'Nog zo’n vijf kilometer, voorbij de overweg, rechts houden.'
Max trachtte de stilte te verbreken. Marianne schraapte de keel, zei vlakjes: 'Merkwaardig, ik had vanavond niet de indruk dat Michèle tot jouw intimi behoorde!'
'Vriendschappen kunnen verwateren, Marianne. Zelfs goeie. Eerlijk gezegd, ’t Lag aan Gerda. Ze kon Marietta gewoon niet luchten.'
'Gerda? Je vrouw?'
'Jep … Ik heb een vrouw, een zoon, een schoondochter, jouw leeftijd of iets ouder, geen kleinkind, nog niet, jammer, ook geen hond of kat, wel twee kippen omwille van de eitjes bij het ontbijt. Tiens, dat Marietta-Michèle je dát niet heeft verteld.'
Zij stak schalks de tong uit, net een zevenjarige die het vertikt ongelijk toe te geven en parkeerde de wagen ietsje verder dan het villaatje, dat hij had aangewezen.
Max klikte zich los, draaide zich naar haar toe en legde zijn arm op de hoofdsteun van haar zetel. De veiligheidsriem naast hem klikte ook.
'Ik ben thuis, maar jij, jij moet nog een ommetje doen, toch?'
Ze knikte, voelde de onopzettelijke druk van zijn knie tegen haar dij. Ze bewoog niet, de Megane liet niet veel ruimte. Een vinger liftte haar kin. Ze rook vaag een aangename mengeling van dennenappels en kruiden aftershave. Voelde zijn adem. Shit, dit had ze niet verwacht, van hem toch niet. After all, why not. Vooruit met de geit en dan wegwezen!
'Niet liegen, hoor. Dat ommetje van jou, hoelang? Zes of vijftien minuten, kom op, eerlijk zijn tegen de meester!'.
'Zes plus vijftien.' Ze giechelden als twee uitgelaten tieners. Max nam hoffelijk haar hand. Na zijn 'Gestatten Sie, gnädige Frau?' volgde een handkus, perfect uitgevoerd volgens de regels van de etiquette, ei na en toch net niet.
'Bedankt, Max, bedankt voor de schitterende avond. En ja, je hebt gelijk Michèle is een ingoed mens. Vader en ik, wij… wij bellen elkaar toch nog een keertje?'
'Tuurlijk, gordel niet vergeten, klikvast is veilig'.
Nog vier jaar en geen dag langer had Max zich voorgenomen. Vier jaar en met drastische wijziging van werkinstelling en -tempo. Zinde het de groep niet, so what. De boom in!
Zijn zoon kwam zondag op bezoek. Perfect, dan had hij alle tijd om met hem de diverse contracten, die hij in de loop der jaren met de groep had afgesloten, onder de loep te nemen. Bovendien zou Francis, met al zijn netwerken, beslist een raadsman kunnen aanduiden beslagen in die materie. Safety first! Met een wijf als Simonne, nu ook in de raad van bestuur, wist je maar nooit.
Eefje, zijn secretaresse, bracht de correspondentie, de kranten en natuurlijk een espresso en wees erop dat hij verwacht werd voor de redactievergadering.
Max gaf op dat ogenblik geen moer om budgetcontrole noch om die redactievergadering. Hij klikte met de muis tot hij op het scherm de database van marketing vond. Hij noteerde het algemeen agentschapnummer en besloot Marianne in de loop van deze of volgende week een telefoontje te geven. Hoe zei ze het ook weer? Noblesse oblige. Precies.
Wanneer anders dan vandaag had ik een goed excuus om dit ouwetje op het blog plaatsen? Wat een machtig rake tekst weeral, een half leven beschreven in vijf strofen.
Op een mooie Pinksterdag Als 't even kon Liep ik met m'n dochter aan het handje in het parrekie te kuieren in de zon Gingen madeliefjes plukken, eendjes voeren, eindeloos Kijk nou toch je jurk wordt nat, je handjes vuil en papa boos
Vader was een mooie held, vader was de baas Vader was een duidelijke mengeling van onze lieve Heer en Sinterklaas Ben je bang voor 't hondje, hondje bijt niet Papa zegt dat hij niet bijt Op een mooie Pinksterdag, met de kleine meid
Als het kindje groter wordt, roossie in de knop Zou je tegen alle grote jongens willen zeggen "handen thuis en lazer op" Heb u dat nou ook meneer, jawel meneer Precies als iedereen Op een mooie Pinksterdag Laat ze je alleen
Morgen kan ze zwanger zijn 'k Kan ook nog vandaag 't Kan van de behanger zijn of van een Franse zanger zijn Of iemand uit Den Haag Vader kan gaan smeken en gaan preken tot hij purper ziet Vader zegt "pas op m'n kind, dat hondje bijt" Ze luistert niet
Vader is een hypocriet Vader is een nul Vader is er enkel en alleen maar voor de centen en de rest is flauwekul Ik wou dat ik nog 1 keer met mijn dochter aan het handje lopen kon Op een mooie Pinksterdag samen in de zon Samen in de zon …
tekst : Annie M.G. Schmidt - muziek : Harry Banninck - zang: Leen Jongewaard & André van de Heuvel uit de musical Heerlijk duurt het langst m – HiH-05/2018, nagekeken
'Opgelet. Oversteken!' Max nam haar onderarm en duwde haar de straat over. 'Al maanden zijn we dit account aan het bewerken, intensief zelfs en…' 'Geen mens die daaraan twijfelt, Marianne!' 'Ja, goed, ik weet wat je denk. Maar die vader, die ouwe zak is zo vreselijk oerconservatief…' 'Tiens, niets van gemerkt, integendeel', spotte Max. 'Auw, Max je doet me pijn. Kan jij knijpen, zeg! Kijk, daar staat mijn wagen, die Megane. Even de sleutels … et voilà.'
Max hoorde de elektronische ontgrendeling en haastte zich, zijn aangeboren hoffelijkheid getrouw, om het portier voor haar te openen. 'Heerlijk, zo’n gentleman.' 'Graag gedaan.' 'Max, toe, wees niet koppig, allez, stap verdorie in. Ik heb zo’n zin in jou als gesprekspartner. Bovendien is de taxistandplaats nog een eindje lopen. 'Thanks.' 'Dat is gewerkt! Eerst vastklikken en dan Max, wil ik niet alles, maar wel heel, heel veel over jou weten.'
