Het moment is gekomen om hotel Playa Meloneras even te verlaten.
Hoewel gezegd moet worden dat het hotel wel een speciale indruk maakt.
Er zijn twee lobby’s, en de beneden lobby is voorzien van waterpartijen,
met rusteilanden.
Het dak van het hotel is uitgevoerd in de vorm van een reusachtige oesterschelp.
We nemen de shuttlebus van het hotel naar het natuurpark aan de vuurtoren.
Hier vind je een Zwin in het klein, een onverwacht natuurpark
gespoeld door zeewater, met een massa veelkleurige vogels.
Op de achtergrond zie je aan de rechterkant de eerste ruggen
van de beroemde duinen van Maspalomas. We hebben die ooit doorkruist.
Bloedend heet is dat, en je zinkt gewoon in dit losse zand, dat zich constant
verplaatst door de wind.
We weten nu in elk geval welk gevoel het geeft door een woestijn te dwalen.
Niet alleen komen er veel vogels voor in dit natuurpark, maar de vissen zijn bijna ontelbaar.
Pelikanen zouden hier smullen, maar ze zijn (nog) niet tot hier geraakt.
Dit natuurgebied is niet toegankelijk, maar er is wel een lange “dijk” naast gelegd,
die kilometers verder noordwaarts gaat en eindigt aan het “Sonnenland”.
Je mag tweemaal raden welke nationaliteit hier de kroon spant.
We gaan niet noord- maar zuidwaarts naar de faro (vuurtoren).
Rondom staat het vol strandbedden, die vandaag heel wat noordenwind vangen,
en beschermd worden met grote parasols die als windzeil dienen.
Dit strand is merkwaardig, omdat het de meest zuidelijke plek van Europa is!
Meer zuidelijk kan echt niet.
Een vuurtoren is per definitie een nachtwerker, en hier zie je dan
de vuurtoren van Maspalomas volop in actie.
Het zuidelijkste baken van Europa.
Deze staande lamp is een uit de kluiten gewassen knaap, en vanaf hier
strekt zich sinds enkele jaren een volledig nieuw wandelpad uit langs de zeekant,
met uitstekende en slechte resto’s en andere smulhuizen.
De minder goede bevinden zich direct onder en naast de vuurtoren.
Een top adres van een (Duitse) tearoom met een Griekse naam is Café Athena.
Ze ligt langs het nieuwe wandelpad en heeft schandalig lekkere ijsjes en taarten.
Als tip toon ik hier de naam op het serviette.
Greta heeft hier een taart ontdekt die haar gelijke niet heeft.
En dat met een lekker Illy koffietje!! Smakkie smakkie.
Zóóóó lekker dat we dag erna teruggaan, voor krak hetzelfde.
Alleen staat er nu een andere struik in mijn pot.
De kerstbomen zijn op.
Begin nu niet te denken dat we hele dagen doorbrengen in tea-rooms.
Niets is minder waar. Geregeld brengen we ook een bezoekje aan
mijn lievelingsresto: Chipi Chipi.
We komen in deze zaak al tien jaar, en liefst zoveel mogelijk.
Ik voel me door al dat lekkers zodanig aansterken dat zelfs roze olifanten
me niet meer kunnen deren.
Elke keer dat we op Gran Canaria zijn doen we met vreugde een uitstap
naar Puerto de Mogan, een lust voor het oog.
Onderweg komen we een aantal merkwaardige weggebruikers tegen.
Zelfs een op vier poten (of zijn het er drie?) die niet wil wijken voor een vierwieler.
En ze zijn met velen, hoewel de meeste de wegcode respecteren, zoals deze voetgangers bijvoorbeeld.
Deze dikke hier mag wel zijn voeten eens wassen.
Als je naar Puerto de Mogan rijdt, moet je de autoweg verlaten in Puerto Rico.
Dit is een toeristisch oord dat absoluut te mijden is.
Puerto de Mogan daarentegen ademt een aangename sfeer,
hoewel ook erg druk bezocht.
Ergens heeft het iets Engels, door de constructie en het uitzicht van de huisjes.
We starten een wandeling aan het haventje.
Ze hebben hier ook een vuurtoren, maar hij is waarschijnlijk een beetje gekrompen.
De Kerstman zit aan de oostkust (zie deel 1), maar Sneeuwwitje
met haar zeven dwergen kiest voor een verblijf in dit leuke plaatsje.
De jachthaven wordt afgeboord door overal dezelfde huisjes in alle kleuren.
Maar wat vooral opvalt, zijn de bloemen. Vergeet niet dat het december is!
Er zijn maar enkele straten, maar allemaal zijn ze even fotogeniek.
Het strand is klein, maar aangenaam.
Ook hier zijn de horecazaken de laatste jaren uit de grond geschoten.
Devoot en vroom als we zijn, nemen we afscheid van Puerto de Mogan
met een bidstonde aan de kapel van de heilige Mogan.
Mocht die nog niet bestaan, dan moeten ze hem uitvinden.
Tijd ook om afscheid te nemen van Gran Canaria, en terug de vliegende autobus
in te schuiven.
Leuk vliegdingetje, maar ik had al aangegeven (zie deel 1), dat er een paar
nadelen aan zijn.
Hier zijn er nog een paar:
Er zijn dus op elke rij 2X2 zetels met een smal middengangetje.
Toen de meisjes nog brede epauletten droegen, moesten ze dit toestel enkele jaren
aan de grond houden, want de stewardessen konden niet meer door de gang.
Er is meer: de piloten zitten niet naast elkaar, maar achter elkaar.
Nochtans is alle moderne technologie aan boord: er is internet, maar geen breedband.
Er is een film, maar ze kunnen enkel smalfilm vertonen.
Hier zie je hoe de laatste ingestapte passagier als taak heeft het opstapje
omhoog te trekken.
Gran Canaria, hasta la proxima vez.
|