varende senioren over bootjes, varen en nog andere dingen !
08-02-2006
naar Spanjeveer 24.10.05
Heel vroeg in de morgen spring ik het bed uit en zet de verwarming op. Met dezelfde snelheid spring ik weer in bed. Terwijl de verwarming gezellig snort, liggen we te genieten van de toenemende warmte. Om half negen kruipen we er uit en tafelen gezellig in ons warm kombuis. We hebben onze deur naar het stuurhuis opengezet en oon daar de warmteblazer op aan gezet. Wanneer we rond negen uur starten zetten we de verwarming af. 't Is winderig en het regent. Niks gezellig. We varen de pier af en komen op het kanaal Gent-Terneuzen. Eénmaal vanachter de wand steken we volaan over. 't Is best druk op het kanaal. Er is zo wat 25 km. te doen vandaag en we hopen rond de middag op onze plaats te zijn. Na enige tijd zien we de brug van Sluiskil reeds met de gekleurde silo's ervoor van het chemische bedrijf, waar kunstmest wordt vervaardigd. Op naar Sas van Gent, een grensstadje vlak tegen Zelzate de Belgische kant. Eventjes moet ik opletten met een duwer die in de bocht vlak voor het eiland eventjes mijn kant opkomt. Het blijkt de "Ad Fundum" te zijn. Wanneer we elkaar voorbijvaren zwaai ik John toe. Had vroeger een schip en heeft de heleboel verkocht en een duwer in de plaats genomen. Haalt dikwijls bakken op in de put van Terneuzen, waar zeeschepen gelicht worden en vaart dan naar de industriën in de buurt, meestal Sidmar in Zelzate. Eénmaal in Zelzate, merk ik dat er enorm veel kade wordt bijgelegd. Ik geef telefonisch aan ons kantoor welke bedrijven er allemaal opstarten. Kwestie om snel te zijn. Na een uurtje komt de ingang van de Moervaart in 't zicht. Volaan gaan we naar bakboord en varen de rustige Moervaart in. Voorbij de koeltoren is Xhanks, een afvalstoffen verwerkend bedrijf in volle groei. Daarnaast ligt VVW Mendon met er rechtover de Zeevissers, twee jachthaventjes waar ik niet graag zou liggen, zo kort tegen die bedrijven. Nog twee/drie km en het groene brugje "Spanjeveer" doemt op. We leggen aan rond 11.50 u. Tenslotte nog enkele cijfers : we legden in het totaal 404,5 km af en verbruikten zo wat 165 liter diesel gedurende 40,56 uur. Omgerekend komt dit op een gemiddelde snelheid van 9,97 km/uur met een verbruik van 4,07 liter/uur.Met onze uurteller op 4.407,04 betekent dit dat we dit jaar reeds 312,04 uur gedraaid hebben.
De regen is wat verminderd en gelukkig is de wind weggevallen Om kwart na acht varen we al op het Hollands Diep richting Volkeraksluis die we na tweeenhalf uur bereiken.De eerste 26 km zit er al op en het verschil tussen Volkerak- en Kreekraksluis bedraagt ongeveer 20 km.Nadien gaan we om op de Oosterschelde te komen het Zijpe, het Mastgat en de Keeten nemen. Wanneer we het Mastgat uitkomen staat er een fikse wind met flinke golven. Ik merk gefronste wenkbrouwen bij Petra. Na de Keeten, dat het moeilijkste stuk bleek komen we op een ietwat kalmere Oosterschelde. Zeer veel verkeer van grote binnenschepen en coasters. We kruisen de rivier op 2100 toeren en komen rond halfdrie in Wemeldinge. Dan nemen we de beslissing om te trachten Terneuzen te bereiken aangezien het nog zo vroeg is.Na het rustige kanaal over Zuid-Beveland te hebben genomen, komen we rond 15.05 aan in Hansweert. We zijn net te laat voor de stuwboordsluis en de sluiswachter geeft order om de bakboordsluis te nemen. Bij het uitvaren van deze sluis valt het ons op hoe rustig de Westerschelde er bij ligt, in tegenstelling tot de Oosterschelde. De avond begint te vallen in het zicht van Terneuzen en we varen langs groen om zo de zeevaart te ontwijken. Ik roep de Oostersluis op kanaal 18 en om tien na zes liggen we al in 't sas.'t Is nu ondertussen compleet donker geworden. Bij het buitenvaren nemen we de strekdam tot het einde en varen erachter terug tot het einde waar de jachthaven ligt.Om kwart voor zeven liggen in onze box voor de nacht. Alles wordt aangesloten. We hebben vandaag 105,5 km gevaren gedurende 10,28 uur. We trekken onze "walkledij" aan en gaan op stap omdat we vinden dat we na zo'n tocht iets extra verdiend hebben. We gaan eten op de Pier en genieten van......................jawel voorbijvarende schepen. Na het wandelingetje terug moeten we niet gewiegd worden en kruipen onder wol.
Op 22 oktober van Muider trekvaart naar Lage Zwaluwe
Een beetje regen met redelijk wat wind maakt het niet makkelijk om te varen vandaag.We moeten kost wat kost de Lage Zwaluwe bereiken want de havens ervoor hebben allemaal een sluis om binnen te varen en zijn gesloten op zondag. De zwarte-kousenkerk weet je wel. Een streng gereformeerde kerk rond de streek van Werkendam. De Muider trekvaar ligt algauw achter ons, en we varen het Amsterdam-Rijnkanaal op, dat zowat drie uur zal in beslag nemen. Rond de middag ligt het kanaal achter ons en tuffen we de Zuidersluis in, om op de Merwede te komen, die we in zijn ganse lengte gaan afvaren om uiteindelijk in Gorinchem te komen. Onderweg blijft het maar regenen en waaien. Een uurtje later rond éénen liggen we in de Koninginnesluis. We komen na drie uur varen aan het einde van de Merwede, in de Grote Merwedesluis om op Nieuwe Merwede, de achterkant van de Biesbosch, een wirwar van kanaaltjes en slootjes die uitkomt op de Nieuwe Merwede en langs de andere kant op de Amer tegenover Drimmelen. Het begint te deemsteren en het is half zeven wanneer we de jachthaven de Lage Zwaluwe binnenvaren. Nog net zie ik de jachthavenmeester verdwijnen langs de poort. Ik roep de man terug en vraag om electriciteit. Neem maar, zegt de man wanneer hij hoort dat we morgenvroeg reeds vroeg zullen weg zijn.We hebben 84 km gevaren gedurende bijna 10 uur. Onze teller staat ondertussen op 4.393,55 hetgeen betekent dat we bijna 299 uur gevaren hebben.
