Het stadje Cadaqués (rechts in het purper) wordt omsloten door een natuurpark, 
 met hoogtes tot boven de zeshonderd meter.  
Cadaqués is een mooie oude vissersplaats in de provincie Girona, regio Catalonië 
 in het uiterste noordoosten van Spanje. Het plaatsje is gelegen aan de Costa Brava   
en situeert zich in het zuiden van het Natuurpark Cap de Creus,  
dat  ongeveer 10 kilometer tot in zee uitloopt en dat het karakteristieke landschap 
 van de Costa Brava duidelijk weergeeft.  
  
De inwoners van het kleine dorpje leven voornamelijk van het toerisme en  
de visserij. Cadaqués krijgt veelal de titel van mooiste dorp van de Costa Brava  
en verdient dit ook. Het plaatsje wordt gekenmerkt door smalle  
straatjes met allemaal witte huisjes, niet te veel toeristen,  
en het bekende kerkje, dat het dorp domineert.  
  
  
  
  
Indien je met de wagen naar Cadaqués komt, dan is het  
handig om weten dat er een gemeentelijke parking is aan de rand het dorp.  
Ook niet meer dan dat.  
We parkeren de wagen op de ruime parkingplaats, en dalen af naar het centrum  
tot op de dijk, waar mooie gevels staan te pronken.  Langs de dijk staan rijhuizen  
 met prachtige, schilderachtige gevels.  
De plaats heeft geen mooie eigen stranden. 
 
  
  
 
Maar dat wordt goedgemaakt door andere troeven. Zelfs een heuse Casino trekt  
de aandacht. Het stadje telt slechts een drieduizendtal inwoners, maar het Casino 
 zal waarschijnlijk voor anderen bestemd zijn. 
 
  
  
 
Vanaf de dijk heeft men een mooi zicht op het strand en de baai.  
Een soort Yucca bomen bakenen de dijk af.  
 
  
  
  
Slimme bewoners hebben hier hun privé-haventje, dicht bij huis.  
Even een visje vangen voor de BBQ, en weer terug. 
 
  
  
 
 
Talrijke kunstenaars en intellectuelen hadden honderd jaar  
geleden een band met Cadaqués: Picasso, Klein, Chagall, Max Ernst, Federico 
 Garcia Lorca, Salvador Dalí en  Joan Miró  waren hier thuis en deden inspiratie op.. 
  
  
  
  
En dit is toch wel speciaal. Als ze dit in New York hadden, zou de stad  
absoluut beter verlicht zijn. Waarschijnlijk zat een van de inwonende  
kunstenaars er voor iets tussen. 
  
  
  
  
Sommige gebouwen zijn heel fraai, en goed bewaard  
gebleven. Gereed om vast te leggen op een  canvas. 
 
 
  
  
  
Er is een fraai zicht op het kerkje en een deel van de huisjes  
vanaf de andere kant van de baai. Schilders konden hier volop hun inspiratie  
op botvieren. 
  
  
  
 
 
Zelfs de winkeltjes zijn geïnspireerd door de beroemde inwoners van een eeuw geleden. 
Men vindt hier zelfs een mierenmutant met acht in plaats van zes poten.  
Ook die worden visueel vastgelegd voor de eeuwigheid.  
 
 
  
  
  
Hier is nog zo een mogelijke inspiratiebron voor kunstenaars.  
Greta zit al klaar tegen dat de eerste langs komt met verf en borstel. 
  
  
  
  
											15-08-2011, 21:58 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											08-08-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											
Van het vorig stukje is het onmogelijk gebleken het laatste gedeelte 
 up te loaden naar Seniorennet.  
Het betreft tekst en een viertal foto's.  
Ik heb het vier maal geprobeerd sinds gisteren namiddag.  
Het uploaden vraagt telkens een heel pak (apen)werk.  
Er zijn duidelijk ergens technische problemen, buiten mijn wil.  
Hierdoor verliezen mijn gerechtje en bijhorigheden natuurlijk  
veel van hun waarde. Sorry. 
Indien het niet opgelost is tegen einde van deze week,  
overweeg ik om definitief te stoppen. Er zijn grenzen. 
 
											08-08-2011, 18:45 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											31-07-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
  
De drang is er weer. Het is mei, en alle vogeltjes, althans de wijfjes, leggen een ei. 
Maar je mag niet alles geloven wat ze zeggen, en zeker niet wat in de krant staat. 
Elk jaar gaan we dus terug naar de bakermat om dat ei-leggen te controleren. 
  
De dag dat we van Spanje met de wagen terugrijden naar België, is ontspannend. 
De stress van het inpakken, en de afscheidskussen met de vrienden zijn volledig 
 voorbij. Het laatste "we gaan toch nog eens samen eten hé" is achter de rug. 
  
Deze rustige dag, deinend over de Autovia, gaat ons nu tot Valencia brengen. 
We vertrekken volledig relax rond 9 uur. Op de kilometerteller staat 50050 km. 
Rond 10 uur doen we een stop langs de autoweg voor een licht ontbijt. 
We hebben 100 km gebold en een ‘tostada’ met verse tomatenpulp, besprenkeld 
 met wat olijfolie en wat pezo gaat gemakkelijk naar binnen.  
Zeker als de koffie zo lekker is als hier.  Van dit soort eetstops zijn er tientallen,  
en deze is niet beter of slechter dan de andere. 
Ik noteer: Hotel restaurant “Rosario”,  behoorlijke ontbijtstop.   
 
  
  
  
Een uur of zo later rijden we langs de Sierra Nevada. De hoogste pas waarover  
we rijden, ligt op ongeveer 1400 meter.  
De omgeving van de Sierra heeft het lentegevoel te pakken, niettegenstaande  
de hoogte.  
 
  
  
  
Als je nauwkeuriger kijkt, zie je dat de Sierra Nevada nog flink onder de sneeuw zit. 
De hoogste top ligt of staat ongeveer op 3400 meter, en tot begin mei kan men  
hier skiën. 
 
  
  
  
We tanken net voor de stad Lorca. Gelukkig zijn we hier geen tien dagen later,  
want dat is het moment van een hevige aardbeving, met ernstige schade.  
De kerktoren stort neer pal naast een reporter.  
Deze gril van de natuur kost ook het leven aan een dozijn mensen. 
  
Rond Elche kiezen we voor de autoweg naar Valencia, via het binnenland.  
De kustweg via Alicante en Benidorm is mooier, maar het is een tolweg,  
en Autopista,  en hij is wat langer in afstand. 
  
Langs deze rustige autoweg zitten we echt in het Spaanse toeristarme binnenland, 
 en we rijden regelmatig langs kastelen van middeleeuwse krijgsheren.  
Ook de Moren hebben hier letterlijk hun steentje bijgedragen om alle kastelen  
op de heuvels te krijgen. 
 
  
  
  
Stilaan worden de oude constructies gerestaureerd en toegankelijk gemaakt. 
Zoals hier met het kasteel Monfort. 
 
  
  
  
Voor de grotere kastelen, zoals het volgende, zal er niet veel Spaanse euro’s  
meer overblijven vrees ik. Misschien kunnen ze wel een aantal kastelen verkopen, 
 en ze exporteren naar het Midden Oosten of China, waar er nog geld zat is.  
Let op, dit is niet zo idioot. De Engelsen hadden al het voorbeeld gegeven met  
de London Bridge, die nu ergens in een verloren woestijn staat, in Arizona. 
  
 
  
  
  
Na een comfortabele rit komen we aan in Alfafar, een deelgemeente van Valencia. 
Alfafar is niet te verwarren met ‘farfalla’ , want dat is pasta, om te eten dus. 
Zeg ook nooit ‘Alfalfa ’, want dat zijn ontkiemde zaden van de Luzerneplant. 
Misschien komt er ooit eens iemand op het idee een recept te maken met farfalla 
 én alfalfa in combinatie. Ik vind wel dat het dan moet genuttigd worden in Alfafar. 
  
Valencia is de derde stad van Spanje, na Madrid en Barcelona.  
De stad is enorm groot, maar zeer ruim en rustgevend. Ons hotel heet ‘Albufera’,  
en ligt in het commerciële centrum ‘Albufera’. Waarschijnlijk geen toeval. 
 
Vorig jaar verbleven we in hetzelfde aparthotel.  
Een groot salon, keuken met goed werkende koelkast, waar we nog enkel dingen 
 insteken, slaapkamer en badkamer met UV lampen, voor een prijsje. Aanbevolen. 
Het is een goed adresje, want het ligt binnenin een commercieel centrum. 
Greta is op zoek naar nieuwe tennispantoffels, en ze vind het ideale paar in  
een reusachtige outlet winkel, hier ter plaatse. 
  
  
  
  
Deze plaza is vrij groot, en alle soorten winkels zijn present.  
In het centrale deel van het nieuwe complex ligt een kruispunt met fontein. 
De reden dat het hier ‘Albufera’ heet is niet toevalligl.  
Niet ver hiervandaan ligt het fantastische natuurpark met dezelfde naam.  
Enkele tijd geleden hadden we daar een origineel bezoek met een paar vrienden. 
Interessante info kan je vinden elders op deze blog. 
  
