Uitstekend geslapen.
Het is droog maar zwaar bewolkt en zeer fris. Elf graden. De zomerkledij blijft
in de koffers en de verwarming van de jas wordt aangestoken. Om negen uur
starten we met de wijnroute, althans volgens de borden. Als ik aan wijnroute denk,
denk ik ook aan: druiven, bergen, wijnboeren en eventueel een paar kastelen.
Niet in Servië, niets van dit alles. Wel een verschrikkelijk slecht wegdek,
maar het moet gezegd, met mooie vergezichten. Na een kilometer of tien is het
echter gedaan met de pret. Ik rij een onooglijk dorpje uit met krotten van
woningen en een mooi kerkje, plots sta ik voor een slagboom. Einde weg. Awel,
Garmien hoe zit dat? Volgens Garmien loopt de weg gewoon verder zelfs door een
natuurgebied. Kaart van Servië er bijgenomen, ook daar staat de weg op vermeld.
Dan maar op onderzoek. Het blijkt dat er hier al jaren grote wegenwerken bezig
zijn (steun uit de pot van Europa) Dorpsbewoners zijn razend, moeten kilometers
om rijden door dit project dat waarschijnlijk nooit beëindigd zal worden. Ik
zet een via punt in Garmien en we zijn terug vertrokken. Na enkele kilometers
kom ik op een godsverlaten weg die langs enorme afgravingen loopt. Kilometers
lopende band door het landschap. Een landschap dat echt surrealistisch is
geworden. Ik parkeer Guzen ga wat
fotos nemen. Eerlijk gezegd ben ik er niet gerust in. Mag hier gefotografeerd
worden vraag ik me af. Mijn fantasie slaat op hol en ik zie me al opgepakt
worden als spion. Belachelijk natuurlijk, maar als je daar zo in een soort niemandsland
staat kun je het je gemakkelijk voorstellen. Ben al in meer landen geweest waar
ze niet konden lachen met een fototoestel. Zelfs in Griekenland, waar ik met
Armin ben geweest was het op een bepaalde plaats verboden om te fotograferen.
Een militair kwam ons dit uitdrukkelijk zeggen. Als ik aan de rand van die
ongelooflijk grote put sta voel ik me toch wel klein en eenzaam. Moet aan mijn
reis naar Finland denken, stond daar ook moederziel alleen in een zeer verlaten
streek. Toch maar een paar fotos genomen de rare gedachten uit mijn hoofd
gezet en snorren maar. Guz kreunt en steunt terwijl we putten van zon twintig
centimeter diep proberen te ontwijken. Ondanks dat het wegdek overal bar slecht
is ligt er hier en daar nog een gemene drempel. Een snelheidsovertreding is
hier niet te halen. Voordat ik een natuurpark in rij ga ik eerst tanken. Ja, ja
ik leer bij. Omdat ik deze morgen weer aan het sukkelen ben geweest met en te
lage suikerwaarde vliegen de pakjes druivensuiker nog harder de deur uit dan
mijn sigaartjes. Ik koop in het tankstation voor alle zekerheid vier marsen en
twee dubbele twix plus een halve liter water voor de prijs van 2,75.Na een
tiental kilometer kom ik terug langs de oevers van de Donau. Prachtig is het
hier om te rijden. In de overstromingsgebieden zitten talrijke vogels. De
zwaluwen scheren langs mn helm. Er zitten talrijke aalscholvers, witte
reigers, meerkoeten en ik heb zelfs twee visarenden gezien. Zolang je blijft
rijden blijven de reigers zitten, zodra je stopt om een foto te nemen zijn de
vogels gevlogen. Gelijk hebben ze. Ik moet me verplichten om door te rijden het
is twaalf uur en er staan nog maar vijftig kilometer op de teller. Er staat nog
honderdtachtig kilometer weg te wachten die constant langs de Donau blijft
kronkelen. Het asfalt is bijna perfect en de bochten heerlijk. De Donau perst
zich hier letterlijk door de bergen. Op het smalste punt, bekend in de
scheepvaart als zeer gevaarlijk wegens de ongelooflijk sterke stroming stop ik
voor de zoveelste keer om het te aanschouwen. Ik kan niet anders zeggen dan dat
het van ongelooflijk schoonheid is. Hier doe ik het dus voor, vergeten de
regen, vergeten de saaie stukken, vergeten het slechte eten, vergeten de
eenzaamheid. Dit wil ik zolang mogelijk blijven doen. Op reis gaan en van de
ene verbazing in de andere vallen. Dit is prachtig. De dorpjes aan de Donau
zijn een stuk aangenamer dan waar ik voordien ben doorgereden. Het valt hier op
hoe groot het verschil is tussen arm en rijk zelfs van dorp tot dorp. Ik ben
voorbij bewoonde huisjes gereden die wij nog niet als schuur zouden gebruiken.