Het ligt in onze bedoeling om alle meren af te werken vandaag, en voorbij Muiden te geraken om in de trekvaart nog te geraken. We moeten er VOOR VIJF UUR geraken, want anders draaien de brugjes op de trekvaart niet meer. Van het Ketelmeer naar de Roggebotsluis is 16 km.Om naar het Veluwemeer te geraken moeten we eerst deze sluis nemen. 't Is kwart voor tien wanneer we de sluis binnenlopen en vijf minuten later zijn we er alweer uit. 'Klinkt misschien als afgezaagd, maar telkens valt ons de efficiency op, waarmeer sluizen, bruggen en alle infrastructuur op het water werken. Tot de volgende sluis de Nijkerkersluis is het 49 km varen. We varen dan op het Nijkerkernauw. Om 13.35 u nemen we ook deze sluis en zetten nu volop gang voor Muiden. We draaien op 2200 toeren en lopen tussen de 13 en 14 km/uur. Een snelheid die we nooit gehaald hebben met onze "El Verde" Voor vijf uur moeten we in de sluis zitten in Muiden.Het is uiteindelijk 16.20 u wanneer we aan de sluis komen. We hebben nog nooit zo graag 2,50 betaald aan de sluis. In tegenstelling tot de andere sluizen dient hier betaald te worden om alzo de stadsrechten te vergoeden die nog dateren uit de middeleeuwen.Aan de sluis horen we dat ze de dame zullen verwittigen die de twee brugjes bedient, zodat we nog op de trekvaart geraken. Er heerst een sterke wind op de trekvaart en we leggen ons tegen de wind in aan de wal. We hebben acht uur gedraaid en legden 107 km. af. 's Avonds stappen we richting Muiden om te gaan eten in hetzelfde restaurant waar we eerder waren. Toen buiten op het terras, nu knus binnen. We lezen nog eens het verhaal toen vijf Franse dragonders de stad binnenreden om die te bezetten, maar in deze herberg zoveel te eten en te drinken kregen, dat er ondertussen Hollanders te paard onderweg waren om de vijf Fransen gevangen te zetten. Wij eten voortreffelijk en kruipen na een zware dag onder de wol.
Petra's ouders hebben ons gisteren met de wagen naar Akkrum gereden. 't Is precies een maand geleden dat we ons bootje achterlieten ginder in Friesland om er verwarming in te plaatsen en een boiler te installeren. Wolter kom 's morgens de nodige inlichtingen geven over de werking van de beide toestellen. Alles is geregeld en betaald, klaar om te starten. Om kwart voor negen starten we de motor, een kwartiertje later zijn we weg. We varen de Meindersloot af, richting Ternhornebrug. 't Is betrekkelijk mooi en droog weer. We varen op het Sneekermeer in een schitterend najaarszonnetje. Rechtsvoor ligt de stad Sneek te schitteren. Kwart voor twaalf liggen we in de Prinses Margrietsluis. Bij het buitenkomen van de sluis is het IJsselmeer zeer woelig, we gaan weer via de randmeren naar huis, zoveel is duidelijk. Ondanks er op het bord aan de Friesche Sluis staat spertijd van 12.30 tot 13.30, blijkt de man al om 12.20 u naar huis te zijn. We eten ondertussen op de remming van de sluis. Stipt halftwee varen we in de sluis. De sluis brengt ons 6 meter naar beneden op polderniveau in de rustige Lemstervaart, daaropvolgend de Zwolse vaart. We varen voorbij onze ligplaats in de heenreis, Emmeloord. De twee opeenvolgende sluizen Marknessersluis en Voorstersluis worden in een ijltempo afgewerkt, de eerste brengt ons 2m omhoog en de tweede 5m. We komen nu op de hoogte van het Zwarte Meer, en nadien het Ketelmeer. De zon begint nu snel te zakken en we ervaren inderdaad dat het een maand later is.Het is prachtig op de meren, die ondergaande zon. Als een gloeiende bal zakt de zon in het meer. We worden beiden stil over zoveel moois, en gaan proberen Schokkerhaven te bereiken. 't Is reeds donker wanneer we om tien voor zeven onze bestemming bereiken. We leggen snel vast en steken een muntje in de electrakast.We doen nog een klein wandelingetje. We halen de kaarten boven voor onze dagelijkse planning en berekenen dat we vandaag tien uur gevaren hebben en 83 km. (wacht-en sluistijden inbegrepen) afgelegd hebben. We overnachten gratis, want er komt niemand om geld, behalve die 1/2 euro voor onze electra.
