een rustige ochtend, een week na Valentijn 2012 ‘k Had oorknoppen gekregen,ontworpen door ene Stephanie Simek en gemaakt van kristalsuiker. Zoeter kan het niet. De romantische zot, dat hij aan zo’n gadgets geld geeft … Of zou het de insuline zijn die gekozen heeft?
Een week later : 07h50-paniek (mét gil)! 'k Had gedoucht met de oorknoppen nog aan!
- Ze hebben het warm water overleefd, zei ik, slapjes van opluchting. - Ze zijn geplastificeerd, suste LM.
Dat zegt hij nu pas, de zot! Hij weet toch hoe slecht dat is voor de bloeddruk, zo schrikken! Opeens was het ontnuchterend duidelijk : hij suiker, ik bloeddruk ... we zijn geen 20 meer.
te gast bij Wim Helsen, Jan Peumans met een tekst van de Dalai Lama Liefde en mededogen
Mededogen en liefde vormen het fundament van alle spirituele wegen.
Daarom is de beoefening van verdraagzaamheid of geduld zo belangrijk, omdat we alleen door ons geduld te oefenen de belemmeringen kunnen overwinnen die mededogen in de weg staan.
Mededogen kan ruwweg worden gedefinieerd als een bewustzijnstoestand die geweldloos is, niet schadend en vrij van agressie.
Nu is het soort mededogen dat je voelt voor je vrienden, je vrouw en je kinderen, in wezen geen echte mildheid. Het is gehechtheid. Zo’n vorm van liefde kan niet oneindig zijn.
Als je liefde en mededogen voelt voor alle bewuste wezens, vooral voor je vijand, is dat werkelijke liefde en mededogen.
Liefde, mededogen en verdraagzaamheid zijn geen luxeartikelen, maar eerste levensbehoeften.
Liefde en mededogen – De kracht van het mededogen – Open je hart – Dalai Lama
“Professor Jeroen Raes van de V.U.B. en groepsleider bij het Vlaams instituut voor Biotechnologie ontdekte dat er slechts drie soorten darmflora bestaan voor de hele wereldbevolking. Het tijdsschrift Nature noemde het een van de 10 belangrijkste ontdekkingen van 2011.”
slechts drie soorten darmflora
Slechts 3. Dat verklaart waarschijnlijk de geduchte turista. Of het duidt een oorzaak aan waarom de westerling er zo vatbaar voor is: wij hebben niet de juiste darmflora voor avontuurlijk voedsel. Heelder filmploegen kunnen daar van meespreken. Documentaires brengen niet álle grandeur van de natuur in beeld.
Zodus, wanneer een reportagemaker/ster het nog eens zweverig of diep-menselijk (kan ook, diep-menselijk) heeft over een confronterende ontmoeting met zichzelf in de savanne, de jungle, de brousse, de steppe, de prairie, de poesta … wil dat gewoon zeggen : ze hadden dagen lang met de hele ploeg turista.
dat heb ik me ook al afgevraagd, wie zorgt voor de zorgverlener Alle bekommernis en belangstelling gaat naar de zorgbehoevende, waar blijft de steun voor de zorgverlener. De vermoeienis is er continu, de oververmoeidheid sluipt binnen. En dan wordt het gevaarlijk, het volgende stadium is uitputting. De zorgbehoevende krijgt gewoonlijk de steun die nodig is, maar of de zorgverlener intíjds ondersteuning krijgt, dat is niet altijd even duidelijk. Ondersteuning met praktische zaken, bedoel ik.
Er is het verhaal over VL, het betrof geen jarenlange zorg. Wel een paar maanden. En op het einde werd het zwaar. Een van de keren dat LM en ik luide woorden hadden ging het daarover, over ondersteuning van de zorgverlener. Ik wou absoluut bij VL zijn, om te zien of ze wel genoeg at, hoe het met haar ging. Haar tante was stervende. Thuis. VL en haar tante verschilden maar 15 jaar. De tante had zelf geen kinderen en was de jongste zus van de moeder van VL. De tante was ook de meter van VL. Zij hadden een tamelijk hechte band.
- Wat kunnen wij daar gaan doen, vroeg LM. Daar is toch volk genoeg. Hij bedoelde de verpleegkundige en de verzorgster en de huisarts. Maar dat was het nu juist! Er was begeleiding voor de tante! Voor de tante werd gezorgd! Door een ganse ploeg!
