Toen we in januari/februari in Friesland rondtoerden, viel ons oog op een bootje, dat te koop kwam. Na het bezocht te hebben, waren we in de wolken. Overname van mijn bootje kon, maar de prijs bovenop was te hoog, vonden we. We lieten toch een kaartje achter, zo van, je weet het nooit. In April was in Sneek de kogel door de kerk. De Duitser die zijn schip verkocht, had een nieuwe besteld. ( 685.000) De verkoop ging ginder door en opnieuw werd ik benaderd. Ik bleef bij mijn vorig bod en hoorde hoe de man in het verre Sneek bijna in coma viel. Maar ik had tijd, tenslotte moest mijn bootje niet weg. Het seizoen kwam dichter en ik hoorde niets meer tot begin mei. De man bleek tot overleg bereid, maar vond mijn bod schandalig laag. Ik speelde in op de slechte markt qua verkoop en hoopte het beste. Hij deed mij nu een beduidend lager bod, maar ik moest nadenken, vertelde ik. Langs de andere kant werd men nerveus, dacht ik. Ik antwoordde niet gedurende een week. De man belde terug en verlaagde nogmaals zijn bod, zodat hij dicht bij mijn bod kwam. Ik deed opnieuw een tegenbod, nu ook inclusief alle kosten van aanpassingen (combi i.p.v. lader/omvormer, nieuwe marifoon met atis, plaatsen van alu-strips, waar de koorden schuurden en de verf verwijderden, enz... Ik zag voor mij de man bleek worden. Geef mij een dag zei hij, en ik bel je terug. Ik zei tegen Petra, diezelfde avond nog, die horen we niet meer terug. 's Anderendaags belde hij me en zei dat hij mijn bootje nog eens wou zien om een taxatie door te voeren. Hij kwam op zondag zoals afgesproken, tenslotte is Sneek 600 km heen en weer. De dag voordien had ik de Enya een extra poetsbeurt gegeven en waren blijven slapen. Na een uur de inspectie te hebben gedaan waren we tot op 5.000 verschil genaderd. Ik wou de bijkomende kosten inclusief, hij wou de kosten exklusief. Ik vertelde hem dat mijn budget op was, en geen toegevingen meer kon doen. De man had het moeilijk. Tenslotte ging de koop door, alles inclusief. Pas thuis realiseerden we ons dat we een zeeeeeeeeeeer goeie koop hadden gedaan. Dit soort schip stond verleden jaar 30.000 duurder. We hadden nog nooit 4 maand onderhandeld over een aankoop. Maar het was de moeite geweest, zelfs de twee reisjes naar Sneek er bij gerekend. Toen we deze week de factuur kregen met de cijfers er op, waren we in de wolken. We hadden een prachtboot gekocht aan een prachtprijs. De Duitse eigenaar en de Nederlandse verkoper hadden serieus ingebonden. Maar net zoals er in de huizenmarkt zaken te doen zijn, zijn er in de tweedehands schepen ook zaken te doen. En zeker als je een Duitser hebt die wat centen kan gebruiken, ist dass nicht so, Heinrich ?
Via mijn blogje leerde ik mensen kennen uit Stekene. Het verhaal over ergens een vergeten bootje, waar hij het niet kon hebben dat het verkommerde, en het bootje weer de glans gaf van een nieuwe schip : "Catharina" genaamd. Deze en hopelijk nog vele andere verhalen verschijnen binnenkort op mijn blog. Althans, ik vroeg de toestemming aan kapitein Ludo en scheepsmaatje Sonja, die enthousiast waren en mij prompt een verhaal deden over hun reis naar Borkum (mei/juni 2006), een Duits Waddeneiland. Ik laat hen zeer graag de eer en vooral met genoegen hun verhaal doen in een volgend artikel.