Vandaag ziet het er goed uit, niet alleen komt, voor mij althans, het mooiste stuk van reis er aan, maar ook het drukste gedeelte. Men belooft ons 20° vandaag, en om twintig over acht varen we al weg. Eerst heb ik het dagelijkse onderhoud gedaan, vet gestoken op de schroefas, oliepeil nazien en algemeen wat rondkijken in de machinekamer. Alles ziet er goed uit. Nog een stukje Merwede en dan zullen we op de "waterautostrade" van Nederland komen, het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit kanaal zit vol binnenschepen, coasters, kleine zeeschepen en daarbij nog veel pleziervaart. Tijd om de mouwen op te stropen en aandachtig te zijn. Ik zie de frons op Petra's voorhoofd. Aangezien ons bootje een rondspant is, zullen we wel wat slingeren en stampen. Vorige keer heb ik er drie uur gedaan. We besluiten niet via de oranjesluizen Amsterdam uit te varen en zo op het ijsselmeer te komen, maar wel de Muider trekvaart tot in Muiden te nemen en zo ijsselmeer en randmeren aan te vatten.We besparen dan ongeveer 15 km omweg. Maar aan alles komt een eind en na drie uur varen we het landelijke trekvaartje naar Muiden. Gewoon idyllisch. Uit onwetendheid moeten we twee uur voor een brugje op deze trekvaart. Per brug 2 . Na de 2 bruggen leggen we aan en eten in een mooi kader. Het stadje Muiden, middeleeuws en rond de sluis gebouwd waar er een middagspertijd is. Aan de wal nemen we een restaurantje met terras net aan de sluis. We zien van hieruit ons bootje liggen. Het buikje rond en terug aan boord, varen de sluis in en moeten 2,50 betalen voor de sluis. Dit is één van de weinige sluizen, waar betaalt moet worden, omdat er nog altijd stadsrechten dienen ontvangen te worden. Na de sluis komen we op het meest gigantische water van Nederland, het IJsselmeer. Een binnenzee, van meer dan 100 km lengte en meer dan 35 km breed, maaaaaar slechts max. 4,50m diep. En daar schuilt precies het gevaar van het meer. Een zeer korte golfslag gepaard met wind heeft al zeer veel schpen doen zinken. Gisteren nog raakte hier een 1500 tonner met grint geladen in nood en zonk op enkele seconden. Vrouw, kind en hond nog net op de politieboot gesprongen of het binnenschip (90m x 9,50) was al gezonken met hele hun hebben en houwen. Ook dat is water en de kracht er van. Er staat een beetje wind en we kiezen definitief voor de randmeren. Deze weg wil zeggen dat we 6/7 uur langer zullen moeten varen. Deze randmeren zijn enorme plassen, waar we nu rustig op varen. Net Muiden buiten begint het Gooimeer, gevolgd door het Eemmeer. Aan het eind van dit laatste meer ligt Spakenburg. Rustig langsheen de betonning tellen we de kilometertjes af. Dit is echt genieten. Hier is Fauna en Flora de baas en ben je ondergeschikt. En dit is maar goed ook. De zon begint onder te gaan, als we op het Eemmeer zitten. We kijken beiden, in volle bewondering, naar de ondergaande zon. Voor de geul die toegang geeft tot de jachthaven, liggen we nog eventjes stil om zoveel moois. We voelen beiden al het vredige en goede dat de wereld ons kan bieden. We leggen aan rond 19.15 u. We maken kennis met mensen uit Leerdam. Hij laat mij kaarten zien, en tracht mij te overtuigen ook eens de andere kant van Nederland te nemen. Ik beloof hem dat het voor een volgende keer is. Dit blijkt een jachthaven te zijn van de kerkgemeenschap, die hier nog heel streng is. Wanneer ik naar het bureel wandel om mijn ligplaats te betalen zegt de man mij dan ook : uw plaats is gratis, want de "Heer" vraagt geen liggeld. We doen nog een wandelingetje rondom de jachthaven die practisch volzet blijkt. Alles ruikt hier naar vredigheid, en in die stemming gaan we aan boord en genieten we beide van deze dag.
Het wordt ons laatste dagje, we hebben spijt, maar ja, aan alle liedjes komt.....jawel ! Rond halfnegen zijn we weg.Na de Zwolsevaart, komt nu de Lemstervaart die ons na de sluis uiteindelijk aan de Lemmer brengt, met daarna nog een stukje IJsselmeer De Friesche sluis brengt ons met een verval van vijf meter naar het niveau van het meer. We moeten nu rond het ijsseloog, een grote bunkerplaats van slib, en hier is het uitkijken want de betonning valt nogal magertjes uit. We gaan rond het oog en varen voorbij Schokkerhaven, de andere kant van de Lemmer. We varen nu het Margrietkanaal op, in de richting van het Sneekermeer. Hier is uitkijken want hier komen tientallen vaartjes uit en sommige moet je in, en sommige lopen een andere richting uit. Maar met een goei navigator Petra naast me, is dit geen probleem. Hier moet, wanneer je alleen bent, en vreemd op deze wateren, het geen sinecure zijn om niet verloren te varen. Bij het einde van het kanaal komen we op het Sneekermeer. Links van ons ligt Sneek, maar wij moeten het meer dwars over, en tussen de tientallen sloten ligt ergens de Meinersloot, en die loopt tot in Akkrum. 't Is precies halftwee wanneer we Akkrum binnenlopen. We worden zoals altijd goed ontvangen door Wolter Oost en zijn ouders. Bij een bakje koffie en koek wordt het plaatsen van de verwarming en de boiler besproken. Moeder Oost zal ons morgen naar het station brengen. Via internet bestellen we kaartjes van Akkrum naar Lokeren. We zullen rond drie uur thuis zijn. Jammer genoeg, zonder onze "El Verde" Hoe de terugreis verloopt, vertel ik later wel eens.