Ik durfde er uit pure schaamte geen fotos van te nemen. Grote miserie is het
hier voor die mensen. In andere dorpen staan dan weer kasten van villas. Heel
raar allemaal.
Bij de
zoveelste stop komt er een wagen op de parking gereden met, jawel, een
Nederlandse nummerplaat. Ik kan eindelijk nog eens een fatsoenlijk gesprek
voeren. De bestuurder zit alleen in wagen, hij komt van Roemenië en is op weg
naar huis. Zijn twee maten volgen op de fiets, hij zorgt voor de bagage. Gelijk
heeft hij, want fietsen is hier volgens mij geen pretje. Er waait een strakke
wind door het dal en het is constant stijgen en dalen. Regelmatig zit je meer
dan driehonderd meter oven de Donau. Ik laat de Nederlander niet vertrekken
alvorens hij een foto van mij heeft getrokken. Zoals jullie zullen zien heeft
hij niet veel fantasie gebruikt voor de achtergrond van de foto. Nadat ik door
diverse onverlichte bochtige tunnels ben gereden komt de grens van Roemenië in
zicht. Om aan de grens te komen moet ik over een spectaculaire stuwdam. Er
staat een flinke rij vrachtwagen te wachten en een stuk of dertig
personenwagens. Het is ondertussen 14 uur geworden. Voorzichtig passeer ik de
vracht en personenwagens tot ik aan de grens ben. Wat en verschil met de
grensovergang naar Servië. Beligica, Belgica wordt er langs verschillende
kanten geroepen. Ze verwijzen me naar een leeg baanvak. Bij de douanier
aangekomen vraagt deze vriendelijk mijn paspoort, geen commentaar op de
stempels die er al in staan en na een korte blijk krijg ik het terug. Ik durf
zelfs te vragen of ik hier geen stempel krijg. Naar zijn zeggen is het al zon
dertig jaar geleden dat ze nog stempels hebben gebruikt. Bij de volgende douanier
moet ik nog een paar vragen beantwoorden; of ik alcohol bij heb en meer dan
duizend Euro. Ik bekijk hem en laat een fles water zien. Als ik hem vertel dat
ik nog nooit duizend euro heb gezien en moest ik die wel hebben dat ik dan
zeker hier niet met een motor zou staan maar met een BMW. Hij kon er om lachen,
en ik reed zonder probleem Roemenië binnen. Naast mij was een Nederlander onder
toezicht zijn caravan uit aan het laden.
Roemenië,
wat een verschil. Heerlijke wegen vriendelijke mensen en de zon is terug van de
partij. Ik moet nu met Lei betalen. De prijzen delen door vier om het in euros
te berekenen. Rond 15 uur ben ik op mijn overnachtingsbestemming in Dobreta.
Aan de receptie van het hotel zit een mooie vriendelijke jonge dame met
prachtige borsten. Ze schrijft me in en opent een poort zodat ik Guz achter een
gesloten poort kan parkeren. Aangezien het mooi weer is met een redelijk windje
besluit ik eerst een wasje te doen voor ik onder een welverdiende douche neem.
