Drieëntwintigste zondag door het jaar Evangelie: Mt18,15-20 Vers(zin): 19 'Eveneens zeg Ik u: Wanneer twee van u éénsgezind op aarde iets vragen- het moge zijn wat het wil- zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is.' Precies wat de kracht van Jezus is: Hij met zijn Vader : met twee en éénsgezind. Het individu daarentegen op zichzelf, niet samen met een tweede (derde) en niet éénsgezind met die ander, mist de kracht van die alter-natieve energie die goddelijk is en waarmee Jezus zo vertrouwd mee was. Ga ik deze week iets vragen ? of doen wij dat en hoe doen we dat dan ? Hugo Dierick, Rosier A
VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR MT 13,1-23 Vers 9 : 'Wie oren heeft, hij luistere!' Het zaad volledig in de aarde laten doordringen maakt het verschil uit. Als we wat een ander ons zegt nauwelijks of niet binnenlaten in on ons hart, gebeurt er in feite ook niets. Het echte luisteren naar iemand dwz. het puur openstaan voor een ander zonder daar zelf iets aan te veranderen of aan toe te voegen, verandert ons leven compleet. Hebben wij dat al eens meegemaakt ? Waarop wachten wij ? Hugo Dierick, Rosier , Antwerpen
VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR MT 11, 25-30 Vers 29 b: 'Ik ben zachtmoedig en nederig van hart.' Jezus typeert zichzelf zo haarfijn in deze twee woorden waardoor Hij blijk geeft van een realistische zelfkennis: zacht-moedig: zowel contrasterend als aanvullend. Want wie niet zacht is maar alleen maar moedig dreigt in de kortste keren macho te worden en wie niet moedig is en alleen maar zacht is dreigt een slappeling te worden. Zachtmoedig is zo eigen aan Jezus. Bovendien nederig van hart. In feite staat er nederig van geest, zoals we aantreffen in de Bergrede: zalig de armen van geest, dan heb je niet genoeg aan jezelf en kun je nog wat bijleren. Ken ik mezelf ook zo goed dat ik mij in twee woorden realistisch kan voorstellen? De moeite om dit eens te proberen en dit te vertellen aan iemand die je ook wat kent en liefst van je houdt.
DERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR MT 10,37-42. Vers 37-39: ' Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig. En wie zijn kruis niet opneemt en Mij volgt, is Mij niet waardig. Wie zijn leven vindt zal het verliezen, en wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.' Willen wij deze' tegendraadse' tekst eens lezen vanuit de taal van Jezus ? ' Wie zijn vader of moeder meer bemint dan Mij , dat is voor Mij niet voldoende; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, dat is voor Mij niet voldoende. En wie zijn kruis opneemt en Mij volgt, dat is voor Mij voldoende. Wie zijn leven wint maar niet om Mijnentwil, zal het verliezen en wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden. Hoe Jezus'taal milder en toch even radicaal zijn visie weergeeft. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
HEILIGE DRIE-EENHEID Joh 3,16-18. Vers 16a: ' Zozeer heeft God de wereld bemind dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven ...' Het meest eigene van ons christelijk geloven heeft heel zeker met de Godsnaam te maken. Vader-Zoon-Geest is inderdaad die eigen-aardigheid en meteen haar meest aardige eigenheid in ons christelijk geloven. Hoe kunnen wij die drie namen echt beleven ? Daarvooor moeten we precies weten wat Jezus oorspronkelijk vanuit zijn moedertaal met die drie woorden bedoelde. Vader (Abba): alleen maar verlangen om lief te hebben. Zoon(Ben) : helemaal gelijkwaardig aan die verlangende Vader Heilige Geest( Roeach Ha Kodesh): Adem, ruimte die ervoor zorgt dat de intimiteit Vader-Zoon niets verstrikkends heeft maar openbloeit in vruchtbaarheid. Verlangen, gelijkwaardigheid beleven en open zijn: vinden wij die ervaringen niet terug in onze stoutste dromen?