Mosselen eten bij Vandervalk in Emmeloord 20.09.05
We starten weer vroeg, want mijn maatje Petra heeft al om "harde bollen" een plaatselijke specialiteit bij de bakker, geweest. Om twintig na zeven eten we, en de bollen blijken nog heerlijk te smaken ook. We verlaten de jachthaven al voor acht uur, en de rust straalt weer vanuit het water. De zon doet haar best en 't wordt een mooie dag. Net voorbij Spakenburg komen we de Nijkerkersluis. We varen langs Zeewolde en Harderwijk naar het Veluwemeer. Via Biddinghuizen en Elburg gaan we richting Roggebotsluis. Een naam die ons beide doet lachen. Bij het uitgaan van deze sluis, bij de vorige reis, vaarden we Ludo hier omhoog* en lagen een tijdje vast. We lopen de Roggebotsluis in, zonder kleerscheuren, en worden tien minuten later door de sasmeester uitgewuift. We komen nu op het Ketelmeer en draaien daarna stuurboord uit naar het Zwarte Meer, zowat het eindpunt van de randmeren. Wat hebben we er weer van genoten ! We passeren de Kadoelerkeerbrug rond kwart over vier. Nog twee sluizen scheidden ons van zee rustige polderkanalen. We moeten deze beide sluizen nog halen voor 17.00 uur, want anders stranden we hier tot morgen. Maar, feilloos, zoals de ganse reis reeds werken ook deze beide sluizen naar behoren.Voorstersluis en Marknessersluis met daarna de lage brug zijn we gepasseerd. 't Is twintig voor vijf. Hier komen we een gebied binnen, dat eens allemaal water was, maar nu ingepolderd. Het ganse gebied is doorsneden met kanaaltjes, die haaks op elkaar staan, en nagenoeg allemaal bevaarbaar zijn.In Vollenhove nemen we de Zwolsevaart die loopt tot in Emmeloord, einde van onze dag. Na eerst door het bos gevaren te zijn, draaien we bakboord uit en varen een jachthaven binnen, deels privé, deels openbaar. Maar dat weten we niet. We leggen ons aan in het privé gedeelte omdat daar electra en water voorhanden is. Ik stop 50 cent in het bakje en we hebben electriciteit.We kuisen ons bootje, kruipen in een andere outfit, want langs de andere kant ligt hotel Vandervalk. Bij het uitgaan van het domein worden we er door de eigenaar van verwittigd dat we privé liggen, maar omdat we geen kinderen of honden bijhebben mogen we blijven liggen. Begrijpe wie kan ! We nemen buiten het aperitief, maar daarna wordt het frisser en zetten we ons binnen om te genieten van mosseltjes en frietjes hmmmm ! Met een flesje witte wijn overgoten, smaakt dit. Mensen, wat is het leven goed. We maken nog een wandeling om al dat goede te laten zakken. Bij het aan boord komen, hebben we niet veel meer nodig om te slapen als roosjes !
* omhooglopen = aan de grond = vastlopen op een ondiepe plaats.
't Is een prachtige nazomerdag wanneer we opstaan. Als ik koffie wil maken, valt het gas uit. Vlug een reservefles aangelegd en we kunnen verder. Boterhammetjes en koffie smaken. 't Is halfacht en we luisteren zoals thuis naar Q-music, maar Q-Nederland. Om kwart voor acht draait de motor reeds en tien minuten later zijn we weg, de ganse Merwede af tot waar de Lek hem middendoor knipt. Na de Westerschelde, Oosterschelde, Keeten, het Mastgat en het Zijpe beginnen we nu aan het Hollands Diep, een van Nederlands grootste binnenwateren. In de achtergrond verdwijnt Willemstad altijd gezellig, maar wel overvol. We lopen voorbij Moerdijk en varen richting splitsing van het Hollands Diep en de Amer. De enorm grote bruggen van Moerdijk varen we onderdoor, en gaan aan de splitsing stuurboord uit en gaan richting Dordrecht. Aan stuurboord zijn we de Dortse Kil voorbijgevaren, een tweede mogelijkheid om naar het noorden te varen, maar wij kozen voor de Merwede omdat ze minder druk is. We passeren km-paal 972 om 11.45 en komen bij km-paal 959 om 13 uur. Snel rekenen leert ons dat we 10,4 km/u. lopen. Niet zo slecht voor onze dertigjarige "El Verde". Aan het begin van de Merwede nemen we de sluis rond 13.30 uur. Het kanaal begint in Gorinchem (Gorkum zeggen de Nederlanders) en loop voorbij Leerdam naar Vianen. Daar kruist de Lek het kanaal en de overkant, daar moeten we zijn, in Vreeswijk, waar we de vorige keer ook al sliepen. Ook al omdat er een paar goeie restaurants zijn. Onderweg naar Vianen merk ik hoe soepel alle bruggen werken, na mijn marifoonoproep. Ook sluizen en jachthavens werken formidabel en zijn echt afgestemd op de watergebruiker of ie nu beroeps of recreant is, maakt niets uit. Wat een verschil met België en Frankrijk. Ere wie ere toekomt, zou ik zeggen. Wanneer ik uit de sluis loop in Vianen, gaat Petra voorop zitten om te kijken naar het verkeer op de Lek, want hier is het loeiend druk. Ik roep op het verkeerskanaal van de marifoon of er geen verkeer op- of afvarig is en krijg geen antwoord. Normaal is dan alles ok. Toch komt er een duwkonvooi met 2 bakken, die blijkbaar mijn oproep niet gehoord heeft. Gelukkig staat Petra vooraan, we wachten effe, en gaan dan vol op de schroef zo snel mogelijk door naar de overkant. Een km verder gaan we stuurboord af en varen de jachthaven van Vreeswijk binnen. 't Is 17.05 uur. We kuisen ons bootje, naar dagelijkse gewoonte, trekken andere kleren aan om aan de wal te gaan. Er staat 4.340,55 uur op de teller. We hebben in 2005 bijna 246 uur gevaren. Mooi,mooi !
Gelukkig is die dag de wind gaan liggen, en begint het zonnetje meer en meer te schijnen. Meer moet een mens niet, en we zijn al dik tevreden indien het zo blijft. We roepen de Oostsluis op en kunnen geschut worden. We liggen er om 09.45 u in, en varen een kwariertje later er weer uit. Voor ons een ambetante zeiler met liggende mast, die ons in de sluis meer zorgen baarde, dan al de rest. Hij kiest de kant langs Vlissingen, ik neem de kant van Perkpolder en steek ginder dan over naar Hansweert.We hebben een goede stroming, en rond twintig over elf kunnen we in de sluis van Hansweert. Twintig minuutjes later beginnen we met het buitenvaren uit de sluis aan het kanaal door Zuid-Beveland naar de Oosterschelde toe. Van Wemeldinge uit gaan we tussen de boeien, want hier is het altijd druk met binnenschepen en zeevaart. Via het mastgat varen we naar Stavenisse, langs de Keeten naar het Zijpe toe. Aan het schiereiland van St. Philipsland gaan we naar stuurboord richting Volkeraksluizen, waar we de speciale sportsluis nemen. Bij grote sluizen worden in Nederland recreatievaart en beroepsvaart apart geschut. We varen nu via de Volkerak naar het Hollands Diep toe, waar we in het begin aan stuurboord in de verte Willemstad zien. 't Is zes uur en ik schat nog een uurtje varen. Want op het water iets zien liggen in de verte, kan lang duren voor men er is ! 't Is dan ook kwart na zeven wanneer we een bomvolle jachthaven binnenvaren. Geen enkele plaats meer aan de kant, dus vragen we iemand af we langszij kunnen liggen voor de nacht. De buurman neemt direkt de touwtjes aan, en in een mum van tijd liggen we vast voor de nacht. We stappen het romantische stadje in en zoeken een goed restaurant op. Na een fikse wandeling, komen we bij een overvolle Italiaan terecht, waar we schitterend eten. Het loopt tegen half elf wanneer we de zaak verlaten en moe, maar voldaan, zoals dat heet naar boord toe gaan. In de schemer genieten we van de aanblik van het stadje met het prachtige stadhuis en de molen. Hollandser kan niet.