Klik aan de rechterzijkant op “01-2011”. Het is op de blog gezet op 26-01-11. 
Of ga naar “Zoeken in blog”, eveneens rechterzijkant blog en tik “Albufera”.  
Geweldig interessant bezoek was dat! Ook gastronomisch . 
 
  
  
  
We gaan (heel) stilletjes  in de richting van het uitstekende restaurant  
van vorig jaar, want daar lusten we nóg pap van. 
Onderweg komen we langs een shopping mall, die vorig jaar nog niet op punt stond. 
De ingang doet er ons aan denken dat de nationale kleuren van Spanje rood  
en geel zijn. Het is er duidelijk aan te zien. 
  
 
  
  
We belanden vrijwel onmiddellijk op een kleurrijk binnenplein met twee 
 verdiepingen winkels, en daarboven nog een verdieping bestemd 
 voor amusement, met bioscopen en ander plezier. 
 
  
  
  
Bij het ontwerp kwam duidelijk veel ijzerwerk kijken, en met de kleurige decoratie  
is het hier best gezellig, en tegelijk een beetje artistiek van inslag.  
Het heeft een lichte Calatrava-toets, waarvan de bekendste en authentieke  
stukken op minder dan 10 km   afstand staan.  
(in blog zie: “Valencia”  bij de zoekfunctie)  
  
  
  
Als je het van op iets verdere afstand bekijkt, vallen de witte parasols beter op.  
Een terrasje op de juiste plaats, op het goede moment. Dat doet er ons aan  
denken dat we toch wel recht hebben op een beetje vloeibaar genot, na de lange  
rit van 660 km. 
 
  
  
  
Bij mij slaat het dorstgevoel ineens toe. Greta heeft altijd dorst. Even bestellen…  
  
  
  
  
En wat wordt het? “Dos…hm hm…cervezas por favor!”  
Groot, en stevig gekoeld. 
  
  
  
 
Het aperitiefje hebben we gehad. We stappen op en nu gaan we voor het  
echte werk naar het Italiaanse restaurant “Gino’s”. We gaan vanavond niet  
te laat slapen, om morgen vroeg lekker fris uit de veren te wippen (zeker Greta).  
 
  
  
  
Het is 20 uur, en we zijn moederziel alleen in het restaurant.  
(als we later doorgaan, om 21u30, zit het vol. Duidelijk Spaanse uren) 
  
Laten we, in afwachting van de plat-de-résistance een kleinigheidje binnenwerken, 
 onder de vorm van tapa’s. Scuzi, in het Italiaans zijn dat “antipasti”.  
Eén schotel voor twee personen volstaat ruimschoots. Zoals men in Spanje  
pleegt te zeggen: “para compartir”. Het zijn acht verschillende tapa’s. 
  
  
  
  
Rechtzetting: het wáren er acht. Terwijl ik mijn fototoestel even afstel, is er al eentje 
 verdwenen. Ik weet niet hoe het van de tafel is gevallen. 
 
  
  
  
Het hoofdgerecht is weer subliem: ik neem een “lasagne funghi”,  maar hij is  
zo lekker dat ik er zelfs niet aan denk van een plaatje te nemen. Dan maar  
het nagerecht op het fotootje, een citroensorbet met Bulgaarse yoghurt.  
En een fles Rioja om goed te slapen. 
 
  
  
  
Wanneer we voldaan terug naar het hotel wandelen is het voetpad waar we  
over moeten, afgesloten door de Policia Local met roodwitte linten.  
De reden zie je hier: wat zou dit kunnen zijn? Quizvraag, multiple choice.  
Nieuw soort paddenstoel? Een opgesteven koeienvlaai? De pruik van Helmut Lotti? 
Het is alleen maar een tijdelijk bijennest, met bijen die onderweg zijn, zoals wij. 
En morgen gaan we naar Roses, een bekend kustplaatsje in Catalonië.  
  
  
  
  
											31-07-2011, 23:29 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											24-07-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
  
  
  
Een konijn kan een hazenlip hebben, maar een haas heeft nooit 
 een konijnenlip. 
Nu we dat weten kunnen we er aan beginnen. 
  
De potten hebben bijna geen zin meer om warm te worden,  
en de pollepels  vertonen beginnende tekenen van roest.  
De kruiden zijn in staking. 
 
Ze voelen zich neerslachtig, nu ze al zo lang niet meer aan bod zijn gekomen. 
En sommige van mijn gewaardeerde lezers willen ook weer de kwijl over hun 
 (hazen)lippen voelen stromen, en daarom gaan we vandaag resoluut de keuken in.  
Samen met een konijn , of toch een deel ervan.  
Ik ga vandaag niet proberen een wit konijn uit een hoed te laten komen, maar een 
 bruin konijn uit de pot, gesmoord zelfs. Met kleurige smaakvolle zuiderse paprika’s. 
 
  
  
  
Konijnen en hazen zijn merkwaardige viervoeters, die op elkaar lijken.  
Toch zijn er enkele essentiële verschillen die de meeste lezers (nog) niet weten…. 
Bijvoorbeeld: een van de meest gekende specialiteiten van een konijn is pijpen 
 graven, en holen. Een haas heeft daar helemaal geen zin in. 
Wat je hieronder ziet is een wild konijn. Tamme konijnen kunnen allerlei fantasierijke 
 kleuren vertonen, maar het wilde exemplaar is gekend voor zijn lichtbruine vacht. 
  
Een veelgemaakte vergissing is dat konijnen  knaagdieren  zijn, dit is NIET het geval. 
 Knaagdieren beschikken in het bovenste deel van het gebit over maar twee 
 snijtanden terwijl haasachtigen er vier hebben. 
Historisch kwam het konijn enkel voor in Spanje en Portugal. Spanje heeft trouwens 
 zijn naam te danken aan het konijn. Toen de  Phoeniciërs  rond de  11e eeuw vóór 
 Christus  Spanje bereikten, troffen ze daar massa’s konijnen aan (die onmiddellijk 
 het hazenpad kozen natuurlijk). 
  
Omdat de dieren erg leken op de voor hen beter bekende  klipdassen ,  
gaven ze  de streek de naam 'i-saphan-im' , het land der klipdassen.  
Deze naam is later door de  Romeinen  verbasterd tot 'Hispania'. 
  
De Romeinen verspreidden en domesticeerden het dier in het grootste deel  
van  het  Romeinse Rijk . Eerst werd het beestje gehouden voor het vlees en de vacht, 
 later ook als  gezelschapsdier .  
De Romeinen hielden het konijn in parkjes met hoge  muren. 
 
 
 
  
 
  
  
Oppervlakkig lijkt een haas veel op een konijn, maar hij is groter, en heeft in 
 verhouding grotere  oren  met zwarte punten op het einde, en langere  ledematen .  
Hierdoor kan hij mooi rechtop zitten. Als een konijn wegloopt, kun je de witte 
 onderkant van de staart zien wippen. Bij de haas is enkel de bovenkant van de 
 staart wit maar aangezien ze hun staart omlaag houden tijdens het lopen kun je 
 enkel de donkere onderkant zien.  
Ook beweegt een haas zich meer met sprongen voort dan een konijn. 
De haas kwam oorspronkelijk voor in een omvangrijk deel van  Europa ,  
met uitzondering van het grootste gedeelte van Spanje. Geen hazen te vinden  
in het zuiden van Spanje, terwijl de konijnen oorspronkelijk van Spanje komen!  
Mijn receptjes van hazenrug kan ik in Spanje verscheuren.  
Goed ook, want ik kan dat toch niet bereiden. 
  
De haas is min of meer een  nachtdier . Overdag is hij slechts mondjesmaat actief, 
 maar op warme zomerdagen is hij ook later op de ochtend en vroeger  
op de avond al bij de pinken. Ik zou zelf een prima haas kunnen zijn!  
Omdat hij geen hol heeft (excuseer even de uitdrukking), moet hij geweldig  
op zijn hoede zijn voor loerend gevaar. 
Zijn slaapje is zo licht, dat hij door ieder geluid of trilling van de bodem wordt 
 gewekt. Een slaapperiode is zeer kort, zelden meer dan een paar minuten.  
Een hazenslaapje dus.  
Op de foto kan je ook al zien dat het een alert knaapje is. 
 
  
  
  
Voorlopig kan ik geen hazenslaapje doen, want de groenten worden nu ongeduldig. 
Een mix van kleurige paprika’s zullen de malse konijnenbillen alle eer aandoen. 
 