Wat ik wou weten en met eigen ogen wou zien was wat ik kon doen voor VL. Wie zorgt voor VL? - Wat gaat ge doen? Haar boterhammen smeren? - Ja begot! Ja verdomme! Ik ga haar boterhammen smeren, anders eet ze misschien niet! Is dat zo moeilijk om te snappen! (dit is de beschaafde en ingekorte versie van wat ik toen allemaal geantwoord heb) LM bond in en we reden naar het huis van de tante. Daar hebben we ons zachtjes ingevoegd in de gang van zaken.
Het begon met thee maken, want VL drinkt geen koffie. Voor de mensen die over de vloer kwamen stond wel koffie klaar in de keuken, maar waar was haar thee? Na twee uren zag ik en wist ik dat ik een paar dagen zou blijven. Voor VL was dat allemaal goed, logistiek was op dat ogenblik de minste van haar bekommernissen. ‘k Heb LM om boodschappen gestuurd. ‘k Heb bouillon gemaakt en ik heb VL een taske doen drinken. Ze verdween weer naar de kamer. ’t Is te zeggen, naar het bureau. In het bureau stond het ziekenhuisbed met de tante. Af en toe stopte ik VL een taske bouillon in de hand en een boterham in hapklare partjes gesneden wanneer ze uit de kamer van tante kwam. Wanneer de verpleegster er was.
VL nam het waken heel serieus. Bijna letterlijk. We hebben de tweede matras van de logeerkamer naar beneden gehaald en bovenop de eerste gelegd. Zo lag VL hoger. Dat vond ze belangrijk. Dan kon ze tante beter zien. Ik logeerde in de woonkamer op de sofa. LM was thuis wat kledij & spul voor mij gaan halen en daarna heb ik hem terug naar huis gestuurd. Negen dagen later is tante gestopt met leven. Het was alsof VL wakker werd. Ze deed wat moest gedaan worden, rationeel en georganiseerd. Ze had het allemaal zelf weer in handen. Zo zag ik dat ik naar huis kon.
Al bij al ben ik maar twee keer in de kamer van de tante geweest. Een keer met de matras en later een keer om de mensen van de ondernemer binnen te laten omdat VL toen efkes boven was. Dit was in ’99.
Wanneer ik er aan terug denk, vind ik nog altijd dat ik er moest zijn voor VL. De was doen, zorgen dat ze af en toe een douchke nam. En maken dat er op tafel kleine maaltijden hapklaar gereed stonden telkens de verpleging in de kamer aan het werk was. Dat was het ongeveer, zorgen voor lichte maaltijden en voor gewassen kledij. En VL in het oog houden, of ze iets nodig had.
als ge ’t kind maar een naam geeft Een jonge vrouw was bevallen van een dochter en hield moe-en-gelukzalig dat wondertje in haar armen.
- Hoe gaat ze heten? vroeg de vroedvrouw. - Chlamydia, antwoordde de kersverse moeder ingetogen.
De vroedvrouw en de verpleegster keken mekaar aan.
- Hoe komt ge bij die naam? vroeg de verpleegster voorzichtig. - Gewoon, glimlachte ze sereen, gelezen op een van die posters die bij de gyneco hangen.
Er werd weer een blik gewisseld tussen de dames.
- Dat is wel de naam van een SOA hoor Meiske, deed de vroedvrouw vriendelijk. - Van een wat? - Van een seksueel overdraagbare aandoening, verduidelijkte de verpleegster - Ach, wuifde de jongedame dromerig glimlachend, wie weet dat soort dingen …
een vriesverhaal, dat jaar vroor het in februari Zaterdagmorgen stond Opa Jos in alle vroegte gelaarsd en gespoord gereed om door de sneeuw naar de krantenwinkel te gaan, want er was een DVD van Gaston & Leo bij de krant en voor twee euro en wat centen kan men die niet laten liggen.
Oma Brigitte vroeg hem ook wat charcuterie voor het ontbijt mee te brengen en een potje plattekaas voor De Kleine.
Jos begon aan zijn sneeuwexpeditie en kwam terug met de krant, de DVD, charcuterie voor drie dagen en potten plattekaas voor een week voor het geval ze op 2 hoog zouden ingesneeuwd geraken. Men is een goede opa of men is het niet.
De Kleine zat al in zijn stoel, Brigitte ging douchen en Jos bereidde met slabbetje en keukenhanddoek het terrein om de Kleine een boterham met plattekaas te laten eten.
Liefst had hij ook de meubelen afgedekt, kwestie van de ravage te beperken, maar dat deed hij wijselijk niet omdat Brigitte dat overdreven vond. Omwille van de kleinzoon was ze dan in haar eer gekrenkt, wat Jos dan weer overdreven vond.