Ondanks dat het stadje best de moeite is beslis ik op mijn kamer te blijven. Ik
begin een zekere vermoeidheid waar te nemen. Uit ervaring weet ik dat daar niet
tegen gevochten moet worden. Op tijd rusten is het enige medicijn. Toch zeker
omdat er deze week nog een rit op het programma staat van 298 kilometer.
Het avond
eten is goed, anders dan in Servië. Zoete aardappelen (best lekker) en twee
stukken heerlijk gegrild lamsvlees. De ober wilde een Heineken inschenken, is
niet aan mij besteed geef mij maar in elk land het plaatselijk bier. Hier is
het Silva, het half litertje liep er gesmeerd in.
De
weersberichten voor morgen zijn uitstekend, waarschijnlijk in zomerkledij naar
Bulgarije. Ik overnacht in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Morgen naar
Bulgarije om te overnachten in Belogradechik een ritje van 213 kilometer.
Beste blogvrienden, ik wordt overstelpt met mails waarvoor mijn dank natuurlijk. Mag ik jullie vragen om te reageren via de blog. Onder elk artikel staat rechtsonder reageer, als u daar op klikt komt uw commentaar rechtstreeks op de blog. Voor mij minder administratie en voor de blog in het algemeen leuker. Ik kijk uit naar uw reacties.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Bij de eerste blik door het raam weten we al hoe
laat het is. De regen klettert op de daken. Blijf nog een beetje in bed liggen,
dit is geen weer om door te rijden. Alles op het gemakje er is tijd genoeg. Een
ritje van 137 kilometer kan zelfs zonder probleem na de middag gestart worden.
Na het ontbijt, het is nu half tien valt de regen nog met bakken uit de hemel.
Dan maar wat kruiswoordpuzzels invullen. Het wachten is niet bevorderlijk voor
mijn voorraad sigaartjes. Ik zal dringend minder moeten gaan roken wil ik toe
komen tot op het einde van de maand. De manager van het hotel ruikt geld. Blijf
nog een nacht stelt hij voor, ik bel de gereserveerde hotels wel om ze een dag
te verzetten. Geen haar op mijn hoofd dat hier aan denkt. Onder het motto; slecht
weer bestaat niet, enkel slechte kledij vertrek ik rond elf uur in de gietende
regen. Ik verrek het om over de autosnelweg te rijden. Ben nu hier en ik zal de
toer rijden zoals gepland. Zomerkleding terug opgeborgen en de warmste kleren
aangedaan die ik bij heb. Het is een schrale 12 graden. Waarom, vraag ik mezelf
voor de zoveelste keer af terwijl ik door de gietende regen rij, waarom doe ik
dit zo graag? Waarom niet gelijk elke oude man een beetje in de hof klooien,
koers kijken op tv, en slaapje in de zetel enz. Neen, ik moet met alle geweld
in de gietende regen rijden, over spekgladde wegen met putten en kuilen om u
tegen te zeggen. Ik moet de hele rit aan de reis naar het Midden-Oosten denken
het begint er aardig op te lijken. Voordat we Belgrado bereiken rijden we ook
hier door eindeloos landbouwgebied over bar slechte wegen.
In Belgrado begint de miserie pas echt.
Ongelooflijk slecht wegdek, spekgladde zebrapaden, grote geschilderde pijlen en
gladde tramrails die op diverse manieren moeten gekruist worden. Regelmatig heb
ik moeite om Guz recht te houden. Voornamelijk op de geschilderde toestanden voel
ik Guz af en toe goed tegenpruttelen. Grote oude stinkende bussen rijden kris
kras door het verkeer. Het is een nachtmerrie om op deze wijze door Boekarest
te geraken. Van de stad heb ik weinig gezien, aangedampt scherm van Guz,
aangedampte bril van Kees. Door de lage snelheid worden de druppels ook niet
van het scherm van mijn helm weggeblazen. Geen fotos genomen onderweg, mijn
zogezegde waterdichte handschoenen zijn drijfnat, niet bepaald bevorderlijk om
ze uit te doen om een foto te nemen. Het heeft trouwens geen zin om fotos te
nemen. De mist en regen maken het onmogelijk om een fatsoenlijke foto te maken.
