De eerste dag (of avond) Bayonne was enkel voor de aankomst,
de tweede dag hebben we de stad verkend, en nu de derde dag maken we
een wijde cirkelvormige bocht in de grote en hoge omgeving.
We maken de blauwe lus, vertrekkend uit Bayonne waar het vlaggetje staat,
naar het zuiden, in de richting van de bergen.
We werpen een laatste blik vanuit onze hotelkamer in de richting van de stad,
en we zien dat het weer goed zit.
Slechts twee dagen na mijn vorig verslagje over Bayonne, met onder meer
de overstromingen in februari jl., zag ik op het Tv-nieuws beelden uit Bayonne,
met opnieuw grote waterellende in het stadscentrum.
Voor alle zekerheid gaan we nog even in de kathedraal een schietgebedje
prevelen, om vandaag goed weer af te smeken voor het Baskenland.
Op het fotokaartje bovenaan dit blad stoppen we een tijd waar nummertje 2 staat,
in Espelette.
Het toeval wilde dat ik eens een lekkere bereiding had gemaakt uit het kookboek
“Frankrijk, het zuiden” van Timelife. Het gerecht was Thon à la Basqaise.
Hierin gebruikt men piment d’Espelette, en dat was me onbekend.
Klik hiernaast in de rechterkolom, bij "archief per maand" op "11-2008",
en daar is het gerecht en de Espeletten uit de doeken gedaan,
met inbegrip van een aantal merkwaardige foto's.
Nu we hier ter plaatse voorbijkomen, moet ik het fijne ervan weten.
We stoppen dus bij een van de grotere peperboeren, en worden al direct
geconfronteerd met een quiz.
Quizzen doe ik graag en misschien winnen we wel een stenen pijp of zoiets.
De antwoorden op de quizvragen zijn te vinden in de gronden
waar de pimentjes groeien van groen naar rood.
We bekijken natuurlijk ook de pepertjes, die bijna tot rijpheid zijn gekomen.
Ze zijn nu bijna allemaal rood, met een lengte tot 12 cm.
Dit pepertje werd door een missionaris uit India meegebracht, en werd toen
Indische peper genoemd (maar dan in het Baskisch).
De rode pepers worden ook gedroogd en gemalen en dienen als smaakmakers.
Goed om weten: niet ver van Espelette ligt de prachtige Aldudesvallei,
befaamd voor de kweek van het Baskische varken.
Bij de beste hammen ter wereld horen inderdaad Serrano, Parma en Bayonneham.
Aan het Espelettepoeder heeft de Bayonneham zijn rode kleur,
aangenaam aroma en conservering te danken.
De pepers zijn bij verkoop beschermd, zoals de Franse wijnen, door een AOC-label,
Appelation d’Origine Contrôlée.
Overal zijn ze, met etiket, in trossen en guirlandes te koop op de lokale markten
in het Baskenland. We hebben er ook een gekocht van ongeveer 20 stuks.
De eerste twee maanden zijn ze niet pikant, wel zeer aromatisch, en kan je ze
gebruiken als groente. De volgende 2 à 3 jaar drogen ze verder, en zijn ze HOT.
Daarna kan je de tros nog 10 jaar laten hangen als versiering.
Wie meer wil weten, kopieer dit naar de adresbalk van je internetbrowser, of klik:
http://het.gastronomen.net/CMArticles/ShowArticle127.asp?id=28989
We gaan hoger de bergen in, op zoek naar een tandradbaan.
Vrij makkelijk komen we terecht in een klein stationnetje…
Het is middag en het personeel van de “Chemin de Fer de la Rhune” is onzichtbaar.
Greta kan soms toch wel geduldig zijn, want je ziet ze hier rustig zitten
wachten op het bankje, voorzien van haar rugzakje.
Na enige tijd komt het treintje er aan gepuft. Het bakje moet honderd jaar oud zijn.
Er is een tandradbaantje met twee sporen en een hou-vast-spoortje,
want een gewone trein raakt hier niet boven.
Ik houd mijn ticketje klaar, maar er is enkel een virtuele kaartjesknipper te zien.
De Basken zijn natuurlijk goed vertegenwoordigd.
Onder elke zwarte muts vind je er een.
Het is bloedheet. De datum staat op 16 oktober, de thermometer op 26°,
en we staan op grote hoogte, aan de enkels van de Pyreneeën.
Het treintje is nu gestopt met puffen, en het is de beurt aan de passagiers.
Langzaam loopt het vehikeltje vol.
Terwijl ik nog een laatste foto neem vóór het vertrek, knoopt Greta een gesprek aan
met Jean-Luc Dehaene.
We tsjoeken door een verlaten landschap met veel varens en wat bomen.
Het treintje ratelt als een kudde verloren gelopen kettingen.
Af en toe lopen wilde pony’s langs het traject.
Na een kwartier klimmen, zien we de Golf van Gascogne
en alles wat ertussenin ligt.
Ook half wilde paarden vinden het hier goed.
Je kan de toestand vergelijken met de Galloway runderen die ze bij ons
uitzetten in natuurgebieden.
Ze hebben de mens niet nodig en zorgen voor het korthouden van de begroeiing.
Een win-win situatie.
Boven op de berg zijn verschillende panoramapunten en een paar tavernes.
Greetje geniet, maar achter haar zijn de wolken in aantocht.
Hier zit je niet ver meer van de echte Pyreneeën.
Terloops gezegd: denk niet dat dit een licht erotische foto is,
met aan de rechterkant zicht op een stuk blote vrouwenborst of een tepel.
Het is een stomme elleboog van een toerist.
Het leeggelopen treintje, gezien van op de berg.
Het gaat vertrekken om een nieuwe lading Basken naar boven te sleuren.
Er rijden altijd twee treintjes tegelijk die elkaar kruisen in het midden.
Dat geeft ons tijd om boven goed rond te neuzen en visueel te genieten
van Frankrijk (en Spanje).
Wat gebeurt er hier?
Op tien minuten tijd is de helderblauwe lucht gecamoufleerd door wolkenpartijen.
Te laat om nog in te stappen. Het hobbeltreintje gaat al de berg af.
In de bergen kan het weer snel en onverwacht veranderen.
Alles wordt met grote snelheid onzichtbaar.
We zullen er intussen het beste van maken en op het volgend knarsertje wachten...
|