Hieronder zie je de kaart van Spanje, met de autonome gebieden in vette druk,
en daarin telkens de provincies.
Wij gaan dus naar Andalusië, helemaal onderaan in het zuiden.
Nu moet je toch de Spaanse kaart eens aandachtig bekijken.
Ze lijkt sterk op een verfrommelde polo, met twee korte mouwen en een kraag.
Het is alsof de nonchalante polodrager een druppel rode wijn heeft gemorst,
net onder de kraag. Dat is de plaats waar Burgos ligt.
De partnerstad van Brugge is er trots op dat ze de hoofdstad is van Castilla
(zie het kasteel in het wapenschild), en ook de streek van El Cid, schrik der Moren.
Vandaag moeten we het doen zonder Emilio, en we bezoeken hoofdzakelijk
de kathedraal. Volgens de meeste echte kathedralenkenners heeft Burgos
de tweede mooiste kathedraal van Spanje. Die van Sevilla is natuurlijk onklopbaar.
Deze kathedraal is Gotisch, heeft drie beuken, dwarspanden, veel kapellen
en een zware middentoren uit de 16de eeuw. Er steken acht torentjes boven uit.
De hoofdingang is aan de westkant, met twee klokkentorens.
Die torens staan rechts hieronder op de maquette.
Het gebouw is helemaal niet gebouwd volgens de traditionele Spaanse stijl,
en doet vooral denken aan de Franse kathedralen, zoals die van Reims.
Aan de noordzijde (deze kant van de maquette) ligt het straatniveau veel hoger.
Hier situeert zich aan de binnenkant de “escalada dorada” of gouden trap
uit de Renaissancetijd.
We maken ons gereed om binnen te gaan aan de zuidkant.
Hier is een gezellig pleintje waar ook het toeristische treintje vertrekt.
De wacht wordt opgetrokken door een bedevaarder van de Camino
de Santiago de Compostella.
Van al dat staan word je natuurlijk moe, en de bedevaarder komt zich naast Greta
op de bank neervlijen.
Je weet natuurlijk al lang dat voetballers, rugbyspellers, en beoefenaars van
ruwe sporten ter bescherming, een preventieve schelp dragen.
Voor wie het toch nog niet weet, zou ik wat uitleg kunnen geven,
maar een beeld zegt meer dan 1000 woorden.
Greta wijst dus nu even (op een discrete manier) de bewuste plek aan.
Maar de bedevaarders naar Compostella dragen ook een grote schelp,
aan een touwtje rond de hals maar wel met een ander doel.
Het is een soort diploma, om aan te tonen dat je de Camino hebt gedaan.
Je ziet ze hier (een beetje moeilijk) op de foto boven de linkerelleboog van Greta.
Hetgeen verwarring schept in heel deze situatie is dat (Sint) Jakob in het Spaans
“Santiago” heet. Vandaar spreekt men ook van “Santiago de Compostella”.
In feite heet deze heilige, die aan de grondslag ligt van de bedevaart gewoon “Jakob”.
Vandaar dat diegenen die de Camino vervolledigen, zichzelf tot het einde
van hun leven mogen tooien met een Sint Jakobsschelp rond hun nek,
én met de typische wandelstaf. Zoals het exemplaar naast Greta.
We stappen nu de kathedraal binnen, onder een portiek met Bijbeltaferelen.
We hebben geen Emilio, maar wel een audiogids, die ons binnen laat stoppen
aan alle interessante plaatsen, en uitstekende informatie verstrekt.
Onverwachts komt een pittoresk figuur even om de hoek,
of beter van de balustrade af kijken, in het gezelschap van een paar klokken.
De meeste kapellen puilen uit van extreme pracht en praal, met bladgoud overdekt.
Waarschijnlijk is dit het goud dat Columbus uit Amerika heeft ontvreemd.
Dit zijn beelden van bovenaan deze kapel. Ze zijn tot in het kleinste detail uitgewerkt.
Nog een ander voorbeeld van een kapel.
Omdat in de tijd dat deze kerken gebouwd werden (bijna) niemand kon lezen,
was de Kerk verplicht de Bijbelverhalen te illustreren. Strips avant la lettre.
Dit is dan de ingang, gans bovenaan, aan de noordzijde, met de gouden trap.
Rolstoelfaciliteiten bestonden toen nog niet…
… want naast de trap staat geen rolwagen, zoals je zou denken, maar een
praalwagen om de stad rond te rijden met gouden en zilveren ornamenten.
Het sublieme hoofdaltaar van de kathedraal bulkt van de Bijbelse
verhalen, vier verdiepingen hoog en zeven gouden panelen breed.
Sommige plaatsen zijn zo (ongewild) fotogeniek dat je er stil van wordt.
Dit is de fameuze en oogverblindende koepel, waarboven aan de buitenkant
acht torentjes in de hoogte steken.
Hieronder is de Spaanse nationale held El Cid en zijn gade, Doña Jimena begraven.
Trouwens, hoe kwam hij aan deze naam, want zijn echte naam was Rodrigo Diaz de Vivar?
Welnu: 'Cid' is de Spaanse verbastering van “sayyid” (Arabisch voor 'heer').
Voor de filmrol van El Cid werd Charlton Heston gekozen, niet om zijn
artistieke talenten, maar omdat hij zulke grote handen had.
Dat was nodig om zijn zwaard “La Tizona” te kunnen hanteren
waarmee hij de gewoonte had dagelijks enkele Moren te neutraliseren
en in de Valenciaanse paellapan te hakken.
Wegens de grote handen van de filmacteur, koos men ook voor Sophia Loren
als zijn filmgemalin Jimena.
Naast Morenvertrapper, ridder van de koning en heerser van Valencia,
mag men El Cid ook beschouwen als de eerste bancaire specialist van Europa.
Ziehier waarom.
Om zijn soldaten te kunnen betalen bezocht hij, met een grote kist,
een prominente geldschieter.
El Cid stelde zich op een buitengewoon vriendelijke manier voor en vertelde
wat hij deed (de financier wist dit maar al te goed).
De financier kreeg een genereus aanbod als hij een pak geld aan El Cid zou lenen.
Als onderpand bood El Cid de kist aan, die volgens hemzelf vol zat met
goudgeel slijk der aarde.
Jammer genoeg was de kist op slot en had hij de sleutel verloren.
Maar El Cid was immers een man van eer, en gaf zijn woord dat hij
het geld met rente terug zou betalen.
De financier slikte even, bedacht wie hij voor zich had en leende het geld.
Toen El Cid weg was zette hij de kist weg en schreef het geld als verloren af.
Op de afgesproken dag kwam El Cid weer op bezoek en betaalde het geld met
rente terug (een paar kleine plunderingen brengen altijd wat aarde aan de dijk).
Nu werd het de financier te machtig. Hij wilde weten wat zich in de kist bevond.
El Cid opende de kist en de inhoud was duinzand.
De kist hangt nu in de kathedraal van Burgos, in de buurt van zijn graf.
Dit was de eerste bancaire crisis in Europa, maar in dit geval liep ze nog goed af.
Zo komen we tot het einde van ons bezoek aan Burgos.
We gaan zeker nog terug voor een volgend bezoek, misschien zelfs vóór 2016.
We zijn nu klaar om op weg te gaan naar Segovia.
À propos, het is zeker niet verboden een reactie te plaatsen op dit blogje.
Zo kan ik het blogje verbeteren, en mogelijk aanpassen aan je wensen.
Het zou me veel plezier doen je eens te lezen.
Gewoon klikken op “reageer” hieronder rechts.
Dank bij voorbaat beste lezer.
|