Ze startte de wagen, schakelde iets te vlug en stoof weg. 'Soft music, Max?' 'Ik dacht dat je wou praten. A propos, wie heeft je verteld waar ik woon?' 'Domme vraag! Michèle natuurlijk, de wandelende Who’s Who in de pub-business. Wil je weten wie, wat, waar of wie met wie, go and see Michèle.' 'Ken ik niet. Was die er ook vanavond?'
'Enfin, Max, zij heeft ons samengebracht, allez voorgesteld … Voorbij de lichten links zeker?' 'Ja … Marietta. Bedoel je. Is zij die Michèle? Jongens, jongens!' Max kraaide het van pure verbazing uit. 'Da’s Edmond, typisch Edmond!' Max bleef maar schokschouderend lachen. 'Edmond?' 'Haar man, Marianne, haar man. Lang overleden. Michèle verdorie! Zelfs haar naam heeft hij veranderd, die sakkerse franskiljon. Niet te geloven!' Opnieuw schaterend gebulder van Max.
'Weet je, Marianne, dieu créa la femme, maar Edmond, hé, Edmond schiep de zijne en geloof me, Mariettaatje wist van aanpakken. Zo’n koppel! Nooit meegemaakt. Zelfs een kind kan er een trilogie over schrijven.' 'Allez, Max, hij moet toch ooit haar echte voornaam gebruikt hebben.'' 'Neen. Echt niet. Trouwens van Marietta naar Michèle, dat zou me toch gefrappeerd hebben, zoiets als Marieke, Marieke die Margot werd. Weet je, die twee gebruikten geen voornamen, koosnaampjes ja. In alle talen, behalve in het Nederlands. Bij mijn weten heeft hij me zelfs nooit aangesproken met Max… Voyons, cher ami, voyons … mais enfin, mon très cher,… - en afhankelijk van het gesprek- … et vous, monsieur le journaliste, qu'en pensez- vous…'
Max had zijn studentenstokpaardje van stal gehaald : een imitatie van de Franstalige Brusselse bourgeoisie, eind jaren 70 vorige eeuw, in accentloos, bekakt Frans, met aangepaste gebaren. Nu bracht hij Marianne aan het gieren, bijna aan het huilen van het lachen zelfs. 'Hou op, Max, alsjeblief, hou op, man, ik moet sturen, hoor.'
Max was op dreef. Zij genoot van zijn nummertje, hij nog meer. Alle remmen los. Weg "Jool's", weg ouwe Griek, weg tergende salsa. Alles overboord. Vrij, zorgeloos, dartel, ongebonden, speels, Pallieter… in een cabrio en dat goddelijke kind naast hem.
Hij vertelde over dé Eliza Doolittle en dé professor Higgins, die hij jarenlang had meegemaakt. Over Marietta Marriman, knap snoetje, rank lijfje, vranke tong, eentalig Vlaams, lager middelbaar en daarna de destijds habituele dactylolessen bij Meysmans. Arbeidersmilieu, geboren en getogen onder de klokkentoren van een dorp in het Pajottenland, oud-chiroleidster want thuis katholiek. Over haar droom ooit een grote vis aan de haak te slaan en over haar doel dat alle middelen heiligde. Over haar durf: weg vriendje-tandarts in spe, welkom grootindustrieel.
Over Edmond Vandam, dertig jaar ouder, eigenaar-zaakvoerder van een gerenommeerde drukkerij en enkele aanverwante kmo’s, ongehuwd, meertalig, bourgeoismilieu, vermoedelijk logebroeder, zeker liberaal. Over hun zakenrelatie, die vriendschap en ware genegenheid werd na de overname van de drukkerij door hun mediagroep. Over het afkeurend geroddel in bepaalde kringen. Over zijn uitgedund haar dat hij voortdurend zorgvuldig liet bijkleuren om het leeftijdsverschil een beetje weg te werken. Een Edmond, die stapelgek was op Marietta. Haar een metamorfose liet ondergaan via Channel Parijs, een taalleraar Frans, skilessen in Gstaad, haar stulpje in St. Genesius-Rode, haar knalrode Alfa-Romeo Sport, haar pertes-totales, haar geklieder met kreeft à l'amoricaine en afkeer voor oesters. Haar hang naar cigarillo’s en Veuve Cliquot Brut.
Hij vertelde hoe een vrouw maandenlang onverdroten haar verlamde man verzorgde na een zware hersentrombose. Hoe ze zelfs enkele dagen vóór zijn dood, teder voorzichtig, de plukjes haar aan zijn slapen met een wattenstaafje bijkleurde. Zijn stem werd zachter: '...zijn blik, Marianne , zijn dankbaar glinsterende ogen, elke beweging van haar volgde hij. Ze las hem voor, ze zong, ze kuste hem, nog steeds dankbaar en echt verliefd, zelfs hem kietelen deed ze, verdorie. Daar, Marianne, in die ziekenkamer heb ik voor het eerst liefde gezien. Wat een vrouw, Marietta toen, een hart té goed en té groot, veel te groot voor deze wereld'.
Max zuchtte diep. En jij, wat een man ben jij, dacht Marianne. Nooit eerder had iemand haar zo lang en intens kunnen boeien. Zelden had een stem haar zo gefascineerd en vooral ontroerd. Beter dan de beste Decleir in zijn beste monologen. Die stem en haar verteller, een duo waar ze maar niet genoeg van kreeg. Ze zwegen allebei. Er zijn momenten waarbij elk woord er een te veel is. Dit was er zo een.
Marianne nam een tissue van het dashboard en wreef over haar neus. 'Sorry, hoor, Max, maar dat verhaal van Michèle en dan de manier waarop jij dat vertelt! Alsjeblief, zeg! Voel ik mij nu kleintjes, allez, geëmotioneerd eigenlijk. Zie, 'k begin er weer mee.' 'Waarmee, Marianne?' 'Mijn allez-taal. Vader wordt er horendol van!' 'En ik, kindje, ik vind jouw allez-taal en je stem, vooral je stem, als hemelse harpen die elke man naar dromenland begeleiden.'