Toen Brigitte uit de badkamer kwam zag ze dat Jos de Kleine een boterham met confituur liet verhakkelen. - Hoe? Ge had toch plattekaas bij? - Ja, zei hij en hij keek tamelijk ongelukkig. Maar die is in 't naar huis komen verdekke bevroren. - Bevroren? In dat eindje? Dat roert ge toch efkes glad, deed Brigitte. - Dat lukt niet, zei Jos, de bollekes willen niet weg. - Bollekes? Kaas bevriest niet in bollekes.
Ze ging naar de keuken, kijken naar de 'bollekes'. Jos bleef aan tafel om de kleine enthousiasteling in het oog te houden.
Hij hoorde haar lachen: - Jos? - Ja, ... - Die bollekes ... - Ja? - Ge hebt ricotta meegebracht!
De kleine van toen heeft ondertussen zijn communie gedaan en de vrieskaas heet nu gewoon ricotta.
“Ik vind de gsm een van de beste uitvindingen. Men kan er alles aan kwijt zonder opdringerig te zijn zoals met de vaste telefoon. Een smsje kan geruisloos binnenkomen, men leest het wanneer men wil of er tijd ervoor heeft. Vele malen per dag /week ontvang ik smsjes en worden zo nieuwsjes, vragen, antwoorden gegeven, afspraken gemaakt of geannuleerd. Zit men ergens in panne : sms naar betrokken hulpverleners, garages , thuiswacht enz. Ik zou hem niet meer willen missen.” MvS.
SMS is veel minder opdringerig dan telefoon, dat vind ik ook. Of een telefoongesprek nu via een mobiele foon gaat of via een vast toestel, bij telefoneren veronderstelt en verwacht men, eist men bijna van de aangeroepene dat die tijd heeft of onmiddellijk tijd zal maken om dat gesprek te voeren, hoe kort ook, en gelijk waarmee zij of hij bezig is.
Telefoneren houdt in dat men van de andere verwacht dat die laat vallen wat valt en onmiddellijk aandacht besteedt aan de oproeper, zoals een jong kind aandacht mag eisen. Alleen, we zijn geen kind. Wij kunnen wachten ter gelegener tijd.
Sinds de alternatieven bestaan (SMS en mail) vind ik telefoneren tamelijk intrusief geworden. Het is helemaal niet meer nodig om binnen te dringen in het dagelijkse tijdsbestedingen van iemand. Als ik wil bellen zend ik liefst eerst een mailtje of een SMS : oké als ik vanavond bel? 21h?
Dit geldt enkel binnen de privésfeer natuurlijk. Dat het er voor zakelijke gesprekken anders aan toe gaat, spreekt vanzelf.
Tina Sue Nanjing, China – ten Noord-Westen van Shanghai
De tekst bij het filmpje :
“De Belgische biercultuur staat misschien ver van de traditionele Chinese cultuur. Maar toch heb ik dit kleine biercafé geopend, om mijn passie voor Belgisch bier te delen met mijn vrienden. Ik proefde voor het eerst Belgisch bier in Shanghai, samen met vrienden. Toen ik het bier proefde vond ik het erg bijzonder en complex van smaak. Dat is zoals met parfum, er is een lage noot, een middelnoot en een hoge noot. Ik vond het uitzonderlijk en het verraste me. Nanjing is een stad waar traditie en vooruitgang samenkomen. Belgisch bier en de Chinese theecultuur hebben veel gelijkenissen. Er zijn ook verschillende theepotten en theesets in de Chinese theecultuur. Zo hoort ook elk bier in een eigen glas.
Ik respecteer de Belgische biercultuur. Deze traditie geef ik door aan mijn klanten. In de ogen van mijn vrienden ben ik anders dan de anderen. Ik ben nogal ondernemingsgezind, ik doe de dingen zoals ik het wil. Ik leg vaak aan mijn vrienden uit hoe je Belgisch bier moet drinken.”
“Belgisch bier is lekker en ik bedank Florentina om het naar China te brengen.”
“Het belangrijkste wanneer je Belgisch bier drinkt, is een goed humeur. Of je het nu alleen drinkt of met vrienden op een picknick.”
picknick in het park “Er zijn 1,3 miljard Chinezen, maar ik kan voor elk van hen een goed bier vinden. Er zijn zoveel Chinezen die van Belgisch bier houden, daar mogen jullie gerust fier op zijn.”
Florentina / Tina Sue, Nanjing Het filmpje is wel ondertiteld, maar ‘t is toch heel plezant om onze Belgische bieren te horen bejubelen in ’t Chinees daarom, klank aanzetten, http://www.youtube.com/watch?v=2vcTA2KEvks 02min14
Zelf hebben ze ginder een heel lekkere pils : Tsingtao, ook in België verkrijgbaar, zowel in blik als in flesje.
