Beste blogvrienden.
Al een paar dagen veel problmen met PC en geen bezoekjes kunnen afleggen.
PC gaat binnen voor reparatie, zal nog enkele dagen afwezig zijn op de blogs.
Toch bedankt voor de vele bezoekjes en kom heel binnenkort terug op bezoek.
Wandelgroetjes uit Borgloon
Johnny
39E MARCHE DE LA BERWINNE / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / CLERMONT SUR BERWINNE. 05/02/2011
39E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
CLERMONT SUR BERWINNE.
Als je Clermont binnen rijdt duikt de 17de eeuwse kerk op en je heb een prachtig zicht op Clermont. De place de la Halle is als een eeuwenlange openluchtles van verschillende bouwstijlen.
De meest voorkomend element, in verschillende vormen, zijn baksteen en de steen inde omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen mag evenmin niet vergeten worden. De huizen zijn elegant en het geheel vormt een zeer harmonisch geheel. Wij vertrekken met onze wandeling langs de kerk en komen aan de achterkant van het kasteel van Clermont.
De enige overblijfselen van het kasteel van Clermont zijn de verdedigingstoren en de toegangspoort met het grote gewelf. Het gebeeldhouwde wapenschild boven de poort draagt het jaar 1635 en de wapens van de twee grote families die het dorp hebben gedomineerd, de familie Scheiffard de Mérode en de familie Welkenhuysen, voorouders van de familie de Mérode. Wij wandelen de vallei in en komen aan de Herenboerderij van Aguesse. Dit gebouw in renaissance-Maasstijl omvat achterin een woongedeelte en een binnenplein, waarvan de toegang verdedigd wordt door een toren met schietgaten.
De Aguesse wat in het Waals ekster betekent en de spotnaam was van de oude eigenaar, waakt als weerhaan over het kasteel. We wandelen verder en gaan dan via de Ravel Ligne 38 richting Thimister. We wandelen nu op de Chemin des échaliers Een 'échalier' is volgens het woordenboek 'een hulpmiddel om over een heg te komen'. Hier in het land van Verviers is 'chemin des échaliers' vertaald als 'Hagenpad', correcter zou dus zijn 'Hekjespad'. Het is een bijzonder fijn initiatief, paden die maximaal gebruik maken van publiek doorgangsrecht in door hagen omzoomde weiden. Soms is het een beetje een sport om het volgende hekje in de weide te vinden, maar door dit initiatief blijven deze oude paadjes toegankelijk vandaag. De doorgangen zijn gemaakt in witte ijzeren doorkijk poorten waardoor je kunt wandelen. Prachtig eigenlijk.
We verlaten Ligne 38 op het punt Thier des Oies nog 700 meter en we zijn in Thimister. Maar eerst nog een tijdje langs de beek. Dan komt Thimister in het zicht. Hier hebben we onze eerste keer controle. Controlepost in een grote hal die gevuld is met militair materiaal. Het is wel even rond kijken naar de verschillende kasten. Na de controle maken we een lus, we dalen Thimister af en wandelen terug Lign38 op richting Battice, we komen langs de bunker van het fort en dan komen we aan de ingang van het fort.
Nog wat verder komen we aan het domaine de l Erable en de eeuwen oude kapel, nu keren we terug naar Thimister, langs het prachtige gebouw van Cider Ruwet en door het centrum van het dorp om dan terug op onze controlepost te komen, dan wandelen we terug naar Clermont, het is fijn om te zien dat de aanduidingen op de spoorwegzate behouden zijn en zelf zijn ze gerestaureerd.
Waardoor het spoorverleden goed behouden word; wij komen langs het oude station van Thimister, en draaien dan af richting Clermont, al vlug komt het dorp in zicht en wandelen we langs het kasteel en de kerk zo terug naar het vertrek. Een pracht wandeling is het weer geworden in Clermont.
39E MARCHE INT. HOEGNE ET VESDRE. / HOEGNE ET VESDRE / PEPINSTER 30/01/2011
39E MARCHE INT. HOEGNE ET VESDRE.
HOEGNE ET VESDRE.
PEPINSTER.
We wandelen door het dorp richting Soiron, langs het kasteeltje en door de natuur met een prachtig dal; dan komen we in Soiron, met zijn schitterende kasteel, ligt te midden de heuvels, velden en boomgaarden die afwisselend met doorlevende hagen en groepjes bomen zijn afgezoomd.
Bij de traditionele woningen, die zoals vaker in het Land van Herve in de Maaslandse renaissancestijl zijn gebouwd, heeft men gebruik gemaakt van baksteen, zandsteen en kalksteen voor de omlijsting van deuren en ramen. Wij wandelen verder en komen zo aan het kasteel van Sclassin: Zoals vrij talrijke kastelen uit de regio, is ook die van Sclassin van benaming veranderd. Men noemde het in het begin "Kasteel van Thier".
Het werd, daarna, " Sclassin" gedoopt omdat Marie van Haultepenne, de weduwe van de eerste eigenaar, Christian III van Woestenraedt, dame van Sclassin was van de seigneurie van Luxemburg en zij deze kwalificatie had behouden . Volgens een gewoonte toendertijd, werd de naam naar het kasteel overgedragen en dit tot vandaag. Dit mooie gebouw, dat op de plaats van een boerderij werd gebouwd, moet het bestaan echter te danken hebben aan de uiterste stand van verval van het oude kasteel van Sclassin in de tweede helft van 16° eeuw: Christian III van Woestenraedt die het op dit ogenblik bezat, besloot de bouw van een comfortabelere woonplaats en het kasteel van Sclassin in 1587.
Het is een lange ruwbouw van slechts één verdieping, heeft twee zijvleugels daartegenover , die met een leien dak met eenvoudige helling, iets minder hoog dan de vleugels van het hoofdgebouw, is getooid. De vensters, met kleine ruiten, zijn minder groot op de verdieping dan van het gelijkvloers en hun duidelijke Louis XV stijl ,de aanpassingen gedaan in de 18° eeuw bewijst, ten gevolge van een brand die het volledige centraal deel vernietigde. De toegangsdeur word door drie of vier lagen in steen voorafgegaan en bezetten het centrum van dit meetkundige geheel; zij is voorzien van een balkon in gesmeed ijzer. Dan weer verder en we komen in Wegnez.
Wandelen door de prachtige natuur en genieten van de omgeving. Het prachtige golvend landschap met nu weer een stukje weide en dan weer wat bos. We wandelen verder en komen zo in Drolenval, hier prachtige valleien met stevige hellingen. Weer verder door het mooie landschap met de typische huizen in natuursteen.
