Ik kom nog even terug op ons verblijf in Niort vorig jaar. We dachten dat we alles hadden gehad na de beleving van Carabosse en de lange wandeling de volgende morgen.
Niets is minder waar. Als we terug in het centrum komen na het stappen worden we langs alle kanten geconfronteerd met honderden of wellicht duizenden straatlopers.
Op zoek naar een dorstlessend middel – het is behoorlijk warm - belanden we op het plein achter de donjon, gebouwd door Richard Leeuwenhart, met daarnaast de markthallen. Op deze plaats is het loopcircuit afgesloten met nadar afsluitingen.
Om de stratenloop zo weinig mogelijk te hinderen nemen we rustig plaats op een terrasje om de enige Franse smaakvolle pils nog eens aan de smaakproef te onderwerpen: de “1664” van Kronenbourg.
Komt daar een vreemd schepsel langs. Ofwel bevat de “1664”
een hallucinerend middel, ofwel zie ik een (uiteraard groen)
marsmannetje, met een draagbare UFO op zijn rug.
Blijkt het een schildpad te zijn, die de confrontatie wil aangaan met de paar duizend (?) straathazen.
We wandelen verder door de stad, en overal waar we kijken krioelen de lopers van alle leeftijden in het rond. Hier staan we aan een brug dicht tegen ons hotel. Ons probleem is dat we nu onze weg willen vervolgen naar het zuiden, maar we geraken met de wagen de straat niet op, omdat de lopers vandaag voorrang krijgen. Uiteindelijk vinden we een gaatje en kunnen we verder naar onze volgende favoriete plaats: Saint-Jean-de-Luz
Verplaats je nu even naar een jaar later. Ook dit jaar (2012) houden we een stop in Niort op weg naar het zuiden. Het grote verschil is dat we aankomen op zondag, een dag later dus dan vorig jaar. Het verschil is groot: geen Carabosse spektakel, geen stratenloop, geen andere attracties of toeristische activiteiten. Direct na aankomst en check-in in het hotel doen we nog een kleine wandeling in de buurt van het centrum. Het water in de rivier is nog even glashelder als vorig jaar.
Aan het water zit een eenzame visser. Bij nader inzien blijkt deze loze visser hier niet te zitten om vis boven te halen. Wat dan wel, zult u zeggen? Door nieuwsgierigheid geprikkeld vraag ik het hem op de man af. Hij blijkt te behoren tot het Carabosse gezelschap, en heeft als taak de marcellekes te recupereren ( zie vorig stukje) die vorig jaar per ongeluk in het water gevallen zijn bij het opruimen. Hij heeft er vandaag al twee gevangen, en ze hangen keurig over de armleuning van zijn stoel.
We zetten onze wandeling voort langs de stille waters, bruggen en oevers van Niort,
in een heerlijk zonnetje.
De zon geeft nog wel warmte, maar glijdt toch langzaam naar beneden.
We komen niemand tegen. De zondagrust is compleet.
Alles is rustig, wijzelf inbegrepen. Tussen de boom- en waterpartijen staan
hier en daar ook uit kluiten gewassen kunstwerken.
Het is zondag, dus moeten we ook even een religieus moment inbouwen.
Met de kerk van St-Hilaire in zicht komen we tot volledige bezinning i
n de zonnige vooravond.
We bezoeken opnieuw enkele leuke plekken waar we vorig jaar ook waren.
Dit jaar zijn er minder bloemen zichtbaar. Maar we zijn dan ook een volle dag later in Niort.
Het einde van de wandeling komt nu in zicht. Ook dit jaar zijn we weer verrast door de
onvoorspelbaarheid van de uitzichten. Ergens doet dit enigszins aan Brugge denken,
maar dan wat rustiger.
De vraag aan de hotelreceptie naar leuke restaurantjes levert niet zo heel veel resultaat op. Op zondag valt elke activiteit stil, en de restaurants delen in de trend. We krijgen toch een interessante tip, en slaan de beentjes nog even uit richting het reusachtige plein La Brèche. Net voor het plein maakt Greta nog kennis met een ferme zeeslang. Ze is zo’n 10 à 15 meter lang, en heeft nog een broertje of zusje iets verder op. Als we volgend jaar terugkomen, dan gaan we ze eens goed bekijken in daglicht.
Het aanbevolen restaurant is gespecialiseerd in eten uit de Elzas, wat voor mij geen enkel probleem vormt. Om ook respect te tonen voor andere religies besluiten we om vandaag hallal te eten. Ik kies voor een van de mogelijke choucroute varianten. Naast mijn bord staat nog een verwarmde schotel die voor mij bestemd is. Greta houdt het op pasta.
Taverne Le Relais d’Alsace, zoals je op het raam kunt aflezen, geeft al zijn geheimen prijs, en voldoet ruimschoots aan onze culinaire verwachtingen.
Bij onze bestelling hadden we terloops gezegd dat we afkomstig zijn uit België.
Groot is onze verbazing dat de chef voor zijn buitenlandse gasten
hoogstpersoonlijk mijn gerecht komt serveren. Hieronder zie je het bewijs.
Tegelijk mogen we ook kennis maken met zijn lijfspreuk.
Tot zover onze belevenissen in Niort tijdens onze twee passages.
Nu trekken we verder richting De Landes.
Een beetje geduld, want het volgende stukje zal over Kokeneten gaan,
nu we toch in de sfeer zitten.
|