Wie pils lust kan misschien eens eentje proberen. Tsingtao lijkt op wat op Tuborg of Carlsberg, de edelpilsen die trendy waren in de jaren 70 en later.
klein grut bezighouden De krokusvakantie is bijna gedaan. Zelf zijn LM en ik daar niet meer bij betrokken, want het klein grut is op. En we hebben hier nog een halve kast met klein speelgoed. Die had ik eigenlijk al eens mogen leegruimen, alle kinderen in de familie hebben ondertussen hun rijbewijs, dus ander speelgoed. Hun wereld is verruimd. Ze doen nu stages in gebieden waarvoor ik Google Earth nodig heb om ze te vinden.
Het speeltuintje in het Hagelkruispark raakte in verval en is nu weggeruimd, de kalfjes in de wei ernaast zijn al jaren weg en in de Stad zomaar wat gaan tramrijden doen LM & ik ook niet meer. We missen de onbevangen commentaren en de kinderkijk op wat er tijdens de rit te zien is.
In onze buurt is niet veel om logeetjes bezig te houden. Voor het havengebied waren ze toen nog wat jong, dus moesten we andere buitenbezigheden vinden. Zo werd het boodschappen doen opgesplitst, we deden één boodschap per keer.
Naar de bakker gaan : allebei mee om te helpen dragen. Op voorhand werd overlegd welke koek men zou kiezen: met rozijnen of met chocolade. Of nog een andere? Het werd telkens één van elk natuurlijk en de helften werden geruild, maar daarover moest wel elke keer eerst uitgebreid gepalaverd & onderhandeld worden met hoge kinderstemmetjes.
De meisjes wonen in een zeer landelijk gebied en kennen van elk huis binnen hun blikveld alle bewoners bij naam. Wij wonen in de verstedelijkte rand en zij dachten toen dat wij ook van elk huis alle bewoners kenden. En hier staan de huizen zij aan zij! In hun ogen scoorden LM en ik zeer hoog qua burenkennis.
Onderweg naar de bakker werd bij een willekeurig voortuintje op hun vraag - En wie woont híér? een verhaal gestart. Over een verloren katje dat gered werd door een man met dikke bottinnen.
Met een beetje geluk konden de avonturen van het katje duren tot bij de bakker. Daar stond die keer een klant-dokwerker aan te schuiven met werkschoenen aan! Dikke bottinnen! Dus mijn verhaal was wáár! Aan de open mondjes zag ik dat ik gestegen was in hun achting. De held in kwestie dierven ze gelukkig niet aanspreken over het verhaal.
Die kip wilden ze zien : aanbellen! - Maar Meisjes, die mensen kennen ons niet, wij zijn te vaak op zee … - Hoe weet gij dan van hun kip? - Omdatteuh … omdat het in de Gazet van Antwerpen staat.
In de Gazet van Antwerpen stonden alle dingen over Antwerpen, over chocolade handjes en over katjes en kippen en botinnen ... De dingen die wij hen vertelden. Ooit hebben LM & ik heel die krant heruitgedacht. Nooit een cent voor gezien.
want die mist is definitief Vandaag heb ik opnieuw 'anders' gekust. Als jong kind was deed ik het ook zo, om het mezelf makkelijk te maken toen op die volwassen gezichten met oren als handvaten.
Laat mij u deelgenoot maken van deze herwonnen vaardigheid: niét wisselen van wang naar wang. Nu doe ik het opnieuw zo omdat wisselen van wang naar wang te belastend voor de nekwervels van de persoon in kwestie.
Vandaag kuste ik dezelfde wang zachtjes vier keer ipv drie en dan zei ik dat ik die vierde zoen tegoed hield als wisselgeld. Wat geen steek houdt. Ha. Wat vind ik mezelf grappig op zo'n moment.
Ik smak de kus ook niet meer zomaar neer. Ik plaats nu iedere kus zachtjes op de juiste plek tussen kaak- & jukbeen. Zodat er duidelijk vier zachte zoenen geplant worden.
En dan zeg ik rustig tegen het oor wie ik ben. Want de mist daarbinnen boven dat oor, die is definitief.
DIËTEN, of van voedingsgewoonte (moeten) veranderen, is een gedragswijziging waarbij de betrokkene welwillend omgeven wordt met geschreven of gesproken raadgevingen, begeleid wordt door deskundigen -die zich daar al dan niet voor laten betalen- en wier voornaamste bekommernis het is de betrokkene te laten weten dat diëten geen pijn doet. Dat diëten geen vasten is.