Dan komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling met veel prachtige zichten en vele typische huizen, boerderijen en kastelen. Vooral Soiron Een van de mooiste dorpen van Wallonie is de moeite om eens apart te bezoeken.
27E MARCHE DES ETRENNES / LES PIMPONS DE GEMBLOUX / BOVESSE 29/01/2011.
27E MARCHE DES ETRENNES.
LES PIMPONS DE GEMBLOUX.
BOVESSE.
Tijdens onze wandeling door de gemeentes, Bovesse en Saint-Denis ontdekken we het opmerkelijke bouwkundige en natuurlijke erfgoed met de typische Haspengouwse hoeves en prestigieuze kastelen. De wandeling brengt ons langs verschillende prachtige gebouwen, vertrek in Bovesse en al vlug komen we aan de eerste van verschillende prachtige hoeves.
We wandelen Rues des Fermes in en het word dadelijk duidelijk waarom deze straat zo heet. We komen aan de Ferme aux chiens 18de eeuwse hoeve met een schuur uit de17de eeuw. Zowel van voor als van achter is deze boerderij indrukwekkend, we wandelen weer wat verder langs de koeien. Wat verder komen we aan Ferme du chateau Mohimont de kasteelhoeve draagt de naam van de 17de eeuwse eigenaars Mohimont. In 1929 werd de kasteelhoeve verkocht aan de familie Mohimont; wel een toeval want deze waren geen familie van de eerste eigenaars. Het is een pracht van een gebouw met toren en geplaveide binnenkoer. Waar het woonhuis staat omringt door de stallingen en andere gebouwen.
We wandelen weer een beetje verder en komen aan de kapel van Saint Donat deze heilige is hier alom tegenwoordig en word aangeroepen tegen donder en bliksem en in de huizen worden gedraaide kaarsen geplaatst voor zijn beeld om de bliksem af te wenden. We wandelen verder en komen langs de wijngaarden van Domaine Du Cheny. Dit project ging van start in 2002, toen het Domein werd aangekocht. Het bevat twee mooie boerderijgebouwen uit de 18e eeuw, te midden van 11 ha gronden die 15% helling vertonen en zuidelijk gericht zijn. In april 2004 werd 2 ha beplant met 7000 wijnstokken (Pinotin).
Nog in april 2004 werden 1000 Muskat Bleu-wijnstokken aangeplant om te experimenteren met de productie van tafeldruiven. Ten slotte werden in april 2005 de 2 resterende hectare beplant met enerzijds 4.000 Rondo-wijnstokken en anderzijds 4.000 wijnstokken Cabernet Sauvignon. Het is mooi om te zien hoe deze heuvelrug vol geplant is met wijnstokken en zo een prachtig geheel. Wij wandelen weer verder en zien in de verte een kasteel met twee ronde torens en een grote hoeve. We komen zo in Saint-Denis.
Met zijn kapellen en de grote boerderijen, het oudste gebouw van het dorp is de kerktoren, oorspronkelijk een houten toren met een gracht rond, later werd het een stenen toren, een donjon waar de inwoners konden schuilen in tijden van gevaar. Weer wandelen we verder en komen in Beuzet, met een klein kasteeltje. We wandelen verder en komen zo terug in Bovesse. Een prachtige wandeling door een prachtige omgeving met veel prachtige gebouwen.
Na de wandeling zoeken we even naar de Tour de la Distillerie tot voor enkele jaren was het domein in verval en het werd verkocht aan een familie uit Brussel die een groot restauratie plan ten uitvoer brengt en de toren uit de 16de eeuw is reeds hersteld en het domein ligt er prachtig bij, het kasteeltje is mooi en de gebouwen van de oude distillerie staan in de steigers. Het hele domein is omgeven door een hoge muur, maar alles is nog goed te zien van op de straat. Achter het kasteeltje ligt les bois Thibout een prachtig park waar je mocht in rond wandelen. We verlaten Bovesse en komen zo aan Ferme dHuplanche in Emines, gelegen in de vallei van Houtyoux en Saint Lambert.
Deze vruchtbare vallei tel verschillende prachtige hoeves en kasteelhoeves. Deze van Huplanche is wel uitzonderlijk prachtig. Er is een route die al de hoeves en kastelen aandoet. De route circuit des chateaux et des fermes is een fietstocht rond de kastelen en boerderijen. We verlaten Emines en komen zo in Villers-Lez-Heest. Hier bevinden zich twee kastelen, vandaag gaan we ven langs het kasteel van Villers-Lez-Heest, een indrukwekkende site met hoeve.
De ingang is ook bijzonder op de toegangszuilen staan twee prachtige stenen griffoen en aan de ingang van het kasteel twee zuilen in blauwe hardsteen. De laan naar het kasteel met prachtige bomen waardoor de ingang ver van de straat af ligt. De bij behorende hoeve met bakoven en achter het domein de kerk met vierkante toren en kantelen. Wel mooi om te zien.
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN / VLAEMSCH HUISKE GODEWAERSVELD / KASSEL-CASSEL. FR. 23/01/2011.
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN.
VLAEMSCH HUISKE GODEWAERSVELDE.
KASSEL CASSEL. FR.
In de streek Vlaanderen in Frankrijk wordt nog het zuiverste Vlaams gesproken, zonder invloed van het Nederlands zoals in België. Op mijn autoradio luister ik naar de streekzender Radio Uylenspiegel op weg naar Kassel. Er staat wel Cassel op de wegwijzers.
Kassel ligt boven op de Mont Cassel, het is een pittoresk stadje dat in de middeleeuwen een handelscentrum was. Omdat in de Franse Westhoek van oudsher, en tegenwoordig nog door enkele tienduizenden vooral oudere personen, Frans-Vlaams gesproken worden, vormt dit gebied Vlaams sprekend Vlaanderen binnen Frankrijk. Dat ze hun Vlaamse wortels niet vergeten kun je zien aan de vele verwijzingen naar Vlaanderen.
Een van de laatste belangrijke verwijzing is het openen van Museum van Vlaanderen in Kassel op 23 oktober 2010.Na dertien jaar gesloten te zijn geweest, opent het Hôtel de la Noble-Cour te Kassel opnieuw zijn deuren als het museum van Vlaanderen. Dit is het enige museum dat uitsluitend als doel heeft de culturele identiteit van Vlaanderen onder de aandacht te brengen. Dit gebeurt aan de hand van een multidisciplinaire collectie die op een originele manier tentoongesteld wordt, waarbij een enorme weelde aan werken en kunstvoorwerpen door elkaar gebruikt wordt. Hedendaagse kunst en oude kunst zetten aan tot dialoog en onderstrepen op die manier de continuïteit in het Vlaamse kunstlandschap.
