Geraardsbergen, waar ik 30 jaar onderwijzer was, heeft een interessante blog Klik op de foto voor méér.
Hieronder volgen enkele foto's van tekeningen die ik gemaakt heb. Ze zijn uitgevoerd in wasco, potlood, houtskool, oostindische inkt of kogelpen. Vraagje: wie herkent bepaalde portretten?
Gary Brooker (Procol Harum)
Robert Vaughn (Man from U.N.C.L.E. )
zelfportret uit 1966
Richard Wright (Pink Floyd)
Walt Disney
Sammy Davis Junior
Adam Cartwright (Bonanza)
Rik Van Looy
Gerry Marsden (Gerry and the Pacemakers)
Rudi Carrell & Guy Mortier
Adam Cartwright (Bonanza)
Leonard Cohen
Marleen De Smet heeft een blog die 'fotogedichten' heet. Een aanrader! Klik gewoon op de foto om een kijkje te nemen.
Frankies (eigen)zinnige poëzie aangevuld met eigen citaten
Frankies stof tot nadenken en meevoelen Denken en emotie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
19-01-2009
Voor Leonard Cohen
Potret van Leonard Cohen, getekend door RB op 7 juni 1969 naar de hoesfoto van de lp 'Songs from a room' ( fragment, met witte wasco)
Voor Leonard Cohen
In jouw stem vind ik de rust voor de inspiratie, al heb ik nooit zo goed als jij Suzanne gekend.
In jouw beelden vind ik schoonheid en gratie, al heb ik nooit zo goed als jij Canada gekend.
In jouw eenvoud vind ik opwinding en ambitie, al heb ik nooit zo goed als jij ware lust gekend.
In jouw woorden vind ik 't vuur en de conditie, al heb ik nooit zo sterk als jij het bedrog gekend.
In jouw muziek vind ik God en veel demonen, al heb ik nooit zo diep als jij eenzaamheid gekend.
In jouw volharding vind ik wat je me wilt tonen, al vind ik oprecht, net zoals jij, dat niemand je echt kent.
een apocalyptisch gedicht over liefde voor het leven
Ambitie
Het ergste toekomstbeeld uit mijn angstvisioenen
is, behalve dat ik jou niet meer zal kunnen zoenen,
dat mijn zeven zintuigen op passief gaan staan: ik zal je in je keuken niet meer kunnen gadeslaan, je zucht na je hazenslaapje niet meer kunnen horen, niet meer proeven wat je klaarmaakte van te voren, niet meer ruiken aan je vingers na het beminnen, niet meer voelen wat je me aandoet, hier vanbinnen. En als je me zegt dat ik eens ga eindigen in het gips, is dat nog geen sluitstuk voor de Apocalyps!
Dan dreunt dat dolle denken door de diepe dalen van mijn muze haar manifeste momentopname, zodat ondanks het fatale fatum van je intuïtie, ik kan genieten van elke seconde meer ambitie!
Gekke kereltjes op het scherm Nog twee gekwetsten langs de berm Granaten op Palestina Er zit gif in melk uit China Leve de nieuwe president! Kijk eens aan wie het hardste rent! Zusje door eigen broer vermoord De tunnel is al half geboord Laserstralen missen hun doel Ruzie maken zonder gevoel Robots rijden door het plasma Babys hoesten meer door astma Mijn tuin ligt vol met bladeren Mijn vrouw die moet vergaderen De winkeltoegang is versperd Bam Boela schiet weer op de paal! Er is nog staking in het staal De laatste vraag antwoord ik fout De Kenyaan verstookt zijn hout Er vliegt een reiger door de lucht Zo bezorgd om vetophoping, maar nog nooit betrapt op doping! Wie gaat straks snel naar de bakker? Is hij dood, die arme stakker? Kom eens helpen, mijn rits is stuk! Net op tijd, dat is pas geluk!
Eén ding staat buiten kijf: Ik verdien wel twee op vijf!
Misschien overbodige informatie: de haiku is een Japanse versvorm, bestaande uit achtereenvolgens 5,7en 5 regels, die heel raak en beknopt een indruk, stelling of emotie verwoordt. Onze premier Van Rompuy is er een krak in.
