Na enkele weken verblijf in zijn geboorteland en in zijn abdij, is pater Daniël Maes opnieuw naar Syrië vertrokken.
Ter gelegenheid van de viering van zijn gouden priesterjubileum in de abdijkerk, hield hij een beklijvende en rechttoe rechtaan homilie. Je vindt de tekst hieronder.
------------------------------------------
“In het evangelie (Lucas 22, 31-38) waarschuwt Jezus zijn leerlingen dat er strijd op komst is. Satan zal de volgelingen van Jezus op de proef stellen en door elkaar schudden. Petrus is overmoedig en zegt dat hij zeker zal standhouden. Jezus zegt hem echter: “Ik zeg u Petrus: De haan zal vandaag niet kraaien, voordat ge driemaal geloochend hebt Mij te kennen”. Wanneer hij voor de derde maal Jezus inderdaad verloochend heeft, barst hij in tranen uit. Dat brengt hem tot de werkelijkheid en het zal de weg zijn naar vergeving en bevrijding. Verder wijst Jezus in het evangelie op het verschil met het beginperiode van zijn openbaar leven. Het was de zalige tijd van de prediking in Galilea. Massa’s mensen stroomden toe, Jezus genas vele zieken, dreef onzuivere geesten uit en werd op handen gedragen. En de apostelen genoten mee van zijn roem. Nu voorspelt Jezus hen dat ze een zware strijd tegemoet gaan, waarop ze zich moeten voorbereiden. Hij zegt hen: “Nu moet wie een beurs heeft, die meenemen, en eveneens een reiszak: en wie die niet bezit, verkope zijn mantel en schaffe zich een zwaard aan”. Er zal gevochten moeten worden. Meteen halen de apostelen al twee zwaarden boven maar Jezus bedoelt een geestelijke strijd en geen wapengekletter. “Hij antwoordde hen: Het is genoeg”.
Het gevaar is groot dat ook wij, zoals Petrus denken: het zal zo’n vaart niet lopen en ik zal wel overeind blijven. Laten we de waarschuwing van Jezus heel ernstig nemen. Wij zijn in een beslissende eindstrijd getreden, waarbij twee grootmachten tegenover elkaar staan. Om het met het beeld van Johannes, uit het boek van de Openbaring, hoofdstuk 13 te zeggen: Het Beest tegen het Lam. Er is enerzijds het rijk van de Satan, de duisternis, de leugen. Dit rijk heeft overal zijn handlangers. En er is het Rijk Gods, het Rijk van Christus, het Lam Gods, dat ook overal volgelingen heeft. Paulus zegt: Onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed maar tegen de machten van deze duisternis. En in zijn eerste brief schrijft Johannes dat degene die de wereld wil liefhebben en navolgen niet de liefde van de Vader heeft. Ofwel hechten we ons aan de wereld met macht, bezit en eer, wat allemaal voorbijgaat. Ofwel kiezen we bewust voor God in Christus, en voor zijn Rijk, het enige dat blijft. De einduitslag staat vast. Christus zal eens de Overwinnaar zijn. Maar daaraan gaat een zware strijd vooraf, waarop we ons moeten voorbereiden.
Heel de mensheid is én getuige én slachtoffer van dezelfde strijd tussen goed en kwaad. In het Midden-Oosten en in Syrië wordt verwoed gevochten door westerse machthebbers en hun bondgenoten om dit centrale land met zijn enorme energierijkdommen in handen te krijgen. Voor de bevolking, die eensgezind blijft standhouden, betekent dit een pijnlijke lijdensweg. Maar hier, in het westen zelf, woedt ook een zware strijd om de afbraak van de christelijke en zelfs menselijke waarden. Misschien is deze strijd nog erger dan in het Midden-Oosten.
Het is een strijd tegen de diepste waardigheid van de mens, een proces van ontmenselijking. Het gaat om een veelvoudige vervreemding, die de mens los wil maken van God, van zijn eigen cultuur en land, van zijn gezin en van zichzelf. Drie van de vier ontwrichtingen willen we hier even toelichten.