Wij vertrekken met de wandeling bijna in het centrum van Kassel. Wandelen in Frans Vlaanderen is altijd wel wat feest. De hespen staan aan braden aan grote vuren en voor 3 euro kun je lekker eten. Wij kiezen voor de panorama omloop. Die ons naar de omliggende dorpjes brengt, en waar we kunnen genieten van het vlakke landschap van Vlaanderen. We komen vele Vlaamse namen en opschriften tegen gele achtergrond met zwarte letters. Langs het t bronnenhuis het ezel straete overal is de Vlaamse Leeuw tegenwoordig. Hier voel je meer Vlaming dan bij ons.
Wij dalen af langs prachtige huizen Villa Madone is er een van. Gewoon prachtig, als we beneden komen worden de huisje kleiner en je ziet hier ook de invloed van Vlaanderen. Dan wandelen we verder door het prachtige landschap richting Oudezeele het zicht op het wijdse landschap met hier en daar een kleine hoeve is prachtig. De stilte en de rust die je hier nog vind is indrukwekkend, op de hele wandeling komen we maar een paar autos tegen, rustig en kalm. De weilanden nog omzoomt met doornhagen verdelen het landschap in een lappen deken. We komen langs de Oude herberge De Pelgrim een mooi gebouw in het landschap. Soms heb je de indruk dat de tijd hier is stil gevallen.
Gewoon prachtig, genietend van de omgeving en van al wat er te zien is, tegen de muur een oude Leuvense stoof wat verder een Twee Pktje waar de tijd voor gestopt is. We wandelen verder door de straten en komen aan de school van Ryveld waar controle en rust is. We verlaten het dorpje met een zicht op de molen van La Roome en wandelen terug naar Kassel, we beginnen aan de beklimming van de Kasselberg. We wandelen door velden en weilanden langs mooie plekjes en het is genieten. Hoe meer we naar het centrum gaan hoe grote en rijker de huizen zijn, eerst komen we langs het kerkhof met oude grafstenen van de notabelen van de streek, de kapel en de graven van de Engelse soldaten.
We klimmen verder naar het centrum, hoe hoger als we komen hoe meer mist, door de smalle straten en komen zo in het centrum van de stad. Hier staan prachtige huizen en gebouwen ook het Museum van Vlaanderen, een lange rij bezoekers staat aan te schuiven om het museum te bezoeken. Wij wandelen verder langs een van de laatste poorten van de stad Porte dAire nog even verlaten we het centrum om via de velden en weilanden terug naar ons vertrek te gaan.
Een prachtige wandeling in Frans-Vlaanderen alleen het weer hadden we niet bij waardoor we de prachtige zichten over Vlaanderen van op de Kasselberg. Toch een aangename her- kennismaking met Kassel.
NYEL SANCTI SERVATII.Hoe misleidend kan een naam zijn? Neem nu Grootloon. Een Romaans kerkje uit de 12de eeuw, omringd door enkele oude hoeves en hun hoogstamboomgaarden. De boerdijen in dit typische Haspengouws dorpje lijken zo weggeplukt uit een fotoboek over het rijke agrarische verleden.
Je krijgt hier echt de indruk dat de tijd heeft stil gestaan. Ruim 9 eeuwen geleden riep de Duitse keizer het dorpje uit tot een soort enclave binnen het Graafschap Loon. Zodat het net als de tien andere banken van het Maastrichtse Sint-Servaaskapittel rechtstreeks onder zijn gezag viel. Vandaar ook de allereerste vermelding van het dorp, uit 1139: Grootloon heette toen gewoonNyel Sancti Servati. Pas in de 16de eeuw duikt voor het eerst de naam Groet-Loen op uitgestrekte beboste heuvel. Wij wandelen vandaag de wandeling van 12 kilometer of de gele rechthoek.
Vertrek achter het stadhuis van Borgloon, op Paspoel langs de Oude berg, voorbij de Burchtheuvel en dan steken we de Steenweg over om zo de velden, weilanden en natuurgebied van de Bollenberg te verkennen. Achter ons het centrum van Borgloon met de kerk als herkenningspunt; rechts van ons het kasteel de Hulsberg waakt over een panoramische heuveltop. Wij wandelen verder en komen zo op Bollenberg.
Wij bevinden ons nu in het natuurgebied Bollenberg en komen zo op de Romeinse Kassei, de weg die gedurende 2.000 jaar een belangrijke rol speelde in Haspengouw. Een vrijwel rechte lijn doorsnijdt het wandelgebied van oost naar west. De Romeinse Kassei maakte ooit deel uit van de verbinding tussen Tongeren, Kassel en Boulogne-sur-Mer. De keuze om de weg aan te leggen op de hoogste delen van het landschap, was slim bekeken door de Romeinen.
We hebben hier prachtige zichten op de golvende akkers van Haspengouw. Op het plateau met uitzicht op Broekom was in Romeinse tijd op de Sassenbroekberg een Romeins villacomplex. Hier hebben we een prachtig zicht dat veel verder reikt dan Haspengouw zelfs verder dan de provinciegrenzen tot ver in het Luikse.
Als we en heel eind verder langs de Romeinse Kassei wandelen zien we het kerkje van Grootloon liggen, wat een prachtig panorama. Wij draaien van de Romeinse kassei af en wandelen naar Grootloon. Een heel eind langs de hoogstamboomgaarden en de Servaeshoeve, hier wandelen we langs het kerkje en gaan terug richting Borgloon.
Vlug steken we de Steenweg over en gaan langs de ingang van kasteel de Grot Mot, nu draaien we het steegje in dat ons door de vallei van Mot brengt, een paar jaar geleden had je hier een prachtig zicht op de vallei en de omliggende boomgaarden, de eigenaar van het kasteel de Grote Mot wil geen pottenkijkers op zijn eigendom en laat de heggen hoog snoeien zodat je niks meer ziet van de prachtige vallei, van arrogantie gesprokken.
Nu zijn we terug in het centrum, nog even langs de wijngaard van de boomgaardenstichting de Padonck wijngaarden, nog even langs deGraef de vroegere stadsomwalling en dan weer naar het centrum waar onze wandeling eindigt.