Max kneep zachtjes even in haar dij, wou haar in feite opnieuw aan het lachen brengen door de opzettelijk theatrale tremolo’s in zijn stem. Ze lachte niet, omklemde het stuur met beide handen en concentreerde zich voor het eerst totaal op de weg. wordt vervolgd - tekst geplaatst met toestemming de auteur - http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=160
In de bonsai-wereld bestaat sinds enkele jaren de trend om verder te miniaturiseren.
Als men een miniatuur miniaturiseert, heet het cho-mini, ultra-mini in het Japans. En stel dat ze toch zouden groeien, dat is er deze collectie om de stekjes te planten:
Wat een geraffineerd schepseltje toch en dan de manier waarop zij theatraal haar jasje uittrok om haar charmante leugen te bevestigen! Te drukkend hier? Met een airco die op maximum draaide? Fris was het, eerder kil. Alleen het personeel liep er verhit bij. Zelfs de giechelkonten hadden een vestje of sjaal over de schouders.
Hij was haar dankbaar voor dat naïeve leugentje. Stel dat zij gevraagd had wat er loos was. Wat dan, meester in creatief denken en schrijven, maar archi-slecht wanneer het om een aanvaardbare uitvlucht gaat. Zo terug bleek een méér dan rekbaar begrip voor haar. Ze bleef maar weg. Max twijfelde. Zou hij haar tegemoet gaan? Liever niet. Marianne leek hem een creatuurtje van wie je niet met zekerheid kan zeggen wanneer, hoe en waar het zou opdagen. Hij ging op de toppen van de tenen staan.
'Zal ik je even omhoog tillen, Max?' grijnsde Gerard, personeelschef van de groep. 'Kijk eens aan, prachtig jasje. Escada, beslist Escada en dat parfum. Weet je wat La Monroe er ooit over zei? The only thing I wear in bed is Channel Cinq en de avond is nog jong, vriend. Tot overmorgen zeker?'
Hij kneep Max in de arm, knipoogde samenzweerderig en grijnsde opnieuw. Die zelfingenomen kwal, de overjarige gazettendekhengst! Geen zinnig mens begreep waarom de uitgeverij zo’n hufter in dienst nam, laat staan bleef houden! Er circuleerden geruchten over hem en Simonne, doch geruchten zijn in elk groot bedrijf schering en inslag. Wie weet, misschien kwam hij nu aan de beurt door dat jasje en die handtas. So what! Verdorie, waar blijft ze -----
Max vond zichzelf voor paal staan. Hij rekte zich opnieuw, keek rond en zag dat prachtig glanzend blauwzwart haar. Nonchalant langzaam liep hij op haar toe. Ze was omringd door drie bijzonder knappe mannen, dertigers, eerder meridionale types in driedelig maatpak. Tiens, dat hij hen niet eerder had opgemerkt. Max observeerde haar fronsend. Ze ratelde onafgebroken, gesticuleerde met de handen. Vuur in de ogen, schouders en borsten accentueerden nog feillozer haar lichaamstaal. Zo te zien genoten de dertigers en hoe!
Hij vond haar té bewust koketteren. Dit was op het randje van het flirten af, puur opzwepen, met liefst drie mannen tegelijkertijd. Toen pas merkte hij een plomp, oud heertje op. Marianne toornde boven hem uit. Hij leek wel het voorwerp van al haar aandacht, het doelwit van haar bodylanguage.
Wat moet een vrouw zoals zij met dat gedrocht? Haar plagerig lachje bracht hem en de dertigers aan het gieren. Hier en daar keken mensen op. De dwerg staarde haar echt dweperig aan, gulzig zelfs. Nog even en het kwijl loopt uit zijn mond, dacht Max. Ze zet die ouwe geilaard aan tot hoerige gedachten.
Hij ontdekte een andere Marianne. Hij stond perplex, was echt geshockeerd. Dit dametje was duidelijk niet aan haar proefstuk. Idioot, idioot die hij was. Amper een kwartier geleden had hij zich licht, zelfs merkwaardig prettig gevoeld. Een verademing na die sombere weken. Hij had geneuried, bijna luidop gezongen. De pijn uit zijn lichaam geperst, verlangend, ja, om dat prachtige mensenkind terug te zien. Tuurlijk had haar nabijheid hem die kolieken bezorgd. Wat anders?
Hij hoorde de maffioso en zijn acolieten bulderen. Marianne wiebelde bevallig met dat prachtige kontje van haar. En maar katoen geven! Ze greep zowaar de kwijlende buldog vast en maakte enkele danspasjes met hem. Hij gaf haar onmiddellijk hoffelijk door aan één van zijn dertigers.
Salsa. Zij dansten godgebetert een salsa! En hoe! De dertiger kleefde zijn gespierd lichaam aan het hare. Streelde haar schouders, boetseerde, opgezweept door de muziek, de lijn van haar lichaam met zijn handen. En zij wreef wulps een perfect gebruind been tegen het zijne. Omstanders klapten ritmisch in de handen. Toegegeven, een schitterend koppel. Tja, hij zuiders met zonovergoten temperament en zij, alles behalve sanseveria! Zie haar genieten als stralend middelpunt van de belangstelling! 'That’s it', zei Max.
Hij wrong zich tussen de kijklustigen door en tikte Marianne op de schouder. 'Moet weg, taxi wacht’, sprak hij sec. Zij keek hem echt verbaasd aan, vertraagde het dansritme en wou beslist iets opwerpen. Doch de dertiger sleurde haar extatisch glimlachend mee in de zoveelste sensuele salsadraaikolk of hoe ze dat gemanoeuvreer ook mogen noemen. Max hing haar jasje op de schouder van de ouwe. 'Kapstok, oké', beet hij en verdween.
In de lounge werd hij tegengehouden door de portier. 'Excusez-moi, monsieur, madame vous fait signe.' 'Max, hé Max, je vergeet iets.'
Die stem en voor het eerst zijn naam door die stem. Tergend langzaam draaide hij zich om en daar stond ze. Marianne zei eerst niets. Alleen haar wijsvinger wees naar zijn hand en het tasje. Zij nam het rustig aan en begon dan wat nerveus: 'Taxi, Max? Mijn wagen staat vlakbij. Kan ik je een lift geven? ’t Is maar een ommetje voor mij, allez, amper tien minuten en op dit uur misschien zes. De taxistandplaats is …' 'Neen, hoeft niet.' 'Max, please!'