Er zijn immers drie hoofdmaaltijden en drie à vier tussenmaaltijden, die elk moeten dienen om het hongergevoel te vermijden kwestie van te voorkomen dat men bij de volgende hoofdmaaltijd begint te bunkeren. Diëten is Anders Eten, zonder zich fysiek iets tekort te doen.
Psychisch wordt men begeleid en na een struikeling wordt men opgetild en volgetoeterd met peppraat. Met wordt omringd met goede raad in overdaad.
Besluit: ook al lijkt een dieet een calvarie, 1/ diëten = blijven eten 2/ het mag géén pijn doen en 3/ er is altijd steun of compensatie in het vooruitzicht.
VASTEN is zichzelf bewust & gewild iets ontzeggen zonder dat er iets tegenover staat. Dus niét uit spaarzaamheid omdat het crisis is of omdat andere bestedingen knipogen, niét opdat men zou afslanken & wegslinken en zich beter in 't vel zou voelen, niét omdat moet van de huisarts ivm BMI, de cholesteroll of het suikergehalte. Dat telt niet als vasten. Wanneer er een compensatie in het vooruitzicht is, telt-het-niet.
Gezond & sober eten is geen equivalent van vasten. Gezond & sober eten is gewoon gezond & sober eten, met welgevoelen in het vooruitzicht. Diëten is niet meer dan dat.
Vasten is zichzelf iets ontzeggen zonder compensatie enigerlei, rechtstreeks of onrechtstreeks, nullerlei. Vasten heeft iets spartaans.
Voor godsdienstige en voor religieuze mensen heeft vasten zeer zeker nog andere dimensies maar persoonlijk hou ik het op een oefening in soberheid of een oefening in karaktersterkte. En natuurlijk evenzeer zónder dat daar een compensatie tegenover staat. Tenzij, in mijn geval dan, een soortement voldoening. IJdelheid, ja 'kweetet …
Zichzelf iets ontzeggen. Vrijwillig en bewust. En 't mag prikken. Wat zou voor mij vasten zijn? Wat zou ik mezelf ontzeggen, wat zou prikken in mijn comfort? Oefening in karaktersterkte, - ikke - houduvast:
Veertig dagen geen TV hebben aan staan. 'k Kijk niet echt, maar ze moeten wel allebei aan want ik luister. De TV'tjes uitzetten? Veertig dagen? Geen nieuwsberichten, geen duidingsprogramma's. Zowel in de woonkamer als hier in het bureautje een muur van stilte.
Lezen. Veertig dagen geen boek of tijdschrift lezen. Dán loop ik met mijn hoofd tegen de muur.
Veertig dagen zonder blog. Juicht niet, dat gebeurt toch niet. En veertig dagen zonder Internet? Dat gebeurt al helemaal niet.
Alhoewel, geen TV, geen boeken of verplichte lectuur, geen Net … Die stilte, hoofd helemaal leeg. Een Zee van Stilte. 't Klinkt wel verleidelijk hé die rust, back to basics. Neenee, niks van. Oefening in soberheid? 'k Zen nog niet voldoende. Niet voldoende om veertig dagen te overbruggen, bedoel ik.
Chapeau voor mensen die willen vasten, want van vasten wordt men niet onmiddellijk of direct 'beter'. Misschien enkel ruimer. Maar ik nog niet.
te gast bij Wim Helsen, Jan Delvaux met een tekst van Marcel Vanthilt
Ik sta scherp Ik sta scherp
Sirenes, sirenes, ik hoor ambulances De diplomatie, ze rijdt met zwaantjes Signalen, signalen ik moet ze halen Cassettes, cassettes – cassettes vol trompettes
Ik sta scherp Ik sta scherp Ik sta scherp
De middelmaat is stil En de ondergrond is kil De elite mist de spil Ik zal fluiten, naar hun koppen spuiten
Over Jan Delvaux : Volgens Bart Peeters weet hij meer over Belgische popmuziek dan Wikipedia. Jan Delvaux (1962) is op jonge leeftijd in een vat met BelPop-verhalen gevallen. Hij fabriceert er theater, radio, televisie en boeken mee.
Valentijnsdag is normaal een hoogdag voor de afzet bij chocolatiers, parfumeriezaken, intieme restaurants en bloemisten. Maar niet vandaag! Neen! Vandaag is het zaterdag en weekenddag dus huisgezinnetjesdag. Het weekend is immers voor de huwelijkspartner.
De weekdagen, de werkdagen zijn voor la p'tite amie volgens de tijdelijk relationeel monogamen, zij die tussen twee weekends buiten de pot pissen.
