Het recept van dit haasje is verrassend afkomstig uit Nederland.
Als we SOS Piet mogen geloven, dan is het degelijk bereiden
van een simpel varkenshaasje een kunst.
Omdat ik in de keuken helemaal geen kunstenaar ben,
maar dichter bij de kant van de plongeur sta, schakel ik dus nu over
naar SOS Piet.
Een andere zaak is de moeilijke vorm van het stuk, omdat het in de pan
teveel open ruimte laat, zodat het bakvet rondom gaat verbranden.
SOS Piet heeft natuurlijk een oplossing, en vult de open ruimte met groenten.
Champignons passen hier het best bij, en ze absorberen dan ook nog het overtollige vet.
Hier komt het recept, met nog een paar adviezen van SOS Piet:
Het doel van het braden is natuurlijk vlees te verkrijgen dat van buiten
mooi bruin, en van binnen sappig is, dus:
Starten met niet teveel vet.
Het vuur in het begin niet hoog zetten.
Eerst de champignons toevoegen, dan pas de vloeistof.
ingrediënten voor 2
|
bereiding
|
1 varkenshaas
|
kruid het haasje met peper, zout en lookpoeder
|
zout, peper, lookpoeder
|
laat boter in een kasserol smelten, tot ze begint te sissen
|
champignons
|
bak het vlees aan 3 kanten bruin, elke kant 5’, op niet te hoog vuur
|
boter
|
doe de champignons in de pan, wacht tot ze het vocht absorberen
|
jonge Goudakaas, geraspt
|
doe de kalfsfond in de pan en roer
|
4 el mosterd
|
meng de kaas met de mosterd en de room, schep over het vlees
|
4 el slagroom
|
braad het vlees 30’ in de pan en leg het op een verwarmde schaal
|
Calvados (of andere)
|
deglaceer de pan met Calvados (Spanje: Sidra en brandy)
|
een kop kalfsfond
|
draai het vuur hoog, blijf roeren tot de saus ingedikt is
|
|
giet de saus over het vlees
|
|
geef er gekookte aardappelen bij en sperziebonen uit diepvries
|
Vroeger ging men er van uit dat gegrild of gebraden varkensvlees (te?) lang
moest garen, niet alleen voor de smaak, maar vooral “om het gevaar van trichinose uit te sluiten”.
Dit vermeldt mijn (niet zo jonge) kookboek.
Ben ik even gaan opzoeken hoe het vandaag zit met deze kwaal.
Alle gevaar lijkt intussen geweken, tenzij je wild en niet gekeurd eet.
Mocht je haasje er dus aan de dikkere kant van binnen nog lichtjes roze
uitzien, dan gaat de Trichinella worm morgen nog niet met open mondje
door je darmen razen.
“Trichinose door Trichinella spiralis worm is een worminfectie die,
dankzij de strenge vleeskeuring, in onze streken in principe niet meer voorkomt.
Ze kan nog wel optreden wanneer men onvoldoende verhit vlees eet van wilde
(en dus mogelijk niet gekeurde) everzwijnen.”
Quote uit www.gezondheid.be
Wat hebben we vandaag geleerd?
1. een varkenshaasje heeft niks te maken met een konijn
2. de Trichinella worm komt niet uit China, maar uit een everzwijn
3. een gerecht afkomstig uit Nederland kan toch ook lekker zijn.
Hier komt het warme spul op de tafel.
Tegelijk heb ik nog een gelijkaardige variant bereid, haasje voor Afrikanen.
Naar ”Varkenshaasje met kaassaus” uit TimeLife “Varkensvlees”, pag.103 en SOS PIET
|