Zij plantte zich pal voor zijn neus en vouwde haar handen in gebed, vervolledigde het plaatje met een Bardot-pruillipje en ratelde door: 'Allez toe, als compensatie voor de gemiste toast. Eigenlijk heb jij het laten afweten bij de eerste keer en voor de tweede keer beken ik schuld. Belangrijke prospects, die Grieken. Ze bezitten…' 'Waar staat de wagen?' Zijn stem klonk koel professioneel. 'Verderop, een eindje de Broekstraat in.'
En dan een tweede filmpje, gemaakt met een tweede camera, 'Zo maakt men een kleine hamster-pizza'. Mijn hoed af voor die eerste cameraman die, wanneer de hamster met zijn knaagtandjes ongevraagd zéér dichtbij komt, onverstoorbaar blijft stilzitten om de opname van de tweede camera niet te verbrodden. Het safari-avontuur speelt zich af in de woonkamer, maar toch is hij een professioneel natuurfilmer, vind ik. Blijven stilzitten, blijven filmen, wat er ook dreigt te gebeuren! De houding van een beroeps. http://www.youtube.com/watch?v=Y5OwzhXM0rE 01min27, tweede camera
'Hallo, meneer Cijnens, leuke party, leuk blad, alvast succes, hoor'. Stereotiepe woorden, maar wat een stem! Ook dat nog, kreunde Max binnenin. Een harp, leek het hem, meesterlijk bespeeld; neen, veeleer Chopin, ja Chopins Ballade nr.1 in G mineur Opus 23. Bevallig, lieflijk, monter, aangenaam ontspannend en bijzonder onderhoudend. Haar lichaam, haar stem, gans haar verschijning, niet het geniaal grandioze, maar een uiterst verfijnd in elkaar vloeiend geheel.
Max kreeg het benauwd. Dit loopt mis, dacht hij, misschien zelfs goed mis. Zweet parelde tegen zijn halsboord. De stress, de strijd, de wekenlange hoogoplopende ruzies met Simonne en haar pipos, die zenuwslopende onrust bij zijn team, dat wreekt zich hoe dan ook. En nu die vrouw, een vrouw die Chopin en Shamoshko platwalste. Die gevoelsgeladenheid en gewaarwordingen die zij opwekte in zijn onderlichaam, zijn zwakke plek: zijn endeldarm.
Max vloekte binnensmonds. Hij herkende al te goed de afschuwelijke voortekens: aanhoudende vreselijke krampen, en dat onmiskenbaar rotelend geluid binnenin. Zou zij het ook horen, vroeg hij zich kleintjes af.
Hij moest weg vooraleer hij zich onsterfelijk belachelijk maakte. Weg, weg! Uitgerekend toen wenkte zij de ober, nam twee coupes van het dienblad, reikte hem een glas aan.
'Zullen we samen toasten op het blad en, waarom niet, ook op onze ontmoeting, meneer Cijnens?' vroeg zij vrijpostig en uitdagend. Opnieuw die melodieuze stem!
'Sorry, sorry', stamelde hij, duwde de champagne terug in haar hand en baande zich haastig en met dichtgeknepen billen een weg tussen de menigte. Max haalde nipt de men's room. De winderige salvo's vlogen in het rond. Verdorie toch, hoe bestaat het. Zo lang geleden en uitgerekend nu!
Hij besefte pas dat hij luidop sprak door een beleefd waarschuwend gekuch achter een van de deuren. Max bleef zitten tot de salvo's afnamen en de pijn uit zijn lichaam gleed. Die verdomde borborygmi! Beslist te veel ijsgekoelde troep gedronken en dan die charade hier. Hij verdrong de tweede optie: die jonge vrouw en alles wat zij uitstraalde. Te gek om los te lopen.
Een ontmoeting van hoelang? Amper enkele minuten. Een gesprek van hooguit twee zinnen. Heel even haar hand vastgehouden. Komaan zeg! Doch die sprankelende melodieuze stem, dat zweempje zwoel, prikkelend parfum bij elke beweging, de gracieuze manier waarop zij hem met haar persmap koelte toewaaide net vóór zijn spectaculaire afgang.
Max waste zoals altijd, dit in tegenstelling tot het merendeel van zijn seksegenoten, zorgvuldig de handen, inspecteerde zijn uiterlijk in de spiegel, dasje zat goed, het haar viel mee, de ogen ietwat vermoeid. Dju, die baardstoppels. Hoe laat was het? Kwart voor acht? Even paniek, zijn wagen bij de garagist, rats vergeten! Dan maar een taxi straks.
Hij keerde terug naar het atrium. Zijn ogen zochten instinctief Marianne. Hij stak heel bescheiden even de hand op. Zij knikte en lipte 'Ik kom'. Tenminste, hij veronderstelde dat, neen hij hoopte het.
Ze verliet lachend wuivend haar gezelschap en kwam naar hem toe. Wat een charme, wat een charme, dacht hij vertederd. Niet zijn hart bonsde sneller, bij hem zongen de hersenen: een aria uit South Pacific, "Some enchanted evening, you may see a stranger across the crowded room".
'Beter, meneer Cijnens? Jawel, stukken beter zo te zien. Niet langer pips, hé? Eerlijk gezegd, ook ik vind het hier te drukkend en ik ben pas rond zessen gearriveerd. U, al uren neem ik aan? Tja, noblesse oblige! O ja, die uitgestelde toast! Zullen we? Nu? Even kijken wat ik voor ons kan vinden. Ben zo terug Dit keer geen sorry, sorry!' Prompt duwde ze haar jasje en handtas in zijn handen. En fladderde weg. wordt morgen vervolgd - geplaatst met toestemming van de auteur: http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=160
Drie namen hebben ze ons gegeven, een voornaam, + de voornaam van de peter + de voornaam van de meter. Waarom dat zo is weet ik niet. ‘k Had het ooit moeten vragen aan mijn Ma. Het is lange tijd gebruikelijk geweest, denk ik. Nochtans, LM is ook van 1952 en hij heeft maar één naam. Naamgeving zal dus verschillen van streek tot streek, dacht ik ooit.