Wat dit te maken heeft met 'een eenzame uitnodigen'? Ik zal het jullie vertellen. Vanavond komt Mariette bij ons langs. Wij nodigen haar regelmatig uit, meestal in het weekend. Mariette is zo'n p'tite amie, nou ja eerder een vieille amie. In haar geval kan je moeilijk van maîtresse of minnares spreken, eerder van een steunzool. Altijd uitlaatklep, opvanghuis, hemdenstrijkster, hondenbewaakster tijdens de vakanties en city-trips, onbezoldigde oppas voor de kinderen van zijn kinderen.
Inderdaad! Gans de familie heeft weet van het bestaan van Mariette. Het deert hen niet, niet meer. Vroeger was er ooit een ietsje heibel binnenskamers. Vroeger da's veertig jaar geleden. Vroeger da's de tijd toen Mariette nog dromen had, toen zijn woorden nog klonken als hemelse muziek. Jarenlang heeft de sukkel zich opgetrokken aan die twee woordjes van hem: GEDULDen OOIT…
Na vele jaren, nog meer grijze haren en liters tranen besefte ze dat OOIT eigenlijk NOOIT inhield. Of we dan al die tijd op haar niet hebben ingepraat? Haar geen spiegel hebben voorgehouden? Natuurlijk wel twintig jaar lang, ons suf gepraat. Geen avance. Onze messen sneden niet op iemand als Mariette. Vijftien was ze en hij was haar eerste grote liefde. Bakvissengedoe dat waanzinnige proporties aannam.
Hij ging naar de unief en zij ging tikles nemen bij Meysmans. Hij koos voor een huwelijk met een welgevulde effectenportefeuille, zij werd typistje in zijn makelaarskantoor en bleef hem trouw want Mariette had geduld en ooit …
Toen kwamen zijn vier kinderen en hun studies en hun verlovingen en hun huwelijken en nadien de kinderen van zijn kinderen, maar ooit, ooit …
Daarom komt zij vanavond langs, voor haar heet dat eventjes 'ontsteken'. Wij zijn van de weinigen die haar levensgeheimen kennen en bovendien, Mariette praat zo graag. Niet zozeer over hem, alleen over die andere, die rond deze tijd vijfendertig had moeten zijn.
Juist, had moeten zijn en zij, Mariette, heeft hem of haar die kans ontnomen. Overwegend uit liefde, die waanzinnige alles opofferende liefde van haar. Deels uit angst, de dwang was té groot. Het was hun eerste buitenlandse reis samen. Zwitserland! In dat steriele privékliniekje heeft ze de zin van haar leven achtergelaten. Daar gaan wij deze avond over praten, de zoveelste keer al …
TP Valentijn 2009 - TiTiPoes - bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming van de auteur - de illustratie is van John Holcroft, UK
te gast bij Wim Helsen, Caroline Pauwels met een tekst van Sándor Márai 'Ik zou graag willen weten' vervolgt hij zo zacht, alsof hij bang was dat iemand achter zijn rug stond en zijn woorden afluisterde, 'wat jouw mening hierover is. Denk jij ook dat het leven geen andere zin heeft dan de passie, die op een dag ons hart, onze ziel en ons lichaam doordringt, en dan eeuwig blijft branden, tot de dood? Wat er intussen ook gebeurt? En dat we, als we dat hebben beleefd, we niet voor niets geleefd hebben? Is passie zo diep, zo wreed, zo groots, zo onmenselijk. En geldt zij misschien niet eens voor een persoon, maar voor het verlangen zelf? Dat is de vraag.' Gloed - 1942, Sándor Márai
taak voor school : schrijf een brief aan god Morgen begint de vasten en mag er zoal eens iets besproken worden met god. Want sinds Kerstmis is er allerlei gebeurd waarvan hij op de hoogte gesteld moet worden. De feiten op tafel :
Beste God, Dank u voor het klein broertje maar ik had gebeden voor een klein hondje. Joyce
Dit meisje denkt dat bidden een soort bestellen is, god is de opper-Amazon en de hemel ziet er uit als het magazijn van de kerstman, maar dan anders :
In die overvloed van aanbod kan al eens een vergissing gebeuren.
En god kan niet overal tegelijk aan denken, mama kan dat ook niet zegt ze. Zo kwam er dat klein broertje ipv het klein hondje. Joyce is daarover niet boos op god hoor, maak ik op uit haar briefje. Ze bedankt hem zelfs beleefd voor het broertje. Dat pleit voor haar, zij is waarschijnlijk een verduldig meisje. Maar ze wou het god toch efkes laten weten dat er een vergissing gebeurd is.