  
  
  
Met de billen bloot kan zomaar niet, en een geurig laagje zal bescherming bieden 
 tegen de warmte. Dat is de eerste stap voor het “gesmoord konijn met paprika”.  
Aan de ingrediënten kan je overduidelijk zien dat het een mediterraan gerecht is. 
  
  
ingrediënten voor 2 
 
bereiding 
 
 
500g konijn in stukken  
 
maak een mengsel van bloem, specerijen, kruiden en pezo 
 
 
bloem  
 
haal de stukken konijn hier zorgvuldig doorheen 
 
 
harissa 
 
verhit olie in een kleefpan en bak het beest aan alle kanten bruin 
 
 
1 tl dijonmosterd 
 
leg het konijn op een bord, en fruit in de pan 5’ de ui en de paprika 
 
 
1 tl paprikapoeder (de la Vera) 
 
voeg de tomaten, boeljon toe en breng aan de kook 
 
 
2 lookteentjes 
 
maak de saus op smaak af, met eventueel wat tabasco of peper 
 
 
½ tl gedroogde dille 
 
doe het konijn weer in de pan en schep de saus er over 
 
 
pezo 
 
smoor het konijn op een zacht vuur, 50 à 60’ tot het volledig gaar is 
 
 
olijfolie 
 
voeg de laatste 10’ de wijn toe 
 
 
1 kleine ui in dunne ringen 
 
  
 
 
½ kleine groene paprika 
 
  
 
 
½ kleine gele paprika 
 
  
 
 
½ kleine rode paprika 
 
  
 
 
1 blik tomaten van 400g 
 
  
 
 
1tl laurierpoeder 
 
  
 
 
1 glaasje droge witte wijn 
 
  
 
 
blokje kippenboeljon 
 
  
 
 
 
  
 
Het vlees en de saus worden dus eerst afzonderlijk bereid, in dezefde pan.  
Heel gemakkelijk en snel. 
 
  
  
  
Het konijn mag nu bij de saus in de pan, en we gaan het vocht erover scheppen. 
 
  
  
  
Terwijl het konijn zalig ligt te smoren, heb ik een uurtje de tijd om nog wat meer 
 merkwaardige verschijnselen te lezen over konijnen en hazen. 
Een eerste ding is, dat de tanden van een konijn altijd blijven groeien.  
Dat zou ik voor mezelf ook wel willen. Een gekend probleem bij de tamme  
konijnen is zelfs het bestaan van“olifantentanden” .  
Het omgekeerde, een olifant met “konijnentanden”, is nog niet waargenomen. 
  
Wat ik dan weer een minpunt vind aan een konijn is dat het zijn eigen uitwerpselen 
 opeet. Echt waar, dit fenomeen heeft zelfs een Latijnse naam: coprofagie. 
Gelukkig dat ik dit pas lees als het beest bijna gaar is.  
Anders had ik wel tweemaal nagedacht, vooraleer deze bereiding te beginnen. 
Het gesudderde beest is nu klaar voor consumptie, maar het schijnt dat een paar 
 lookteentjes de mogelijke smaak van zelfverorberde keutels sterk maskeert. 
 
Gelukkig zit dat al in het gerecht verwerkt.  
De uitvinder van dit recept had zeker weet van dit keutelprobleem  
en heeft het aroma en de smaak al aangepast. 
 
  
  
  
De foto in het kookboek van dit gerecht ziet er zó uit. 
  
  
  
En mijn gerechtje heeft een iets andere kleur, maar ik denk dat het verschil niet 
 zozeer ligt in het kookresultaat, maar in de kwaliteit van de camera en de fotograaf. 
Hoe dan ook, het is zeer lekker. 
 
  
  
  
Ter afronding: in mijn woonplaats, Knokke-Heist, ter hoogte van het Zwin,  
staat dit diertje opgesteld. De volksmond noemt het ‘het vliegende konijn’ ,  
of nóg volkser in het plaatselijke dialect: 'het vliegend keun’ . 
Volgens mijn onbescheiden mening zien we hier een haas. 
  
  
Maar wie ben ik?  
Mijn naam is haas. 
  
  
Bereid in België als variante op een recept van ‘Koken voor Twee’, pag.68. 
  
  
											24-07-2011, 18:06 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											17-07-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
  
Voor de allerlaatste keer trekken we de stapschoenen aan, om even de Zaansche 
 Schans te doorgronden. De naam klinkt stokoud, en alles hier is het ook. 
Deze vreemde naam is ontleend aan de  schans  die  de  plaatselijke gouverneur,   
 in dienst  van  Willem van Oranje , in  1574  liet bouwen om zo de  Spaanse  troepen 
 tegen te houden. 
  
De Zaanse Schans behoort tot de stad Zaandam, en ligt aan de Zaan,  
pal tegenover  Zaandijk  en naast de Julianabrug. Het is een bekende openlucht  
attractie met jaarlijks ongeveer 900.000 bezoekers. Het loont zeer de moeite om 
 daar eens een dag door te brengen, als je in de buurt van Amsterdam komt. 
In de buurt liggen nog een aantal landelijke dorpen, met soms wel grappige namen:   
Assendelft ,  Koog aan de Zaan ,  Krommenie ,  West-Knollendam ,  Westzaan , 
  Wormerveer  en  Zaandijk  (hoofdplaats). 
De Schans is een vrij groot complex, waar je vrij kan in rondwandelen.   
Een maquette aan de ingang geeft een overzicht.  
 
 
 
  
  
  
  
De eurootjes die men vergaart uit toegangstickets voor parking, sommige musea 
 en molens, worden opnieuw geïnvesteerd in het onderhoud van alle houten 
 constructies die je op deze plaats kan bekijken en beleven. 
We hebben niet de ganse dag, en maken dus een keuze.  
Vermits we in Nederland zijn, lijkt het ons aangewezen om de plaatselijke 
 klompenmakerij eens van dichtbij te bekijken.  
Wooden Shoes for Dummies wordt het. 
De kaasmakerij, tingieterij, distilleermuseum, kuiperij enzovoort is  
voor de volgende keer. 
 
  
  
  
  
Nederlanders maken al eeuwen klompen.  
Waarom deze houten schoenen ontstaan  zijn weet ik niet, maar hier zie je enkele 
 voorbeelden van de antieke exemplaren,  in hout natuurlijk, maar meestal met  
 een lederen band om de voet goed vast te houden. 
  
  
  
 
In de loop der tijden ontstonden er zelfs heel kunstzinnige exemplaren, met hier een 
 paar voorbeelden. Deze hier hebben wat Oosterse invloeden, en in het midden  
is er eentje met een vogelkop.  
Dit waren natuurlijk klompen voor speciale gelegenheden. 
 
  
  
  
  
Dit paartje hier is bedoeld voor export naar Japan.  
Men is momenteel hardstikke bezig om klompen te ontwerpen, waarmee je   
op tsunamigolven kunt blijven boven drijven.  
De zogenaamde TSK’s, ofte de Tsunami Surf Kickers. 
 
  
  
  
Dit zijn de porklompen, met een lange scherpe punt vooraan, waarmee je iemand 
efficiënt kan aanporren. Ook bekend onder de afkorting AAK, de Agressieve 
 Aanporrings Klomp. 
 
  
  
  
Tot de sportieve klompen behoren de RSW, de Roller Skate Woodies. 
  
  
  
  
De gestroomlijnde sprint klomp, de zogezegde GSK, helpt houterige atleten  
nieuwe persoonlijke records te vestigen. 
 
  
  
  
Krijg je stippen over je lijf, draag dan gedurende vier dagen dag en nacht   
de MMK, de Medische Mazel Klomp, en deze houten  
jongen  slorpt als het ware al je stippen op.  
 
  
  
  
Voor elk wat wils. De BWO, de Bonte Wandelstok  
Omkeerklomp, houdt je recht tijdens je meest vermoeiende uitstappen.  
De BWO zelf staat niet recht, en is de enige die ondersteboven gebruikt wordt. 
 
  
  
  
Zelfs een model op statief is voorhanden, niet te harden! Beter gekend als de KMK, 
 de Kitscherige Molen Klomp. Deze kan je op je kast plaatsen, al dan niet binnenin 
 voorzien van een vetplant, een Lievevrouwenbeeldje of ook te gebruiken als 
 containertje   voor potloden, pennen en andere kantoorartikelen.  
Je kunt hem desgewenst ook aan je voet zetten zoals een klassieke klomp,  
maar als je ernstige valpartijen wil voorkomen, combineer hem dan met een BWO. 
  
  
  
  
Deze man toont tot in het kleinste detail hoe (vroeger) klompen werden vervaardigd.  
Elke dag gebruikt hij zijn reeks machines voor aanmaak van de houten schoenen. 
 
  
  
  
En het resultaat is, dat er honderden tegen de muur hangen, en allemaal te koop. 
  
  
  
  
De klassieke klomp heeft zelfs de perfecte vorm om te functioneren als ligbad! 
Of als reddingsboot, na het stijgen van de oceanen door de klimaatveranderingen. 
 
  
  
  
We hebben geluk vandaag! Het Klompenvrouwtje kruist ons pad.  
Normaal mag je dan drie wensen doen,  
maar vandaag heeft ze een dagje vrij.  
 