21E RANDONNEE HIVERNALE DE L'A.M.I. / AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS / HAMME-MILLE 16/01/2011.
21E RANDONNEE HIVERNALE DE LA.M.I.
AMICALE DES MARCHEURS INDEPENDANTS.
HAMME-MILLE.
Hamme mille is een deelgemeente van Beauvechain; een klein gedeelte van het Meerdalwoud ligt in Hamme Mille. In de vallei van de Nethen, een zijriviertje van de Dijle, treft men heel veel mooie plekjes die we vandaag op de wandeling ontdekken.
Op de wandeling komen we enkele eeuwenoude vierkanthoeven welke de moeite waard zijn om even bij stil te staan. Wij wandelen door het landschap met weilanden en komen zo in Les Clainesen dan aan de Moulin de la forge dan weer verder langs de beek en komen zo in Nethen; ook hier weer prachtige boerderijen en grote landerijen. Dan beginnen we aan de beklimming naar de top van het bos waar we een prachtig zicht hebben over het beneden liggend landschap.
Nu wandelen we naar het domein Savenel dat bestaat uit bossen, weiden, akkers en vochtige, soms moerasachtige, weilanden en beslaat een oppervlakte van ongeveer 60 ha. In het midden staat een kasteel; verder vinden we er nog andere woningen en een oude schuur. Het domein bestaat al verscheidene eeuwen; de toren of de vestingstoren dateert wellicht uit de 13de eeuw. Toch is het pas in de 17de eeuw dat het domain zijn huidige vorm kreeg, toen het werd betrokken door de Blootvoeste Karmelieten van Leuven die het hadden gekocht om er een "heilige Woestenij" van te maken, een plaats van gebed en afzondering, van bezinning, van stille overpeinzing, weg van de bewoonde wereld.
Ze kwamen er wonen in 1688 en bleven er tot 1795 toen de Franse bezetter onze gebieden na de revolutie annexeerde en hen wegdreven op grond van de wetten van de nieuwe Republiek. De meeste kloostergebouwen werden geplunderd en later vernield. De muur die werd gebouwd aan het begin van de 18de eeuw hield stand en omringt nog steeds het domein. Dat is de fameuze muur die het "Château Savenel" omringt.
Hij is liefst 4 kilometer lang.
Er is een heel verhaal aan verbonden: Wilde verckens
De hertog van Arenberg, die in die tijd onze dorpen in bezit had, wou zijn gasten op zijn kasteel in Heverlee wel wat bieden. Alhoewel zelf blind door een jachtongeval, organiseerde hij nog regelmatig jachtpartijen. Daarom kweekte hij everzwijnen, die vrij rondliepen in Heverleebos en Meerdaalwoud. Tot grote woede van de landbouwers, die dag en nacht bewaking moesten organiseren voor hun velden rondom.
En meer dan wegjagen mocht trouwens ook al niet. Na al 13 jaar vruchteloos processen gevoerd te hebben, trokken de boeren met een petitie naar de Oostenrijkse keizer Jozef II. Die besliste, zeer tegen de zin van de hertog, dat de "wilde verckens" gedood of opgesloten moesten worden. De hertog kreeg het van de Karmelieten gedaan om de everzwijnen op te sluiten binnen de muren van Savenel. Gedurende de Brabantse Omwenteling maakte een compagnie van 35 patriotten uit Weert, gebruik van hun wapens om alle everzwijnen binnen de muren van het klooster af te slachten. Het is vermoedelijk hun enige wapenfeit geweest. Ze vreesden immers dat, indien de Omwenteling zou lukken, de adel zijn oude privileges zou terugkrijgen. Liquideren leek hen dus veiliger. Achteraf gezien bleek het allemaal niet nodig, want de Omwenteling mislukte en de Oostenrijkers bleven nog enige jaren de baas.
Wij wandelen door het domein, de toegangspoort is al heel bijzonder maar de poort van de stal is zeer mooi. Spijtig dat ze wat verscholen ligt achter de struiken. Dan wandelen we terug uit het domein en wandelen door het prachtige landschap.
Dan terug langs de straten naar ons vertrekpunt. Het was een prachtige wandeling waar we van genoten hebben.
WINTERWANDELINGEN / DOOR WANDELEN FIT. BELFEID / TEGELEN 15/01/2011.
WINTERWANDELINGEN.
DOOR WANDELEN FIT. BELFEID.
TEGELEN. NL.
Tegelen was in de Romeinse tijd een nederzetting waar dakpannen, potten en tegels (Tegula) gemaakt werden. De naam Tegelen komt van het Romeinse Tegula. Nog steeds wordt de alhier gewonnen klei in de Tegelse industrie verwerkt.
Gelegen aan de grens met Duitsland, Nordrhein- Westfalen waar we even doorwandelen. We wandelen door de omgeving met bossen en weilanden. We komen aan een zandwinningplaats midden in het bos, we wandelen verder en komen aan de grens met Duitsland en steken deze even over.
Een tijdje wandelen we langs de grens en komen terug in Tegelen, aan de Abdij Uelingsheide. De Trappistenvestiging in Tegelen dateert van 1884, toen zich enkele monniken vestigden op de Uelingsheide als uitwijkhaven voor de abdij van Westmalle (B), ook wegens politieke moeilijkheden. Ze bouwden daar een klooster dat in 1933 tot abdij werd verheven. Tijdens de tweede wereldoorlog zijn drie vleugels van het gebouw afgebrand, die kort na de oorlog in een vriendelijke stijl werden herbouwd. De kerk en het gastenkwartier dateren van 1928, maar er werden vernieuwingen aangebracht in de jaren 1966-1968. De monniken probeerden in hun levensonderhoud te voorzien door omliggende gronden te ontginnen. Tevens werd in 1898 de miswijnhandel van Westmalle overgenomen.
Al doende ontstond de vraag naar andere wijnen zodat het assortiment werd uitgebreid. Daarnaast ontwikkelden de monniken een aantal exclusieve kloosterlikeuren. Dit alles werd de basis voor hun bedrijf dat de naam kreeg Wijnstekerij Uelingsheide. Naar oude kloosterlijke traditie hebben de monniken van de Abdij Uelingsheide hun eigen trappistenlikeuren ontwikkeld. De heilzame, versterkende en ontspannende kracht van vele kruiden wordt met monnikengeduld opgevangen en samengebracht in heerlijke likeuren. Op kleine schaal en uiteraard volgens streng geheim gehouden recepten worden thans in de kleine eigen ambachtelijke distilleerderij twee likeuren en een maagbitter gemaakt. Ze zijn uiteraard allen voorzien van het logo "Authentic Trappist Product". We nemen ven de tijd om binnen te gaan en even de abdijwinkel te bezoeken. Wij kunnen ook zien waar de likeuren gestookt worden.