Onder een stralende zon hebben we op vrijdagvoormiddag 12 mei Burghsluis* verlaten voor een nieuwe reis naar de Wadden. Op de Roggeplaat zwaaiden12 zeehonden ons uit... Bewust gekozen : zo vroeg in het jaar wilden we toch wel de grote vakantiedrukte vermijden en als het weer zich van z'n goede kant liet zien, zou het volmaakt kunnen worden. Via Ooltgensplaat naar de Volkeraksluizen, op het Hollands Diep was er een sector afgezet met geleidetekens* voor de zopas overvaren Belgische lichter "GUAN"*. Strijensas binnengelopen en daarna via Gouda en de Amstel naar A'Dam. We gunnen onszelf een paar dagen in deze bruisende stad : pintje gedronken in "The Old Sailor", naar de Bijenkorf geweest, het Anne Frankhuis bezocht, salade gegeten in "De Prins", Prinsengracht, World Press Photo gaan zien in de Oude Kerk, snuisteren in kleine winkeltjes en 's avonds lekker gegeten aan de St. Olofsteeg. Afgepeigerd in de kooien gevallen !!! Op 17 mei naar de Oranjesluizen, bestemming : Enkhuizen. Er liggen hooguit 3 jachten aan de langssteiger. 's Nachts gaan de poppen aan het dansen. Regen en veel wind (6 Bft). Om 02.00 u. wakker van een vreemd geluid...klinkt als hamerslagen, dus in de regen naar buiten. Blijkt dobberende glazen fles te zijn ! GRRR...fles laten zinken !!! De drie volgende dagen komt er geen verbetering, dus liggen blijven, maar onverwacht wordt het nog heel gezellig...in de namiddag krijgen we bezoek van de 1e eigenaar en z'n vrouw. Ze hadden het schip meer dan twintig jaar.Het is een blij weerzien met hun vorige boot en bij mevr. vloeien er traantjes van weemoed, maar dat lossen we op met taart en koffie, daarna borrels en trappist. Gezellige boel, hoor...ze blijven 5 uur aan boord !!!! Amper op de wal of er wordt alweer op ons dak geklopt en wie staat daar voor ons raam te zwaaien ? Onze scheepsbouwer en z'n zeilmaat. Ze komen een wedstrijdje zeilen, maar door de harde wind wordt dat niks natuurlijk. Zijn Tradewind "SNUG" ligt al twee weken in Enkhuizen. Weer pinten op tafel !!! Een kwartier later loopt de "KWEK" binnen (van de Kwekkeboom kroketten) met z'n nieuwe Tradewind "ROGUE". Zeiknat !!! Die komt er ook nog bij...nu is't compleet. M'n hele voorraad bier gaat eraan !!! ENKHUIZEN. Na een ruig overtochtje liggen we drie dagen later in Stavoren; met het weer is het goed mis. Op de koffie geweest bij twee vrolijke Brabanders, Kees en Yvonne, op hun Pikmeerkruiser "ALICIA-MARIE". 's Avonds bij ons aan boord voor het aperitief...geaperitiefd tot 21.30 u. Hallo...Voorover in de kooien gevallen om 22.30 u. Dit moet stoppen !!! 's Nachts storm !! 's Anderendaags nemen we afscheid van Kees & Yvonne. De wind is iets gekalmeerd en wij ook...we kruipen noordelijker via de Friese Meren. Op woensdag 24 mei belanden we in Lauwersoog na een pittige overtocht op de Lauwers. STORM OP DE LAUWERS. Een kwartier nadat we vastliggen, woedt er een loeiende storm op het Lauwersmeer en bakken regen komen over ons. Net op tijd binnen...en dan is er koffie !!! De volgende dag begint weeral slecht, maar geleidelijk valt de wind weg en na de middag komt de zon erdoor. OP WEG NAAR SCHIERMONNIKSOOG. We kijken elkaar aan en onze klok wijst toch al 18.20 u. Binnen enkele uren is het vloed, dus we besluiten om alsnog naar Schiermonniksoog te vertrekken. Een dik uur later varen we op de Zoutkamperlaag, richting Schier, bij een WNW 4 Bft. Eindelijk, de zilte geur van het wad, de lage zon die het water verandert in zilver, één enkele zeehond die nieuwsgierig z'n kop opsteekt, de kronkelende prikkenstaart naar de haven van Schier, de wolkenluchten aan de horizon... daar doen we het dus voor !!! In de avondschemering krijgen we een prachtige ligplaats, achter de mooie "PRESIDENT STEYN" met zicht op het wad. We blijven drie dagen op Schier en laten ons onderdompelen in dit geweldige natuurgebied. AVOND OP SCHIEMONNIKSOOG. Zondag 26 mei verlaten we Schier, het is koud (14°). De wind WNW 5-6 Bft, maar de volgende dagen worden nog slechter, dus wegwezen...nogal onzeker maken we los. Enige optie : Lauwersoog. Langs de prikkengeul naar de Glinder met het stormzeil op; ze gaat lekker op één oor liggen. Met de laatste vloed en achteropkomende golven door de Zoutkamperlaag, het zeiltje reeds weggenomen. 