De eerste en voornaamste strijd is gericht tegen God. Duistere krachten willen de band van de mens met God doorsnijden. Waar God uitgesloten wordt, is er geen vreugde meer voor de mens. Waar niets meer heilig is, is er ook niets meer veilig. Wereldwijd wordt het christelijke geloof het meest bestreden. Er zijn nu meer christelijke martelaren dan ooit voorheen. Christenen worden vervolgd, verdreven of gedood. Een 2000 jaar oud Mesopotamisch christendom is al bijna uitgeroeid. Als dit verder gaat zullen we binnen kort de laatste Irakese christen als martelaar kunnen vieren. In Syrië wordt nu gepoogd om hetzelfde te doen. De uiteindelijke bedoeling is, in de landen die de wieg vormen van het christelijke geloof, de christenen allemaal te verdrijven of uit te roeien. Immers, wanneer de wortels van de boom (het christendom in het Midden-Oosten) doorgehakt zijn, zal de boom (in het Westen) vanzelf verdorren.
Maar christenen bieden moedig weerstand. In Ma’aloula, het christelijk dorpje waar nog het Aramees, de taal van Jezus gesproken wordt, een 40 km van ons verwijderd, kwamen de rebellen, gijzelden enkele jongeren, hielden een revolver onder hun kin en bevalen hen moslim te worden. De eerste jongere antwoordde: “Ik ben christen, ik ben als christen geboren en zal als christen sterven”. Hij kreegt de kogel. Zijn neven ondergingen hetzelfde lot. Nu worden ze als martelaars vereerd. Voor mijn vertrek naar hier ontmoette ik een christen uit Ma’aloula die vertelde dat al de helft van de gezinnen is teruggekeerd, ook al is er heel veel verwoest. En er zijn ook moslims die een voorbeeld geven van echt christelijk gedrag. Fawad, de enige zoon van een moslimgezin uit Homs keerde op een dag niet meer terug van de universiteit. De ouders beseften, na krampachtig zoeken, dat hij ontvoerd was. Na maanden angstig afwachten kregen ze een telefoon: “Wilt ge uw zoon terug zien?” waarop zij antwoordden: “Daar hebben we alles voor over”. “Morgen vroeg om 8 u”, klonk het aan de andere kant van de lijn. De volgende dag om 8 u werd er aan de voordeur gebeld en meteen reed een auto in volle vaart weg. Voor de deur lag een palstiekzak met het lichaam van hun zoon erin, in stukken gesneden. De vader getuigde dat er op dat moment zulk een woedend over hem kwam dat hij een mes wou nemen en iedereen te lijf gaan. Hij kwam echter tot bezinning. Op een samenkomst van de verzoening, de mussalaha, in Homs vertelde hij dat hij de moordenaars van zijn zoon vergeven had en voegde er aan toe: We moeten vergeven, dat is de prijs voor de vrede! Ziedaar een moslim, een soenniet, die de kern van het christelijk geloof heeft begrepen en ook beleeft.
Europa heeft de christelijke wortels uit zijn grondwet geschrapt, hoewel het zijn grootheid nagenoeg uitsluitend aan het joods-christlijk geloof te danken heeft. De strijd in het westen gaat nu tegen alle overblijfselen van het christelijk geloof. Het zal onze taak zijn met fierheid de rijkdom van ons christelijk geloof te blijven uitdragen en beleven. Tegenover het wegnemen van kruisbeelden en afbreken van kerkgebouwen moeten we een innerlijke geloofsvernieuwing stellen, onze toewijding aan de Vader en Schepper, aan Jezus de Verlosser en de Heilige Geest en Heiligmaker. Laten we ook onze liefde hernieuwen voor de Kerk, die alle Europese instellingen en landen heeft zien geboren worden en ook zal zien sterven. Zelf is zij menselijk en goddelijk tegelijk. Zij geeft ons het Woord Gods, de sacramenten die leven geven en de nodige leiding. De Kerk sterft samen met iedere cultuur waarin zij gegroeid is, maar de Kerk is de enige werkelijkheid op aarde die telkens weer verrijst, omdat zij de onverwoestbare kiem van Gods Rijk op aarde in zich draagt. Kortom, deze wereldwijde aanval vooral tegen het christelijk geloof en de Kerk van Jezus Christus is voor ons een uitdaging om meer authentieke en vurige christenen te worden.
