Parochiekerken nog druk gebruikt
Hoopgevende resultaten van onderzoek
Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) voerde in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, een grootschalig onderzoek uit naar het gebruik van de parochiekerken.
De resultaten zijn meer dan hoopgevend.
1. Niet minder dan 97 % van de kerkgebouwen in Vlaanderen wordt nog gebruikt voor de eredienst, en zeer vele daarvan nog heel intens. Dat is zeker ook het geval voor de Sint-Martinuskerk, de Sint-Jobkerk en de Sint-Nicolaaskerk (abdijkerk) van Postel.
De meeste kerken, 61 procent, verkeren nog in goede staat. De kerkbesturen en andere vrijwilligers doen hun best om de Sint-Martinuskerk , de Sint-Jobkerk en de Sint-Nicolaaskerk in een zo goed mogelijke staat te houden. Geregeld worden onderhouds- en herstellingswerken aan de monumentale gebouwen uitgevoerd. In de jaren 90 kreeg de Sint-Martinuskerk een uitgebreide restauratie. Voor de Sint-Jobkerk loopt een restauratiedossier.
De Sint-Martinuskerk en de Sint-Nicolaaskerk zijn open kerken: elke dag kan iedereen er binnen lopen. Uit het onderzoek blijkt dat een open kerk belangrijk is. Open kerken zijn populair als stilteplek, voor mensen van verschillende geloofsovertuigingen. Dat geeft ze een belangrijke maatschappelijke functie, aldus directeur Jaspers van het CRKC.
2. Drie op de vier kerken in Vlaanderen worden opengesteld voor activiteiten buiten de eredienst. Dat is een heel goede zaak, want zo spelen de kerken een rol voor de hele gemeenschap. Het gaat om concerten, tentoonstellingen, repetities en voordrachten. Die openstelling geldt ook voor de Sint-Martinuskerk, de Sint-Jobkerk en de Sint-Nicolaaskerk van Postel.


01-01-2013 om 15:22
geschreven door Gust A.
|