's Middags liggen we weer aan onze steiger in Lauwersoog en aangezien de voorspellingen niet veel goeds beloven besluiten we i.p.v. naar Noordpolderzijl naar Groningen stad te varen. Wél een hemelsbreed verschil. We hebben 6 dagen in deze levendige studentenstad doorgebracht ! De afspraak was om er te blijven liggen tot er een échte weersverbetering kwam. We zitten immers op een boogscheut van de Eems en met deze geweldige rivier valt niet te spotten. Op maandag 5 juni was er eindelijk beterschap, dus vertrokken we via het Eemskanaal naar Delfzijl. We hadden het vlug bekeken daar, want men bleek daar zwaar in de kermissfeer te zitten en ook de scheepswerf liet zich niet onbetuigd betreffende het lawaai. Na de stilte van de Schier konden we dit best missen...we zagen veel jachten met thuishaven Emden, de vloed was ingezet en plots zagen we een oversteek naar Emden wel zitten. Die namiddag lagen we in de grote zeesluis van Emden met 4 andere jachten en een vriendelijke Duitse schipper wees ons de vaarweg naar het centrum. Na eerst nog en spoorwegbrug te zijn gepasseerd, werden we beloond met een prachtige aanlegplaats, vlak achter het lichtschip "Deutsche Bucht" HAVEN RATSDELFT/EMDEN - LICHTSCHIP "DEUTSCHE BUCHT". 's Morgens stond de havenmeester op de steiger en vertelde een beetje beteuterd dat de spoorwegbrug gestremd was "voor drie dagen". Verbijstering alom. Iedereen gevangen in de Stadshafen Ratsdelft. "En is er dan geen andere uitweg naar de Eems ?" vroegen we. "Toch wel, dwars door het centrum, daarvoor moeten we 4 bruggen en 2 sluizen passeren, en ook hier is één brug gesperrt" maar we doen er alles aan om het zo vlug mogelijk te herstellen" Gelukkig is Emden een mooie stad en mochten we gratis liggen. We hebben ons goed geamuseerd in Emden, terwijl het hogedrukgebied boven de Oostfriese eilanden alsmaar uitbreiding nam. Donderdagmorgen verscheen op de steiger een breedlachende "Klaus" die ons meldde dat het bruggetje hersteld was. Dus vierklauwens de motor gestart en naar het eerste bruggetje. Zo'n vlugge bediening hebben we nog niet meegemaakt, soms moet zelfs het gas er niet af ! Het was wel zaak om de Nesserlandsluis te halen die ons op de Eems moest zetten. Ze draaide enkel om 10.00 u en daarna pas om 13.00 u. Zo zouden we het tij missen...het was 09.55 u en we moesten nog het hele verbindingskanaal afvaren en in de verte zagen we de openstaande deuren..." dit halen we nooit, bel de man op" zei ik tegen Sonja. Zodoende bleven voor deze smekende vrouwenstem de deuren geopend. Het was 10.10 u toen we erin voeren...dat was meer dan op 't nippertje. Een kwartier later voeren we op de Eems,met de eb door het Ra*. Ongelofelijk mooi weer, bijna windstil en we lopen als een trein. We passeren Knock-radar en Eemshaven, dan komt aan stuurboord het wad droog te liggen. In de verte zien we de sky-line van Borkum en om 13.30 u varen we de Fische Balje binnen. In yachthafen Baalmann hebben we de ligplaatsen voor het uitkiezen. Het voordeel van het voorjaar-varen !! Ons doel is bereikt en nog wel onder een stralende hemel : daar kunnen we er wel ééntje op drinken... Het weer was standvastig mooi op Borkum, dus we hebben met volle teugen kunnen genieten van het eiland. Als je goed rondkijkt, kunt ge u nog gemakkelijk het grote Marine-verleden van Borkum voorstellen : vooral Burkana-hafen en z' omliggende woonblokken ademt nog de sfeer van de voormalige ligplaats van oorlogsbodems. DE FISCHERBALJE / BORKUM Op het kantoor van "Baalmann" kun je 's morgens verse "brötchen" afhalen. De bus stopt aan de haven en neemt je mee naar Borkum-Bad. Van op het strand zien we wel 50 zeehonden op de zandbanken liggen en ook de contouren van Rottum.* Op de strandboulevard "Burgemeister Kievit-promenade kun je heerlijk ontspannen bij kaffee und kuche en vis eten doe je in het restaurant aan de haven met zicht op het wad met z'n onovertroffen zonsondergang. Ja, hier doe je het voor !! 's Anderendaags met de fiets door de duinen en kwelders naar Ostland gereden. Koffie met aarbeipunt genomen. Daaaaaaaag dieet !!!! 's Avonds zijn Henk en Lia van de "HESTIA" bij ons aan boord geweest, het werd nog heel gezellig. De schipper van de HESTIA raadde ons aan om verder te gaan, zeker met dit mooie weer - Juist, Norderney* Baltrum* enz... maar alles ten spijt hadden we andere plannen, andere keer dan maar !!! Op zondag 11 juni om 07.00 u hebben we Borkum verlaten, goed zicht, de zon op zak !! De 18e juni zijn twee van onze kleindochters jarig (4j). Daar wilden we persé bij zijn !!! En we hebben het nét gered... het feest begon op 18/6 om 14.00 u. De hele familie dacht dat we nog op de Eems of zo zaten... Tot ieders verrassing stonden oma en opa om 15.30 u plots tussen de feestvierenden...en dan die blije kinderoogjes... Daar doe je het dan ook voor !!! Ludo en Sonja - m/s Catharina BORKUM.
* Burghsluis : thuishaven van de Catharina van Ludo en Sonja * geleidetekens : tekens of boeien die de scheepvaart begeleiden bij hindernissen of ongelukken * GUAN nota bene een binnenschip door mezelf bevracht met koper van R'Dam naar Olen Schipper Bulens kwam daar bij om het leven. * met de eb door het Ra : met laag water door het Ra * Rottum : één van de Duitse wadden-eilanden * Norderney en Baltrum : nog twee Duitse wadden eilanden.
OPGELET : bij ieder vetgedrukt woord horen prachtige foto's, die zijn voor een volgend artikel. met dank aan Ludo & Sonja voor hun prachtig verhaal.