Een tweede aanval en ontwrichtting betreft het gezin. Wereldwijd wordt het gezin steeds meer en systematisch afgebroken. Seksualiteit wordt iets banaals, enkel voor persoonlijk plezier, los van iedere verantwoordelijkheid. Huwelijken verbrokkelen tot een vrijblijvend samenleven in alle mogelijke combinaties, gezinnen vallen uit elkaar, er ontstaat een wildgroei aan mensonwaardige vruchtbaarheisdtechnieken en manipulaties met het beginnende leven en ondertussen beleven we een dramatische vergrijzing, een demografische implosie. Ik ben blij en dankbaar om de verschillende gezinnen, hier vertegenwoordigd, die al een halve eeuw onverdroten ijveren voor het instand houden of herstellen van het christelijk gezin. Het christelijk gezin bevat immers alle menselijke en christelijke waarden om de grootste problemen van onze tijd op te lossen. Het gezin is de thuisbasis van onze weerstand tegen de afbraak van alle menselijke en christelijke waarden. Hier zal zich ook onze voornaamste strijd afspelen: jongeren motiveren en helpen om een stabiel en gelukkig gezin te vormen, waar kinderen geloof, geborgenheid, liefde en edelmoedige inzet kunnen leren.
Tenslotte is er een wereldwijde strijd tegen de waardigheid van de menselijke persoon zelf. Men wil de mens in zijn diepste eigenheid als man of vrouw, als jongen of meisje ontwrichten. Een neutraal iets, een gender, los van elke werkelijkheid, wordt opgedrongen. Het is een waanzin, die mensen alleen maar tot onzijdige, willoze individuen maakt, klaar om met niets anders bezig te zijn dan met eigen individueel plezier, consumeren en zich amuseren. We worden bijna gedwongen om de rijkdom van de verschillen tussen mannen en vrouwen te ontkennen en openlijk te zeggen dat zij helemaal gelijk zijn. Zij zijn in waardigheid gelijk, ja, maar tevens grondig verschillend en dat is de rijkdom van de samenleving, zoals God ze bedoeld heeft. Vrouwen kunnen kinderen baren en mannen niet. Vrouwen dragen een veel grotere verantwoordleijkheid, last en ook vreugde in het voortbrengen en opvoeden van kinderen. En ieder mens is geschapen naar Gods beeld en glijkenis om eenmaal ten volle te delen in Gods eigen en blijvend geluk. We zijn gelijkwaardig maar tegelijk allemaal verschillend.
De oorlog tegen Syrië heeft ons beter de onvervangbare waarde van het christelijk geloof leren waarderen. Jezus heeft als de onschuld zelfve, de Heilige Gods, in vrijheid en uit liefde de gruwelijke kruisdood ondergaan. Hij stond aan de kant van de onschuldige slachtoffers. In Hem zijn alle onschuldige slachtoffers vertegenwoordigd, vanaf de grondvesting van de wereld tot aan het einde der tijden. En Hij is verrezen. Zo is er ook voor ons geen deelname aan zijn verrijzenis tenzij doorheen lijden en dood. Tevens is geen enkel lijden en sterven ooit zonder hoop op de verrijzenis. In iedere duistere nacht is er altijd ergens een lichtende ster. In de gruwelijkste oorlog zijn er altijd naast misdadigers tevens heiligen en helden. En die ontdekken wij ook onder de moslims rondom ons. Samen met moslimfamilies hebben wij, op meer dan wondere wijze, de oorlog tot heden overleefd. Wanneer wij de eucharistie vieren in het klooster zijn er dikwijls moslims aanwezig. Zij luisteren en bidden mee, doen soms de eerste lezing, en komen op het moment van de communie naar voren om de zegen te vragen. Zijn de machten van de duisternis overal aanwezig, ook het Rijk Gods is op verrassende wijze werkzaam, waar wij het soms niet verwachten. En dat is onze onverwoestbare hoop. Wanneer Jezus de oorlogen, rampen en gruwelen aankondigt die over de mensheid zullen komen, zegt Hij: Wanneer ge dit alles ziet gebeuren, heft uw hoofden omhoog, want uw redding is nabij! Jezus roept ons op waakzaam te zijn. Laten we tonen dat we ons leven met al zijn moeilijkheden, strijd en lijden, waardig zijn. Ieder van ons heeft hierbij zijn onvervangbare zending. Laten we in deze eucharistie God danken in Christus en Hem vragen ons de kracht te geven onze zending tot het einde toe te volbrengen, tot zijn eer en tot heil van de anderen, wat tevens onze vreugde zal zijn.”
09-05-2015 om 08:53
geschreven door Gust A.
|