Eindelijk geraak ik zonder kleerscheuren Boekarest uit. We hebben dan twee uur
gereden voor een afstand van amper honderd kilometer. Het weer wordt beter
zodra we Boekarest achter ons gelaten hebben.
Het is nu eigenlijk nog een lange afdaling van
ongeveer 37 kilometer naar Smederevo. Hoe lager we in het dal komen hoe
aangenamer de temperatuur wordt. De omgeving wordt mooier de regen minder. Af
en toe is de Donau te zien.
Om klokslag 14 uur zijn we op onze bestemming.
Stasea Appartement in Smederevo.
Drie volle uren en drie snelheidscontroles op een stukje van
honderdzevenendertig kilometer. Ik meld me aan bij de receptie. Een zeer
vriendelijke meneer geeft me al direct de raad om Guz op de koer te zetten
achter een gesloten hek. Na het inschrijven van mn paspoort wordt ik naar de
kamer gebracht. Opeens is alle miserie vergeten. Ik heb een volledig ingericht
appartement tot mijn beschikking. Als ik het raam open zet kan ik de schepen op
de Donau horen varen. Twintig meter verder ligt er een behoorlijk restaurant
waar ik mijn avondmaaltijd kan eten.
Ik kleed me als de weerlicht om en ga een ferme
wandeling langs de Donau maken. De Donau is intussen uitgegroeid tot een
stevige rivier. De rivier is zo breed geworden dat ik met moeite de zwaar
geladen schepen die stapvoets tegen de sterke stroom varen op de foto te
krijgen. Het is hier prachtig wandelen. Daar doe ik het dus voor. Toch maar
liever hier zitten en van alles beleven dan thuis in den hof grassprietjes
uittrekken.
Na de wandeling ga ik op verkenning in de
douchecabine. Het is zon ding met allerlei kranen, het water spuit langs alle
kanten op je body.
Vergeet alles wat ik hier boven geschreven heb. Kom
juist terug uit het restaurant. Heerlijk, vriendelijk personeel en een prachtig
zicht op de Donau. De maaltijd inclusief koffie en soep kost me 12,75. Laat
de grassprieten thuis nog maar een beetje groeien.
O ja, de uitlaatpijp. Het was niet met en bout. De
klusjesman had het gelast. Trots wist hij me te vertellen dat het nu nooit meer
los kwam. De foto staat op de blog.
Ik krijg diverse reacties via mail. Daarvoor dank
natuurlijk. Ik vraag me af, of een mail sturen gemakkelijker gaat dan rechtstreeks
op de blog te reageren. Laat iets weten a.u.b.