In het Nederlands betekent het : "Liever dood dan slaaf". Na een overwinning op de Hollanders schreven de Friezen deze leuze op de "Reaklif". We rien loans de wei nao Snits. Het betekent dat we langs de weg naar Sneek rijden, nu sneanmoarn (zaterdagmorgen) en gaan nog maar eens op zoek naar bootjes. In Snits (Sneek) ligt het industrieterrein "It Gès" een reusachtig terrein waar je enkel watersportgebonden bedrijven vindt. Van verhuurbedrijven over scheepsinterieur, scheepsbrokers, metaal constructie werkplaatsen of pvc werkplaatsen, je vindt het er allemaal. We voelen ons meer en meer op ons gemak in Fryslân, en ik ben ook van plan meer te leren van die taal. Ik begrijp het meer en meer, enkel de drempel naar het spreken toe, is soms net iets te hoog.Ook de snelheid die Friezen hanteren in het spreken, maken het soms moeilijk een woordje Fries mee te spreken. Ze voelen zich wel verwant met Vlamingen, want net als wij zijn we binnen Europa een taal-minderheid. Wie aandachtig mijn artikeltjes leest, weet nog dat aan de linkeroever in Antwerpen een grote kolonie Friezen woonde in de middeleeuwen. Het is ook een ander volk. Maar eens je binnen mag in hun hart, is het genieten. De natuur en het water staan centraal in Fryslân. De talrijke fearten (vaarten) en sleats (sloten) en mar (meren) doorsnijden het Friese landschap. Dorpen vormen hier nog een echte leefgemeenschap, een cultuur die de Vlaming verleert is. Jammer, want wat je te zien krijgt op een plaatselijk fierlejeppenfeest (polstokverspringen over sloten of grachten) is volks, amusant en hier quasi ondenkbaar. De jeugd speelt er een dominante rol in het behoud van al dat moois. De 642.000 Friezen verstaan het Fries voor +/- 94% en spreken het met ca. 76%. Het is de officiële tweede landstaal in Nederland. In alle Friese scholen wordt het Fries onderwezen, en overal wordt officieel het Fries gesproken : rechtbanken, alle officiële gebouwen zoals stadhuis, post, omrop Fryslân, de dagbladen, sport en cultuur, alles gebeurd en kan in het Fries. De taal is veel meer dan klunen en skûtjesilen, hetgeen wij meestal kennen. Het is een taal die in al haar verscheidenheid gesproken wordt in Duitsland en Nederland en op de Wadden. Vroeger waren de Friezen dermate aanwezig met hun schepen op de Noordzee, dat ze bijnaam kreeg van Mare Frisicum. Handelaren waren het altijd en nog steeds. Snean rien wie noa Snits (Sneek), en daarna misschien nog eens naar Ljouwert (Leeuwarden) op zoek naar...je weet wel. We hebben een paar adresjes mee, en hopen op het beste. We zien wel, want ofwel was iemand anders ons te snel af, of het gevraagde was te hoog of het bootje stond ons niet aan. We gaan weer naar onzen tweeden thuis, zegt Petra altijd. Hup, noa Fryslân.
Verleden week kreeg ik bericht van de "klokkendokter", je weet wel die kerel die alle klokken geneest, refit en ze terug als herboren en nieuw er laat uitzien. Je weet maar wat iets betekent voor je, wanneer je het voor lange tijd mist. Hoeveel keer ik naar de muur gekeken heb, waar vroeger mijn scheepsklok hing, is niet te tellen. Maar missen deed ik ze zeker. In een vorig artikel beschreef ik reeds uitvoerig van waar het klokje kwam, wie het bouwde, enz... Ik vroeg de klokkendokter of het een goede klok was en Petra voegde er snel aan toe,of het wel waard was om te repareren. De man die er een beetje uitzag als ballonvaarder en diepzee-onderzoeker Picard, kleurde. "Een klok druk je niet uit in geld, maar in aantrekking" : vertelde hij. Daar stonden we dan, allebei met een kleurtje en sprakeloos. Ik probeerde de man enigszins te troosten, zeggende : "dat de klok voor mij een waardevol iets was en me via vrienden in handen was gekomen". Bovendien had ik ze in Antwerpen via een zeevaarder gekregen, en dat bleek voldoende om mij te charmeren. Want alles wat met de "koekestad" of de haven te maken heeft, ligt gevoelig bij mij. Professor Klok glunderde nu. Gezellig glunderden we met hem mee en voelden ons gelukkig met 's mans intense vreugde. We betaalden en gingen, nagenietend in de rit naar huis over zoveel stil geluk ! * dat is een adres, het vertrouwen waard : www.klokkendokter.be
Er beweegt wat in ons boten-landje. Overal komen er op infrastructuur-gebied veranderingen. Ook de toeleveringen voor de booteigenaars nemen overhand toe. In de navolgende reportage ziet u hoe tanks geplaatst worden in een werkponton - dus mensen vanaf volgende maand of in juni kan er gebunkerd worden in Temse. Men zegge het voort.