Wij wandelen dan weer verder en komen in Klein Zwitersland een speelpark met een avonturen parkoer. Hier is de rust en controlepost, het is er gezellig en lekker warm. Na de controle wandelen we weer verder en komen aan het hertenpark met een prachtige mannelijke edelhert met een indrukwekkend gewei. Het is een mooi zicht om deze prachtige dieren daar bezig te zien. Wij wandelen verder en gaan door een prachtige holleweg naar het centrum.
Het prachtige landgoed Holtmuhle kom in zicht wij wandelen door de Kaldenkerkse poort het kasteeldomein op. Kasteel Holtmühle is een kasteelcomplex uit de 17e eeuw. Het hoofdgebouw is een streng classicistisch bakstenen gebouw met twee uitspringende torenpaviljoens.
De deuromlijstingen zijn in hardsteen uitgevoerd. Tot het kasteelcomplex behoort een van de weinige geheel bewaard gebleven tiendschuren in Nederland. Verder bestaat het complex uit twee alleenstaande poortgebouwen (Kaldenkerkse Poort en Venlose Poort), bijgebouwen, tuinen, grachten, vijvers en landerijen. Dit kasteel in Tegelen in Nederlands-Limburg is in oorsprong bijna 700 jaar oud. In het huidige 17e eeuwse hoofdgebouw zijn namelijk fragmenten van een ouder gebouw opgenomen.
De bekendste bewoner van Holtmühle was de roemruchte Baron von Glasenapp die stierf in 1800. Het kasteel was tijdens zijn lange geschiedenis in handen van enkele roemruchte adellijke geslachten zoals Metternich en de patricische familie Van Basten Batenburg. Het is prachtig dat we door dit prachtige domein mogen wandelen. we wandelen door de Venlose Poort en verlaten het domein nog even langs de spoorweg en dan komt de aankomst in zicht.
Het is de eerste keer dat we hier komen wandelen en het is een mooie wandeling geworden met vele interessante plekken, we hebben er werkelijk van genoten en komen hier zeker eens terug.
Het Provinciaal Domein Nieuwenhoven is het grootste openbaar bos (161ha) in Zuid-Limburg. Het bos van Nieuwenhoven, van oudsher Galgenbos genoemd, is een restant van het "Brudelholt-woud".
De provincie Limburg gaf het domein een dubbele functie: natuurbehoud en passieve recreatie. Enerzijds wordt de opmerkelijke natuurlijke rijkdom maximaal beschermd, anderzijds wordt het domein ten dienste gesteld van de bevolking als ontspanningsoord.
Het Regionaal Landschap heeft de Greenspot hernieuwd en wat uitgebreid, het was de laatste van de 10 die bijgewerkt moest worden, en nu is het vertrekpunt overal het zelfde met informatie borden en een fijne plek om de wandeling te beginnen. Om de bijgewerkte Greenspot in te wandelen en naar jaarlijkse gewoonte komen de Greenspotters en de ploeg van Regionaal Landschap samen om het nieuwe jaar in te zetten. Wij wandelen tezamen door het bos vol verrassingen. Gespreid in de vallei van de Kelsbeek en op de helling van het plateau van Kozen ligt het bos van Nieuwenhoven.
Dat het bos sporen draagt van haar kasteelverleden, merkt je aan de kaarsrechte lanen en typische bomen en struiken die je normaal alleen in parken tegen komen. Enkele eeuwen geleden was deze omgeving begroeid met een dicht natuurlijk woud, het Bruderholt. Doorheen de jaren verdwenen massas bomen ten koste van de akkerbouw en de fruitteelt. Het bos van Nieuwenhoven is van kaalkap gespaard gebleven omdat het deel van het kasteeldomein.
In 1972 werd een groot deel va het bos gekocht door de provincie Limburg. In het bos komen vele verschillende boomsoorten voor. Haagbeuk; eik; beuk andere soorten bomen en struiken herinnerd aan het kasteelverleden als park. Tijdens de wandeling zie je geregeld een glimp van het kasteel. Het kasteel deed van de 10e tot de 18e eeuw dienst als buitenverblijf voor de abten van de Trudo abdij van St. Truiden. In de loop der eeuwen werd het kasteel versterkt, vergroot en herhaaldelijk verbouwd. De huidige hoeve dateert uit de 17de eeuw. Het kasteel werd opnieuw verbouwd in de 19de eeuw in Engelse neogotische stijl maar werd gedeeltelijk vernield door een brand in 1932. Het wagenhuis tussen kasteel en hoeve werd verbouwd tot woonhuis.
Vandaag kun je het kasteel vrij goed bezichtigen de wandeling passeerde er op enkele meters vanaf. Voor ons de Greenspotters is er hier vandaag de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. We nemen even de tijd om het gebouw even te verkennen en enkele mooie fotos te maken.
Op de weide rond het kasteel lopen Alpaca's zijn ware hartendiefjes. Met hun grote, zachte ogen kijken ze je nieuwsgierig aan. Ze maken lieve, kreunende geluidjes en hebben een heerlijke vacht in allerlei bruine en witte tinten. Alpaca's komen van oorsprong uit Latijns Amerika vooral Peru.
Alpaca's lijken op lama's maar ze zijn een stuk kleiner. Bovendien hebben ze een vacht van wol in plaats van haren. Al 5000 jaar geleden werden ze gefokt door de Inca-indianen, vanwege die fijne wol. De Inca's gebruiken deze wol alleen voor de kleding van de koning en de adel. Ook tegenwoordig wordt de bijzondere kwaliteit van Alpacawol nog steeds door velen gewaardeerd. De wol voelt net zo zacht aan als cashmierwol of zijde.
Op het kasteel worden we onthaalt voor een lekker stukje taart gebakken op het kasteel en de nodige verfrissingen. Het is een mogelijkheid om de andere Greenspotters te ontmoeten en wat ervaringen uit et wisselen en ook om kennis te maken met de onderhoud ploegen. Het is een gezellige bende en er word veel verteld en ook wel eens hartelijk gelachen.
Ook kom je wat te weten over het domein en zijn verleden. Na de receptie wandelen we terug naar de parking waar de wandeling eindigt maar we komen eerst nog langs de twee ijskelders.
