Ik ben zowat het noorden kwijt, ach beken ik
het is in naam van lauwe angst die mij beklijft
zoals een zwerm wespen die niet meer loslaten
je bijna afmaken in hun vernietigende aanval.
Voel me belaagd door leegte in een hoofd
dat ergens naast me ligt in een andere realiteit
wel knikkebolt als ik ga slapen zonder meer
de zon schijnt niet op de dakpannen van dit huis
een trein rijdt in de verte door op vreemde sporen
Laat ik mij afvoeren op zoek naar mijn ware lijf ?
Ingrid Lenaerts
|