  
  
  
Er staan zoveel verschillende molens in  
deze omgeving, dat het onmogelijk wordt om ze  
allemaal te tonen.  
Je kunt ze beter rustig bekijken, als je wil, op deze websites: 
  
www.zaanseschans .nl/ 
  
www.leukeuitjes.nl/zaanseschans .html 
  
www.cheesefarms.com/nl/catharina/de-zaanse -schans / 
  
De laatste website is die van kaasmakerij Willig, die ook hier een vaste stek heeft, 
 en waaraan we eerder een bezoek brachten. 
  
Er staat hier wel een grappig Zaansch minimolentje. Het staat niet op de 
 achtergrond, zoals je misschien zou denken.  
Ik sta er pal naast, en ben bijna even groot.  
 
  
  
 
De Zaansche Schans is ook een aantal typische huisjes rijk, die er allemaal 
 ongeveer uitzien zoals deze. Aan de overkant van de rivier ligt Zaandijk,  
met ook weer gelijkaardige schattige houten huisjes. 
 
  
  
  
Hier heb je een zicht op enkele van de molens, in een oneindige rij langs de rivier. 
 
  
  
  
Dit is nogal een speciale, vind ik. Het is “De Gekroonde Poelenburg”,  
een houtzaag-paltrokmolen. Niet meer voor dummies natuurlijk. 
Hij heeft de voor een paltrokmolen typerende open achterkant,  
zeggen de specialisten. 
  
Om andere molens en de omgeving eens rustig te kunnen bekijken,  
klik even op de link van dit herfstig Youtube filmpje: 
  
www.youtube.com/watch?v=uhEYOLDov80 
  
  
  
En hiermee eindigt onze uitstap naar Noorwegen.  
Nu komt even wat tijd vrij om wat potten en pannen boven te halen. 
Is dát lang geleden! 
Tot binnenkort dan.  
 
  
  
  
											17-07-2011, 18:04 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											09-07-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
… het IJ ligt niet ver van het schip.  
Dat is dan een dubbel doordenkertje (zie verder). 
  
Dit stukje tekst gaat (nog) niet over een nieuw uitgetest eierenrecept,  
maar (nog altijd) wel over de eindfase van het boottochtje naar Noorwegen.  
  
*citaat van Roger Wastijn, mij verder onbekend, maar toch hoop ik dat hij dit leest. 
  
Na het definitief verlaten van de Noorse wateren zetten we koers naar Amsterdam, 
 altijd een leuke plaats om te verblijven. We pikken nog een schitterende 
 zonsondergang mee, vanaf de boeg van de Opera. 
  
  
  
Deze reddingsboei zullen we hopelijk ook niet meer nodig hebben. 
  
  
 
In afwachting van de aankomst in Nederland probeer ik nog wat Euro’s te 
 sprokkelen, maar de bollen willen niet voor mij rollen.   
Misschien is er teveel deining op zee, en rollen ze langs één kant. 
 
  
  
  
Dan maar liever een spannend boek lezen in een malse zetel met een muziekje  
op de achtergrond en een fris glas bier, in een of andere lounge. Het kan slechter. 
 
  
  
  
Uiteindelijk komen we aan in Amsterdam. Het schip meert aan (op de foto)   
helemaal bovenaan rechts, naast het vierkante blokje.  
Hier liggen we vlakbij de binnenstad, met alle grachtengordels binnen bereik.  
 
  
  
Op de foto, genomen vanaf de Opera, is dat dan aan het grote stenen gebouw 
 helemaal rechts in het midden van de foto. 
  
  
  
Het schip ligt dus niet te ver van het IJ, tegen het “Muziekgebouw aan ’t IJ”.  
  
  
  
  
  
Hoog tijd om de mastodont te verlaten en wat kan je beter doen, dan Amsterdam  
te verkennen vanaf het water in een platte schuit?  
Voor wie het nog niet gedaan heeft: het is en het blijft een aanrader. 
Dertig jaar geleden heb ik hetzelfde al eens gedaan en er is intussen  
hier niet veel aan veranderd. Aan mij wel daarentegen.   
  
 
  
  
Op vele plaatsen staan de statige herenhuizen nog altijd recht.  
Wel zie je meer wagens dan toen, wat het stadsbeeld niet verfraait natuurlijk. 
 
  
  
  
In de echte binnenstad drijven nog altijd massa’s woonboten, waarvan bij  
sommigen de tuin groter is dan de woning: tuinboten als het ware. 
  
  
  
We varen onder ontelbare bruggen, sommige wel breed genoeg, andere heel krap 
 om het bootje er te kunnen doorwringen. Boven het water en de bruggen speelt zich 
 intussen een andere wereld af. 
  
  
  
Een kiekje van de prachtige Westertoren, met zijn voetjes bijna tot  
in het water, mag zeker niet ontbreken. 
  
  
  
Aan de kant zijn er heel wat gebouwen opgesmukt,  
en de gezelligheid straalt er zo af.   
  
  
  
Er liggen natuurlijk ook grote hoeveelheden woonboten  
met terras, voorzien van parasol en straatverlichting en al de andere poespas.  
  
  
  
Als je in de buurt van Amsterdam komt, moet je niet alleen gaan varen  
op de grachten, maar natuurlijk ook op zoek gaan naar de andere Hollandse 
 typische dingen.  Tulpen staan nu niet in bloei, wat blijft er dus over?  
Kaas natuurlijk!  
Met z’n allen met de bus op naar Edam en omstreken, de smakelijke bollen gaan 
 bekijken  en proeven! 
We bezoeken de kaasmakerij Willig, de grote naam in de streek.  
Het familiale bedrijf ligt achter het authentieke woonhuis.  
  
  
  
De moederkoe “Bella”, waarmee alles begonnen is, is nu op rust gesteld,  
en mag in de voortuin wat stoeien en ravotten. Bekijk even de ogen van dat beest.  
Kom op zeg, zo worden je ogen pas als je een overdosis epo  op hebt!  
Een renner die zo in de Tour de France rondloopt, moet zelfs niet meer gaan 
 plassen.  Die mag zonder meer zijn valies nemen en naar huis gaan. 
  
  
  
  
We gaan geen pellicule meer vuilmaken aan kaastroggen of gistingsprocessen.  
Veel interessanter wordt het als we mogen poseren met  
de enige echte Willige kaasvrouw, in voltooid ornaat. 
  
  
  
Dit lijkt een doorsnee, niet doorgesneden Willige Hollandse kaasbol, maar in  
werkelijkheid is het de achterkant van een tankwagen, al of niet gevuld met melk. 
  
 
  
  
Als we terug in Amsterdam komen ligt het schip er gelukkig nog, maar niet  
lang meer.  Er hebben zich intussen al een paar woonbootjes definitief  
tegenaan gevleid aan de zijkant.  Die Hollanders zijn er wel snel bij.  
Geen plaatsje blijft onbenut voor de Amsterdamse woonboten. 
  
  
De zijbootjes worden met zachte hand even tot zinken gebracht,  
en we verlaten definitief de haven van Amsterdam.  
Nederlanders houden ontzettend veel van pontjes.  
Hier zie je er twee, die onophoudelijk de rivier kruisen in de twee richtingen. 
In België, zeker in Antwerpen, houdt men meer van bruggen, maar men  
bouwt ze nooit.  Misschien is dit een idee? 
  
  
  
Voor het laatste deel van deze trip heb ik nog iets apart gehouden: een 
 doordringend bezoek  aan de Zaansche Schans , ook weer in de buurt van 
 Amsterdam.  Zeker de moeite waard, en dat is voor de volgende maal! 
 Come and see next week! 
  
											09-07-2011, 16:51 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											27-06-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
Ǻlesund, Norge. Ik weet niet hoe je die Ǻ moet uitspreken, of hoe ze daar is 
 terechtgekomen, maar het zal me een worst wezen. Soms wordt de naam van de 
 stad ook Aalesund geschreven. Ook vreemd. Feit is dat het een prachtige stad is, 
 waar het cruiseschip probleemloos kan aanmeren vlak tegen het langgerekte 
 centrum. 
  
Op het wapenschild van de stad staat een vissersboot, die sterk doet denken aan 
 een drakar of snek van de Vikings.  
De vissen, afgebeeld onder de boot, wijzen er op dat hier een en ander om vis 
 draait. 
  
  
  
De stad situeert zich op een smalle strook, temidden van een wirwar van eilanden, 
 schaars bevolkt, maar toch allemaal verbonden door bruggen en/of tunnels. 
  
  
  
De havengeul is helemaal natuurlijk, en gaat diep in het eiland. Hierdoor kunnen   
de privé-bootjes aanmeren tot in het centrum van de stad. Cruiseschepen mogen 
 aanleggen aan de zuidkant van het eiland, zoals te zien op de foto. 
  
  
  
  
Je komt hier beter weg met een bootje dan met een auto, en deze foto illustreert dit 
 onmiddellijk. De stad is gebouwd op de rand van de zee. 
  
  
  
Een briesende ouwe motorboot, bemand door een macho, vertrekt naar het ruime 
 sop en laat een spoor van opspattend schuim achter. 
  