Joyce heeft zich intussen verzoend met de aanwezigheid van de nieuweling en wat het hondje betreft , wel … wat niet is kan komen hé. Daarom blijft ge best vriendjes met god, want men weet nooit. Dat is zeer schrander van Joyce, iets in die aard dacht Blaise Pascal ook al, in 1669. https://nl.wikipedia.org/wiki/Gok_van_Pascal
te gast bij Wim Helsen, Michaël Borremans met een tekst van Jan van Rheenen uit 1964
Zowel in America als in Duitsland vervaardigt men sinds enige tijd halsbanden met een ingebouwde apparatuur die de africhter in staat stelt met een klein en zeer licht draagbaar zendertje de hond op een afstand een lichte elektrische schok toe te brengen. Een dummy halsband van precies hetzelfde gewicht maakt het de hond onmogelijk er achter te komen wanneer hij wel en wanneer hij niet een dergelijke correctie kan verwachten. Deze apparaten zijn echter zo duur – de Duitse komt op ongeveer 900 mark, de Amerikaanse op rond 180 dollar – dat aanschaffing hoogstens in verenigingsverband kan plaatsvinden. De reikwijdte bedraagt ruim 600 meter. Meer kennis van uw hond, 1964 - Jan van Rheenen
Hieronder het relaas van een blind date, anno ‘60s. Op sommige plaatsen bestond het allemaal nog.
een blauwtje met wederzijdse toestemming Toen ik 15 was, hadden de moeder (weduwe) van een jongen en mijn vader besloten dat hun kinderen samen zouden trouwen. Rond die leeftijd hechtte ik daar niet veel belang aan, vermits ik toch geen voet mocht buiten zetten, en dus onmogelijk aan een vriendje kon geraken. Wat zeg ik : ik hoefde niet aan een vriendje te geraken, ik was al uitgehuwelijkt. Vanaf mijn 17de begon die 'keus' te knagen : het kon toch niet dat ik zou moeten trouwen met iemand die mij opgedrongen werd ? Rond mijn 18de -die jongen zat toen op unief- moest ik eens meegaan om kennis te maken. (1961)
Daar zaten we dan : mijn ouders, die moeder, die jongen ('k ben zijn naam zelfs vergeten) en ik. Na de koffie deden we allemaal samen een lange wandeling. Hij woonde in Knokke.
Tijdens die wandeling kregen we de kans met elkaar te praten. Ik waande mij in de 19de eeuw. En toen vertelde die jongen mij heel braafjes en zich excuserend, dat hij de wil van onze ouders niet zou nakomen, omdat hij iemand had leren kennen. Wat een opluchting : toen ik hem vertelde dat ik het zelf ook niet zag zitten, leek hij opgelucht.
We babbelden over vanalles, tot grote vreugde van mijn ouders en die moeder, die toen helemaal niet wisten wat we gezegd hadden.
Grote ontgoocheling, toen we naar huis gingen : ondankbaar wicht, een huwelijk met zo’n goeie kandidaat weigeren ! Een hele periode wrevel thuis.
Nu komt het : ik ben maar beginnen uit gaan vanaf mijn 22ste, want eigenlijk was dat verboden van thuis. En van iedere jongen die mij ooit thuis zou komen afhalen, eiste mijn vader de naam en het adres.
Dan telefoneerde hij naar de pastoor van die parochie, om inlichtingen in te winnen.
Van mijn ouders kreeg ik de keuze tussen huwen met iemand die zij zouden uitkiezen, of naar het klooster gaan, of eeuwig thuis blijvenzodat ik hen zou kunnen verzorgen in hun oude dag. Omdat ik opgroeide zonder ander sociaal contact dan de school, bleef ik lang héél gehoorzaam.
Het klooster ? Oké, dan zou ik naar de missies gaan, zorgen voor al die arme kindjes. Oei, dat was niet wat ze verwacht hadden.
En toen ik de school verliet, ging ik mijn Engels vervolmaken over de plas. Daar logeerde ik bij verre familie en keerde na een jaartje naar huis. ‘k Vond heel vlug een baantje als bediende in een bedrijf waar talenkennis een must was.
Het gezaag over dat heerlijke kloosterleven herbegon, tot ik eens uitvloog: "Als jullie vinden dat het kloosterleven zo ideaal is, waarom gaan jullie niet elk afzonderlijk naar een klooster ? Ik blijf wel hier wonen !" En het was eindelijk gedaan met dat victoriaans gedoe over mijn toekomst, ondertussen was ik wel al 22 jaar! Al redelijk oud voor de huwelijksmarkt in 1965.