Morgen
13/05 naar Roemenië. Ik overnacht in Dobreta in het Pensiona Turistica. We starten
aan een wijnroute. Ben benieuwd wat het gaat worden. Het weer is een stuk
verbeterd dus dat ziet er goed uit voor morgen.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Zoals ik in het vorig verslag heb geschreven was het avondeten benden alle peil. Het bed en het ontbijt maken echter alles goed. Ik heb geslapen als was ik Doornroosje. Het ontbijt was zeer uitgebreid met allerlei verschillende soorten, toespijs de alom aanwezige paprika's en gebakken, gekookte en roerei. Na een ferm ontbijt starten we dan ook welgemutst rond negen uur. De donkere wolken zijn uit het zicht verdwenen maar het is nog redelijk fris in de zomerkledij (17 graden) Na een tiental kilometer rijden we het Nemziti park in. Aan de rechterkant rijden we langs de Donau terwijl we aan de linkerkant door een soort Bokrijk rijden maar dan in het groot. Je struikelt er bijna over de hazen, konijnen en reeën. Van de hazen heb ik een foto, de reeën waren me telkens te vlug af. Na 35 kilometer is het tijd om de Donau met een ferry over te steken. Het is verdacht stil op de baan die naar de ferry gaat. Garmien (de gps) wist te vertellen dat het nog 3 kilometer was, geen levende ziel te bespeuren op die 3 kilometer. Als we de aanlegplaats voor de ferry oprijden is het daar zo stil als in mijn broekzak. Ook aan de overkant is er geen levende ziel te bekennen. Plots komt er een roeibootje aan, het zal toch niet waar zijn zeker? Ik krijg van zijn leven Guz niet op een dergelijk bootje. Het bootje legt aan waar normaal de ferry moet liggen, er stapt een visser uit en het bootje tuft verder. Visser snapt niets van mijn taal en ik niet van die van hem. Zo geraken we niet veel verder. Terug keren staat niet in Kees zijn woordenboek dus geduldig gaat hij aan de kant zitten wachten. De zon schijnt, het sigaartje is lekker geen reden om zenuwachtig te worden. Na een tiental minuten komt er een gastje van een jaar of twaalf vol belangstelling naar Guz kijken. Hij begint een heel verhaal in het Hongaars af te steken waar ik maar drie woorden van heb verstaan namelijk; TODAY NO BOOT. Oei, dan toch maar terug keren. Guz weigert echter pertinent te starten tot ik beloofd heb om zeker terug te keren en niet zal proberen om de Donau over te steken zonder boot. Volgens de reisgids is de laatste brug over de Donau in Baja! Juist, daar kom ik net vandaan ik heb dan ook niet veel zin om daar terug naar toe rijden. Ik laat Garmien een nieuwe toer berekenen met uitschakeling van veerponten. Ik wordt inderdaad terug gestuurd naar Baja. Starten en weg wezen. Na enkele kilometers kom ik op een kruispunt, Garmien zegt naar rechts, een verkeersbord zegt echter als we linksaf gaan een brug tegenkomen. Ik kon mijn ogen bijna niet geloven, heb er dan ook een foto van gemaakt. Hallo reisgids geen bruggen meer? Natuurlijk kan ik het niet laten om linksaf te gaan, we zien wel waar we uitkomen. Kerewere bleef Garmien maar roepen, tot ik het ding uitzette en het rustig werd onder mijn helm. De borden die de brug aangaven waren goed te volgen, moeilijk was het dus niet. Op een gegeven moment maakt de weg een redelijk scherpe bocht. Toen ik de bocht uitkwam viel ik bijna van mijne Guz. Inderdaad op een driehonderd meter verder lag er een ferry die aan het laden was. Blijkbaar is een bootje op een verkeersbord tekenen hier te moeilijk. Ik geef een beetje gas en kan mooi aansluiten bij de laatste die op de ferry rijdt, niet dus. Op kordate wijze wordt ik terug gestuurd. Eerst ticket kopen aan het ticketkantoortje. Ik spring van Guz loop als een haas naar een onooglijk kantoortje dat verstopt is naast het terras van een café. Een oud vrouwtje verkoopt mij twee tickets, neen zeg ik één is genoeg ik kom niet terug, geen retour. Ze begint driftig gebaren te maken waaruit ik begreep dat dit niet kon. Oké, zeg ik, wat kan mij het schelen kost amper twee euro. Het vrouwtje geeft me twee tickets. Wat blijkt nu, er is een ticket voor Guz en een ticket voor Kees. Ondanks dat er maar twee man en een paardenkop op de ferry waren besloten ze om net voor mijn neus weg te varen. Geen probleem, koffietje gedronken de temperatuur was intussen aangenaam genoeg om op het terras te zitten.
Aan de overkant aangekomen is het tijd om te tanken. 355 kilometer gereden voor achtentwintig euro. We rijden nu het Donaupark in. Ik stop om een foto te maken van een koppel ooievaars die zitten/staan te zonnen.