  
 
Even verder staat een bruingebrand meisje naast haar luxewagen.  
De Noordkaap is hier blijkbaar al veraf.  
  
  
  
Het lijkt wel (maar is het niet) een fotosessie, met de bruine speedboot al een eind 
 op zee, en ook andere boten die dezelfde weg op gaan. 
  
  
  
  
Deze vuurtoren, genoemd Molia Fyr, is hotelkamer 47 van hotel Brosundet,  
waar je ook in 46 “normale” kamers kunt boeken.  
En, als je me niet gelooft, kan je eens klikken op de volgende link:   
  
http://www.unusualhotelsoftheworld.com/MoljaLighthouse   
  
Het interieur van de hotelkamer is volledig rond en slechts drie meter in diameter. 
De kamer omvat een slaapkamer boven en een badkamer beneden.  
Het interieur is ontworpen door Snohetta, het meest bekende Noorse 
 architectenbureau, dat ook het Ground Zero Museum mag ontwerpen in New York. 
 Dat is wel iets ruimer. 
Deze aparte kamer wordt bijna uitsluitend gereserveerd door pas gehuwden,  
om de eerste huwelijksnacht door te brengen. Privacy verzekerd.  
Mocht je ook eens willen reserveren, reken dan op een 550 € per nacht, taksen, 
 parking, enzovoort niet inbegrepen. (zie de website).   
  
  
  
  
In de havengeul ligt het vol met kleurrijke bootjes.  
Flanerende toeschouwers maken het straatbeeld compleet. 
  
  
  
Links ligt een witte reddingsboot (voornamelijk bedoeld voor bruidegoms,  
die mogelijk ’s nachts uit de vuurtoren springen), en aan de rechterkant zie je  
een oranje loodsboot. 
Het gebouwtje tussenin is een bushokje, maar dan voor boten.  
Van hier kan je inschepen met het openbaar vervoer naar een reeks naburige 
 eilanden. Anders dan bij ons. 
  
  
  
  
We wandelen verder in de havengeul tussen antieke en ultramoderne boten.  
Links is het Brosundet Gastehus, met 46 traditionele kamers, het moederhotel  
van de vuurtoren.  
  
  
  
De havengeul eindigt aan een brug, met een mooi uitzicht op de omgeving. 
 
  
  
  
Alesund wordt door velen beschouwd als de mooiste stad van Noorwegen,  
door zijn aparte ligging en de vele mooie gebouwen, in harmonie met elkaar. 
 
  
  
  
  
Daar waar een brug beide stadsdelen verbindt, ligt een gezellig pleintje,  
met zitbanken en iemand die haringen staat te pellen, veronderstel ik. 
In de stad wonen ongeveer 40000 Noren. Sinds 1848 heeft Alesund stadsrechten.   
De volgende 50 jaar groeide de bevolking aan van 1200 naar 10000 zielen. 
 
  
  
  
De aanwezigheid na 1860 van enorme scholen kabeljauw verklaart mede deze 
 bevolkingsexplosie. De stad ontwikkelde zich tot een van de grootste   
vissershavens van Noorwegen en tot belangrijkste exporthaven van stokvis. 
In 1904 zijn alle (houten) huizen verwoest door een brand.  
Dat speelde zich af in de tijd van de Art Nouveau/Jugendstil.  
De stad is dan helemaal in die stijl heropgebouwd.  
Vandaar de unieke eenheid in bouwstijl. 
 
  
  
  
Naast de al vermelde tragische gebeurtenis in Alesund   
is er nog een andere.  
Het is vandaag de dag dat naar jaarlijkse gewoonte  
bij  mijn persoonlijke teller eentje wordt bijgezet.  
Twee zessen aan elkaar is het verdict. Met mijn beperkte   
fysieke mogelijkheden kan ik voor de foto slechts één   
enkele zes aanduiden. Je kunt het resultaat trouwens al   
aan mij zien: mijn bovenste stuk is nog in orde, maar  
door  de hoge leeftijd zitten mijn benen al in de krimp.  
Elk jaar vanaf nu meet ik één centimeter minder,   
hebben ze me gezegd. 
 
  
  
  
Waarschijnlijk ga ik eindigen zoals een trol, met superkorte   
beentjes.  Zoals deze hier.  
Hopelijk worden mijn oren niet zo groot! 
  
  
 
De wolken pakken zich samen boven Alesund.  
Tijd om op te stappen.  
De toeter van het schip laat zich nog eens horen, en weg zijn we. 
 
  
  
  
Dit moet meteen het afscheid zijn van Noorwegen, maar als troost   wacht ons nog 
 een stevig dessert: Amsterdam en omgeving. 
  
  
											27-06-2011, 00:00 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											19-06-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
 We varen een eind verder naar het zuiden, tussen alweer een wirwar van eilanden 
 en diepe fjorden, tot in Alesund.  
 Een brede baai geeft toegang tot de binnenhaven  en de stad.  
 Voorlopig is het weer nogal zwaar bewolkt, maar daar komt verandering in. 
  
 Alesund is de grootste vissershaven van Noorwegen. De stad is gebouwd op het 
 schiereiland Yksn ø ya en ligt ook nog verspreid over enkel andere eilanden. 
 Maar daar komen we op terug, want dadelijk na het ontschepen   is al een uitstap 
 voorzien met een autocar naar enkele eilandjes in de buurt.  
 
  
  
  
Op de satellietfoto zit de stad met 40000 inwoners onder de rode punaise.   
We bollen eerst naar een eiland in het noorden, met de welluidende naam Valderøy. 
Klinkt als een naam van een romantisch kasteel in een VTM soap. 
Dank zij de petrodollars, of liever de petrokronen   van Noorwegen, is alles met alles 
 verbonden door een supermodern netwerk van onderzeese tunnels en/of bruggen. 
Vanuit Valderøy kan men dus nog verder op vier wielen naar het noorden via een 
 brug tot op het eiland Vigra (geen tikfout!).  
Daar gaan we veiligheidshalve niet naartoe, maar wel later naar het eiland Giske, 
 verbonden met Valderøy door twee stevig uit de kluiten gewassen bruggen. 
 
  
  
  
We vertrekken dus vanuit Alesund en de bus duikt een smalle, maar splinternieuwe 
 tunnel in. 
Op de wegmarkering van de foto staat een kleine, maar ernstige schreiffout,  
maar dat kan iedereen overkomen.  
De meeste onderzeese tunnels in Noorwegen hebben maar één enkel rijvak,  
om de uitgaven te beperken waarschijnlijk. Nochtans is dit niet onlogisch: 
 uiteindelijk is er in deze tunnels héél weinig verkeer, en onderweg zijn er in de 
 tunnel  zelf uitwijkplaatsen op vaste afstanden.  
Wie in de tunnel de lichten ziet verschijnen  van een tegenligger, wijkt uit en stopt 
 even aan de eerste nis aan de rechterkant,   en men laat de andere automobilist 
 eerst voorbijrijden.    
  
  
  
  
Valder ø y is vrijwel plat. Het enige gebouw dat enigszins uitsteekt,  
is de plaatselijke vuurtoren. De toren is, op het topje na, volledig  
opgetrokken uit hout. Beneden rechts is er een museumpje  
en een winkeltje, maar dat laten we nu beter links liggen.  
 
  
  
  
Als eerste van de groep beklimmen wij de steile trappen  
tussen de verschillende verdiepingen met planken vloeren, waar wat  
oude rommel en gereedschap staat.  
Greta, sportief als ze is, bereikt als eerste de top en mag de metalen deur openen 
om te genieten van het prachtig zicht.  
 
  
  
  
Het oogsten is net gebeurd, en het resultaat is verpakt in plastic balen.  
In Noorwegen noemt men deze witte producten 'tractoreieren 'of ook 'trollendrollen'. 
  
  
  
  
Vlak in de buurt van de vuurtoren ligt een zandstrand, maar pootjebaders  
of andere zonnekloppers behoren niet tot de aanwezigen. 
 
  
  
 
Schitterend weer vandaag, en de vuurtoren werpt zijn schaduw vooruit.  
In de schaduw van de kop zie je ongetwijfeld een aantal rode stippen. 
 
  
  
  
Het is een kunstwerk, met als titel “Running Canoes”.  
Een  merkwaardig stuk is het, want elke avond worden  
de kunststoelen binnen genomen, en ’s morgens  
opnieuw in een andere volgorde buiten gezet.  
Elke dag staat er dus in feite een ander kunstwerk. 
Het is te koop. 
 
  
  
  
Het is trouwens een van de weinige kunstwerken  
met praktisch nut, want je kunt het ook gebruiken om te genieten  
van het heerlijke landschap. 
 
  
  
  
 Ook onze gids S ø ske, doet hier zijn dagelijkse turnoefeningen, omringd door het 
 prachtige landschap. Ofwel tuurt hij de zee af, op zoek naar een glimp van Wiske. 
 Wie zal het weten?  
 
  
  
  
Intussen tracht ik een beetje orde te scheppen in de wirwar van tractoreieren.  
Het bollen met de trollendrollen lukt me niet ten volle. 
 
