Een stukje buiten de stad ligt het park Güell, een van de baby’s
van Gaudì. In dit gebied dat in die tijd buiten de stad lag
wou hij een architecturaal mirakel oprichten.
Hij begon met de constructie van terrassen op verschillende
niveaus, en bouwde er een huis voor zichzelf, waar hij ging wonen,
en een voor de conciërge, maar de rest is financieel niet van de grond gekomen.
Maar zelfs zo is het een MUST voor de Barcelona bezoeker.
Gemakkelijk bereikbaar: 5’ metro vanaf de Ramblas en 15’ wandelen.
We keren terug met een taxi en doen er drie kwartier over.
Je kunt langs twee kanten het park binnen. Wij starten bovenaan,
en laten onderweg een kiekje nemen door een koppeltje Nieuw Zeelanders.
De balustraden van het terras zijn hoogst ongewoon en dwingen je
een standpunt in te nemen: welnu ik ben helemaal pro Gaudì.
De bovenzijde van het terras is een soort dolomiet, die wordt
gedraineerd doorheen zuilen die zich in een ruimte daaronder bevinden:
een lege tempel, lijkt het.
Greetje laat de zitbanken hun rol spelen en droomt al van een huisje in Gaudì stijl.
Na enkele uren wordt ze opnieuw wakker en staat/zit weer klaar voor haar droomprins.
Aan de rand van het park staat de portierswoning. troebel weer vandaag, je kan zelfs de zee niet zien.
Vanuit de hoogte lijkt de Sagrada Familia wel op een dood insect dat met zijn poten omhoog ligt.
Soms denk ik dat er kabouters op het toneel gaan verschijnen,
uit een klein deurtje kruipend en nog wat geeuwend
nadat hun siësta achter de rug is.
Hierin wilde Gaudì zelf wonen, maar er kwam iets tussen.
Enkele rare beesten bewaken de ingang.
|