Het is veel eenvoudiger : zijn Pa had de komst van een zoon (na vier dochters) wat grondig gevierd. Noch hij, noch de getuigen konden zich 's anderendaags herinneren of vonden het nog belangrijk wie er verder vermeld moest worden in de naamgeving. Peter, meter, voorouders, beschermheiligen … alles gewist, vergeten te onthouden.
En zo gaat mijne puit nu al 66 jaar door het leven met één enkele naam. Geen franje. Geen ballast. Het heeft wel iets volgens mij, 1 individu = 1 naam Voor mezelf zou ik het zeer oké vinden, geen frullen.
Tot nu toe had hij slechts een vijftal mannen in driedelig maatpak opgemerkt. Net "fossielen" in dit snobwereldje, hij was er één van. Zij paradeerden in charmant gezelschap, hij kankerde alleen.
'Max, Max, cher ami'.
Een verroeste stem, het gerinkel van armbanden, een schorre, doorrookte, geforceerde lach en een rochelige hoestbui, dat kon alleen Marietta zijn. Max draaide zich richting stem. Zij kwam op hem af, afgewaggeld eigenlijk. Ach, la veuve joyeuse en haar Veuve Cliquot Brut. Goeie ouwe Marietta! De jaren hadden wel vat op haar lichaam, niet op haar garderobe. Channel all the way, begon aan de oren eindigde aan de tenen.
Marietta, de rechterhand in de hoogte met haar onafscheidelijke cigarillo in het even onafscheidelijke goudzwarte kokertje, was nog zo’n vijftien voetstappen van hem verwijderd. Het zou op z’n minst nog enkele minuten duren vooraleer zij zich zou vastklampen aan zijn armen en haar onderkaak aanbieden voor een net-niet zoen.
Nog zo'n fossiel, dacht Max en genoot van haar mimiek en aanpak. Zo kende hij haar al jaren. Ze deed perfect wat het agentschap van haar als medebeheerder verwachtte, haar corebusiness: recepties aflopen, handjes geven, kushandjes werpen, kaaksbeen aanbieden, gezien worden en weetjes vergaren. Scherpe nagels priemden bijna door zijn jas en overhemd, kin naar boven, de weeïge geur van een overdosis Nr. 5 en de cigarillo te dicht bij zijn slapen.
'Alors, cher ami, ça va?'
Max gaf geen antwoord, hoefde niet. Marietta verwachtte nooit enig antwoord, iets wat hij bijzonder apprecieerde. Bij Marietta kreeg je daar trouwens niet de tijd voor. De cigarillo ging meteen de hoogte in, de gouden armbanden rinkelden, hét Marietta-signaal dat ze meteen wou doorfladderen naar een andere cher ami. Alleen dit keer niet.
'Marianne, chère enfant, viens donc! Ah, la voilà, Max, je te présente Marianne Dries, elle s’occupe…'
Max hoorde nog vaag iets over administratie en audio-visueel in het agentschap. Een hand werd hem aangeboden, een frêle, goedverzorgde hand, om de pols een ragfijn gouden kettinkje. Max keek op en zag DE vrouw. Adembenemend. Niet de klassieke schoonheid in al haar perfectie, maar een jonge klassedame. Slank, verzorgd en bijzonder smaakvol gekleed. Weelderig blauwzwart haar. Flitsende groene ogen. Heerlijk sensuele lippen.
Alles bij elkaar, zoals hij een tijdje later ondervond, een charmant-brutaal, zelfverzekerd en onweerstaanbaar verleidelijk wezen, dat hem terzelfdertijd wat verschrikt afstootte en onzeglijk tergend aantrok.
Bij die jongerensite mogen alle soorten vragen gesteld worden en dat is maar goed ook,want waar moeten sommige kinderen en jongeren anders naartoe met alle vragen die ze thuis of op school niet kunnen of willen of durven stellen.
Maar wat vindt ge van deze?
- Wat is de goeie leeftijt om je maagtlijkhijd te verliezen? - Wanneer je dat woord juist kunt spellen. Dit antwoord vind ik verschrikkelijk onbehouwen, niet-correct en akelig, want men laat een jonge mens met die vraag niet in de kou staan. Men stuurt iemand die het opbrengt die vraag te stellen niet wandelen. Dat is één. Ten tweede, er zijn jonge kinderen die het woord misschien wél foutloos kunnen schrijven maar die te jong zijn om het sarcasme te plaatsen en het antwoord voor informatie nemen. Een derde mogelijkheid is dat de vragensteller/ster dyslexie heeft. Dan is zo’n antwoord een slag in het gezicht.
Ruim vier jaar waren zij samen. Het leek of het pas gisteren was. Als er één cliché is dat zijn recht van bestaan mag opeisen dan is het dit. Max mocht er niet aan denken hoe het hem zonder haar zou vergaan zijn. Zij wandelde zijn leven binnen en de drenkeling, die hij toen was, greep haar als een reddingsboei. Bestaat er finaal toch zoiets als lotsbestemming? Een opper-iets dat mensen op de meest cruciale levensfase samenbrengt? Stom toeval dan? In zijn euforie na hun eerste ontmoetingen had hij heel, heel even maar, met de gedachte gespeeld de freelance-astroloog van "De Klapper" hierover voorzichtig te polsen. Dom natuurlijk. Een hoofdredacteur kan dit niet maken, temeer omdat hij zich in de loop van de jaren vaak smalend had uitgelaten over dat sterrenbeeldengedoe met al die huizen, graden en de ganse santenboetiek. Dan die hilarische taferelen opgevoerd door zijn redacteurs bij de selectie van de lezersbrieven hieromtrent. De huizen rond Venus, Mars en Pluto bleven het immers goed doen bij de Vlaamse stieren en maagden. Zo goed zelfs dat de twee kolommen van "De Klapper" nu, na de facelift, uitgebreid werden tot liefst één pagina.
Facelift, restyling! Die zeveraars van marketeers toch!