  
  
  
Tijd nu om over te steken naar het eiland Giske. We rijden van rechts naar links  
over een brug, een eiland, en nog een brug. Giske is een eilandje, waar wat  
aan landbouw gedaan wordt. Dat kan je goed zien op deze satellietfoto. 
 
  
  
  
Noorwegen is het land van de boten. Bijna elke Noor heeft een boot(je).  
Ook op dit eiland zijn er meer bootjes dan wagens. 
Niettegenstaande de zeer kleine lokale populatie zie je op de satellietfoto toch  
twee  jachthavens aan de zuid- en oostkant van het eiland.  
 
  
  
  
Hoewel zeer klein in aantal beschikken de Giskenaren over een merkwaardig 
 kerkje, het “Giske Kyrkje”. Voor degenen die hier een communietje willen vieren, 
 of een andere religieuze bezigheid willen uitvoeren, laat ik meteen het 
 telefoonnummer achter. 
 
  
 
   
Het kerkje, van een of andere protestantse strekking, is best gezellig.  
Binnen worden we vergast door de plaatselijke gids, die vanaf de preekstoel  
al de merkwaardigheden van Giske ontrafelt en onthult. 
 
 
 
    
Helemaal rondom de kerk ontplooit zich het kerkhof, of is het dé kerkhof? 
Nog een weetje, voor ik het vergeet. Nu we rond rijden op deze en andere eilandjes, 
 maakt S ø ske er ons op attent, dat alle Noorse (houten) huizen vooraan wit zijn 
 geschilderd en achteraan rood, of een andere kleur. 
 Verklaring: witte verf was duurder dan rode, en iedereen wil een welstellende 
 indruk  maken op de voorbijgangers. 
 
  
  
  
Nog een merkwaardig iets. Als je de namen leest op  de grafzerken  
van Giske kom je tot de vreemde conclusie  dat de naam  
van ten minste de helft van de  bewoners luidt: 'Giske' .  
Raar maar waar. 
 
 
  
  
  
 Voor onze gids is deze bezigheid slechts een seizoensjob. 
 In de winter doet hij totaal andere dingen. Dat omvat onder meer:  
 rendieren verzorgen, sponsors zoeken voor geschenken, reisplannen ontwikkelen. 
 Op 24 december rijdt hij de ganse nacht rond in de rendierenslee en met zijn 
 roodwitte muts, om geschenkjes te bezorgen aan de brave kindjes.  
 
  
 
  
  
Een andere merkwaardigheid op het Noorse platteland: veel daken zijn bedekt  
met aarde. Na een tijd begint daar dan het onkruid welig op te tieren.  
Hoe geraakt men daar van af? Men zet een geit op het dak.  
Op deze foto is het nog niet gelukt. De geit nam een dag vrijaf. 
 
  
  
 
											19-06-2011, 15:53 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											09-06-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
We varen stilaan naar het zuiden, tussen een wirwar van eilanden en diepe fjorden.  
Er is een stop in Troms øya. Het is een eiland zonder strand, maar dat is   
ook niet  nodig, want het ligt nog  circa 350 kilometer ten noorden van  de poolcirkel, 
 dus zonnebaden is  niet direct aan de orde.  
Op de satellietfoto zit het onder de blauwe punaise.  
  
  
  
Troms ø is de naam van de lokale stad, die voor een deel ook op het vasteland ligt. 
 Het stadscentrum bevindt zich onder de blauwe punaise op volgende foto. 
Vanuit deze stad vertrokken en vertrekken de meeste expedities naar de 
 Noordpool en de Zuidpool. 
Deze plaats ligt nagenoeg op 70° noorderbreedte, wat overeenkomt met de 
 geografische breedte van  Alaska  en  Siberië . Van eind november tot half januari 
 heeft de stad te maken met de  poolnacht , en het wordt dan nooit echt licht.  
  
Tromsø is in het bezit van enkele merkwaardige records.  
Het is de grootste stad van gans Scandinavië ten noorden van de poolcirkel,  
en herbergt de meest noordelijke universiteit (gesticht in 1968), de meest 
 noordelijke brouwerij en ook meest noordelijke kathedraal ter wereld.  
De universiteit is vrij gespecialiseerd en omvat het Noorse Instituut voor 
 Poolonderzoek en een instituut dat onderzoek naar het  noorderlicht  doet. 
Aan de universiteit is een universitair ziekenhuis verbonden.  
De stad leeft hoofdzakelijk van onderwijs en onderzoek, en de vangst en  
export van vis en satelliettechnologie. 
Troms ø  is een dynamisch centrum, ingekapseld in een prachtig fjord- en 
 berglandschap. 
  
  
  
De tamelijk recent uitgebreide stad telt 63000 inwoners, waarvan ongeveer 50.000 
 op het centrale eiland wonen. Met een oppervlakte van 2558 km²,  
enerzijds gelegen op het Noorse vasteland, en daarenboven verspreid over 
 meerdere eilanden, is de gemeente Tromsø een van de meest uitgestrekte  
steden van Europa. 
Na de oorlog groeide de stad snel. In 1960 verbond een brug Tromsø met  
het vasteland. 
De meer dan 1000 meter lange brug situeert zich op de foto hieronder,  
direct rechts van de naamvermelding Troms ø .  
Je kunt op de satellietbeelden zien dat het eiland ook nog verbonden is met  
het vasteland (rechts) met een lange tunnel. Via een andere lange brug kan  
je moeiteloos naar het eiland Kvaløya, aan de linkerkant. De Noren hebben  
handig ingespeeld op de aanwezigheid   van de winning   petroleum op zee, en  
een groot deel van de   inkomsten uitgegeven aan een fantastisch netwerk van   
bruggen en vooral tunnels over het ganse grondgebied. In Tromsø is sinds 1964  
is het inwonersaantal verdubbeld, en op het eiland is ook een luchthaven gebouwd. 
 
  
  
  
Met de kabelbaan kan men naar boven om te genieten van een prachtig panorama 
 van de stad en de omgeving. Vanaf zeeniveau stijgt men direct naar een hoogte 
 van 421 m, op de berg Storsteinen. Het panorama op de stad is fantastisch.  
In de brug is in het midden een opening voorzien om supergrote schepen door te 
 laten. Het witte driehoekje, net naast de brug aan de rechterkant, is de Arctische-  
of IJszee kathedraal. 
  
 
  
  
Boven op de toendraheuvel heb je een breed zicht op een reeks eilanden in  
de buurt, die er een beetje wazig bijliggen, maar zorgen voor sfeervolle foto’s.  
 
  
  
 
Honderd jaar geleden zag Tromsø er heel anders uit. Deze archieffoto toont ons 
 een klassiek piepklein vissersdorpje, met een kerk en een verborgen haventje, 
 midden in de prachtige natuur. Alleen enkele lokale vissers maakten de dienst uit. 
Vandaag treft men in de stad meer dan honderd verschillende nationaliteiten aan.  
Vooral dankzij de universiteit, die talloze uitwisselingsstudenten van over de hele 
 wereld aantrekt.  
Russen  en  Finnen  zijn de belangrijkste minderheden (behalve andere 
 Scandinaviërs).  
  
  
  
Boven op de berg leeft nog een traditionele Lappenfamilie, en geen nep deze keer. 
 De tenten zijn nog van het traditionele type, maar de materialen zijn aangepast,  
en ze beschikken over gemotoriseerd vervoer. 
 
  
  
 
Net als op andere plaatsen in de bergen staan overal piramiden van losse stenen, 
 die wandelaars achterlaten als geluksbrenger. Dit is de laatste foto die ik hier kan 
 nemen, want Greta is al tot de helft in het   Lappendrijfzand aan het verzinken,  
en roept super dringend mijn hulp in voor een heldhaftige redding. 
  
  
  
 
We hebben een jonge vrouwelijke Nederlandse gids ter onzer beschikking,  
en een autocar om ons op het eiland rond te rijden. We bezoeken de univ,  
het oude gezellige stadscentrum, en langs de kant van het vasteland gaan we een 
 blik werpen, maar niet letterlijk, in de Arctic Cathedral. 
 
  
  
  
Het is een prachtig maar eigenlijk sober gebouw, dat onmiddellijk alle aandacht  
naar zich toe trekt als je er in de buurt komt. Ergens doet het me een beetje  
denken  aan het operagebouw van Sydney. Het moderne gebouw heeft  
een glazen  35 meter hoge gevel, en werd in 1965 ingewijd. 
  
  
  
  
Binnenin is er helemaal geen pracht en praal te zien, zoals wij  
dat wel gewend zijn in de katholieke kathedralen. Alles is heel  
minimalistisch, maar stijlvol opgebouwd.   
  
  
 
De structuur en lijnenspel van de orgelpijpen past perfect  
bij de muren en de gewelven. 
  
  
 
Aan de kant van het altaar staat een buitengewoon  
gebrandschilderd glasraam. Het is 23 meter hoog  
en heeft een oppervlakte van 140 m². Het bedekt de  
gehele  oostelijke wand van de kerk en weegt 140 ton. 
 