Jammer genoeg loopt de rit na enkele kilometers uit het park. We komen terecht in een ongelooflijk groot landbouw gebied. Kilometers rijden we op kaarsrechte wegen langs onmenselijk grote maisvelden, koren en graslanden. Tientallen grote tractoren zijn duizenden liters onkruidverdelgers aan het sproeien. Dit is pas stilte, maar dan wel een stilte van de dood. Er zijn kilometers aan een stuk geen vogels te zien, geen roofvogels in de lucht zelfs geen kraaien. Uren door dit soort landschap gereden, zelfs geen vlieg op het scherm van Guz gespat. Geef mij de stilte van de Poesta maar. Na dit eentonig stuk komen we aan de grens van Kroatië. Om de douanier niet te veel uit te dagen laat ik het fototoestel in de tanktas zitten en zet ik de helmcamera af. Een vriendelijke meneer heeft meer oog voor Guz dan voor mijn paspoort. Hij bladert er wat door om een plaats te vinden om een stempel in het paspoort te zetten. Veel plaats is er niet meer, er staan redelijk wat stempels in die ik samen met Theo heb vergaard tijdens de reis naar het Midden-Oosten. Op een terras in Vukovar, met uitzicht op de Donau stoppen we voor de middagpauze. Vukovar, oorlog en aan flarden geschoten huizen en gebouwen. Hier moet met Kuna's betaald worden. De prijzen delen door 7,5 om in euro te berekenen. Eerst wordt er een smerige oorlog uitgevochten, natuurlijk met zo veel mogelijk doden, ze gaan geen monumenten zetten voor een paar oorlogsslachtoffers natuurlijk. Als er genoeg doden zijn gevallen worden er grote monumentale monumenten gebouwd. Het zal nooit meer gebeuren enz.enz. Als de toeristenstroom op gang is gekomen om de monumenten te komen bekijken mogen de oorlogsinvaliden aan deze monumenten souvenirs verkopen. Grote borden leiden naar massagraven, het één zogezegd nog mooier dan het andere. Ik heb er geen bezocht, ik word er namelijk kotsmisselijk van. Heb bij een oorlogsinvalide in alle stilte een onnozel souvenirtje gekocht en een snijdend verhaal ten gehore gekregen. In Aleppo worden binnenkort de volgende monumenten ontworpen. Het zal nooit meer gebeuren enz. enz.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Kilometers voorbij
Vukovar staan er in de afgelegen velden nog steeds aan flarden geschoten
huizen. Geen monumenten, geen wegwijzers voor de toeristen, niets alleen de in
puin geschoten huisjes. Waar zijn de oorspronkelijke bewoners? Niet terug
gekeerd? De juiste personen niet gekend om de wederopbouw te betalen? Stof om
toch even bij na te denken.
Het
landschap gaat over van grootschalige landbouw naar wijngaarden. Het wordt ook
heuvelachtiger met hier en daar zelfs een haarspeldbocht. De gedachten aan
Vukovar uit het hoofd gezet en terug genieten van de omgeving. Om 14 uur
meld ik me aan bij een Servische douanier. Wat een verschil met de vorige
grenspost. Een degoutante snotneus vraagt op een zeer onvriendelijke toon om
mijn paspoort. Hij bestudeert nauwkeurig de stempels die er in staan van de
reis naar het Midden-Oosten. Hij begint vragen te stellen in een taal waar ik
geen bal van versta. Uit ervaring weet ik dat dergelijke machtsmisbruikers meestal
vragen; Waar naar toe, hoe lang is het verblijf en voor welke doeleinden kom je
naar hier. Ik antwoord op goed geluk in het Nederlands: naar Novi Sad, één
nacht, vakantie, op weg naar Tulcea. Blijkbaar volstaat het. Met een chagrijnig
gebaar knalt hij een stempel in mijn paspoort. Het is raar maar bij elke
grensoverschrijding voel je en zie je dat je in een ander land bent. In Kroatië
zijn de wegen een stuk beter dan in Hongarije, er ligt veel minder vuil langs
de wegen, en de huizen zijn veel beter onderhouden. In Servië is de landbouw
veel kleinschaliger dan in Kroatië, meer natuur, terug slechtere wegen en meer