"De Klapper" was amper vijftien en had al twee verjongingskuren ondergaan 'Oubollig' orakelden de wizz-kids van de groep. 'Max, dat magazine van jou, sorry to say, ouwe troep. Jezus man, alleen de naam al.' 'In oude ketels wordt nog altijd de beste soep gekookt', repliceerde Max bitsig. Hij verwees naar de laatste CIM cijfers: 135.000 gecontroleerde exemplaren, naar hun verkoopstatistieken, naar de advertentiebudgetten in portefeuille, naar zijn reeds afgeslankte, doch goed draaiende hechte redactie, naar zijn abonnees en zijn stevig opgebouwde netwerken in tal van milieus.
Hij herinnerde Simonne, in een vorig leven marketingmanager van de uitgeverij, aan de stuipen die ze kreeg bij de gevreesde fenomenale groei van televisiereclame. Toen werd van zijn weekblad méér dan dankbaar gebruik gemaakt om de persen draaiende te houden en de technische werkloosheid enigermate te beperken. Had "De Klapper", samen met de populaire krant van de groep, haar niet uit de stront getrokken toen bleek dat haar nieuwe producten quasi een voor een stilzwijgend uit de markt werden gehaald?
Een geluk meiske, dat de familie-aandelen je aanzien gered hebben. Welk normaal gerund bedrijf zou die windeieren van jou en je yups hebben geduld? Simonne gaf geen krimp. Ze liet Max uitrazen. ’t Was allemaal boter aan de galg, wist hij. Hij besefte dat hij verloren had. Het verdict was gevallen. Zijn "De Klapper" was nostalgie. De laptopbrigade had gebaard: "JOOL’S".
Hun lichtgewicht werd vandaag boven de doopvont gehouden. Het had niet één, doch liefst drie G-spots: glossy, glamour en glitter. Instant bevrediging van de geslaagde druk-druk singles en tweeverdieners, met of zonder 1,75 kinderen. Een illusiewereld waarmee de mens voor gek wordt gezet.
Het atrium van het Brusselse Radisson-SAS hotel was tjokvol. Simonne, dat gefacelifte kreng, begaf zich als een vorstin onder haar gasten. In de hand een glas champagne, in haar kielzog haar flemerige, verwijfde woordvoerder-secretaris en het pas geïnstalleerde marketing-wonder, de zoveelste erfenis na de zoveelste bedrijfsovername.
Voor Max geen champagne. Water, plat water en ijskoud om het brandend maagzuur te bedwingen. Hij ontweek wie hij ontwijken kon. Drie grote videoschermen brachten wat soelaas, hielpen de tijd doden. De spraakmakende interviews van "Jool’s", peinsde Max. Een gewezen Gouden Schoen in pooierskledij en de goudblonde Afrikaanse middenvelder van Club in thalassotherapie, geflankeerd door twee blanke halfnaakte grietjes. Vooruit, vinden ze het doel niet, dan toch de weg naar de goudkranen. Op het andere scherm volgden een fluor-roze en grasgroen bankstel elkaar in flikkertempo op. Design!?
'Chef, daar mag een mens toch niet te lang naar kijken en zeker niet op zitten'. 'Dat, Fred, heet visueel prikkelende reclame en met dat materiaal mag jij voortaan op de lay-out naar hartenlust jongleren'. Fred, ex-"De Klapper", kruiste beide armen boven het beginnend hangbuikje. Zijn vlezige onderlip krulde afkeurend. 'Afwachten, chef, afwachten. Bon, ze zullen wel weten wat ze doen, maar Düren is een schone stad, zegt het spreekwoord.' 'Komaan, Fredje, zo zwaar moet je er ook niet aan tillen.' Max ondersteunde zijn woorden met een schouderklopje. 'Ik heb mijn twijfels, chef, serieus, hoor'. 'Hoezo twijfels?' 'Ze hebben geen waspoeders, tiens. Geen Dreft, geen Dixan en zeker geen Omo en wasverzachters. Ik versta dat niet. Wij zaten er vol van. Allez, chef, ge weet toch wat voor toeren wij soms moesten uithalen om al die waspoeders niet te dicht bij elkaar te zetten. Geef toe, ge hebt er ook soms op gevloekt. En dan verleden jaar, heb ik van die van hierboven onder mijn jezuïeten gekregen! Chef, dat was mijn beste dag niet, hoor. Miljaar. Weet ge wat die pekelteef mij toen verweet? Iets van geen waspoeders geen weekblad. Allez, ’t kwam erop neer ofwel Omo ofwel den dop. En nu, chef, nu zitten wij met de helft méér volk, maar zonder Omo. Zie, dat versta ik niet. Pas op, ik ben niet alleen, hé. Dat moet ze mij nu eens uitleggen. Jaren kon het blad niet zonder en nu mag, wat zeg ik, nu moét het zonder.' 'Zonder wat, Fred?' 'Zonder Omo godomme! Neen, chef, ik heb er geen goed oog in. Een geluk dat gij er nog zijt. Iedereen zegt dat. Gij zijt een chique type, geen gemakkelijke, dat wel. Maar uw hart zit op de juiste plaats. Dat kan van die van hierboven met haar jannet niet gezegd worden!' Woordvoerder, Fredje, spin doctor eigenlijk'.'’t Blijft al gelijk, chance dat haar vader vóór haar geboren is. Zo’n vedetten in een bedrijf, dat is de ondergang van de werkman! Geld bonjourt ge niet buiten, dat verplaatst ge. Zo simpel is ’t. Chef, ik ga zien of er nog ergens een pint te krijgen is. Anders salut en de kost.'
Opnieuw alleen. Vreemd, ooit kende Max haast iedereen op zo’n party en nu, met uitzondering van eigen personeel, haast niemand. De achtergrondmuziek werd harder. Metaalachtige, krassende geluiden. De gasten rumoeriger. Mobieltjes gingen van de zakken en handtassen naar de oren, werden gewisseld en de berichtjes op gekraai onthaald.
Waren deze lui de gesofistikeerde media-accounts en hun precieuze high-class adverteerders? Die giechelkonten met uitgerafelde en gescheurde jeans? Die gebruinde, geparfumeerde hanglummels met gegeleerde haarpieken, die graatmagere designfalsetjes met geëpileerde wenkbrauwen?