  
  
  
We hebben een bijzonder goede gids, die het “warme”   
Nederland heeft ingeruild voor een vaste stek in Tromsø,   
en het hier best gezellig vindt. 
Voor het laatste bezoek op het eiland brengt ze ons naar het   
Tromsø Museum. Dit staat onder meer in het teken van de Lappen.  
In het begin van de twintigste eeuw is er een Noorwegisatie geweest van de 
 Lappen, waarbij de taal en de cultuur moest verdwijnen, maar nu heeft men het  
roer weer omgegooid. Een compleet overzicht van de (vorige) levenswijze en 
 cultuur moet bewaard worden voor het Scandinavische nageslacht. 
  
  
  
  
De Scandinavische bevolkingsgroep die bij ons bekend staat als Lappen, heet 
 officieel “ Saami ”. Spreek uit sa-a-mi,  
Na een lange periode van verdrukking, laat deze groep zijn aanwezigheid opnieuw 
 voelen. De meeste  Samisch  sprekende inwoners immigreerden naar Tromsø 
 vanuit andere Samisch sprekende streken in het Noorden en Oosten van 
 Scandinavië. 
  
Het Tromsø Museum in het Volkspark houdt alle nuttige info bij over de 
 natuurkundige en culturele geschiedenis van Noord-Noorwegen. Dat houdt ook in: 
 uitgebreide informatie over het verleden en heden van de Saami.  
Hier zie je de fameuze rode Lap, waar de stieren zo beducht voor zijn. 
  
  
 
 
  
Dit is nog een ander huiselijk tafereel, met achteraan rechts een Lappenmand, en 
 op de voorgrond een dronkenLap die niet meer recht geraakt. Links hangt een 
 ketel aan een ketting. In Lapland krioelt het ook vandaag nog van de ketellappers. 
 Senioren in onze streken kennen zeker nog de uitdrukking: “een Lap op de ketel 
 zetten”. De ketel staat al klaar. Het is nu nog wachten op een Lap. 
 
  
  
  
Deze transportabele Lappenwoning bevat de woonkamer, badkamer en 
 slaapkamer(s). Enkel de keuken is buiten goed zichtbaar, onderaan rechts. 
  
  
 
Lappen hebben geen koeien. De rendieren nemen die rol in de voedselketen over, 
 maar tegelijk worden ze ook gebruikt als transportmiddel.  
Vraag het maar aan de Kerstman. 
  
  
 
In het museum worden ook tal van andere thema’s behandeld, zoals natuurbehoud, 
 historische vondsten, religieuze aspecten enzovoort.  
Teveel om op te noemen en te fotograferen. 
  
  
  
 
Let nu goed op! 
Op deze foto zie je rechts een gewone Lap, ditmaal in een houten tent.  
De linker Lap daarentegen is een topLap. 
Hoe ik dat weet? Hij werkt al met een laptop. 
Ik vermoed zelfs dat de rechter Lap een zuipLap is, want hij houdt een verdachte 
 container in zijn hand en hij zit daar zomaar doelloos te niksen met een warrige blik. 
De linkse met zijn PC, is een uitgesproken laptop Lap.  
Nochtans: het toetsenbord ziet er niet zo gesofisticeerd uit.  
Hij gebruikt duidelijk nog geen top laptop. 
  
  
  
  
											09-06-2011, 11:23 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											29-05-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
We vertrekken met de bus, en worden vriendelijk en uitvoerig  
uitgewuifd door een lokale King Crab. 
Deze enorme beesten horen hier eigenlijk niet thuis, en zijn geen  
krabbetjes om zonder handschoenen aan te pakken..  
Traditioneel werden ze door de Russen in hun natuurlijke biotoop  
gekweekt in Kamchatka, dan gevierendeeld en in blik gewrongen  
voor de export. Toevallig waren er enkele exemplaren door de mazen  
van het Russische net geglipt, en een tocht langs de noordelijke  
kusten begonnen. Ze zijn nu al een eindje in Noorwegen geraakt  
tot groot plezier van de plaatselijke gastronomen. 
  
  
  
Onderweg zien we rendieren lopen. Let wel, ze zijn niet wild. Het zijn de gewone 
 huisdieren van de Lappen. De meeste exemplaren zijn al zo verstandig niet door 
 de toendra te rennen, maar verkiezen het comfortabele asfalt. Er zijn een zestal 
 rendieren die niet alleen kunnen rennen, maar ook kunnen vliegen.  
Die mogen dan mee met de Kerstman op zijn jaarlijkse sleetocht naar het zuiden. 
 
  
  
  
Dit is geen omgekeerdelappenmand, maar een Lappentent.  
We rijden inderdaad door Lapland,  dat zich uitstrekt over het noorden van 
 Noorwegen, Zweden en Finland.  
De Lappen zijn in principe nomaden, die hun rendierentrek volgen. 
Links en rechts zijn er wat dissidenten onder de Lappen, die  ter plaatse blijven. 
  
 
  
  
Zoals deze hier.  Alle bussen stoppen op deze plaats,  zodat de toeristen  
een paar autochtonen van dichtbij  kunnen bekijken,  
en hun actuele kennis van het Laps  kunnen testen.  
 
  
  
  
Op het ogenblik dat de meeste toeristen de plaat poetsen,  
terug naar de bus,  krijgt deze Lap een inkomend gesprek  
op zijn smartphone.  Mij heeft hij niet kunnen verschalken,  
en hij weet het, want hij kijkt net in mijn richting.  
Gelukkig zijn de Lappen eerder vredelievend, want omdat  
ik hem ontmasker,  zou hij evengoed kunnen reageren  
als een stier op een rode Lap. 
 
  
  
  
Hieronder staat dezelfde foto, maar uitvergroot.  
Eigenlijk probeert hij de toeristen voor het Lapje te houden,  
door  zogezegde middeleeuwse toestanden uit te beelden.  
Je kunt goed zien dat hij zijn mobieltje tracht te verbergen in zijn hand,  
terwijl hij volop een conversatie voert. 
Niets is wat het lijkt, ook niet bij de Lappen.  
Eén ding heb ik weer bijgeleerd:  de Lappen kunnen al zappen. 
 
  
  
  
Natuurlijk is deze Lap met tent en rendier slechts een lokmiddeltje, om de toeristen 
 dichterbij te brengen, want er is vooral het toeristenwinkeltje, waar mama Lap 
  volop in het zonnetje, haar waren aan de man brengt. 
Hier promoot ze het allernieuwste model iPod. 
 
  
We rijden verder na dit intermezzo. De route naar   de  
Noordkaap toe is zeer bizar en geeft de impressie  
van een rauw poolgebied. De tolweg E69 door de toendra,  
is smal en kronkelend, en gaat langs diepe afgronden.  
De donkere, gegroefde leisteenrots rijst tot 300 meter  
hoogte op uit de Noordelijke IJszee.  
  
  
Op dit moment is het nog zonnig, waarbij de zon al laag begint te staan.  
We zijn er bijna, maar boven de ultieme Nordkaap in de verte beginnen  
de wolken zich op te stapelen. 
 
  
  
  
Nog slechts een vijftal kilometer scheiden ons van de kaap, en de mist wordt stilaan 
 dikker. Dat voorspelt weinig goeds. 
  
  
  
We komen uiteindelijk aan op de parking van de Noordkaap, en er staan al 
 tientallen autobussen, verspreid in de mist.  
Dit Tourist Centre is een attractie op zichzelf.  
Ook diegenen die de middernachtzon niet te zien krijgen kunnen hier  
gedurende  een paar uren merkwaardige dingen zien en doen.  
De Noordkaaphal is bijna volledig uitgehouwen in de rotsen.  
Er zijn restaurants, reusachtige souvenirwinkels en een postkantoor.  
Je kunt afdalen naar een groot raam dat een fantastisch uit zicht op zee biedt.  
Je kunt hier ook persoonlijk lid worden van de Koninklijke Noordkaap Club.  
Vanuit de grote hal kan men via reusachtige deuren naar het ultieme rotspunt. 
  
Het is een vreemd verschijnsel, maar sommige mensen voelen zich voor het eerst 
 van hun leven de behoefte hun persoonlijke stempel achter te laten.  
Ze krassen op de meest onmogelijke plaatsen hun naam in een rots.  
Zelfs koning Chullongkorn van Thailand, liet zich in 1907 verleiden tot deze vorm  
van graffiti. Hij liet zijn naam vereeuwigen op een rots die nu in het Thaise paviljoen 
 in de Noordkaaphal te zien is. Een substantieel aandeel van de daar te 
 bewonderen objecten bestaat uit de attributen waarmee prinses Maha Chakri 
 Sirindhorn het paviljoen ter herinnering aan haar grootvader opende. 
Vandaag is het op de kaap nogal wazig geworden.  
Als je naar buiten kijkt zie je slechts enkele tientallen meter ver. 
 