We zijn wat met werken opgehouden om 's namiddags nog te vertrekken naar Terneuzen. Ze voorspellen mooi weer en daarvan gaan we profiteren om naar het noorden van Nederland (Akkrum) te varen. Met de wagen een dikke 300 km, maar met de boot een kleine honderd km verder. We willen er vier dagen over doen, maar dan moet er wel doorgevaren worden. Bovendien willen we ook wat genieten van ons bootje, want we zijn het kwijt voor een kleine maand. Bedoeling is op de werf er een verwarming te laten in plaatsen en een boiler. We hebben met de familie Oost afgesproken dat we op komst zijn. Gesloten mensen, die Friesen, maar eens ontdooid, mensen met een hart. We zijn er een beetje gaan bijhoren, daar in het kille noorden. Men mag zoveel goed weer voorspellen als men wil, maar deze vrijdagnamiddag oogt regenachtig en winderig. Wij plannen dan ook de jachthaven binnen i.p.v. buitengaats Terneuzen. We starten rond kwart na twee en vertrekken een kwartuurtje later, uitgezwaaid door enkele medeleden. Onderweg begint het te regenen en waait het bovendien flink. We kijken mekaar een beetje mistroostig aan, want morgen beginnen we aan de grote waters ; westerschelde - oosterschelde - hollands diep en ijsselmeer of randmeren volgens weersomstandigheden. Rond twintig over vijf komen we in Terneuzen in de jachthaven. Een buurman schiet ter hulp bij invaren in de box. Met zo'n flinke zijwind kan ik best wat hulp gebruiken. Ik bedank hem en komt uit Amsterdam, en vaart met een mooie Barkas 1350. Toch vind hij ook mijn bootje prachtig. Inmiddels wordt ons gesprek onderbroken door de havenmeester en die komt geld halen. Ik betaal 9,- voor een overnachting, electra en water inclusief. Hij brengt mij bovendien morgenochtend voor het varen, de laatste nautische weersberichten. We gaan van boord en wandelen nog wat in het kille Terneuzen. Bij het inplannen van de volgende dag, besluiten we rond 10.00 uur te vertrekken, omdat de tij dan goed zit, en omdat men dan drogere periodes geeft. Terug aan boord, halen we onze kaarten boven en gaan voor Willemstad, aan het begin van het Hollands Diep.
In afwachting van onze trip naar het noorden van Nederland (Akkrum), willen we ons bootje eens testen op snelheid. Het kanaal van Gent naar Terneuzen lijkt ons uitermate geschikt, om dat daar km-palen langs de oever staan. We varen tot in het zicht van de sluizen in Terneuzen en keren dan terug om de metingen te doen. Er gaan veel meer schepen richting Terneuzen, dan naar Gent. We doen drie verschillende testen op drie verschillend aantal toeren. We lopen maximum zo'n 11,5 km/uur. Dit bootje moet meer kunnen en dat is één van de redenen dat we terug naar de werf gaan. Ook een mooie reis hangt er aan vast, want zowel Petra als ikzelf zijn toch wel een beetje verliefd aan het worden op noord-nederland, het ware mekka van de watersport. Rond zes uur zijn we terug op onze stek. We besluiten onze boot volgende week een grondige beurt te geven alvorens we gaan afreizen. uurstand : 4.319,41
We hebben afgesproken om vandaag met de boot naar de markt van Wachtebeke te varen, samen met Christophe en Wendy van de "Undine". Niets wereldschokkends, maar gewoon amusant ! 't Is dikke mist 's morgens en wachten het optrekken van de mist af om te vertrekken. De korte vaart op de Moervaart laat ons nog eens zien hoe mooi de Moervaart wel is. Vele mensen die niet eens kunnen genieten van de streek, die rond hen ligt. Jammer. We leggen aan in Wachtebeke en gaan naar de markt. Een kraampje of tien, maar daar is het ons niet om te doen. Gewoon gezellig samen eens varen, hoe kort ook, samen gezellig tafelen doen we in "Sophie's Taverne" en wandelen rustig terug. Op een slakkegangetje varen we terug en leggen rond halfvier terug aan.