We vonden nog wat oude postkaarten van voor 1932.
Dan langs de planken weg door het natte gedeelte van het bos en zo komen we dan aan het eind van onze wandeling. Een fijne namiddag tezamen met fijne mensen die door de jaren echte vrienden geworden zijn en die allemaal maar een doel hebben de greenspots op en top te houden voor de duizenden wandelaars die hier jaarlijks komen wandelen
PAREL VAN HASPENGOUW / DE LOONSE TSJAFFELEERS / GORS-OPLEEUW 10/01/2011.
PAREL VAN HASPENGOUW.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
GORS-OPLEEUW
Al in de middeleeuwen werden Gorsleeuw en Opleeuw als twee zelfstandige Loonse heerlijkheden onderscheiden. Gorsleeuw was het bezit van verschillende adellijke families.
Hoewel het een Loons bezit was, volgde de rechtspraak toch de Luikse wetgeving. Aanvankelijk was de Loonse heerlijkheid Opleeuw eveneens bezit van het plaatselijke riddergeslacht, maar later werd het aan Herman van Mettecoven toegewezen. Opleeuw volgde de Loonse rechspraak.
De parochiekerk en het kasteel vormen de historische dorpskom. De wandeling vertrekt in Gors-Opleeuw, maar wij vertrekken van bij ons thuis over de spoorwegzate. En gaan zo naar Gors-Opleeuw. Het is wel een bijzonder dorp met zijn vier kastelen, vandaag zullen we er twee zien, de grootste. Gors-Opleeuw heeft vele beschermde monumenten en dorpsgezichten.
In het centrum hebben we een bijzonder plaatje, het kasteel met kasteelhoeve, de bakoven en de paarden rijschool. Het is een bijzonder geheel. Het kasteel van Gors is het meest belangrijke kasteel van Gors-Opleeuw. Het heeft een U-vormige kern uit de 17e eeuw dat aan drie zijden omringd was door grachten. Het kasteel werd volledig verbouwd in 1820 in laatclassicistische Empirestijl. De ronde toren dateert uit 1923. Het kasteel werd in 1986 beschermd als monument. De bijbehorende kasteelhoeve werd in 1865 afgebroken en even verderop opnieuw opgebouwd naar de oude plannen. Ook de hoeve werd in 1986 beschermd. Helaas is de staat van dit gebouw de laatste jaren achteruit gegaan.
Voor de kerk op het dorpsplein staat een vierkante neogotische dorpspomp uit 1845. In 1905 werd ze van Tongeren naar Gors-Opleeuw verhuisd. De Rijschool of Manege uit de tweede helft van de 19e eeuw behoorde oorspronkelijk tot het kasteeldomein van Gors. Erlangs staat de bakoven met een heel bijzonder deuromlijsting.
Als we wandelen door het dorp en terug aan het vertrek komen wandelen we ook nog langs het kasteel van Opleeuw dateert uit 1874 en werd op dat ogenblik opnieuw opgebouwd in neobarokke stijl naast het vroegere kasteel dat ruim driemaal groter was en eveneens een 17e eeuwse U-vormige kern had met grachten er rond. Het kasteel werd in 2004 samen met de kasteelhoeve beschermd als monument.
De omgeving van het kasteel werd dat jaar eveneens beschermd als dorpsgezicht. Vorig jaar werden er rond het kasteel werken uitgevoerd die in de toekomst de waarde van de omgeving zullen laten stijgen, een dubbel dreef werd aangelegd en de directe omgeving kreeg een grondig onder houd. Als we vanuit de zaal naar beneden wandelen komen we nog langs de witte kapel op de heuvel, welke ook mooi bewaard gebleven is en nog altijd bezocht kan worden. Gors-Opleeuw heeft nog twee ander kastelen: Het kasteel Bellevue werd in 1764 gebouwd door de jongere broer van de toenmalige heer van het kasteel Gors en ligt aan de rand van het Bellevuebos.
Een tweede kasteel is Het kasteel Haagsmeer dateert uit 1890 en was het jachtpaviljoen van het kasteel van Opleeuw. Het kasteel werd verbouwd in 1958. Naast het kasteel ligt de kasteelhoeve uit de 18 eeuw en wat verder ligt de vierkantshoeve De Oude Winning in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel Haagsmeer werd in 2004 als monument beschermd werd. De omgeving van de hoeve werd beschermd als dorpsgezicht. Gors-Opleeuw is zeker een van de mooier dorpjes rond Borgloon, alhoewel ieder dorp wel zijn bijzonderheden heeft, maar 4 kastelen op zo een beperkte oppervlakte is toch wel bijzonder.
33E MARCHE DE LA CITADELLE. / LES SPITANTS DE NAMUR / NAMUR 09/01/2011.
33E MARCHE DE LA CITADELLE.
LES SPITANTS DE NAMUR.
NAMUR.
Namur, Hoofdstad van Wallonië...
Namur, de poort naar de Ardennen, is een parel die ontstond rond de samenvloeiing van Samber en Maas.
Vanwege de ligging aan het water en tegelijk aan de voet van een indrukwekkende rots, geniet de stad van een zeldzame en spectaculaire sfeer.
Hier heeft elk seizoen zijn charmes. De stad is altijd even gastvrij en de fraaie 18e-eeuwse woningen tonen zich even mooi onder de zon als onder de sneeuw. Tegen de luisterrijke achtergrond van één van de oudste vestingplaatsen van Europa strekt zich de Citadel uit over 8 ha groengebied nu wit gebied, vlakbij het stadscentrum. Hij biedt prachtige vergezichten op de stad en de Maasvallei. Het arsenaal is ideaal gelegen in het hart van namen in de buurt van de Place Saint-Abanuscathedral. Het grenst aan de ene kant van de Samber.
Het Arsenaal werd gebouwd in 1692 door Vauban, beroemde militaire architect van Louis XIV. Het was het wapen-magazijn,daarna stallen voor het leger en dan politie kazerne. In 1977 werd hij verworven door de faculteiten Notre-Dame de la Paix en volledig gerestaureerd en dient nu als de ontmoetingsplaats tussen de Universiteit en de buiten wereld.
Hier vertrekt onze wandeling naar de citadel. Een bezoek aan de Naamse citadel is een ontdekkingsreis doorheen 2000 jaar geschiedenis, in een 8 ha groot bosrijk domein. De panoramas zijn hier erg verrassend. Wij klimmen de citadel op maar komen eerst langs het monument voor de gesneuvelde soldaten, dan omhoog en genieten van de omgeving, boven hebben we prachtige vergezichten over de stad.
