| 
								
								 Eri zwerft met Kaja tussen meters puin 
Stof en rookwolken slaan hen in 't gezicht 
Ze hebben onschuldig bebloede handen 
Roetstrepen over hun gehavende kinderlijfje  
ze lijken als pijnlijke houtskool-poppen 
Ze wenen en lachen van zwarte miserie 
 
 Een hond volgt hun spoor en blaft hen toe 
alsof ze indringers zijn in de spookstad 
Hij verloor ook zijn baas aan de willekeur 
weet niet waar zijn territorium begint 
 
 Eri en Kaja zien de soldaten met geweren 
eerst zeggen ze samen pang pang 
dan maken ze breeduit het V-gebaar 
roepen luidkeels om mama en papa  
alleen de echo weerkaatst hun wanhoop.
  Ingrid Lenaerts   
								 |