PINKSTEREN Joh 20,19-23 Vers 23: 'Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven en aan wie ge ze niet vergeeft , zijn ze niet vergeven.' Maken we eerst het verschil duidelijk tussen een vergissing en een zonde. Bij een vergissing zeggen we sorry want we konden er niet aan doen. Bij een zonde waarbij ik iets vrij en willig gedaan of niet gedaan heb, kan ik om vergeving vragen en geven. Wanneer zondig ik dus ? Als ik niet meer trouw ben aan mijn eigen droom (God's droom trouwens) voor mijn eigen leven. Wanneer vergeef ik een ander ? Als ik gebruik maak van de kracht die God's Geest ons geeft om iemand de verzekering te geven dat deze ondanks zijn stommiteiten bemind blijft door God. Hugo Dierick, Rosier-Antwerpen
Zevende Paaszondag Joh 17,1-11a Vers 6a: ' Ik heb uw Naam geopenbaard aan de mensen.' Over die Naam gaat het in het Onze Vader. Daar bidden wij dat Zijn Naam zal geheiligd worden : zal in de zin van : Dat gebeurt beslist. Dat kan niemand meer tegen houden. Dat staat ons zeker nog te wachten. Omdat de Gods Naam ons al geopenbaard werd en ons zo veel meer gebracht heeft dan wat we van vroeger al wisten over God, zal de heiliging van Zijn Naam ons nog intenser aanspreken en raken. Met Pinksteren zullen we dan de volle inhoud van de Godsnaam vernemen en vieren. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
Zesde Paaszondag Joh 14,15-21 Vers 16 ' Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven.' Jezus bereidt duidelijk zijn afscheid voor. Hij heeft alles te danken aan zijn Vader. Die intimiteit tusen beiden maakte dat Jezus het niet opgaf en kon stand houden. Hoe zullen wij stand houden ? Ook niet op ons eentje maar eveneens dank zij de hulp van de Geest. Niemand houdt alleen stand. Met Pinksteren zullen wij dat weer en beetje beter kunnen begrijpen. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen
Vijfde Paaszondag Joh 14,1-12 Vers 6a:' Ik ben de weg, de waarheid en het leven.' Het bepaald lidwoord in Jezus'taal is in feite een aanwijzend voornaamwoord. We lezen beter: 'Ik ben die weg, die waarheid en dat leven. ' Heel precies dus. Die woorden die van God uitgaan geven duiding, visie op leven.
Kan ik dat ook zo zien nml dat woorden van Jezus zicht geven om mijn leven , mij anders doen leven? Hugo Dierick ,Rosier Antwerpen.
Vierde Paaszondag Johannes 10,1-10 Vers 7b : 'Ik ben de deur van de schapen.' Letterlijk staat er : Ik ben Hij die de doorgang is voor de schapen. Deur kan nog iets dubbel hebben : Een deur om te sluiten of om te openen. Hier is het om te openen. Vandaar doorgang : Jezus laat de schapen toe zodat Hij over hen kan herderen: hen brengen naar groene weiden, naar de waterput en hen kan laten rusten in veiligheid. Waar blijf ik met mijn honger, mijn dorst en mijn stress.? Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
Derde Paaszondag Lc 24,13-35 Vers 16: 'Maar hun ogen werden verhinderd Hem te erkennen.' In de teksten van de Paastijd spelen ogen een belangrijke rol. Bij het lege graf aangekomen schrijft Johannes over zichzelf:' Hij zag en geloofde'. Terwijl Thomas van Jezus te horen krijgt:' Zalig die niet zien en geloven' Het hangt er dus van af met welk soort ogen je ziet. Als je zoals Johannes ziet met ogen van vertrouwen dan wordt het vertrouwen belangrijker dan het letterlijke zien. Zo ook hier deze leerlingen, die waren zo geschokt in hun vertrouwen in Jezus die verdwenen was, dat ze niet meer konden zien dat Hij naar hen aan het luisteren was. Merk ik dat ook bij mezelf ?Dat ik namelijk bij echt vertrouwen in iemand, mijn partner, Jezus ? mijn ogen bijna kan dicht doen en me toch kan toe vertrouwen.
Tweede zondag na Pasen Joh.20,19-31 vers 29 b: 'Zalig die niet zien en geloven!' De klemtoon in het geloven ligt niet op het zien maar op het horen, luisteren, vernemen van anderen die getuigen. Verbeterde versie:' Je bent goed bezig als je niet ziet en toch gelooft ( als je ermaar voor open staat) Rosier 26 Hugo
Pasen Joh.20,1-9. Vers 8 'Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde.' Er zijn duidelijk twee manieren om tot geloven( het zich toevertouwen) te komen: 1 Zien en geloven, zoals Johannes. Hij zag dat het graf leeg was. Dat zien was voor Johannes voldoende om de stap naar geloven te zetten, om zich toe te vertrouwen. 2 Thomas kwam op die andere manier tot geloven, een manier die de onze is en waarvan Jezus zei: zalig die niet zien en toch geloven. Die dus vanuit de getuigenis van anderen de stap naar geloven zetten. Kan ik geloof hechten aan wat anderen mij in vertrouwen zeggen over wat ze hebben meegemaakt (gezien) om zo zelf tot geloven te komen of moet ik eerst zien en dan geloven ? Hugo Dierick, Rosier, Antwerpen.