Wij wandelen door de citadel, ondergronds langs de gangen en dan komen we aan de controlepost, dan weer verder door het domein, dan dalen we af naar het centrum van de stad, steken de rivier over en wandelen het centrum in. We wandelen door het park van het Kasteel van Namen en dan weer verder. Het is een aangename wandeling met verschillende prachtige plekken.
Zo wandelen we weer een eind langs de Maas die hier wel hoogstaat de wandel promade staat onder water, en het is wel een raar zicht dat de pijlen van de wandeling zo in het water te zien, gelukkig kunnen wij op de weg lopen en zo terug aan het Arsenal te komen. Een prachtige wandeling in Namen.
De maretak heeft de jongste weken her en der als kerstversiering gediend.
Maar je ziet deze halfparasiet ook in de natuur. de maretak parasiteert op levende bomen en kan weelderig groeien als de juiste voedselbodem voorhanden is. De witte besachtige vrucht wordt verspreid door vogels. Met het mooie besje moet je overigens opletten, want de zaadjes zijn giftig. De druïden uit vroegere tijden beschouwden de maretak als heilig, inclusief de boom als het een eik was waar de maretak op voorkwam. Een in het wit geklede druïde sneed met een gouden sikkel de maretak af.
De plant werd opgevangen in witte doeken, want ze mocht de grond niet raken. Bij de Kelten en de Germanen speelde de plant bij magische vruchtbaarheidsrituelen een belangrijke rol. De maretak staat bekend als heksenkruid en werd opgehangen aan balken van stallen om de mare (=heks, spook of nachtmerrie) te verjagen. De parasiet was ook bekend als geneesmiddel in de volksgeneeskunde gelooft men nog steeds in de medicinale eigenschappen ervan.In de 20ste eeuw krijgt de viscum album, zoals deze halfparasiet heet, wat meer wetenschappelijke aandacht.
De maretak kan 70 jaar oud worden. Tegenwoordig onderzoeken ze de maretak om hem in de toekomst te kunnen gebruiken als kankerbestrijdend middel. Ga er niet zelf mee experimenteren. De witte bessen zijn giftig. Als je teveel maretakbessen naar binnen krijgt, kan je diarree en braakneigingen krijgen.
Vijlen ligt op een hoogte van 200 meter boven NAP en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland. In Vijlen was een van de oudste nederzettingen van Zuid-Limburg te vinden. Het dorp heeft een markante kerk uit het midden van de vorige eeuw, maar het ontleent zijn recreatieve aantrekkingskracht vooral aan het grootste loofhoutcomplex in Limburg, een bosgebied van meer dan 600 ha, zeer geliefd bij de wandelaars.
Vijlen, met de gehuchten Cottessen en Camerig, is een paradijs voor de wandelaar. De statige toren van de St. Martinuskerk torent fier en vooral hoog boven het landschap uit. Van verre is dit Vijlense Godhuis zichtbaar en manifesteert zich daardoor als oriëntatiepunt bij talloze wandelaars. De uitgestrektheid van de Vijlenerbossen vormt een aparte attractie. Aan alle kanten omzoomd door veelal steile hellingbossen, is het plateau een eldorado voor de echte wandelaar.
Wij wandelen uit dorp uit en dalen af en komen langs de eerste cementfabriek van Vijlen. Sinds 1875 werd in Vijlen door de firma Kalff, Van Rey en Scheins een mergelgroeve in gebruik genomen waarin een schachtoven aanwezig was om cementklinker te produceren. Hieruit werd door malen een kleine hoeveelheid (ongeveer 950 ton/jaar) natuurcement vervaardigd, maar het meeste werd aan een cementfabriek te Aken verkocht. In 1894 werd de fabriek uitgebreid en ging N.V. Nederlandsche Portland-Cementfabriek (NPC) heten. Deze ging failliet in 1907 vanwege de hoge transportkosten van het product.In 1910 werd het bedrijf door Jan Habets overgenomen en produceerde 40 ton per dag. De benodigde klei kwam uit Vaals. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd maximaal 15 kton/jaar geproduceerd. In 1921 werd deze fabriek gesloten. In 1927 werd ze echter opgekocht door de ENCI, die in 1926 was opgericht. Deze trachtte het bedrijf opnieuw te starten met 50 werknemers, maar kreeg problemen met de Vereenigde Cement Fabrieken (VCF), een kartel van Duitse en Belgische cementleveranciers voor de Nederlandse markt. Deze nam de aandelen over en legde het bedrijf op 16 juni 1929 voorgoed stil. Enkele restanten bleven bewaard. Wij wandelen verder door het prachtige landschap en komen vele vakwerkhuizen tegen. Je kunt wel denken dat je in een openluchtmuseum wandelt. Het vakwerk is een bijzondere manier van bouwen daarom een stukje geschiedenis van de Limburgse vakwerkbouw. De Limburgse vakwerkbouw vormt een belangrijk cultureel erfgoed. De beeldvorming van Nederlands Limburg wordt mede bepaalt door de zo bekende wit-zwarte huisjes.
Deze iconen van het Limburgs Landschap verdienen daarom onze aandacht. Op de wandeling komen tientallen prachtige vakwerkhuizen tegen. Het gros van het nu nog aanwezige vakwerk is dan ook achttiende- en vroeg negentiende-eeuws van aanzien, wat niet wegneemt dat er menigmaal een oudere kern aanwezig is. En tegelijkertijd vinden we ook nog menig zeventiende-eeuws pand. Pas toen na Napoleon de gemeenschappelijk bossen waren vervallen aan de nieuwe gemeenten en hout dus niet meer kosteloos kon worden verworven, zien we een achteruitgang van het vakwerk, dat hand in hand gaat met een versteningsproces.
Vlak voordat dat proces ook in Limburg alle vakwerk had weggevaagd kwam de omslag, de appreciatie, en kwam een enorme restauratiegolf opgang. Door de hierdoor ontstane nieuwsgierigheid weten we inmiddels heel wat van dat vakwerk. Het is een bouwmethode die volstrekt op zichzelf staat, meteen vrijdragend skelet, dat naar believen gevuld kon worden met vlechtwerk en stroleem of met ramen en deuren. Kozijnen zijn immers onderdeel van het skelet. Het uitzoeken van het hout, het bedenken van de constructie en het timmeren van het skelet zijn hoog gekwalificeerde vaardigheden. Dat de boer vroeger zijn eigen aannemer was kan met gemak van tafel.