Op zoek gaan naar een bootje is net zoals op zoek gaan naar een lief. Voor beide gevallen moet men opletten dat je hart niet teveel spreekt en je verstand te weinig. Het is de kunst om te trachten die evenwichtsoefening te maken, die voorkomt dat je voor de rest van je leven opgezadeld zit met iets wat je geen tweede keer zou doen. En dat is verdomd moeilijk ! Reeds vele malen zei ik in mijn leven, wanneer het aankwam op een boot te kopen : "nu ga ik proberen er ééntje met mijn verstand te kopen". Maar ofwel had ik op die moment te weinig verstand en teveel hart, 't zou kunnen. Niet dat ik wil proberen er één te kopen met weinig hart en veel verstand. Tenslotte moet er, zeker in je hobby, een groot stuk "hart" blijven zitten.Nadat er duizenden bootjes de revue zijn gepasseerd, heb ik er twee gevonden die aan mijn eisen voldoen. Met één besturing en één motor, het ene voor de plaatsruimte binnenin, het andere voor het onderhoud en verbruik. Eén heeft enkel een boegschroef, maar kost 10.000 minder, de andere heeft boeg- en hekschroef. Die keuze zal ik moeten maken. Beiden hebben C.V. aan boord, hetgeen je in staat stelt langere periodes aan boord door te brengen, maar ook je seizoen te verlengen, en van mooie dagen te genieten in 't voor- en najaar. Beiden zijn jong van bouw, de ene is van 2001, de andere van 1998. De ene heeft een Volvo Penta tmd 31 motor, de andere een Yanmar, beiden 100 pk. Verbruik zal dus ongeveer hetzelfde zijn, 3 à 4 liter per uur varen. Een proefvaart en een doorlichting van de motor zal doorslaggevend zijn in de beslissing. Ook Petra's ideeën over het interieur en de praktische indeling er van zullen meespelen. Beide prijzen zijn "vraagprijzen", dus kan er nog iets gebeuren. Ook dat speelt een rol. Kortom, 't zal zeker geen beslissing worden die genomen is over één nachtje ijs. Beide schepen liggen in Nederland en liggen momenteel nog op de wal. Ook dat wil ik in de toekomst doen. Na alle prijzen via internet te hebben opgezocht val je steil achterover wat ze zoal durven te vragen. Voor hetzelfde bootje gaat het van 400 tot 1500 per winter buiten. Ik vond een stalling in Emmeloord, 't is drie dagen varen, dus wordt het een jaarlijks reisje. Voor 408 neemt hij de boot uit het water, spuit volledig het onderschip schoon, zet hem op een bok, parkeert het bootje ergens windvrij, zes maanden stalling op een afgesloten terrein, nadien neemt hij het van de bok terug in het water, en kun je je bootje komen afhalen. Tijdens die periode kun je op de technische diensten beroep doen om het jaarlijkse onderhoud te plegen. Je mag ook altijd zelf kleine werkzaamheden uitvoeren na afspraak. In België heb ik ook prijzen gevraagd, maar hier draait het meestal rond de 1000. Van die 600 verschil, daar kan ik nuttiger gebruik van maken. Ik ga zeker de aankoop van een afdekzeil overwegen, om zodoende mijn schatje voor de winter in te pakken. En laat het dan winteren, zoals we er ééntje hadden. Dan hoef ik niet altijd heen en weer te rijden om te zien of alles nog in orde is, en ik geen schade heb. Eind volgende maand weet ik meer en hoop ik met alles rond te zijn. Intussen, duimen maar !
Een bezoekersaantal dat op 25.000 staat, verraadt meestal "een op weg zijn naar". Een op weg zijn naar iets, wat je nooit voor mogelijk hield. Een op weg zijn naar iets wat dat overtreft en naar iets hoger leidt, daar waar een mens altijd naar tracht. Iets hoger bereiken wat je nooit gedacht had. 't Is zover, wij zijn daarvoor dankbaar aan alle bloggers die ons blogje lazen, misschien een traantje wegpinkten of misschien lachten om zoveel dwaasheid. Maar sinds meer dan drieënhalf jaar, iedere maand weer rollen er artikeltjes van de pers zonder pretentie, maar recht uit het hart geschreven voor mensen die hetzelfde denken en voelen. En gelukkig, zijn we nog altijd in de meerderheid in deze harde en meedogenloze wereld. groetjes van de oostvaarder en de bemanning van ms enya
Een dik uurtje rijden van Seefeld, net over de Zwitserse grens, ligt Samnoun, een ski-oord met vele zwarte pistes. Maar Vlamingen gaan er nauwelijks heen om te skiën, wel om te shoppen. De meeste vrouwen kennen het maar al te goed, want alle luxe goederen zijn er in overvloed te koop. Eén straat die vanaf Oostenrijk steeds bergop gaat en bezaait ligt met winkeltjes links en rechts. Eén kilometer verder stopt het dorp. Eén belangrijk detail echter. Hier is de BTW nog niet uitgevonden en is het leven nog goedkoop. Om een voorbeeldje tegeven, één liter diesel kost 0,68. Een grote fles parfum die bij ons +/- 90,- kost betaal je ginder +/- 61/62,-. 'k Moet jullie niet vertellen, dat we tijdens ons verblijf ginder onze vrouwen nauwelijks zagen. Volgens hun uitleg waren alle aankopen gedaan om te besparen op het budget 2009, voor wat parfum en lippestift betreft. Beide mannen knikten en dachten aan de crisis !
