Ik heb terloops al eens vermeld dat Spanje, Oostenrijk, en nog andere stukken Europa,
(waaronder Vlaanderen) een tijd verenigd waren onder één gezag.
Keizer Karel was de man die dit domeintje bezat, waar de zon nooit onderging.
Wij kennen deze knaap als Karel V.
In Spanje heten ze hem Karel I, en in de Spaanse volksmond is het Don Carlos.
Zijn zoon was Filip II of Felipe, de Inquisitieman, maar je mag dat snel vergeten.
Wat ik wil zeggen is dat in de grond Oostenrijk en het verre Spanje verder
niets met elkaar gemeen hadden/hebben.
Daar ga ik nu toch even, als uitdaging, wat verandering in brengen.
Ik ga beide landen krachtdadig op de rooster leggen!
Daarvoor zal ik een harde Japanner inschakelen, hoewel die op zichzelf
volledig oneetbaar is.
Wat je hieronder op de foto ziet aan eetbaars is qua herkomst volledig neutraal:
een paar ronde tournedootjes, een bakje champignons, twee piepertjes die
straks een blinkend metalen jasje om krijgen, en een mes van Piet Huysentruyt.
Nu begint het: spiesen uit Tirol. Ik wil jullie de authentieke naam niet onthouden:
Pilzspiesschen Tiroler Art.
Als je dit drie keer uitspreekt, ben je al je speeksel kwijt en is je honger al over.
Hoe steek je dit kunstwerk (letterlijk) in elkaar? Ziehier:
ingrediënten voor 2
|
bereiding
|
350g paddenstoelen
|
snijd de geborstelde champignons in dikke plakken
|
4 pruimtomaten
|
halveer de tomaten, haal het zaad er uit en laat uitlekken
|
basilicumpoeder (Spanje: pasta)
|
doe de basilicum in de tomaten
|
olijfolie
|
bak de champignons even aan op hoog vuur in olie
|
1 (witte) ui in stukken gesneden
|
leg ze even opzij op een bord
|
100g spekblokjes
|
bak de spekblokjes in dezelfde pan
|
1 kleine rode paprika
|
vul de halve tomaten met de spekblokjes
|
pezo
|
zet de ui 1’ in de microgolfoven, om hem mals te maken
|
peterselie, fijngehakt
|
ontdoe de paprika van zaadlijsten, snijd hem in blokjes
|
|
zet de paprikablokjes ook even in de microwave
|
|
steek alle groenten afwisselend aan vleespennen
|
|
plaats de gevulde tomatenhelften goed tegen elkaar
|
|
deze hoeveelheden zijn goed voor 3 vleespennen
|
|
strooi pezo over de brochettes, bedruip ze met olijfolie
|
|
grill de brochettes 10’ of leg ze op de tepanyaki
|
|
|
|
heel goed met butifarra of andere worstjes (pag. 120)
|
Na het steekspel zien de brochettes er ongeveer zo uit:
Tot zover het Oostenrijkse gedeelte.
Hoewel ik mijn twijfels heb over de weersomstandigheden in Oostenrijk
om geregeld te kunnen barbecueën.
Zelfs in Spanje moet je in deze druipnatte winter een droge dag uitzoeken.
De inbreng aan Spaanse kant bestaat vooral uit “butifarras”.
Ik had de lekkere Catalaanse worst vroeger al eens willen grillen, maar dat liep faliekant af.
Zie deze interessante maar moedeloze ervaring op een andere plaats in mijn webblog:
“Het geheim van de Barbaarse Barbecue”, genoteerd op 19/07/2009.
Klik hiervoor rechts in de maand juli 2009, en je komt erop.
De BBQ werd toen deskundig en definitief afgevoerd naar de grote vuilnisbak.
Om terrassnoeperijen toch mogelijk te maken, werd na de derde en laatste
versleten BBQ een gloednieuwe teppanyaki aangeschaft.
Het ding werkt even goed, en is veel gemakkelijker te onderhouden.
Het Japanse woord "teppanyaki" is afgeleid van teppan, dat ijzeren plaat betekent,
en yaki dat gebakken wil zeggen in het Japans.
Butifarras komen uit noordelijk Spanje, meer bepaald uit Catalonië.
Op zichzelf is dat geen probleem, behalve dat ze daar botifarras heten.
Botifarra schotels zijn een van de meest bereide gerechten in Catalonië.
Ziehier, hoe ze te bereiden. Je kunt natuurlijk evengoed andere worsten gebruiken.
Let op: butifarras zijn GEEN bloedpensen. Die noemt men hier morcilla.
Butti’s en botti’s bevatten VLEES (en natuurlijk kruiden en look).
De ronde exemplaren zijn (meestal) van elkaar gescheiden door een touwtje,
vandaar de naam bottifarras soleñadas (eenzame botti’s).
Botifarraworst is zeker tweeduizend jaar oud.
De Romeinen, die hier ook al eens toevallig voorbijkwamen, noemden het
botulu of lucanica, toen ook vervaardigd van rauw varkensvlees en kruiden.
Vandaag vindt men ook varianten in Italië, Portugal en Brazilië.
Botifarra is eveneens uiterst populair in Paraguay.
Misschien daarom dat dit land zangers voortbrengt met geweldig sterke stemmen.
Het zou kunnen dat de botifarra’s aldaar té heet worden opgediend.
Hier is een van de Catalaanse manieren om de worstjes lekker te maken:
Botifarras o salsitxes a la pagesenca (= paddenstoelen, in het Catalaans).
ingrediënten voor 2
|
bereiding
|
witte en zwarte butifarras (Spanje)
|
prik de butifarras in met een vork, marineer ze twee uren
|
(of andere worstjes, merguez …)
|
spoel de piepers schoon
|
marinade voor de worstjes:
|
leg ze in een microwave schotel met een beetje water
|
2 grote aardappelen
|
kook ze gaar, omwikkel ze met alu-folie
|
300g paddenstoelen
|
leg de butifarras op de grill of tepanyaki (halve power)
|
pezo
|
draai ze een paar malen om, na 10’ zijn ze gaar
|
roomsausje of aïoli
|
kruid de champignons en bak ze ook in 7’
|
|
open de alu-folie bovenaan, snijd een spie uit de piepers
|
|
vul die met het sausje
|
|
|
|
lekker met Paddenstoelbrochettes uit Tirol, pag. 94
|
Er liggen ook nog een paar chorizootjes op, vergelijkbaar met merguez worstjes.
Nu al het lekkers staat te popelen, schieten de kok en de teppanyaki in gang.
De klus is bijna geklaard, de hitte van de bakplaat doet al het werk,
behalve het af en toe omdraaien van de sissende stukken.
Het wijntje staat paraat, de piepertjes zijn gekookt in de microwave,
en omwikkeld met alu-folie. Het feest kan beginnen.
Met een teppanyaki zit je gebakki.
Wat hebben we vandaag geleerd?
De eindstand Oostenrijk - Spanje is 1-1, en de scheidsrechter was een Japanner.
|