We knopen terug aan met onze verplaatsing van België naar Andalusië,
bij het verlaten van Zuidwest Frankrijk.
Niet ver van Bayonne gaan we de Spaanse grens over,
en via San Sebastian en Bilbao bereiken we moeiteloos Burgos.
Burgos is een vrij grote, propere stad met 172000 inwoners.
Het is een partnerstad van Brugge en Valencia.
Als men Brugge vertaalt in het Spaans, komt men eigenlijk op Burgos.
De historische band met Valencia komt hier wat verder nog aan bod.
De stad ligt op een hoogte van 860 m aan de rivier de Arlanzon.
Acht bruggen verbinden de stad. Rond het jaar 1000 wordt Burgos gesticht
en het wordt later de hoofdstad van Castilië.
Het wapenschild van Castilië herken je altijd aan de afbeelding van een kasteel.
In 1200 wordt de eerste brug over de Arlazon gelegd ten behoeve van de pelgrims
naar Santiago de Compostella, op de drukste weg van de Middeleeuwen.
Kort daarop wordt er begonnen met de bouw van de prachtige kathedraal.
Onderweg naar ons hotel “El Cordon” stoppen we even onwettig in het centrum
op een halte van een lijnbus.
Nog geen halve minuut later tikt een Guardia Civil agent op onze ruit.
We melden hem en zijn collega dat de smalle straat van het hotel
ontoegankelijk is door de aanwezigheid van een metalen paaltje.
Ze maken ons duidelijk met een schets hoe we terug snel aan het hotel geraken,
en een van de agenten zal ter plaatse op een knop gaan duwen,
zodat het paaltje voor een minuut in de grond verdwijnt. Dank u wel agenten.
Een uur later zien we ze opnieuw, en ze groeten ons hartelijk.
Inchecken in het gezellige hotel, en dan rustig op stap is ons motto.
Vlakbij vinden we een Plaza met een prachtig gebouw, waar boven de poort
een enorme koord (cordon) versteend is.
In 1495, drie jaar na de ontdekking van Amerika, ontvangen de katholieke koningen
Ferdinand en Isabella Columbus in de “Casa del Cordon” na zijn tweede reis.
Dat is dus hier.
Even verder komen we aan de Plaza Mayor.
Erachter zien we al de overbekende kathedraal, waar we ook naartoe zullen gaan.
Het plein is niet zo indrukwekkend, maar wel uitnodigend en gezellig.
Dezelfde fonteinen komen regelmatig terug, Greta daarentegen blijft uniek.
We plannen een rondrit met het toeristische treintje, maar
er komt iets anders uit de bus…
Terwijl ik me buig over het stadsplan, komt een inboorling me spontaan vragen
of ik iets wil weten.
Geen twee minuten later is Emilio met ons op weg, en toont hij ons
de interessante plaatsen van het stadscentrum. Gemakkelijk, zo’n lokale gids.
Een vriend voor het leven!
De bekendste historische figuur van Burgos is zeker El Cid. Over zijn leven werd
trouwens een speelfilm gemaakt met Charlton Heston in de hoofdrol.
El Cid was een veldheer, die vele malen de Moren heeft verslagen.
Men heeft zelfs nog eens zijn gebalsemde lijk uit de doodkist gehaald
en in volle wapenuitrusting op zijn strijdros gezet.
Begeleid door ridders en getrouwen reed hij zo de stadspoort van Valencia uit.
De Moren bestierven het van angst en schrik toen zij de herrezen vijandige held zagen.
Hij heette eigenlijk Don Rodrigo Diaz en werd in 1040 in Burgos geboren.
Toen hij 10 jaar was kwam bij reeds aan het hof van de koning van Castilië
in Burgos en werd op zijn 17de tot ridder geslagen.
In 1094 veroverde El Cid Valencia op de Moren en vijf jaar later, is hij daar gestorven.
Vandaar de historische band met zusterstad Valencia.
Hij werd begraven in het klooster van San Pedro te Gardena,
vanwaar de tuinsproeiers afkomstig zijn.
In 1842 werd hij en zijn vrouw Jimena herbegraven in de kathedraal van Burgos.
In 1955 richtte Burgos een ruiterstandbeeld op.
Hij is uitgebeeld met een geweldige baard, een wapperende mantel,
en zijn zwaard houdt hij schuin naar boven gericht, gereed om hoofden te hakken
en aardappelen te schillen.
Als je bedenkt hoe lang je vandaag met de wagen onderweg bent van Burgos
naar Valencia, moest El Cid wel over een paard met zes versnellingen
beschikken om die verplaatsingen te maken.
Vandaar natuurlijk dat hij er zo gehaast uitziet, om de Moren mores te leren.
Let nu eens goed op het gebouw achter El Cid. Het is het Teatro Principal.
Men is bezig de buitengevel te reinigen en te restaureren.
De complete gevel is overgeschilderd op een stuk textiel, waarachter men
de eigenlijke stenen gevel reinigt.
Met andere woorden, je ziet de gevel niet, maar wel een kopie op doek!
Hetzelfde procédé hebben we gezien in de kathedraal van de Mesquita in Cordoba.
Even verder worden we geconfronteerd met de lijfspreuk van de Burgodezen,
of zijn het Burgo(n)diërs?
De vlieg tegen de kikker: “Het is beter te sterven in de wijn dan te leven in het water”.
Vanaf het theater (achteraan) strekt zich langs de rivier (rechts)
een aangenaam wandelpad uit.
Het apparaat hieronder is een middeleeuws foltertuig, ontworpen door El Cid,
om de Moren te kraken. De vraag is maar: figuurlijk of letterlijk?
De proefpersoon werd naakt vóór dit toestel gezet, met zijn polsen vastgeklonken
in de handbeugels.
Wat er dan verder via dit apparaat gebeurde, heeft Emilio ons duidelijk gemaakt,
maar ik zwijg erover in alle talen, en ik laat de interpretatie aan de lezer over.
De foto zegt genoeg.
Aan het einde van deze promenade langs de rivier komen we aan een van de
vroegere stadspoorten: de Puerta Santa Maria, een prachtige constructie!
In de avond doen we opnieuw een stapje in de stad, en belanden in een tapabar
waar Greta een primeur krijgt: een totaal nieuwe tapa wordt er gecreëerd
en Greta mag hem testen als wereldprimeur, maar wat er in zit weet ze niet meer.
We zullen dus terug moeten gaan.
Voor we ons ter ruste leggen, neem ik de plicht op mij om nog even
de neus schoon te maken van een omstaander.
Een jongedame met een bloemige paraplu wuift ons uit.
Slaapwel.
|