Rare titel zul je denken voor een zestiger, maar wintersport is ieder jaar weer een beetje overleven. Schitterend weer, vrolijke mensen, lekker eten en drinken en een prachtig sneeuwlandschap. Wat moet een mens nog meer ! Er lag dit jaar een dik pak sneeuw en gedurende ons weekje verblijf viel er nog een pakje bovenop. Hoeveel het op een nachtje wel kan zijn, laat bijgaande foto duidelijk zien. De rit naar Seefeld verliep vlot en het venijn zit 'em telkens weer in de staart. Eens voorbij Ulm begint het verkeer te vertragen. Geen kwestie van slecht weer of een ongeval, maar gewoon teveel mensen die op hetzelfde moment op dezelfde plaats willen zijn. Maar goed, al bij al waren we rond vier uur in de namiddag in ons hotel. Ik alles naar boven gesleurd en Petra alles snel uitgepakt. We waren terug in onze vertrouwde verblijfplaats met een prachtig zicht op de Geschwandskopf, een berg uit de serie bergen rondom Seefeld uit het Karwendelgebergte. Seefeld ligt in het midden van een kom met rondom bergtoppen van +/- 2.000m. Dit maakt de temperatuur zo uniek. Daar, waar je op 5 km afstand van het stadje nauwelijks sneeuw ziet, merk je bij het binnenkomen een flink pak. Met andere woorden, de reis er naar toe heb je vrijwel nooit last van slechte of onberijdbare wegen. Nadat we de wagen in de garage gezet hadden, moment bitte fuer mich ein bier ! De lekker schuimende pint smaakte. Monique en Guy, die over twee jaar ook bij ons waren, toen we huwden in Seefeld, waren er nu terug bij. Ondertussen is Guy ook staatsambenaar geworden, net als ik. Onze skipassen lagen gereed aan de desk, en omdat we vaste klanten zijn van het huis, was er ééntje gratis. Een mooie geste. Omdat we zeven dagen blijven, betalen we er maar zes, en omdat we altijd cash betalen, krijgen we nog eens 5% rabat. Alles samen goed voor 375,- Als dat geen mooi geschenk is. 'k Weet wel dat het ook een lokmiddel is, om ieder jaar er weer te zijn, maar anderen doen het niet. Zo is dat ! Op zondag begonnen we er aan. 't Was weer wennen, maar na enige afdalingen ging het met het skiën altijd maar beter. De afdalingen werden sneller afgelegd en Petra verwittigde me telkens om mijn snelheid aan te passen aan mijn ouderdom. Maar, je bent drieënzestig en je wil ook nog wel eens wat ! Het kon inderdaad niet ongestraft blijven, en bij één van de volgende dagen maakte ik in volle afdaling een smak tegen "moeder aarde". De realiteit was er weer, en de ouderdom ook. Stommerik, dacht ik. Voor zover ik kon voelen en bekijken was er nauwelijks schade aan de carosserie. De afdalingen verliepen nu op "een meer aangepaste snelheid". en de dag er na, een dagje rusten, want de linkerhiel deed fel pijn. 'k Vermoede ook dat één of meerdere ribben gekneusd waren. Mijn vuist rondom de stokken hadden mij een por in de ribbenkast gegeven. Vandaar. Maar zoals ze in Gent zeggen : "nie pleuen". 's Anderendaags terug op de latten en direct naar 2.000m. Een betere remedie bestaat er niet. Terug vol naar beneden en weer terug. En 's avonds voelde ik me weer "back". Ich mochte gerne ein grosses bier bitte, und auf ihre gesundheit, leute.Bis nächtstens jahr !
Ons jaarlijks terugkerend ritueel is weer in aantocht. We vertrekken op 7 maart naar Seefeld / Oostenrijk. Rond halfvier 's nachts zijn we weg om Duitsland te dwarsen en hopefully aan te komen in de namiddag. Dat ook de wintersport-centra delen in de economische malaise, merkt men ook in Oostenrijk. Van het hotel uit kregen we een cadeau, 7 nachten verblijven, er 6 betalen en 1 ski pass terugbetaald. Alles samen goed voor 295,- Mooi meegenomen voor iemand met pensioen. 'k Hoor hier naast mij al iemand in een lach schieten. Terug naar onze stek, waar we ons thuis voelen. Birkenlift, Gschwandskopf en Röshutte, here we come ! Maar alle gekheid op een stokje, ik hoop dat wij zonder breuken en andere narigheden gezond terugkomen. Want safety first. Ook onze getuigen van ons huwelijk in Seefeld twee jaar terug, gaan mee. Met Monique en Guy er bij zullen onze avonden te kort zijn. Gezelligheid kent immers geen uren. Wat er allemaal gebeurt horen jullie wel. Bis nächste monat, gruss God.