Jonge vrouwen, bijna nog schoolmeisjes, blootsvoets, de teennagels blauw en zwart gelakt, gewikkeld in verfomfaaide lange rokken, splitten vooraan, achteraan, opzij en daarover hesjes en jakjes en gedrapeerde lappen stof. Laagjesmensen. Eenvormigheid troef. Was dit het potentieel waarop “Jool’s” joeg? Hij pezen voor dit zootje? No way! Nog vier jaar en geen dag langer. wordt morgen vervolgd - bovenstaande tekst werd hier geplaatst met toestemming van de auteur : http://blog.seniorennet.be/titipoes3/archief.php?startaantal=160
Als er iets gebeurt met of in mijn laptop, dan vind ik dat een grove onrechtvaardigheid want ik ben eerlijk van mening dat ik zoiets niet verdien. Ik reageer dus eerst moedeloos, ongeveer zo : . Vervolgens sleep ik mezelf en de laptop naar de computerman die het zal oplossen. Hoop ik. Dat hoop ik danig & deerlijk, want onderweg heb ik alle tijd om de meest afgrijselijke scenario’s te bedenken, die me astronomische bedragen gaan kosten.
Het moeilijkste is kalm blijven tot ik bij de computerman ben.
m– EZW-05/2014 en nog steeds waarlijke realiteit, vooral het kapsel en de radeloze oogjes.
Mensen! Ik heb een schatkist ontdekt! Ze stond daar al 10 jaar en er zitten kleinodiën in tot eind augustus. De auteur is TiTiPoes én zij heeft de toestemming gegeven om haar blog-novelle hier te hernemen. Vandaag de inleiding en vanaf morgen wordt het een draaikolk waarin alle ingrediënten wervelen zoals TP ze hieronder opsomt. ---------------------------------
LENTE 2008 Werk in de tuin, confituren voor twee gezinnen en enkele vrienden, pakken krantenknipsels klasseren, diepvriezer vullen met seizoengroenten, ons terras heeft een likje verf nodig om te zwijgen van de kelder, fotoalbums dienen absoluut bijgewerkt, alle pvc-ramen wachten op hun jaarlijkse intensieve opknapbeurt, zomerkledij opstrijken, meneer heeft buiten mijn weten om voor enkele concerten gereserveerd, dochter en schoonzoon zien af van hun jaarlijkse reisje dus rekent kleinzoon op zijn oudjes om de komende twee maanden verlof voor hem op te leuken, liefst samen met zijn vrienden etc… etc… Dit alles, liever lezers, om jullie erover in te lichten dat iets zal te lijden hebben onder deze activiteiten: mijn blogje.
Of ik dacht dat jullie hierdoor moord en brand gaan schreeuwen, bijlange niet. Zoveel lezers heb ik echt niet, niet langer. De meesten hebben al maanden geleden afgehaakt. Titi en haar streken kunnen best gemist worden, want soms onverenigbaar met de normen en waarden van braaf Vlaanderen. Uitgerekend die streekgebonden normen en waarden, de Vlaamse geplogenheden heb ik in een verhaal gegoten. Een roman is het niet, noem het een blog-novella, met alle kruidige ingrediënten vandien : driehoeksverhouding, betuttelende geestelijkheid, hebzuchtige volwassen kinderen, gladjanussen in de uitgeverswereld, passie en seks, een behoorlijke portie zelfs. Zal ik eraan beginnen ? Ja ? Here we go ! Titi la Poes
------------
afl. 001/121
A faire pâlir tous les Marquis de Sade A faire rougir les putains de la rade A faire crier grâce à tous les échos A faire trembler les murs de Jéricho Je vais t’aimer M. Sardou – Thibaut/Revaux
Loom en voldaan lagen ze in bed. Uitgeteld van nazinderende lust. Hun bleke naaktheid glinsterde van de zweterige en zurige geur van lichaamsvochten. Ze hadden alweer zo verdomd zalig gevrijd. Kreunend, hijgend, briesend en soms huilend als wild parende dieren, die een laatste offer aan zichzelf willen brengen en dat besef ondergaan als een herrijzenis. Marianne en Max zwegen al een hele poos. Net of dat totaal opgaan in elkaar, die dubbele ontlading, die bijna pijnlijk intense bevrediging, alle gedachten en gevoelens hadden verlamd. Zo was het al jaren tussen hen. Week na week. Iedere woensdagnamiddag, soms ’s vrijdags, in dat afgelegen rustiek villa-hotelletje, waar de oudere, stijlvolle eigenares méér dan een complice was geworden.
'Don’t touch me, nu nog niet', had Marianne loom gefluisterd toen ze van hem was afgegleden, helemaal van de kaart, beverig bevangen van de kloppende stroom adrenaline, die haar als het ware van de haarwortels tot de tenen elektriseerde. Max voelde zich opnieuw in haar en ervoer dat waanzinnig genot alsof haar heftig krijsende passie hem de huid afstroopte. Alsof hij in haar zuignappen verdronk. Hij stopte. Bij een vrouw als Marianne geen zelfzucht. Alsof ze een harmonieuze eenheid vormden, werd zij opnieuw bovendeel van hem. Hij likte haar tot zij hem bevrijd ondersproeide en hij even later in haar opnieuw levend stierf. "A se croire mort et refaire l’amour encore, je vais t’aimer", haar ogen zongen Sardou.
michel sardou olympia 1976 Olympia, Parijs 1995 https://www.youtube.com/watch?v=IYBeBQuqgek 05min22 Sardou is dan 48, niet meer de het jonkie van 29 in 1976. De vertolking is gerijpt. En de opnamekwaliteit is beter, da’s ook waar natuurlijk.
michel sardou olympia 1995 5 Waarom ik die eerste opname er dan bij gezet heb? Om te kunnen vergelijken, maar eigenlijk had ge die eerste versie mogen overslaan.
In een nieuwsbrief verscheen vandaag de vraag : hoe weet men of een ei rauw is of gekookt. LM houdt zich de laatste vijf jaar regelmatig bezig met de kokerij, en ik vroeg het hem. - Als er een G op staat is het gekookt, antwoordde hij van aan zijn klavier.
Ik schrijf met potlood een G op een gekookt ei, om mezelf achteraf vergissingen en tijd te besparen. - En als het er niet op staat, hoe weet ge het dan? - Wanneer het te laat is, zei hij verstrooid. Dat was weer eens zo’n koddig knuddig antwoord, het soort waar hij een patent op heeft.