  
  
  
In de rotsen is er ook een unieke kerk.  
De kleuren zijn fantastisch. Hier zie je het altaar.  
  
  
  
  
Hier staan stoelen voor de gelovigen.  
Het lijkt alsof er elke seconde ijspegels van  
het plafond gaan vallen. 
 
  
  
  
In de hal hangt een paneel met foto’s over het  
fenomeen van de middernachtzon. 
De middernachtzon schijnt hier, op 71º 10’ 21,  
van 14 mei tot 29 juli, wat overigens niet wil zeggen dat zij dan ook  
werkelijk te zien is. Hier bij de overgang van de IJszee naar de warmere  
Golfstroom vormen zich vaak mistbanken. Als het in Honningsvåg mistig is,  
kan het op de Noordkaap stralend weer zijn en ook omgekeerd. 
Volgens de statistiek ziet maximaal 10% van de bezoekers de bloedrode 
 middernachtzon, die hier om 0.21 uur haar laagste stand bereikt.  
Onze toestand is dus normaal, want wij zijn bij de 90% mistkijkers. 
  
  
  
  
 
Ik ga even buiten om een foto te nemen van dit ultieme monument in Europa.  
Ik heb in mijn leven nog nooit zo’n kou gehad, en dat komt door de mist  
en de ijzige wind vanaf de pool. Mijn vest is prima koudebestendig,  
maar ik mis een paar warme handschoenen. 
 
  
  
  
Er zijn verscheidene monumenten, maar ik vind ze niet  
allemaal. Voor ik bevroren terug naar binnen ga, zie ik er  
nog één, dat herinnert aan het bezoek van Louis Philippe  
van Orleans in 1795. 
 
  
  
  
Als ik nu terug naar binnen kijk, zie ik de reflectie van het  
hoofdmonument in de ramen. 
 
Het ijzeren hekwerk langs de rand van de rots, dat je ook op de foto ziet,  
moet verhinderen dat toeristen, verblind door de laagstaande zon omlaag storten.  
Vandaag is dat zeker niet het geval. 
 
  
  
  
Greta heeft verkozen van de polaire kou niet te trotseren, en studeert volop,   
zelfs na middernacht, in een wetenschappelijk werk in een hoekje van de bar. 
 
  
  
  
Ikzelf moet even bekomen van de poolkoude, in het illustere gezelschap van de 
 Noorse Koning Oscar II, de eerste echte VIP bezoeker en promotor van de Noordkaap. 
 
  
  
  
Als we achteraf met de bus enkele kilometer uit de kust zijn, is het weer zonnig.  
De Lappen zullen tevreden zijn. 
 
  
  
  
  
  
											29-05-2011, 23:24 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
										
											22-05-2011 
										 
										
											 
										
											
											
											  
"Welkom " zegt deze eenmalig vriendelijke trol. 
  
  
We lopen toch nog even rond in het vissersplaatsje Honningsv å g. 
Er is geen fluit te zien, maar het dorp is verbazend fotogeniek,  
en intussen schaven we onze kennis van het Noors nog wat bij. 
  
Hier staan we voor het gebouw van de plaatselijke radio  
Kystverket (Kustwereld). Het is waarschijnlijk de enige  
radio die de inwoners kunnen ontvangen in deze regio. 
  
  
  
Op de parking van het dorpje staat een autocar uit Spanje,  
meer bepaald uit Asturië. Die zijn wel even uit de richting. 
Ik herken de afkomst eerst aan het soort nummerplaat,  
ons welbekend. 
 
  
  
  
In het commercieel centrum, als ik dat zoal mag noemen,  
zijn in een minuscuul winkeltje huiden en geweien te koop van rendieren.  
  
  
  
In deze streek leven nauwelijks vogels.  
Logisch eigenlijk, bij gebrek aan bomen.  
De meest voorkomende soort zijn papegaaiduikers.  
Dit groepje is mooi komen poseren voor de foto. 
  
  
  
  
We hebben zelfs een winkel gevonden uitgebaat door een West-Vlaming. 
Vertaling: in deze koopjestijd verkoopt hij de helft van zijn waren aan halve prijs. 
 
  
  
  
Wat in dit onooglijke plaatsje van 4000 inwoners vooral opvalt, is het aantal kerken  
of bidhuizen, zoals dit hier. 
 
  
  
  
Zelfs de Bap- en andere tisten hebben hier hun eigen religieuze omgeving. 
  
  
  
En dan is er ook ook nog het mooie hoofdkerkje, dat op een heuveltje ligt. 
  
  
  
De verklaring is natuurlijk dat de meeste inwoners enkel bezig zijn met visvangst.  
Terwijl de mannen op de woeste zee de glimmende waterbeesten bovenhalen  
bidden de vrouwen om de heren heelhuids te laten terugkeren. 
Voor de vissers die het overleven, en uiteindelijk met pensioen mogen, is er dan 
 ook een ‘welvaartsstation voor vissers’ , de gepensioneerdenclub zeg maar.  
 
  
  
  
Dit is het standbeeld voor Harald, de eerste grote Noorse visser.  
Nog vóór de Noren vissers waren, stonden ze bekend als Vikings.  
Er waren toen nog niet veel supermarkten, en om hun winkelwaar  
aan te schaffen   gingen de Vikings wat plunderen in de zuidelijke  
landen (want verder naar het noorden was natuurlijk niets eetbaars).  
Toen ze ook in onze streken alles hadden meegenomen,  
zijn ze naar Amerika gegaan om daar wat te shoppen. 
Iedereen weet dat ze Colombus 500 jaar vóór waren, maar ze konden  
niet schrijven door hun altijd bevroren vingers, en er zijn dus nog geen  
tastbare bewijzen gevonden. 
  
Een van die Vikings, Harald van Honningsv å g, zag hoe Amerikaanse  
beren in de bergrivieren de zalm in de vlucht pakten.  
Hij kwam op het idee om dat ook met zeevis uit te proberen, en met succes. 
We zien hem hier vereeuwigd met zijn eerste buit, in de vlucht gepakt!  
Sindsdien hebben de Noorse Vikings zich volledig toegelegd  
op de visvangst, en ze lieten de Zuiderse landen met rust. 
 
  
  
  
Soms loopt er al eens iets mis met een visser.  
Gelukkig hebben ze hier voor alles de nodige voorzieningen, zoals deze  
combinatie van ‘bloemenwinkel & begrafenisbureau’ .  
Alles in één. 
 
  
  
  
Even een blik op de haven om te zien of de Opera er nog ligt.  Sinds vorige week  
op dit schip alle toiletten overstroomden, op drift in de Baltische Zee,  
en de passagiers zich moesten behelpen met plastic zakjes  
die ze in zee wierpen, doet er al een nieuwe naamsafkorting  
de ronde  voor de Opera:  O nze P *s E erst ‘R  A f! 
 
    
  
  
Greetje met haar pijnlijke rug komt nu toch aan wal ook  
een fris poolluchtje scheppen,  en zelfs de trol is er blij om. 
 
  
  
 
  
 
Ik had hier helemaal niet meer op gerekend, en van verbazing  
valt mijn mond open, en ook die van het hondje aan mijn zij. 
  
  
  
Soms zijn er wilde massabetogingen in Honningsv å g.  
De tienduizenden demonstranten worden dan op afstand  
gehouden  door machtige waterkanonnen die van op zee  
kunnen opereren. 
  
  
  
Vanavond maken we ons gereed om naar de Noordkaap te gaan.  
Haasten is er niet bij, want het blijft nu continu licht tot begin augustus. 
 
   
  
  
We gaan dus nog eerst even naar de kade, waar we ons  
MSC bootje terugvinden.  Door de minder goede weerklank  
die MSC onlangs in de media heeft gekregen, gaan er  
trouwens stemmen op om de naam te veranderen in  
M otorloze S tinkbak C ompany.
  
    
  
  
Om aan het schip te komen moeten we maar een kleine avstand afleggen. 
  
  
 
De avstand naar de Nordkapp is iets langer, zo’n 35 km.  
Daarvoor gaan we dan toch maar liever in een autocar stappen.  
Onderweg komen we welgeteld één kruispunt tegen. De E69 is zelfs een tolweg! 
  
  
  
  
  
											22-05-2011, 22:27 geschreven door grob    
											 
										 
										
											
												
												
												
											 
										 
 
										
											 
									
									
								
									
										
											
									
									
												
													
													
												
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba  
 
												
													
													
												
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw 
 
												
													
													
												
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland 
 
												
													
													
												
discrete blik achter de schermen in Segovia 
 
												
													
													
												
beste Spaanse tapabar:  Gambrinus in Toledo 
 
												
													
													
												
aan het werk in hoteltuin in Alberic 
 
												
													
													
												
aan de Groenplaats met Seniorennet 
 
												
													
													
												
met vrienden in El Palmar (Valencia) 
 
												
													
													
												
catamaran van Tarifa naar Tanger 
 
												
													
													
												
lunch in Parador van Arcos de la Frontera 
 
												
													
													
												
Viking van de Geiranger fjord