armoede. Het wordt heuvelachtiger en ik krijg weer heerlijke bochten. Uit het
verleden weet ik dat er nog al wat corruptie is bij de arm der wet, ik blijf
dan ook steevast een kilometer of vijf onder het toegelaten maximum snelheid. Weer
een andere munteenheid, de Dinar. De prijzen delen door 111 om in euro te
rekenen. In Kroatië moesten de prijzen door 7,5 gedeeld worden. Ik heb vakjes
te weinig in mijn portefeuille. Euros, Kunas en Dinars. Om 15 uur ben ik in
hotel Fontana, een vriendelijke manager wijst me direct de weg naar de
ondergrondse parking van het hotel. Er is in de garage een klusjesman aan het
lassen. Nadat ik Guz geparkeerd heb vraag ik een hamer aan de klusjesman. Door
de slechte staat van het wegdek is de hittebeschermer van de uitlaat los
gekomen. Niet erg hij kan er niet afvallen omdat het rond de uitlaat zit. Het
moet gewoon op zijn plaats worden geschoven. De klusjesman bekijkt het even en
zegt dat hij het wel zal oplossen. Hij is van plan om heel de uitlaat af te breken
om het te regelen. Ik verzoek hem vriendelijk om het maar te laten zoals het
is, ik rij heel de dag al zo en heb er geen last van. Klusjesman gaat terug met
zijn eigen werk verder. De manager, die alles vertaald had neemt de helft van
mijn bagage mee naar boven. Aan de receptie de nodige documenten ingevuld en
mijn bagage wordt naar mijn kamer gebracht. En wat voor kamer, een appartement
groot met een terras. Vanop het terras heb ik een redelijk uitzicht over de
stad. Aangezien ik hier een terras heb e het goed weer is doe ik eerst een
wasje voor ik onder de douche kruip. Na de douche ga ik naar Guz om mijn laptop
te halen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik bij Guz aankwam. De klusjesman
had het hitteschild toch gerepareerd. Maar hoe, dat wil je niet weten. Een gat
geboord in mijn amper twee jaar oude Guzzi en met een grote bout het
hitteschild aan de uitlaat bevestigd. Ik was een hartinfarct nabij. Morgen maak
ik er een foto van.
Geen fotos
van Novi Sad wegens hevig onweer en kletterende regen.
Morgen blijf
ik nog in Servië. Overnachting in Smederevo.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding
Vandaag rijden we weer met twee, Guzzi en ik. Hoeveel kilometers ik al afgemaald heb met mijn Guzzi's is onvoorstelbaar aan het worden. Ik ben al maanden aan het piekeren om naar een ander merk over te stappen maar het zal er niet van komen vrees ik. De Guzzi is betrouwbaar, heeft een heerlijk geluid en rijdt ongelooflijk goed. Elke man zo toch zoiets in huis willen hebben, niet? Vanmorgen het laatste ontbijt in Boedapest genomen, een mooie stad maar drie dagen in een stad is genoeg voor de Kees. We blijven het kalm aan doen. Om negen uur is mijn trouwe maat vol geladen en met een tikje tegen de startknop klinkt onmiddellijk het typische geluid van Guz over de parking. Het duurt een vol uur eer we helemaal uit Boedapest zijn. Tussen Boedapest en Kecskemet is er weinig te beleven. De meeste spanning kwam van een chauffeur die teken deed dat de arm der wet stond te controleren. Geen probleem, we rijden tegenwoordig niet meer boven de wettelijk toegelaten snelheid. (de leeftijd?) Hier en daar een stinkende walm van een oud Trabantje en ook het paard en zijn onafscheidelijke kar komen meer in het straatbeeld voor. Leuk om te zien maar geen stof om een lekker spannend verhaaltje te maken. In Kecskemet, we zitten dan aan de rand van de Poesta (Puszta in het Hongaars) wordt de middagpauze gehouden. Veel honger heb ik niet dus neem ik mijn eerste ijsje van vandaag. De dorst wordt weggespoeld met een frisse Lemon. Tijdens de wandeling in het stadje kom ik op een pleintje twee daklozen tegen die zitten te schaken.