Palmzondag Mt 26,14-27,66 Mt 26,68:' Wees nu eens voor ons een profeet, Messias: wie is het die U geslagen heeft ? ' De soldaten gebruiken hier het woord profeet niet zoals Jezus dat woord gebruikt. Zij vragen aan Jezus of Hij weet wie Hem geslagen heeft. Terwijl Jezus altijd met het woord profeet het volgende bedoelt : Degene die zal veroorzaken dat God gaat komen. Zo iemand was Jezus, de Messias die dus doordrongen is van God( liefde). Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.
VIJFDE ZONDAG VAN DE VEERTIGDAGENTIJD Joh11,1-45 Vers 25b:' Wie in Mij gelooft, zal leven ook al is hij gestorven' Viermaal komt 'geloven' voor in het gesprek tussen Jezus en Marta.
Als Jezus in zijn taal uiteraard zegt: Ik geloof je , wat zegt Hij dan precies? Ik vertrouw je. Ik ben je aanhankelijk, Ik kan me aan je toevertrouwen.In feite is dat een liedfdesverklaring. In ge-love-n is een hoog gehalte aan liefde aanwezig. Proberen wij dat eens een keer deze week om als we op onze lippen het zinnetje : 'ik hou van je' hebben geprogrammeerd wij dit kunnen vervangen met: ik geloof in je !
VIERDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Joh 9,1-41. vers 39b ' Opdat de niet-zienden zouden zien en de zienden blind zouden worden..' Het lange gesprek - zeg maar de vervelende discussie- over wie nu er schuldig is en waarbij Jezus heel duidelijk zegt: Het gaat hier in feite over iets anders: het gaat over de inhoud van het blindzijn. Wat wordt niet gezien ? Waarvoor is men blind ? De werkelijkheid van de zonden. De blinden zijn hier zij die de vaardigheid missen om de werkelijkheid van de zonde te zien. Het is zonde om niet te zien dat wij Gods'liefde kunnen tegen houden.
vers 19: Heer, zei de vrouw, ik zie dat Gij een profeet zijt.
Waaraan kon die vrouw zien dat Hij een profeet was? Omdat deze vrouw onder het woord profeet precies hetzelfde verstond als wat Jezus daaronder verstond. Zij spraken immers dezelfde taal en in die taal wil profeet zeggen: 'Nabi' wat letterlijk betekent 'Ik zal God doen komen!' Hugo Dierick, Rosier
TWEEDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD MT 17,1-9. Vers : 5:' Dit is mijn Zoon , de geliefde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld, luistert naar Hem.' Die uitspraak door zijn Vader is het mooiste en het meest specifieke van wat we van het Tabormoment kunnen onthouden. Wat is er zo mooi en specifiek aan dat woord zoon? Dat Jezus hier aangesproken wordt als mijn zoon, vooral als we dan dat woord zoon volledig verstaan zoals dat woord in Jezus'taal werd verstaan nml: hij die volledig is opgetild, opgetrokken tot op het niveau van de vader. Daarvoor is het nodig dat wat wij in onze cultuur meestal verstaan onder zoon even vergeten. Is het niet zo dat wij een zoon eerder als jonger, minder ervaren voorstellen. We vertrekken ook meestal van de vaderfiguur; zo de vader zo de zoon bij voorbeeld. Die gelijkwaaardigheid vader-zoon is wat Jezus zo apart doet zijn. En is gelijkwaardigheid ( echter niet gelijkheid want die heeft iets vervklakkends) niet de sleutel tot een echt en enig contact en dit in gelijk welke relatie. Hoe beleef ik gelijkwaardigheid in mijn relatie ?
EERSTE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD Mt 4,1--11 Vers 1 : 'Daarna werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd en werd daar op de proef gesteld door de duivel.' Op de proef gesteld worden is de betere vertaling in plaats van bekoord worden. Wij worden ons leven lang aangesproken, gedreven, geprikkeld, aangetrokken : - om van alles te hebben - om invloed uit te oefenen - en om te genieten. We kennen deze drijfveren als de drang naar bezit, de drang naar macht(invloed) en de drang naar genot . Anders gezegd: geld willen hebben, aanzien willen hebben en affectie willen beleven. Dat zijn drie prachtige impulsen. De kunst bestaat erin om deze drijfveren goed te beheren. anders kunnen we er aan ten onder gaan. Jezus geeft ons een voorbeeld van dat goed beheer.
NEGENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Mt : 7,21-27 Vers 22: Jezus zei hem: ' Volg mij ; laat de doden hun doden begraven' Wat is Jezus volgen ? Dat is zijn leerling worden. Wat is zijn leerling worden ? Dat is Jezus volgen. En dat betekent Hem zo nabij komen en nabij blijven dat je niet meer alleen bent. Wie zijn vader dan moet begraven, doet dit best ook in verbondenheid met mekaar en niet als iemand die alleen staat. Hugo Dierick, Rosier Antwerpen.