Ik vecht voor waarheid, hulp en verzoening
Daniël Maes trok naar Syrië toen daar geen voordeur op slot was. Nu zwijgt hij niet over wat er gebeurt, ook al kiest hij volgens sommigen de verkeerde kant. Lees het interview.
Sinds 2011 woont Daniël Maes in het klooster van Mar Yacub in Syrië. Zijn vaak stekelige e-mails vanuit Syrië gaan in diverse talen de wereld rond. Onlangs was de 76-jarige norbertijn terug in Postel voor de viering van zijn vijftigjarige priesterjubileum. Het centrum van mijn afwezigheid, zoals hij zijn thuisbasis bestempelt.
Maes was amper één toen zijn leven werd overschaduwd door oorlog.
Nu hij in Syrië woont, gebeurt dat opnieuw. Ondanks de oorlog blijft hij er wonen. Wat er zich nu afspeelt, heeft volgens hem immers een diepe betekenis. In de huidige wereldgebeurtenissen leest hij zonder schroom de beproeving van de christenen door de komst van het Beest uit hoofdstuk 13 van Openbaring. We moeten onze naïviteit durven op te geven.
-------------------------------------
Hoe verzeilt een norbertijn van Postel in Syrië?
Daniel Maes • De joodse wortels van het evangelie boeiden me altijd al, evenals het beeld van de oorspronkelijke Kerk van bekeerde joden en niet-joden. In 2004 ontmoette ik op een conferentie in Wenen over dat onderwerp moeder Agnes-Myriam, een bijzondere persoon met een markante geschiedenis.
Ooit was ze hippie, maar na een intense religieuze ervaring werd ze in 1971 karmelietes.
In 1992 begon ze met toestemming van de plaatselijke melkitische bisschop aan het herstel van het religieuze leven in het verlaten klooster van Mar Yacub in Syrië, tussen Damascus en Homs. Ik nodigde haar uit naar Vlaanderen en zij mij naar Syrië.
In 2010 was het zover. Moeder Agnes opperde dat ik in haar klooster een voorbereidend jaar voor seminaristen zou geven. Waarom ook niet? In de priesteropleiding van de norbertijnen en in ’s-Hertogenbosch had ik moraaltheologie gegeven en in Postel hadden mijn oversten er niets op tegen, ik was tenslotte de pensioenleeftijd al voorbij. Ik vertrok richting Mar Yacub.
Wat deed Syrië u?
Daniel Maes • Het land bezorgde mij een cultuurschok. Ik vertrok met vooroordelen, bijvoorbeeld dat Syrië een dictatuur was. Ik trof er een harmonieuze samenleving aan. In het dorp rond het klooster was geen enkele voordeur op slot. Het was de tijd vóór het uitbreken van de oorlog en het werd een zalige ervaring van gastvrijheid.
Het werd ook een diepe spirituele ervaring. In Mar Yacub werkte moeder Agnes aan een nieuwe vorm van religieus leven. Geroepen mannen en vrouwen vormen een soort familie, ingebed in de traditie van het oosterse kloosterleven. Daarin ligt de nadruk niet op uiterlijke stilte zoals bij ons, maar op innerlijk leven.
En toen brak in 2011 de burgeroorlog uit. Wat deed u?
Daniel Maes • We deden gewoon voort. Vooral 2013 was een moeilijk jaar. Het dorp rond het klooster groeide aan met tienduizenden ontheemden. Er kwamen pick-ups met bebaarde strijders aangereden, maar geruime tijd werden we met rust gelaten.
In november 2013 verergerde de situatie en leek het erop dat de terroristen zich tegen ons zouden keren.
We lieten de toegangspoort dichtmetselen, want de vrees voor kidnapping was groot. Ik drukte iedereen op het hart dat voor mij beslist geen losgeld mocht worden betaald. Toen vierden we de liturgie van de Goede Week in de byzantijnse ritus. Ik gaf iedereen de absolutie, maar wie moest mij de absolutie geven? Ik was de enige priester in het klooster.
Na gevechten met de terroristen nam het regeringsleger de controle in de streek weer over. Het scheelde niet veel of het klooster was daarbij opgeblazen, maar verkenners van het regeringsleger hadden gelukkig een kind zien lopen over onze binnenplaats. Ik vraag me nog altijd af hoe we het hebben overleefd.
Waarom wil u nog in Syrië blijven?
Daniel Maes • Vanwege de vitaliteit en de openheid. Syriërs leefden lange tijd in harmonie met elkaar, ongeacht ze moslim of christen zijn. Bij ons kwamen geregeld moslims over de vloer. Ik hunker naar vrede, zodat we Mar Yacub verder kunnen uitbouwen.
De strijd in Syrië is geen burgeroorlog. Met eigen ogen zag ik dat het buitenlanders waren die herrie kwamen schoppen in moskeeën. Het is een georganiseerde hetze van buitenaf om een welvarend land te ontwrichten. Buitenlandse krachten zijn er op uit de christenen te verjagen en de sporen van tweeduizend jaar christendom uit te wissen.
U laat zich in uw e-mails kennen als een overtuigd aanhanger van de regering van president Bashar al-Assad. Klopt dat?
Daniel Maes • Ik word inderdaad beschouwd als een handlanger van het regime, maar wat wil dat zeggen, het regime? Ik verdedig de soevereiniteit van Syrië. De lekenstaat waarvoor de Syrische regering strijdt, blijft de beste garantie voor het voortbestaan van de christenheid in het land en bij uitbreiding in het Midden-Oosten.
Volgens mij wil men met de verdrijving van de christenen uit het Midden-Oosten de joods-christelijke wortels van Europa doorhakken. Ik vecht voor waarheid, voor hulp aan en zorg voor het Syrische volk, en ik vecht voor verzoening.
Verzoening blijft mogelijk, ook al doen mensen elkaar vreselijke dingen aan.
Laatst hoorde ik een soennitische moslim zeggen dat vergeving de prijs is die we allen moeten betalen voor de vrede. Die man heeft het evangelie begrepen.
(Kerk&Leven-Nieuw Kerknet)
20-05-2015 om 08:27
geschreven door Gust A.
|