Ah, wat waren mijn ouders blijven steken in het verleden, nog van voor hún tijd ! Gelukkig heb ik er niets aan overgehouden.
MPC - ontvangen 10/2014, HiH-11/2015, tekst geplaatst met toestemming van MPC, de auteur
een beetje kleur voor februari Door de aard van de onderwerpen dacht ik dat hij een Argentijn was, iets met tango en zo, maar nee, André Kohn is een Rus die in Arizona leeft, als ik goed gelezen heb.
Voor wie soms grafisch bezig is -en voor alle anderen- dit is het bekijken en misschien ook iets van uw tijd waard: Afbeeldingen van andre kohn. Veel rood was dat hé. Veel. Er is altijd een tint van rood te vinden in een werk van Kohn. Soms enkel een schaduw.
Of de schaduw met gestifte lippen.
Soms een heel klein accent, miniem. Hier beschrijft enkel een rood oortje de situatie, geen rode konen:
De roodaccenten in het werk van vanmorgen (zie onder) zijn duidelijker dan een oortje. Ik kan de sfeer van het werk niet omschrijven, maar ik zou er wel een verhaaltje kunnen bij verzinnen. CC heeft dat allemaal niet nodig, zij vat het schilderij in twee zinnetjes, waarschijnlijk dacht ze aan haar kleindochter:
waarom betogen niet meer werkt de analyse van Kaandorp
Op ’t blog blijf ik weg van de actualiteit, daar bestaan kranten, nieuwsuitzendingen en duidingsprogramma’s voor. En ik begin ook niet over politiek, daar zijn kundiger mensen mee bezig op velerlei blogs en op de mailgroep Politiek.
Maar déze uitleg wou ik toch onder uw aandacht brengen, omdat ze haar maatschappelijke analyse gedreven weet te brengen.
Brigitte Kaandorp (°1962)brengt een fragment uit haar zaalshow 'ZÓ' (2007-2009). Naarmate haar verontwaardiging stijgt praat ze sneller. Dat tempo zakt gelukkig weer, omdat ze moet ademhalen.
De eerste keer dat ik met een politietussenkomst te maken kreeg was in mei ’68. Het jaar dat ik 16 werd. Sweet sixteen, een heel ontvankelijke leeftijd. En empathisch als ik ben, stond ik mee waar ik niet moest staan: wij scholieren zouden massaal dat gedoe over Leuven in orde brengen van op de trappen van de Basiliek van Koekelberg.
Toen loeiden er sirenes en waren er ineens overal flikken met vervoer, voor ons. Hoe een politiecombi toen genoemd werd weet ik niet meer. Een flikkenbakske? Ik belandde in een van de bakskes die naar Jette reden.
Er werden een aantal buskes afgeladen in het politiekantoor van Jette. Gedreven scandeerden wij wat er aan dat lieflijk pleintje moest meegedeeld worden. Dat charmant pleintje werd bevolkt door mensen die met hun eigen zaakjes bezig waren. De cafébazen en de garçons keken eens op en dachten kassa! Zoveel scholieren, dat betekent straks zoveel frisdranken.
In de cellen zongen wij. We zaten met veel per cel en wij zongen naar de andere cellen, want op TV deden ze dat ook zo. Wij zongen niet zomaar liedjes, wij zongen liéderen : We shall overcome. One day. ’t Is nog waar geworden ook, maar niet door die ene dag in Jette. Door veel dagen in veel Jettes?
Wij zouden samen vrijgelaten worden, waarop wij dan in triomf een tocht houden over het plein … Wij waren minderjarig en wij werden een voor een afgehaald door ouders die eh, niet zo gedreven waren als wij. De groep werd kleiner, het samenhorigheidsgevoel brokkelde weg en de laatste die werd afgehaald was ik. Om 19h30 of 20h of zo.
Mijn Pa wou zijn winkel (centrum Brussel) niet sluiten om zijn dochter uit de bak te halen. Hij had geen tijd voor dat soort flauwe kul. En dat ik die paar uren wel kon gebruiken om af te koelen. Maar ik moest helemaal niet afkoelen! Ik moest gewoon neerdalen van de wolk. Wat ook gebeurd was. Maar die wolk bleef wel vlak bij mij.
Het enige dat ik onthouden heb van het gesprek in de wagen, die avond was dat ik er alleen voor stond. Vanaf toen wist ik dat. En het is later nog een aantal keren juist gebleken ook. Dank zij die politie-interventie heb ik intijds beseft wat voor soort mens mijn vader was. Dat heeft me later voor twee zware vergissingen behoed.