Het afscheid van Spanje vieren we met een barbecue.
Dat past gewoon bij lekker weer op het terras.
De twee vorige jaren had ik telkens een barbecue of tafelgrill
moeten liquideren, wegens versleten.
De enig overblijvende BBQ, nog meegebracht uit België, doet al
jaren trouwe dienst, er is dus geen vuiltje aan de baklucht.
Lekkere Spaanse vleesjes, tomaatjes, paddenstoelen een uurtje
laten marineren in een Mediterraan mengsel “doet me al gauw
het water in de mond krijgen”.
Ik citeer hier Piet Huysentruyt.
Ik heb lang gezocht, maar gevonden! De aller-heerlijkste Spaanse
witte pensjes, gemarineerd en aan het spit geregen, wachten enkel nog
op hun krokante kruidenmengeling.
In de plantenbakken hoef ik daarvoor enkel verse tijm te knippen, laurier, en rozemarijn.
De heerlijke wespentaille-worstjes verlangen ernaar.
Hier geen recept dus, want iedereen kan een BBQ-festijn tevoorschijn toveren.
Meestal zijn het zelfs mannen die het doen (enkel het bakken natuurlijk).
De elektrische barbecue wordt erbij gehaald, en het feestje kan beginnen.
De zon is er, de salades zijn sappig, de tafel is gedekt.
Ik steek de stekker van de BBQ in en pats, het controlelampje brandt ongeveer
1/100ste seconde, en dooft onvermijdelijk.
Hoofdzekering gesprongen ook.
Barbecue in mineur. Dan bak ik al die lekkere dingen maar in de pan, in de keuken.
Het zijn toestanden die iedereen wel eens meemaakt. Volgende maal beter.
BBQ apparaat afgevoerd.
|