Vandaag gaan we door tot de bodem, de artisjokbodem.
Het leuke is dat je in Spanje volop (voorlopig toch nog) verse tonijn op de kop
kan tikken, en hem daarna nog opsmikkelen ook.
Welke groenten gaan we daarbij nemen?
Waarom eens geen distelbloem? Of met andere woorden: artisjok.
Artisjokken zijn echt wel de vlezige, gesloten en geschubde bloemknoppen
van een distelsoort.
Daarmee wil ik niet zeggen dat je die ene vervelende distel uit je achtertuin
morgen moet gaan opknabbelen.
De artisjok is gekweekt uit de kardoen, een distel die nog steeds in het wild
voorkomt. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Perzië (Iran) en Turkije.
Al voor onze jaartelling was de artisjok een geliefde delicatesse
bij de Egyptenaren en de Romeinen. Ook de Franse edelen waren er dol op.
Tot in de 18e eeuw werd het eten van artisjokken beschouwd als een teken
van rijkdom. Ook in onze tijd wordt de plant beschouwd als een delicatesse,
die bovendien makkelijk in de tuin te kweken is.
Artisjokken worden vandaag ook het hele jaar aangevoerd vanuit Frankrijk,
Egypte, Spanje en Italië.

De grootte van de artisjok hangt af van het ras en zegt dus niets over de kwaliteit.
Zo zie je op de eerste foto een kleine arti, en op de tweede foto een grote sjok.
Let er bij de aankoop op dat de artisjokken niet te veel bruine blaadjes (schubben)
vertonen, dat de stengel stevig aanvoelt en dat de knop nog gesloten is.
Artisjokbodems zijn ook in blik verkrijgbaar.
Je kunt dus slim doen zoals ik, en enkel de artisjokbodems of -harten gebruiken..
De artisjokken vertonen ook slim gedrag.
Ze bezitten het merkwaardige verschijnsel van prikkelbare meeldraden:
bij aanraking met bijvoorbeeld een bijentong of -poot trekken de helmdraden
zich samen en komt er een snuifje wit stuifmeel vrij uit de helmknoppen.
Ga en vermenigvuldig u! (Job, XIII, §5)
Als je nu toch zelf deze distels wil bedwingen (misschien omdat je de blaadjes
ook wil degusteren), kan je als volgt tewerk gaan:
Wassen, de steel afbreken en de onderste lelijke en taaie bladeren verwijderen.
Knip de puntjes van de bladeren alleen af als ze lelijk zijn.
Leg de artisjokken samen met de stelen en de weggesneden bladeren in
een bodem kokend water met zout. Voeg eventueel azijn of citroensap toe
(of steek een paar dunne, halve schijfjes tussen de bladeren).
Ze zijn gaar in 30 à 40 min. (controleren door met een vork aan een blaadje
te trekken: als het gemakkelijk loslaat is de groente gaar).
Ondersteboven laten uitlekken in vergiet en droogdeppen met een doek.
Trek van onderaf beginnend de blaadjes een voor een uit de artisjok en
dompel ze telkens met de vlezige onderkant in een dipsaus. Zuig de blaadjes uit.
Het 'hooi' (de nog niet ontwikkelde bloemblaadjes) dat nu tevoorschijn komt
is niet eetbaar. Schraap het met een mes van de artisjokbodem.
De bodem is wel het lekkerste deel van de artisjok: snijd hem in stukjes
en geniet ervan met de rest van het sausje.
Mijn manier: neem artisjokharten uit blik; gooi ze in een vergiet en laat ze uitlekken.
TIP! Hou er rekening mee dat wijn niet goed bij artisjokken smaakt. Neem dus je voorzorgen. Mediabestanden
Het is natuurlijk een mediterraan gerecht, en er komen o.a. nog trostomaatjes
en olijven aan te pas.
Kortom, tijd voor ons (supereenvoudig) recept “tonijn met artisjokbodems”:
ingrediënten voor 2
|
bereiding
|
2 visfilets van 200g (verse tonijn)
|
verwarm de spinazie in de microwave (7’ full power)
|
400g (diepvries)spinazie
|
kruid met pezo en roer het er goed onder
|
2 trostomaten
|
laat de artisjokharten en de olijven uitlekken in een vergiet
|
1 blik artisjokharten
|
verwarm de oven op 175°
|
tiental zwarte olijven
|
pel de tomaten, snij ze in langwerpige partjes
|
olijfolie
|
verdeel de spinazie en de olijven over vuurvaste borden
|
2 el graanmosterd
|
leg op elke portie een gekruide visfilet
|
pezo
|
bestrijk de vis zorgvuldig met mosterd
|
takjes peterselie (garnering)
|
leg er de partjes tomaat en de artisjokharten op
|
|
besprenkel met olijfolie, en zet 15’ à 20’ in de oven
|
|
haal ze er uit en garneer met de peterselie
|
Nog een kwartier laten opkomen in de oven.
En toekijken terwijl de kwijl uit mijn mondhoeken gutst.

Op voorhand gedresseerd, mag het uit de oven onmiddellijk de tafel op.
.
Dit gerecht is waarschijnlijk een van de meest fotogenieke die ik maakte.
En het is dan nog heel lekker ook.
En iedereen kan dit maken zonder probleem.
En ik wou dat ik het weer hier en nu kon eten.
De kans is zeer groot dat dit (voorlopig) het laatste blogstukje is uit Spanje.
Het volgende zal zijn van onderweg, of vanuit België.
Ondertussen gaan we vanaf woensdag nog wat reisavonturen beleven
in het binnenland van Spanje en Frankrijk.
|