We hebben er een luie morgend van gemaakt, we kunnen niet anders want omdat er werkzaamheden zijn aan de Steenstraetebrug wordt er maar drie keer per dag gedraaid.Wij hebben de passage gekozen van 12.00 uur. Omdat er teveel beroepsvaart zit langs de andere kant, laat men tegen de afspraak deze kant eerst komen. De Good Speed zit er bij, een schip van 80 x 9,50m, die ik regelmatig al bevracht heb naar de Donau. Ik roep Ludovic op via marifoon en zeg hem goeie dag. Hij scheldt wat, en zegt dat het altijd dezelfden zijn die geluk hebben, en niet hoeven te werken. Maar tegelijk springt hij uit het stuurhuis en zwaait mij toe. Halverwege in het kanaal staan vier jonge gasten met stenen te gooien, ik probeer zoveel mogelijk aan stuurboordkant te blijven, maar word toch geraakt door één van de stenen. Een stuk verf van mijn zo goed onderhouden bootje is er af. Vloekend en gefrustreerd over zoveel machteloosheid van mij, vluchten de gasten luid joelend over de dijk. Wie doet nu zo iets ? Petra spreekt troostende woorden en zegt dat we het thuis direkt gaan herstellen. Zoals voorspeld word het weer zonniger. Nu ons verlof gedaan is, mijn humeur verbeterd er niet op ! 't Is kwart over drie wanneer we het schipdonkkanaal voorbijvaren. De sluis in Evergem gaat sluiten, wanneer we achter de bocht komen. Ik roep via marifoon op en kan er nog net bij. Van geluk gesproken. Het is twaalf minuten over vier wanneer we de sluis verlaten, richting kanaal. Ik bedank de sluismeester via marifoon en wens hem prettige wacht. Hij wenst mij goede vaart. Van hier af is het nog een uurtje varen voor we aan de Moervaart komen.Om 17.20 u draaien we af aan de koeltoren, varen voorbij vvw Mendonk en zien achter de volgende bocht de groene brug van Spanjeveer liggen, waar we aanleggen om kwart voor zes. gedraaide uren : 4.312,11
't Is triestig, maar 't regent alweer wanneer we wakker worden in Oudenburg. We zijn vroeg uit de veren, want de jongens die naast ons een rond puntje aanleggen begonnen direct met de kraan te werken. Na een lekker bakje koffie en een paar sneetjes brood, starten we onze motor rond kwart over acht, na eerst een dagelijkse portie vet in de schroefas gepompt te hebben. Oliepeil duidt voldoende aan, en een kwartiertje nadien verlaten we Oudenburg. Toch aangenaam verrast dat meer en meer dorpen en steden langs het water, steigers maken met de nodige voorzieningen, water en electra. Meer hebben we niet nodig, en we willen er nog voor betalen ook. Eens aan de verbindingssluis gekomen, moeten we 10 minuutjes wachten. Ook aan de Nieuwwegebrug wachten we nog eventjes op nog 2 jachtjes. We komen aan in de sluis van Brugge rond 11.50 uur, net op de spertijd. Het ontgaat mij nog altijd dat enkel de sluizen van Brugge een spertijd kennen in België. We maken gebruik om tijdens de spertijd het middagmaal te gebruiken.Na geschut te zijn in de sluis moeten we aan de Kruispoortbrug wachten om nog 3 spitsen te laten passeren. We komen aan in de jachtclub Flandria (net achter het station) rond 13.25 u. Onderweg bemerken we dat er een tweede jachtclub bijgekomen is. We gebruiken de namiddag om de nieuwe jachthaven te bezoeken en daarna de stad. Wanneer we 's avonds terugkomen, zegt Petra dat het te druk geworden is in Brugge en dat we volgende keer ergens anders gaan zoeken om te overnachten. Ik ga volledig akkoord, Brugge is mooi, maar veel te druk geworden de laatste jaren. Tijdens ons bezoek aan de nieuwe jachthaven, de dag voordien, heeft Petra een nieuw adresje gevonden om te gaan eten. Bistro De Schaar aan de Hooistraat blijkt een heel goede keuze om 's middags te eten. We tafelen zoals je alleen in België kunt, en zijn beiden dringend aan een fikse wandeling toe. Tijdens het doorkruisen van de stad gaat Petra shoppen, terwijl ik rustig op een terrasje geniet van een wijntje tijdens het lezen van mijn krant. Dit is voor mij echt verlof. Zonder benul van tijd, staat Petra plots voor mij. Het shoppen is gedaan, en samen wandelen we beiden rustig naar ons bootje. We liggen langs de overkant van de jachthaven, en dat is de weg naar de industrie, zoals Bombardier. Rustig is anders, en we gaan morgen de laatste dag in van ons verlof. We gaan 's avonds in de vernieuwde kantine van de club nog iets drinken, en maken kennis met een paar mensen van de club. Rond 11 uur liggen we beide in onze kooien.
't Is halftwaalf als we vertrekken in Veurne. We hebben een gunstige tij afgewacht, om de sluizen Veurne en Grave te nemen. We komen op het kanaal van Plassendale. Normaal volgt hier een mobiele ploeg om alle bruggen te draaien. Matroos Petra heeft een eitje gebakken voor de kapitein, met verse garnalen en vers brood erbij. Rustig in de graskant, is het lust om te eten in het zonnetje. De rattevallebrug en de volgende bruggen dragen allemaal prachtige namen. Daar er iemand uit Leuven in slaap gevallen is op zijn boot moeten we allemaal blijven wachten voor de brug. Daardoor halen we Brugge niet. We besluiten dan maar om te overnachten in Oudenburg, waar een nieuw steigertje met water en electra op ons ligt te wachten.De motorteller wijst nu 4.302,53 aan. Het is 17.40 uur. We eten 's avonds in de kasteelhoeve met een lekker wijntje erbij. We wandelen terug, lezen nog wat buiten en gaan dan pitten. 22.08.05
Vermits we afgesproken hebben rond halftien in Boezinge met de sasmeester, vertrekken we rond negen. Een keer voorbij het industirepark, is het weer genieten. Dit stuk doet me een beetje aan de Durme denken. Mooi, en nu richting Fintelesluis en Lovaart. Fintele sluis scheidt de IJzer van de Lovaart.De sluismeester vertelt dat de IJzer nu ook bevaarbaar is tot in Roesbrugge voor schepen van max. 10 meter. Het zal voor een volgende keer zijn. We moeten wachten tot een ander jacht de sluis uitkomt. Na de sluis rijd er iemand mee om alle bruggen voor jou te draaien.We komen in Veurne aan en besluiten er een dagje te blijven. Het is een schitterend stadje. 20/21.08.05
