Zesde Paaszondag Joh 14,15-21 Vers 16 ' Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven.' Jezus bereidt duidelijk zijn afscheid voor. Hij heeft alles te danken aan zijn Vader. Die intimiteit tusen beiden maakte dat Jezus het niet opgaf en kon stand houden. Hoe zullen wij stand houden ? Ook niet op ons eentje maar eveneens dank zij de hulp van de Geest. Niemand houdt alleen stand. Met Pinksteren zullen wij dat weer en beetje beter kunnen begrijpen. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen
Vijfde Paaszondag Joh 14,1-12 Vers 6a:' Ik ben de weg, de waarheid en het leven.' Het bepaald lidwoord in Jezus'taal is in feite een aanwijzend voornaamwoord. We lezen beter: 'Ik ben die weg, die waarheid en dat leven. ' Heel precies dus. Die woorden die van God uitgaan geven duiding, visie op leven.
Kan ik dat ook zo zien nml dat woorden van Jezus zicht geven om mijn leven , mij anders doen leven? Hugo Dierick ,Rosier Antwerpen.
Vierde Paaszondag Johannes 10,1-10 Vers 7b : 'Ik ben de deur van de schapen.' Letterlijk staat er : Ik ben Hij die de doorgang is voor de schapen. Deur kan nog iets dubbel hebben : Een deur om te sluiten of om te openen. Hier is het om te openen. Vandaar doorgang : Jezus laat de schapen toe zodat Hij over hen kan herderen: hen brengen naar groene weiden, naar de waterput en hen kan laten rusten in veiligheid. Waar blijf ik met mijn honger, mijn dorst en mijn stress.? Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
Derde Paaszondag Lc 24,13-35 Vers 16: 'Maar hun ogen werden verhinderd Hem te erkennen.' In de teksten van de Paastijd spelen ogen een belangrijke rol. Bij het lege graf aangekomen schrijft Johannes over zichzelf:' Hij zag en geloofde'. Terwijl Thomas van Jezus te horen krijgt:' Zalig die niet zien en geloven' Het hangt er dus van af met welk soort ogen je ziet. Als je zoals Johannes ziet met ogen van vertrouwen dan wordt het vertrouwen belangrijker dan het letterlijke zien. Zo ook hier deze leerlingen, die waren zo geschokt in hun vertrouwen in Jezus die verdwenen was, dat ze niet meer konden zien dat Hij naar hen aan het luisteren was. Merk ik dat ook bij mezelf ?Dat ik namelijk bij echt vertrouwen in iemand, mijn partner, Jezus ? mijn ogen bijna kan dicht doen en me toch kan toe vertrouwen.
Tweede zondag na Pasen Joh.20,19-31 vers 29 b: 'Zalig die niet zien en geloven!' De klemtoon in het geloven ligt niet op het zien maar op het horen, luisteren, vernemen van anderen die getuigen. Verbeterde versie:' Je bent goed bezig als je niet ziet en toch gelooft ( als je ermaar voor open staat) Rosier 26 Hugo
Pasen Joh.20,1-9. Vers 8 'Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde.' Er zijn duidelijk twee manieren om tot geloven( het zich toevertouwen) te komen: 1 Zien en geloven, zoals Johannes. Hij zag dat het graf leeg was. Dat zien was voor Johannes voldoende om de stap naar geloven te zetten, om zich toe te vertrouwen. 2 Thomas kwam op die andere manier tot geloven, een manier die de onze is en waarvan Jezus zei: zalig die niet zien en toch geloven. Die dus vanuit de getuigenis van anderen de stap naar geloven zetten. Kan ik geloof hechten aan wat anderen mij in vertrouwen zeggen over wat ze hebben meegemaakt (gezien) om zo zelf tot geloven te komen of moet ik eerst zien en dan geloven ? Hugo Dierick, Rosier, Antwerpen.
Palmzondag Mt 26,14-27,66 Mt 26,68:' Wees nu eens voor ons een profeet, Messias: wie is het die U geslagen heeft ? ' De soldaten gebruiken hier het woord profeet niet zoals Jezus dat woord gebruikt. Zij vragen aan Jezus of Hij weet wie Hem geslagen heeft. Terwijl Jezus altijd met het woord profeet het volgende bedoelt : Degene die zal veroorzaken dat God gaat komen. Zo iemand was Jezus, de Messias die dus doordrongen is van God( liefde). Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
VIJFDE ZONDAG VAN DE VEERTIGDAGENTIJD Joh11,1-45 Vers 25b:' Wie in Mij gelooft, zal leven ook al is hij gestorven' Viermaal komt 'geloven' voor in het gesprek tussen Jezus en Marta.