Zeker bij het vertalen van een bouwidee in een skelet, van aanvankelijk eiken balken, vergde een ruimtelijk inzicht dat ook nu maar enkele gegeven is. Het timmeren van zon skelet was niet alleen een secuur karwei waar veel tijd in ging zitten, het vroeg ook om een slim systeem om later op de bouwplaats in de goede volgorde te kunnen opzetten. Daarvoor gebruikte de timmerman een nummersysteem van telmerken. Omdat het bouwen van zon vakwerkhuis tot gepaste trots leidde zien we nogal eens een tekst boven de voordeur of de schuurpoort, waarin de opdrachtgever / eigenaar laat weten wanneer het huis gebouwd is, al dan niet onder aanroepen van heiligen die zijn nieuwe huis moesten beschermen tegen brand en ziektes.
Mede daardoor weten we ook dat de meeste huizen werden opgezet, gericht in de maanden mei en juni en in oktober al de werkzaamheden op de boerderij en het land wat rustiger waren. Met name het lemen kon gemakkelijk door niet vakmensen gedaan worden. Doordat de leem die vrijkwam bij het uitschachten van de kelder gebruikt werd in de wanden, passen vakwerkpanden perfect in het landschap; zij hebben immers de kleur van de omgeving. Dat veranderde toen de wanden witgekalkt werden en zeker toen ook de balken, die altijd onbehandeld waren, mee gewit werden.
Het beeld van de zwart-witte huisjes is nog maar relatief jong. Het idee van vakwerk als behuizing voor de armen is eveneens niet zo oud en stamt uit de tijd dat de eerste Hollanders als toerist naar het zuiden kwamen, eind 19 de eeuw. Wat toen nog te zien was aan vakwerk was vaak eeuwenoud en in verval en werd dus bewoond door de sociaal wat minder bedeelden. Maar ditzelfde vakwerk was eens gebouwd als solide en rijk, en tegen een prijs die minstens gelijk stond aan die van een stenen huis.
Wij kunnen op de wandeling vele vakwerkhuizen zien en ook zijn er nog bij waar de bakoven ook bewaard gebleven is. Deze bakoven staat een eind van het huis af, als bescherming tegen vuur. Deze bakovens waren gebouwd met vuurstenen die uit de mergelwinning komen. Het is aangenaam om te zien hoe dit toch belangrijk erfgoed bewaard blijft en dat het tot op de dag vandaag gebruikt word waarvoor het oorspronkelijk gebouwd is, nl wonen. Wij kunnen genieten van de prachtige huizen.
Wij wandelen verder en komen zo in Mechelen. Hier is rustpost en dan weer verder door het prachtige landschap, nu wandelen we richting Vijlenerbossen. Het Vijlenerbos is eigenlijk een reeks bossen die grenzen aan België en Duitsland.
Ze omvatten het 322,5 meter boven NAP gelegen drielandenpunt. De uitgestrekte bossen, de grote hoogteverschillen en de diepe dalen zorgen voor prachtige vergezichten. Mede hierdoor is dit bijzondere stukje Nederland een must voor wandelaars. Na de tweede controle keren we terug naar Vijlen, het is wel prachtig wanneer je de straat afwandelt en in de verte de neogotische Sint-Martinuskerk zien die werd, op de toren na, in 1862 voltooid.
Rond 1879 moet de toren zijn voltooid. Zo komt Vijlen in het zicht, wij dalen nu af en komen nog langs prachtige vakwerkhuizen. Terug klimmen en dan weer naar ons vertrekpunt. Wat een prachtige wandeling hebben ze hier weer voor ons klaargemaakt, heel erg bedankt wandelvrienden van Jo-Ne.
19e MARCHE DE L'EPIPHANIE / LES ROTEUS DI HOUSSAIE BEYNE-HEUSAY / BEYNE-HEUSAY 08/01/2011
19E MARCHE DE LEPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE BEYNE-HEUSAY.
BEYNE-HEUSAY.
Vandaag wandelen we in Beyne-Heusay. Moeilijk een parking te vinden door de grote hopen sneeuw die langs de wegen liggen, het is ook nog vrij glad op de voetpaden, wij beslissen om maar 6kilometer te wandelen, het is wel mooi om in een sneeuwlandschap te wandelen maar het grootste gedeelte van de wandeling gaat door het dorp.
We wandelen door het dorp en gaan dan de oude spoorwegzate op. Het is een prachtig wandel en fietspad geworden waar het nu mooi is om op te wandelen. Alles bedekt met een dikke laag sneeuw en de panoramas over het besneeuwde landschap zijn prachtig.
Wij genieten van de prachtige vergezichten. We komen al snel aan het oude station van Beyne wat nu dienst doet voor de gemeente. Wij draaien terug richting dorp en komen zo al vlug terug op de hoofdstraat. Wij wandelen wat verder en komen langs een bakkerij waar een kat in de etalage ligt gewoon mooi om te zien.
Nog wat verder en we komen terug aan ons vertrekpunt. Ondanks het een korte wandeling is was het toch fijn om hier te wandelen en van het prachtige landschap te genieten.
34STE WINTERTOCHT / BLIJF JONG GENEBOS / KWAADMECHELEN 02/01/2011.
34STE WINTERTOCHT.
BLIJF JONG GENEBOS.
KWAADMECHELEN.
Het nieuwe jaar beginnen met een wandeling. We hebben niet veel keus en gaan dan ook wandelen met de club Blijf Jong Genebos. Wij wandelen zelden in Limburg en deze wandeling herinnerd er ons aan waarom.
Weinig te zien op deze wandeling, en het is min of meer wat toertjes draaien in en rond de startplaats. Gelukkig is er sneeuw en veel bos waardoor we toch nog wat hebben aan deze wandeling. Vind het toch ongelooflijk dat wandelaars een wandeling uitzetten die in rondje draait en waar je op elk moment weer ander wandelaars tegenkomt die je enkele meter ervoor ook weer zag passeren. Rondje draaien en elkaar kruizen de verschillende afstanden die elkaar tegenkomen heel verwarend en zeker niet fijn om te wandelen.
Maar ja wij hebben gekozen om hier te komen wandelen en we zullen er het beste van maken. De controlepost was dan ook de gezelligste plek op de wandeling en hij was goed verzorgd, wat dan weer een pluim verdient. Veel hebben we gewandeld door de bossen en langs het Kanaal. Hebben enkele mooie sneeuwfotos kunnen maken. Zo eindigt een winterwandeling met de Club Blijf Jong Genebos.