Het Eilandje - deel IV een beetje geschiedenis (deel II)
Tot in het jaar 1000 was er nauwelijks iets te vinden wat een aanlegplaats kon zijn langsheen de Schelde. En toch werd de rivier gebruikt als bases voor scheepvaart. Ten noorden van Antwerpen bestond nog altijd de Viking-nederzetting Chanelaos (Kallo). De bases werd militair omgevormd, deels met omwalling om zo een soort grens te trekken tussen het gebied waar de Fransen hun territorium begon. Het vliet dat zich een weg baande van de Schelde tot de Grote Markt, ten oosten van de huidige Wijngaardbrug, zo'n 600m van de Schelde, en van daaruit naar het westen met de Minderbroedersrui en de St. Paulusstraat tot aan de Koolkaai liep, vormde ongetwijfeld de basis van de toekomstige haven. Deze driehoek ligt precies naast....jawel 't eilandje. De Gouden Eeuw duurde praktisch 500 jaar voor Antwerpen en bracht de stad tot een ongekende bloei. Schepen kwamen uit Engeland, Frankrijk en Duitsland met vooral wijn, textiel, lood, tin en granen. De terugreis naar Engeland gebeurde vooral met vis. Ook de invoer uit Engeland van wol nam snel toe. Haring en zout kwamen uit Zierikzee. Belangrijk was 1263 toen de Hanzesteden beslisten om niet meer Brugge, maar Antwerpen te kiezen als partner. Een zuidelijke wal werd in 1311 opgericht uit vrees voor de Hollanders. De Gouden Eeuw nam een einde met het afsluiten door de Hertog van Alva en de brug van Alexander Farnèse. Antwerpen en de haven verkeerden in een diepe crisis. Antwerpen stond op die periode op haar hoogtepunt. De havens Gent, Brugge, Sluis, Mechelen, Middelburg en Rotterdam verscheepten samen niet eens zoveel als Antwerpen op haar ééntje. De doorn in vele ogen, zeg maar. De Vlieten en Ruien bereikten het hinterland en lagen er nu werkeloos bij. Het einde van de Spaanse overheersing in de Nederlanden scheurde het Zuiden af van het Noorden. Waar er in 1584 nog 82.000 inwoners waren in de stad, was dit op vijf jaar gehalveerd. De helft van de Antwerpenaars waren wegens economische en godsdienstige overwegingen de stad ontvlucht. Vooral Amsterdam en Hamburg waren hun toevluchtsoorden. Geen wonder dat vooral de haven van Amsterdam een enorme bloei kende door de Vlaamse immigranten. Tijdens de daaropvolgende eeuwen was de toestand dramatisch. Verscheidene verdragen beloofden alles, maar brachten niets. De bestaande Vlieten werden in dokken veranderd en verbonden door een sluis met de Schelde, de Bonapartesluis De haven breide eerst uit onder Napoleon, vandaar het Bonapartedok. Het Willemdok is een overblijfsel uit de Hollandse periode, en toen... toen kwam de onafhankelijkheid van België. 1830 en de jaren er na werd er veel gekibbeld, maar weinig gedaan. Eerst in 1850 begon terug de interesse voor de haven. Waar er in 1800 een verhandeling was van 4.700 ton, was dit rond de onafhankelijkheid reeds 92.000 ton. Er werkten toen al bijna 8.000 mensen aan de haven.Met meer dan 36.278.000 belgische francs kocht de Belgische Staat de rechten voor een vrije doorvaart van de Schelde af van de Hollanders. Eén derde van die som moest direct betaald worden op 12 mei 1863. De twee volgende betalingen telkens op 1 mei. Met een vrije Schelde lag voor Antwerpen de weg naar het succes open.
Het Eilandje - deel III - een beetje geschiedenis (deel I)
De geschiedenis van de Haven van Antwerpen lijkt duister, zeker is dat alles begon met de vele vlieten en ruien die ongehinderd de stad inliepen en door de bewoners dankbaar werden gebruikt als open riool. Waar men zeker van is, is het feit dat mocht er enige nederzetting geweest zijn, deze de val van het Romeinse rijk niet overleefde. Uit talloze opgravingen (stadsparking E. Van Dijckkaai) en het bodemonderzoek onder het huidige stadhuis, evenals aan de Veemarkt en de kade-kant van Het Steen, werden maar enkele vondsten gevonden O.a.glazen en lederen resten evenals een muntstuk van Marcus Aurelius (jrn 161/180). Van de 3° t.e.m. de 7° eeuw is quasi niets bekend over Antwerpen. Wanneer er een nederzetting is geweest, dan was de weinige bevolking er één van boeren, veeteelt en visvangst. Sorry voor alle Antwerpenaars, maar jullie waren net als ons (van over 't water), boeren. Eerst aan het einde van de 7°, begin 8° eeuw waren de Merovingische koningen in het Noorden geïnteresseerd. Met de Christianisering van onze gewesten door St. Eligius om daarna wegens mislukking opgevolgd te worden door St. Amandus wonnen Andouerpis en later Anderpus aan belang. Antwerpo betekende inwoner van Andawerp. De prefix Anda betekende "tegen" en werkwoord "werpen" kent iedereen. Niet zeker is dat de oudste nederzetting Antwerpen was, maar wel Kallo (Chanelous) vernietigd door de Vikingers, wat wijst op een zekere welstand. Eerst rond de jaren 900/1000 werden er versterkingsmuren (wallen) en forten gebouwd. Antwerpen begon aan zijn opmars.
De Brazilëstraat (Red Star Line) en de Montevideostraat zijn echte eilandjes-buurten. In deze laatste straat woonde Eugeen Van Mieghem, DE kunstenaar van deze wijk. Hij werd geboren op de Van Meterenkaai, in Café Den Hert, uitgebaat door zijn vader ,op één oktober 1875. Zijn afkomst als echte eilander tekende hem voor de rest van zijn dagen. Hij werd sociaal bewogen en anarchist. Kort daarop werd hij door dezelfde professor Siberdt, die 10 jaar voordien een zekere Van Gogh uit zijn klassen ontsloeg, van de kunstacademie gezet. Van Mieghem schilderde vooral de mensen om zich heen : buildragers, schippers, zakkennaaisters, huidenschoonmaaksters en natiebazen. Omdat hij niet enkel kon leven van zijn kunst, oefende hij in 't café van zijn vader hetzelfde beroep uit als het mijne : scheepsbevrachter. Dit uit een café ontstane beroep werd later ondergebracht in expeditiekantoren. En daarmee is mijn verhaal rond over 't Eilandje. En meteen ook neem ik afstand van mijn eigen verleden, dat van scheepsbevrachter op 't eilandje. Een stadsdeel dat mij altijd nauw aan 't hart zal blijven liggen. Het ga jullie goed, allemaal !