Bij slecht en regenachtig weer starten we rond tien uur de motor. Na tien minuten varen we de IJzer op, richting Diksmuide. Iedere naam draagt hier een stuk geschiedenis mee uit " de grote oorlog" zoals de eerste oorlog genoemd werd. Pervijze, Schoorbakke en Stuivekeskerke liggen achter ons, wanneer we in de verte de IJzertoren zien. Hier werd door tienduizenden vlaamse jongens iedere vierkante meter verdedigd tegen de duitsers, en dit meestal onder het commando van franstalige officieren. Hier ontsond ook de idee van een vlaamse ontvoogding in het toenmalige Belgique. Na een bezoek aan de toren, kopen we een vlaamse vlag om in mast te hangen. We fotograferen onze "El Verde" met de vlag voor de IJzertoren. Wat verder werd een nieuwe brug gebouwd, ze is bemand, de Tervatebrug. We gaan bakboord uit en komen op de Ieperlee. Vanaf hier tot het industriepark in Ieper is het mooi varen. We hebben nog twee sluizen te doen. Het zijn twee van de meest memorabele sluizen in België. Door het goede onderhoud door de staat groeien er bomen in de sluisdeur. De vriendelijkheid van de sasmeester maakt alles goed, want hij blijkt zelf een fervent watersporter te zijn. De sluizen Boezinge sas en Boezinge dorp worden in de gietende regen genomen. Wij wuiven de man toe en bedanken hem voor alles. We hebben al afgesproken voor de terugvaart, morgen. Rond 17.30 komen we in Ieper aan.We bezoeken de Menenpoort en tijdens het eten blaast men de "last post". Ik beloof Petra eens terug te komen en de ceremonie eens mee te maken. 19.08.05
't Is vandaag 17 augustus en terug een kortere vaardag. 't Is rond halftien wanneer we vertrekken, waardoor we een halfuurtje later op het kanaal zijn. Onderweg zien we nog een klein, oud stoombootje, waarschijnlijk een oud slepertje. De eigenaar zwaait ons trots toe, wanneer hij merkt dat we het druk fotograferen. Het noemt : "le petit beigneur", naar één van de legendarische films van Louis de Funès. Nadat we aan de eerste brug komen, moeten we bellen want de brug is niet bemand. Ze zijn er trouwens een nieuwe steiger aan het aanleggen. We maken van de wachttijd gebruik om langs de overkant een bakkerij binnen te stappen en er een vers brood te gaan kopen. Petra komt terug met een groot rond wit brood. Na tien minuten verschijnt er een jonge gast aan de brug, die ons zegt dat hij de sluis en ook de twee bruggen voor Bourbourg moet doen.Rond de middag komen we aan de sluis " Le Guindal" met een verval van nauwelijks 15 cm. De sluismeester is bereid ook de 2 bruggen te draaien, hoewel het middag is. Een klein uurtje later leggen we aan in het zonovergoten Bourbourg. 's Namiddags gaan we naar het stadhuis met onze vaarboek in de hand, er op wijzende dat er geen electriciteit voorhanden is, daar waar in het boek wel electra staat genoteerd. De man verontschuldigt zich en zegt dat het de fout is van de laatste overstroming, maar dat hij het zal oplossen. We hebben ons toen wel voorgedaan alsof we controleerden of het boek wel klopte. En aangezien toerisme hoog in het vaandel staat, is er een kwartuur later een werkman van de stad die ons electriciteit bezorgd vanuit het stadsmagazijn gratis, zich nogmaals verontschuldigend. De man zal 's anderendaags terugkomen om 08.00 uur om alles los te koppelen. Wat een luxe ! In de namiddag slaan we proviand op in de plaatselijke carrefour. We keren zwaar beladen terug met 2 kratten plat water. Omdat het hier goedkoper is, zegt Petra. Inmiddels overleef ik de tocht nauwelijks met de twee kratten. 's Avonds heerlijk barbecuen en lekker buiten genieten in het zonnetje. Onze teller staat ondertussen reeds op 4.276,11, we hebben al meer dan 281 uur gevaren dit jaar. 17.08.06
We varen vandaag terug richting België. Om 08.45 u starten we de motor en tien minuten later varen we weg. Bij het afscheid hebben we de mensen van de stad Bourbourg bedankt voor hun gulle medewerking. De dag voordien hadden we reeds een afspraak gemaakt om rond 09.00 uur in de sluis te liggen. Terug is dit een sluis waarin het verval slechts een twintigtal cm. is. Eénmaal het rechtlijnige kanaal voorbij nemen we de richting sluis Jeu de Mail gevolgd door sluis Furnes. Dit is het noorden van Frans-Vlaanderen en niet zo lang geleden spraken de ouderen hier nog vloamsch. Namen uit de eerste wereldoorlog schuiven hier voorbij. Hier werden honderden jonge vlamingen als kanonnenvlees gebruikt. Hier was de 1° wereldoorlog op zijn ergst. Tijdens de middag is het rustpauze aan de bruggen. We eten een stukje en wachten rustig af tot de bruggen weer aan de slag gaan. Na halftwee passeren we Zuydcoote en Ghyvelde. We zijn nu in België terug en varen wat sneller omdat we de getijdesluis Veurne. We kunnen nog net mee. Nu richting Gravesluis, om daarna de eendepoot voorbij te varen en via de St. Jorissluis de haventje van Nieuwpoort Westhoek te bereiken, waar we gaan bunkeren. We tanken 122 liter mazout aan 0,65/ltr. Twintig minuutjes later liggen we aan de steiger. We hebben 46 km gevaren vandaag.
Ik ben André Van Hecke, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Oostvaarder.
Ik ben een man en woon in Lokeren (België) en mijn beroep is ex-bevrachter van binnenschepen, nu met pensioen.
Ik ben geboren op 31/07/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooreerst mijn bootje Enya, en alles wat ook maar te maken heeft met H2O..
Sinds 25/11/2008 met pensioen, een soms onbekende zee van tijd die op me afkomt - met vrouwtje Petra wat wandelen, en skieën ieder jaar in Seefeld, Oostenrijks stadje waar we getrouwd zijn - in de zomer spenderen we onze vrije tijd sowieso aan ons bootje
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
M/S ENYA
mijn bootje is een Gruno 38E Royal van bouwjaar 2000, is 12m lang en 3,80m breed met een diepgang van 1,10m en een doorvaarthoogte van 4,25/3,60m en een gewicht van 12,5 ton - de motor is een 6 cylinder IVECO van 120 pk met een verbruik van ca. 4 liter/uur. Een watertank en fueltank van elk 500 liter en een vuilwatertank van 200 liter. De boot heeft een buitenbesturing met boeg- en hekschroef, automatische piloot en gps/plotter. Herschilderd op de werf in 2011, zowel boven als onder de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst. Zijn geboorteplaats is Zoutkamp in Friesland.