Als Jezus in zijn taal uiteraard zegt: Ik geloof je , wat zegt Hij dan precies? Ik vertrouw je. Ik ben je aanhankelijk, Ik kan me aan je toevertrouwen.In feite is dat een liedfdesverklaring. In ge-love-n is een hoog gehalte aan liefde aanwezig. Proberen wij dat eens een keer deze week om als we op onze lippen het zinnetje : 'ik hou van je' hebben geprogrammeerd wij dit kunnen vervangen met: ik geloof in je !
VIERDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Joh 9,1-41. vers 39b ' Opdat de niet-zienden zouden zien en de zienden blind zouden worden..' Het lange gesprek - zeg maar de vervelende discussie- over wie nu er schuldig is en waarbij Jezus heel duidelijk zegt: Het gaat hier in feite over iets anders: het gaat over de inhoud van het blindzijn. Wat wordt niet gezien ? Waarvoor is men blind ? De werkelijkheid van de zonden. De blinden zijn hier zij die de vaardigheid missen om de werkelijkheid van de zonde te zien. Het is zonde om niet te zien dat wij Gods'liefde kunnen tegen houden.
vers 19: Heer, zei de vrouw, ik zie dat Gij een profeet zijt.
Waaraan kon die vrouw zien dat Hij een profeet was? Omdat deze vrouw onder het woord profeet precies hetzelfde verstond als wat Jezus daaronder verstond. Zij spraken immers dezelfde taal en in die taal wil profeet zeggen: 'Nabi' wat letterlijk betekent 'Ik zal God doen komen!' Hugo Dierick, Rosier
TWEEDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD MT 17,1-9. Vers : 5:' Dit is mijn Zoon , de geliefde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld, luistert naar Hem.' Die uitspraak door zijn Vader is het mooiste en het meest specifieke van wat we van het Tabormoment kunnen onthouden. Wat is er zo mooi en specifiek aan dat woord zoon? Dat Jezus hier aangesproken wordt als mijn zoon, vooral als we dan dat woord zoon volledig verstaan zoals dat woord in Jezus'taal werd verstaan nml: hij die volledig is opgetild, opgetrokken tot op het niveau van de vader. Daarvoor is het nodig dat wat wij in onze cultuur meestal verstaan onder zoon even vergeten. Is het niet zo dat wij een zoon eerder als jonger, minder ervaren voorstellen. We vertrekken ook meestal van de vaderfiguur; zo de vader zo de zoon bij voorbeeld. Die gelijkwaaardigheid vader-zoon is wat Jezus zo apart doet zijn. En is gelijkwaardigheid ( echter niet gelijkheid want die heeft iets vervklakkends) niet de sleutel tot een echt en enig contact en dit in gelijk welke relatie. Hoe beleef ik gelijkwaardigheid in mijn relatie ?
EERSTE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Mt 4,1--11 Vers 1 : 'Daarna werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd en werd daar op de proef gesteld door de duivel.' Op de proef gesteld worden is de betere vertaling in plaats van bekoord worden. Wij worden ons leven lang aangesproken, gedreven, geprikkeld, aangetrokken : - om van alles te hebben - om invloed uit te oefenen - en om te genieten. We kennen deze drijfveren als de drang naar bezit, de drang naar macht(invloed) en de drang naar genot . Anders gezegd: geld willen hebben, aanzien willen hebben en affectie willen beleven. Dat zijn drie prachtige impulsen. De kunst bestaat erin om deze drijfveren goed te beheren. anders kunnen we er aan ten onder gaan. Jezus geeft ons een voorbeeld van dat goed beheer.
NEGENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt : 7,21-27 Vers 22: Jezus zei hem: ' Volg mij ; laat de doden hun doden begraven' Wat is Jezus volgen ? Dat is zijn leerling worden. Wat is zijn leerling worden ? Dat is Jezus volgen. En dat betekent Hem zo nabij komen en nabij blijven dat je niet meer alleen bent. Wie zijn vader dan moet begraven, doet dit best ook in verbondenheid met mekaar en niet als iemand die alleen staat. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
ACHTSTE WEEK DOOR HET JAAR Mt 6,24-34 Vers 24a:' Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. We hebben dit vers misschien niet nodig om te weten dat liefhebben altijd een keuze in houdt. Maar in dit vers komt misschien wel iets anders aan het licht dat wel nieuw kan zijn nml. dat iemand liefhebben - volgens Jezus - hetzelfde wil zeggen als aanhankelijk zijn aan iemand. Aanhankelijk zijn is in Jezus'taal hetzelfde als geloven, vertrouwen. Ik zie je graag = ik geloof in u, ik ben aanhankelijk aan u. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen .
ZEVENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5,38-48 Vers 44 ' Bemint uw vijanden.' We moeten natuurlijk vertrekken van wat de eigen betekenis is van het beminnen in Jezus'taal nml. verlangen om te beminnen . Voor ons mensen is het verlangen om je vijand te beminnen toch heel ver gegrepen. In feite is alleen God daartoe in staat . Wat kunnen wij dan doen ? Het God laten doen en wij kunnen er alleen voor zorgen dat wij Hem daarbij niet tegen werken. In een gelovig perspectief doet God alles in ons maar Hij doet het nooit zonder ons. Hem laten doen en Hem niets in de weg leggen is het enige wat wij kunnen doen. Kunnen wij dat verstaan ? Ons verstand begrijpt dat nauwelijks. Wij kunnen dat alleen geloven. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen
ZESDE ZONDAG DOOR HET JAAR. Mt.5,17-37 Vers 37 a ' Uw ja moet een ja zijn en uw neen een neen !.' Dat begrijpt wel iedereen. Zeker in Jezus'taal was dit de logica zelf . Een woord heeft maar betekenis als daar ook wat mee gebeurt. In het scheppingsverhaal klinkt dat zo: 'God zei het wordt licht en het werd licht.' Ja zeggen en niet ja doen heeft geen zin. Ja doen en neen zeggen heeft geen zin. Deze one-liner kan ons in deze dagen nadat wij onze nieuwsjaarwensen definitief hebben opgeborgen inspireren om er gevolg aan te geven.
VIJFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5,13-16. Vers 14a : ' Gij zijt het licht der wereld.' Wat een bevestiging vanwege Jezus aan het adres van iedereen die naar Hem luisterde. Hij sprak inderdaad tot allen, want Hij zag de menigte en ging de berg op . En wat zegt Hij dan: 'Gij zijt het licht der wereld!' Het licht heeft met helderheid te maken en daarmee wordt ook en vooral de helderheid in denken bedoeld. Verwarring is vaak oorzaak van onrust. Onrust vaak oorzaak van verwarring. Hoe dikwijls brengt Jezus geen helderheid in de vele gesprekken die Hij aangaat vooral met zijn leerlingen. Welke verwarring zou ik graag eens laten belichten door zijn helderheid? Hugo Dierick,Rosier, Antwerpen
VIERDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 5, 1-12a Vers 3: 'Zalig de armen van geest want aan hen behoort het Rijk der hemelen' Wie zijn de armen in Jezus'taal en aanvoelen? Zij die iets nodig hebben en daarvan ook bewust zijn dat ze iets nodig hebben..
Wie zijn de armen van geest in Jezus'taal en aanvoelen ? Zij die bewust zijn dat ze de Geest in zich nodig hebben. Dat wil heel concreet zeggen dat zij die Geest nodig hebben die dus Adem (Roeach) is en geeft en tegelijkertijd Ruimte ( Revech) is en geeft. Die wij dus aanspreken als we een kruisteken maken (Vader- Zoon en GEEST)
Wij zouden zeggen: Jullie zijn goed bezig als je in u die Adem en Ruimte toelaat en nodig hebt om niet enggeestig, gesloten, bekrompen te leven maar daar allemaal uit te breken om voluit gaan te leven.
Waaraan denk ik dan als ik die zin zo oorspronkelijk lees?
DERDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt 4,12-23. Vers 17 b: 'Bekeert u want het Rijk der hemelen is nabij. ' Waar zijn wij dergelijke woorden nog tegen gekomen ? Heel zeker in het gebed van Jezus , het Onze Vader. Daar staat letterlijk : 'Uw Rijk waar Gij gezag uitoefent vanuit uw onuitputtelijke goeddadigheid zal er komen ' Jezus verzekert ons dat Hij er nu gaat mee beginnen en dat dit 'nieuwe' Rijk niet meer tegen te houden is. Wat doet mij die zekerheid waarmee Jezus hier spreekt ?
TWEEDE ZONDAG DOOR HET JAAR Joh.1,29-34. Vers 29b:' Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt.' De zondebok uit het nomadenbestaan van Israêl is voldoende bekend. Het is een oud volksgebruik: al wat er misloopt bij een volk en waar men geen raad mee weet concentreren op één dier en het de woestijn in sturen.. Het heeft iets primitief: de schuld doospelen op een ander. Het heeft iets kinderachtig. Het zegt alles over onze onmacht tegenover het kwaad waarmee wij geconfronteerd worden in de mensengeschiedenis. En dan komt er op een zeker moment een onschuldig iemand op het toneel die wordt beladen met allerlei kwaad dat hij nooit heeft gedaan en Hij neemt alles van anderen op zich. Hij wentelt het kwaad niet af op anderen. Hij begint zijn leven als Christus dan ook in de woestijn en het is niet het volk dat Hem stuurt maar de Geest van Heiligheid. Dit is het keerpunt in onze geschiedenis. Alleen God kan zo iets doen. Is dat niet de essentie van onze verlossing ? Hoe reageer ik zelf op die uitspraak van Johannes ? Hugo Dierick,Rosier.