Men pootte het Hanzegebouw midden op 't Eilandje. Ook al was Antwerpen geen Hanze stad, het was voor de Hanzesteden wel degelijk van belang om in de stad een vestiging te hebben. Nadat Napoleon Bonaparte verslagen was in Waterloo, ging de ontwikkeling van de haven verder. Met de doorsteek van het Verbindingsdok met le petit bassin (Bonapartedok) en de grand bassin (Willemdok) en het reeds eerder gegraven Kattendijkdok (1860) vormde het tussengebied een eilandje. Vandaar de naam. In de 19e eeuw worden er vijf en halve kilometer kaaimuur rechtgetrokken, zeg maar tussen de twee huidige terrassen. De uitspringende werf ter hoogte van "Het Steen" wordt afgebroken. Tussen 1870 en 1920 vertrekken duizenden Vlamingen met de Red Star Line vanop 't Eilandje richting Nieuwe Wereld om er in Ellis Island of verder een betere toekomst te vinden. De grote periode voor 't Eilandje sluit na wereldoorlog II. De grootte van de schepen is dermate geëvolueerd dat ze te groot geworden zijn voor de kleine dokken. De verschuiving van de dokken naar het Noorden begint en alle burelen en aanverwante bedrijven volgen. Enkel de nostalgie en " 't KOT" blijft met haar basis op 't eilandje. Eén van de laatste bedrijven sluit haar prachtige opslagplaatsen in de Kribbestraat en Bordeauxstraat, de "Antwerp Grainworks". Ik zie nog altijd de open poorten van de Grainworks open staan met smalle kasseistraatjes, en vorkliften er over heen dokkend, luid claxonnerend aan ieder hoek, waar soms een knalgroene camion van het bedrijf kwam afgereden. De man vloekend op zijn vorklift en de camionchauffeur een vuistmakend achter het stuur. Bonkige kerels luid vloekend en tierend, maar wanneer het er op aankwam met een peperkoeken hart. Dat waren de dokwerkers. Ze rijden niet meer over de kasseien en in 't kot heerst nu dance-music van dancing/taverne La Riva. Het grote huis Plouvier wordt neergehaald en in flashy appartementen veranderd. Aan hangaar 26/27 komt nu het MAS (museum aan de schelde). Naast het gebouw van het Loodswezen staan er nog een paar kleinere gebouwen van de "bootjesmannen". Omdat trossen van een zeeschip niet naar de wal kunnen gegooid worden, heeft men de mannen van Brabo nodig, die met de trossen naar de wal roeiden om daar de trossen te beleggen op de bolders.De "Lillo" ligt aan het ponton om nieuwe boeien op 't Scheldt te leggen. Er is dan ook nog Jef Verkeerd, die uitkijkt met zijn vlam op de rivier om de omgekomen zeelieden te eren. Van hem zegt men dat wanneer hij natte voeten krijgt, het regent. Een foutje van de beeldhouwer dat duidt op de waterwerende broek die in zijn laarzen gestopt zijn. Vroeger werd door de kapiteins van zeeschepen hun vlag eventjes gestreken bij passage van Jefke. Het oude sluismeester-gebouw dat vroeger dienst deed als rijkswacht-post om eventjes nog te dienen als decor voor het TV-feuilleton "Langs de Kade" is nu brasserie Chez Fl'Eau. In 't Bonapartedok worden er een historische verzameling aangelegd van schepen en drijvende bokken. De Rijnkaai dankt zijn naam als vertrekpunt van de IJzeren Rijn, de spoorweg tussen Antwerpen en het Ruhrgebied, om zo de Nederlandse tol te ontlopen. We lopen 't Eilandje binnen en de eerste straat links, de Nassaustraat, vroeger DE winkelstraat van de wijk. Deze straat is nu terug in volle bloei na jaren verval. Natuurlijk zit de aanleg van de jachthaven in het Willemdok hier voor iets tussen. We komen aan de Londonbrug, één van de laatste kunstwerken van de Boomse Metaalwerken. Langs de ingang van de jachthaven : de Westkaai en de Oostkaai met daarna de Bordeauxstraat en de Kribbestraat, alsook de Napelsstraat. Samen met de tegenoverliggende straten gescheiden door de Londonstraat wordt het hart van het eilandje ook gevormd door de Indiëstraat, Madrasstraat, Genuastraat, Braziliëstraat, Montivideostraat, Cadixstraat en Rigastraat. In deze straten wordt er duchtig gebouwd en vernieuwd. Net over de brug over het Houtdok ligt het gebouw van IFB waar ik mijn laatste maanden sleet in mijn beroep als scheepsbevrachter. Ook hier stopt het eilandje. OOK VOOR MIJ ! Het ga jullie goed, eilanders.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.