Volgens het Net bestaan er trends en modes in eiergerechten. Vroeger waren schijfjes hard ei garnituur bij visschotel. Nu heet de schijfjes-presentatie 'ei carpaccio' en het ding heeft zélf recht op garnituur. Van een upgrading gesproken.
Mama heeft ontbijt op bed gekregen en de kleintjes wilden erbij zijn met als gevolg dat de lakens en de slopen nu vol aardbeienconfituur hangen. Zelf had ze liever marmelade gewild maar haar ontbijt op bed werd een picknick met de kinderen, vandaar aardbeienconfituur.
Vanavond moet ze nog het beddengoed vervangen. En hun pyjama's mee wassen. Vooral niet vergeten.
Na de middag gaan ze naar het speelpleintje, want de kinderen mogen ook iets aan deze dag beleven hé, ze hebben 's morgens al zo dapper het bed helpen vol smossen.
Mama trakteert met een ijsje. Terwijl zij de ijsjes gaat halen, zal papa efkes op de kroost letten. Dat gaat dan zo :
Dit verhaal heb ik zopas terug gevonden. Het gaat over 30 jaar of meer geleden, maar het zou ook vandaag kunnen zijn. Het was op de tweede zondag van mei. Het verhaal is van haar, de woorden zijn van ons beiden.
In mijn vitrinekast, helemaal opzij staat een heel klein porseleinen vaasje. Zo kitscherig, maar met zoveel liefde gegeven door mijn jongste zoon toen hij bijna 6 jaar was.
Er was rommelmarkt op school, en ik had er ook een stand waar ik hun oud speelgoed verkocht. Dat was in samenspraak met de kinderen : wat verkopen we, en wat niet. Het geld dat de verkoop opbracht, daar kregen ze elk één derde van, zodra er een beetje geld te verdelen was. Met dat geld gingen ze dan zelf gezelschapsspelen kiezen en kopen.
We hadden al de helft van de meegebrachte spullen kunnen verkopen en de kinderen hadden van dat geld zaken gekozen en gekocht die ze tof vonden. Toen kwam de jongste af met dat vaasje. "Kijk mama, ik heb dat voor u gekocht, omdat ik weet dat ge dat graag ziet." Daar heb ik een traantje gepinkt van emotie.
Toen kwam mijn schoonmoeder de speelplaats opgestapt. We waren die voormiddag nochtans bij haar langs geweest om haar Moederdag te wensen. Ze zag wat wij aan het verkopen waren, en ze vloog uit : “Zijt ge niet beschaamd ? DIT en DAT heb IK hen gegeven. Gij hebt het recht niet om dat te verkopen!" Groot spektakel.
Mijn argumenten dat de kinderen het speelgoed ontgroeid waren, dat ze er zelf afscheid van namen en dat ze ander speelgoed kochten mochten niet baten. Ze bleef verongelijkt doen. Wat een feestelijke namiddag geweest was eindigde in mineur voor de kinderen.
Dat was tijdens een zwarte periode in ons leven, waarin we elke frank twee keer moesten omdraaien. Dus, vond ik daar oplossingen voor, vandaar de rommelmarkt. De kinderen vonden het super tot schoonmoeder er zich mee moeide. Mémé had wéér een scène gemaakt tegen mama, terwijl iedereen het kon horen.
Ze waren die voormiddag nochtans bij haar langs geweest. Haar was die dag de verschuldigde eer bewezen, volgens de regels van het fatsoen. In de namiddag dan zoiets … een moederdag die bijgebleven is. En het vaasje natuurlijk, gelukkig is dat er ook nog.
Het filmpje circuleert al enkele jaren op het internet, maar moederdag is de geknipte gelegenheid om het nog een keer onder de aandacht te brengen: drie moeders die een eigen versie brengen van de Queen-klassieker Bohemian Rhapsody, Motherhood Parody.
Is this the real life Is this just fantasy? Caught in a landslide No escape from reality Open your eyes Look up to the skies and see
I'm just a mom I need no sympathy Because I do it all On the go Poopy pants, runny nose Kitchen, kids and laundry Everything is dirty No sleep, no sleep.
Momma, I puked in the van Momma, there's gum stuck in my hair I just pushed Lucy down the stairs (she's bleeding) Momma, where did I come from? Better ask your daddy that when he gets home
Momma, oooooooh I don't wanna die Well, you should have thought of that before you broke my lamp!
I smell a little bit of poopy in the van Sarah move, Sarah move Get your butt in the Durango Daddy's coming home late, better fix a hot plate NOW!
I'm just a poor boy can I have some money please? What do I look like? Money doesn't grow on trees! Maybe if you ever picked up your things!
Party at Stevie's house will you let me go? Joshua, we will not let you go! Let me go! Joshua, we will not let you go! Let me go! Joshua, we will not let you go! Let me go! Will not let you go! Will not let you go! Let me go! No, no, no, no, no! Oh mamma mia, momma mia, let me go! If you ask me one more time I'll scream! I'll scream! I'll scream!
So you think I don't care if you stay up and cry? So you think I don't need any sleep tonight? Oh, oh baby Please just go to sleep baby! Just gotta get out Just gotta right out of here
In the end it's worth it Wouldn't change a thing In the end it's worth it In the end it's worth it to me
Daar droom ik al bijna vijftig jaar van, van wagens zonder chauffeur. In élk veilig ontwerp van élke veilige wagen is de chauffeurmens ommers de zwakke schakel. In mijn idee zouden zelfs de hulpdiensten zonder chauffeur ter plaatse komen, zo is er binnenin meer ruimte voor paramedici en apparatuur. En alle nutsdiensten zouden eigen tracés hebben.
Ik vertelde ooit dat mijn ideale wagen iets zou zijn met een klavier als dashboard: men tikt het adres in en de wagen -de module- plus het onderliggend systeem doen de rest, zorgen dat men ter plaatste geraakt. De stoelen vooraan moesten wel kunnen zwenken, zodat we tijdens langere verplaatsingen met vieren een babbeltje konden doen, of kaarten.
Dat ik teveel Asimov gelezen had, zeiden ze toen in 1970. Of Heinlein, of Clarke. Maar het komt dichterbij hoor. Het komt dichterbij … niet élke visie is larie.