De motor is een 6 cylinder dieselmotor IVECO type 8065M12.01, met een verbruik van ca. 4 liter per uur, en komt uit de Milanese fabriek (It.) en draagt als matricuulnummer 0587975. Rustig draaiend en bedrijfszeker, zo wordt de motor omschreven in de onafhankelijke testen. Met in de nabijheid van mijn ligplaats, Spanjeveer op de Moervaart, is er een Europees hoofdverdeler en onderhoudscentrum van IVECO, gelegen aan de Vliegtuiglaan in Gent. Ook dat is makkelijk.
Wij hebben in onze boot geopteerd voor een dinette i.p.v. een tweede slaapkamer, aangezien wij voor meer dan 95% ons tweetjes varen. Ruim om te eten, en voorzien van talrijke bergplaatsen, waarbij alles binnen handbereik ligt, is het in blanke eik uitgevoerd en met een blauwe stoffering, een lust voor het oog.
Het kombuis betekent ook soms het "hart" van de Bourgondische Vlaming. Wanner er gekookt wordt aan boord, is het nuttig om te beschikken over een degelijk uitgeruste keuken. Met twee ijskasten, een magnetron en een vier-pits gasvuur, dampkap en verluchting via een dakvenster, is ook onze keuken voldoende gewapend om "de hongerigen te spijzen".
Het salon is en blijft de plaats bij uitstek in het schip. Gezien de geringe oppervlakte die een boot biedt, is het de pleisterplaats om televisie te kijken of radio te luisteren. Lezend, makkelijk achterover leunend in een zetel vliegen de avonden zo voorbij.
"De natte cel" noemt men het toilet- was- en douchegedeelte in een pleziervaartuig. Je kan aannemen dat ook de mechaniek een aardig stukje vertegenwoordigd is in dit gedeelte van de boot. Pompen, vermalers en verwarmingselementen zijn er in vertegenwoordigd. Met de huidige verstrengde wetgeving is ook de vuilwatertank verbonden aan de lozende installaties.
Ieder mens heeft slaap nodig. Dus is de uitrusting van een slaapkamer bijzonder. Immers een goede matras waarborgt een goede nachtrust. Met de vele bergplaatsen vindt de kledij er ook zijn plaats. Onze slaapkamer biedt nog iets extra wat we bij vorige bootjes niet hadden. Een venster achteraan waar je bij 't opstaan nog een blik kan werpen over het rustige of onrustige water. Mooi toch !
Wanneer hier een lichtje aanslaat of er een geluidje biept, is er "iets". Behalve de snelheid in km/u of in zeemijlen/u, de diepte in meter of in voet, beschikt de stuurstand ook over een elektronisch kompas, aangevuld met gps/plotter en een stuurautomaat, er is er op dit electronisch plateau ook plaats voor een boeg- en hekschroef en een electrische ankerwinch. Bij de "gewone" meters vervolledigen een voltmeter, temperatuurmeter, oliedrukmeter, toerenteller met aangegeven aantal draaiuren van de motor en een stand van de tanks aan boord. Alles is overzichtelijk geplaatst, zodat bij het minste onheil snel kan worden ingegrepen.
Historiek van mijn vorige bootjes :
El Verde : spitsgatkottertje 9,30m lang en 3,20m breed en 0,85m diepgang, motor Indenor 50 pk, van Peugeot origine met bouwjaar 1970, gebouwd door Jachtwerf Oost in Akkrum. Bootje werd verkocht (2007) aan onze inmiddels zeer goede vrienden Karel en Leon, Karel is ook geregeld gastschrijver op mijn blog. In 2010 verkochten Karel en Leon de El Verde verder aan een koppel uit Izegem. Zij herdoopten het terug in Griffioen, wat de naam was van het bootje toen we er allebei op verliefd werden in het verre, maar mooie Akkrum.
Enya : Super Lauwersmeerkruiser - 11,40m lang en 3,40m breed met diepgang van 1,00m - gewicht 12 ton - motor : DAF 575 - bouwjaar 1983 op Lauwersmeer - werf in Westergeest. Was een miskoop, maar dat gebeurd overal wel eens. Het bootje werd omgeruild met mijn huidige Gruno Royal 38'.
Enya : Gruno Royal 38 - bouwjaar 2000 - 12m lengte, 3,80 breed en diepgang van 1,10m - gewicht 12 ton - motor IVECO 125 pk - 6 cylinder gebouwd op Gruno werf in Zoutkamp. Ongelofelijk wendbaar, dankzij boeg- en hekschroef, stille, zuinige motor, weinige uren gedraaid bij aankoop en zowel het interieur als buiten goed in orde. Boot werd in 2011 herschilderd, zowel onderwaterschip als boven de waterlijn, nieuwe anodes geplaatst en de motor volledig nagezien.
Toen we elkaar zagen op 16.09.10 wist ik niet eens dat zo'n studierichting als I.W. bestond. Ik heb ondertussen al wat gegrasduint op internet en er over gelezen. Lang niet zo'n makkelijke materie, maar ik denk dat jij dat aankan ! Ik hoop zeker dat we van tijd tot tijd de gelegendheid hebben om met elkaar een babbeltje te doen. Dat zou super zijn. Jammer van die verloren tijd, want die halen we nooit meer in ! opa
Hi Pa,
Ikke nog eens. JIJ staat nu op internet op een blog. Iets wat je nooit gekend hebt, maar je zou het zeker interessant gevonden hebben, al was het maar om je postzegelverzameling aan te dikken. Ons ma zou het maar "brol" gevonden hebben. De band tussen ons was altijd sterk, omdat we zoveel op elkaar leken. Telkens ik bij u sta, daar op die kille plaats mis ik je nog altijd. 'k Heb al een nieuw plantje gekweekt om het andere te vervangen bij u. 'k Breng het wel eens als we alleen zijn. U en ik ! Rust zacht. Onze kleinen.