Na Kecskemet, een stadje dat vroeger midden in de Hongaarse laagvlakte (Poesta) lag is er nu kilometers aan een stuk landbouw, voornamelijk mais omdat er bijna niets anders groeit op de schrale grond. Dit is gebeurd onder het Communistische regime. Wie er het fijne van wil weten kan hierover veel informatie vinden op Google. In Bugac ligt nog een groot stuk ongerepte Poesta, het is gelukkig beschermd gebied geworden. Jan toerist mag er niet met een voertuig in. De enige manier is te paard of een rondrit met paard en kar. Hier heb ik echter geen tijd voor. Ik parkeer mijne Guz vlak voor het bord dat voertuigen verbiedt om verder te rijden en trek er een uurtje te voet op uit. Kan ik ook het belachelijke verhaaltje ontkrachten dat je de Poesta moet gezien hebben om te zien dat er niets te zien is. Natuurlijk is er niets te zien als je als een dolle groep op hol geslagen toeristen door het gebied rent om zo vlug mogelijk in de schaduw op een terrasje te zitten. De weidse zichten, de stilte, de kudden koeien en schapen, de vuurrode klaprozen, de mooie blauwe korenbloemen, de gele vinken, de water putten ,schaapsstallen en boerderijen aan de horizon, dat heb ik op een klein uurtje gezien. Je moet dan wel onder een hete zon door het losse zand baggeren. Je zweet je te pletter maar ik heb het er graag voor over. Na de wandeling eet ik een heerlijke Goulash soep die in een ketel boven een houtvuurtje hangt te pruttelen. Net iets meer, net iets pittiger dan die ik in Boedapest kreeg.
Na deze prachtige pauze stop ik nog een keer om de eerste ooievaar die ik deze reis zie te fotograferen.
Na deze foto rijden we non stop naar Baja om te overnachten. Om 16 uur parker ik Guz voor het hotel. Op een tik en een wip ben ik ingechecht en sta ik onder de douche. Wie van de jaren dertig stijl houdt is hier zeker op zijn plaats. Het hotel straalt die stijl helemaal uit? Hoge plafonds, in de grote hal prachtig versierdt en glanzend parket op de kamer. Ik heb een kamer aan de voorkant van het hotel met uitzicht op een groot plein. Vroeger was dit plein de haven van Baja.
Indien er ooit iemand in dit hotel komt, zeker hier geen avondeten bestellen. In het restaurant gaat het er nog aan toe zoals in het Communistisch tijdperk. Alles is belangrijk behalve de klant. Aan de balie wordt Engels gesproken en dat was het dan. Het personeel in het restauant spreekt geen woord Engels, alles gebeurd in het Hongaars. De helft van wat op het menu staat is er niet. De tomatensalade zijn grof gesneden tomaten met een berg rauwe ajuin er op. Voor het vlees hebben ze volgens mij de oudste koei van de Poesta gehaald. Het vlees smaakt als of deze oude knar dertig keer heeft gekalfd en daar na nog en jaar of tien is gemolken. Hoe kan vlees zo droog en taai zijn vraag ik me af. Toppunt van al was dat de lekkere frieten zwommen in een soort championsaus. De halve liter donker bier was het beste van de maaltijd. Dit kwam dan ook uit een fles.Nadat ik een stuk of vijfien muggen had doodgeslagen hield ik het voor bekeken.
We zitten nu 27 kilometer van de Servische grens. Morgen overnachten we in Novi Sad, een Servische stad die natuurlijk aan de Donau Ligt.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen) Categorie:2013 05 Donau van bron tot monding