Geen haiku, o nee...
Zelfs als blogger heb ik een correspondent
die kritiek heeft op een paar van mijn gedichten. Hij beweert (dat hij zowat alles van dichten kent), en dat ze meer lijken op weerberichten.
Hij mist kwatrijnen, sonnetten en alliteraties. Hij vindt troost in de talrijke woorden die rijmen. Want vrije verzen zijn voor hem iets gratis, maar ik vermoed daarin een vorm van slijmen.
Natuurlijk heeft hij volgens mij echt een punt als hij zegt dat haikus een stuk moderner ogen. Maar mijn taal beperken heb ik nooit gekund. Ik word gewoon door inspiratie meegezogen.
Haikus zijn voor mensen met weer te weinig tijd om zich rustig in de poëzie te gaan verdiepen. Daarom dat ik deze dichtvorm liefst vermijd en regelmatig met iets persoonlijks kom piepen.
Ik pik wel iets uit de bijbel of de Kama Sutra En draai er dan mystiek en cynisme om heen. Als men me maar niet vergelijkt met Kamagurka Want ik schrijf liever de dingen die ik meen.
De koude verlamt mijn vingers en mijn handen terwijl ik naar de voordeur van mijn woning loop. De rook verraadt dat de houtblokken branden die ik gisteren wegnam van een slinkende hoop.
De lampjes branden hoopvol aan de kerstboom en het stalletje verwacht vergeefs drie wijzen Ik ga zitten aan tafel en krijg een wensdroom over lentebloesems, nesten en verre reizen.
Mijn vrouw veegt het stof van de warme schouw en legt de liefste nieuwjaarswensen in een doos. Ik begrijp plots waarom ik met haar leven wou Ze kijkt me aan en ik volg haar handen ademloos.
De televisiebeelden flitsen in haar mooie ogen De rode wijn verkleurt de rand van haar glas. Ik streel haar vingers die zelden rusten mogen, ze reiken naar mijn hals en ontspannen mijn das.
Je mist moed om mij in de ogen te kijken, en verkiest een glas witte wijn in te schenken. Je droomt ervan dat je me eerst ziet bezwijken, maar volhardt erin me onvermoed te krenken.
Mijn zweet is voor jou een kassei in je gazon, maar nooit zal je die steen zelf kunnen optillen. Zoals die van de muur die ik wel bouwen kon, voor alle ladders die daar rechtop staan willen.
Als je eikels wilt, dan moet je er één planten, zelfs als je je grond stiekem hebt kunnen kopen: met een masker op verschalkte je de klanten die op je self-made eeuwige leven hopen.
Je zwalpt rond, omringd door hete reddingsboeien, maar ploetert naar de kwallen op een gladde paal, die kreunend zonder doel in draaikolken stoeien, en nagelt je spijker in het verroeste staal.
Eén van de 4 gedichten waarmee ik in 2007 gekozen werd tot dorpsdichter 2007 van Galmaarden. Niet meteen mijn beste ding, maar veeleer een vertelling op rijm over typische elementen van mijn gemeente. (zie ook 'Wandelaar' een soort monoloog van de Mark, de rivier die door ons dorp vloeit)
Thuiskomst.
Weer ben ik terug van een verre reis naar zee of bergen, zon of ijs, en dompel ik me in eigen streek: het lieflijk golvende Tollembeek.
En ondanks tractoren en oogstmachines snuif ik bloemen en tannines of verafgood ik weer de kilte in dit verklaard gebied van stilte.
Waar men in het weekend zijn grasveld maait en s nachts ook volop oogst en zaait, waar de jeugd ongeremd op brommers snort en mijn buurman op de zijne knort.
En eer de zon komt voor de maan, ziet men aan t station al autos staan die heel vroeg hierheen zijn gekomen en me wekten uit mijn dromen.
In de villawijk bij het middelste kavel pronkt een molenromp, wit als een snavel, die me teruggooit naar de tijd van trekpaard en noeste landarbeid.
Als mijn oog rust op het monument voor gesneuvelden die niemand meer kent en ik de lege blik zie van een soldaat klinkt achter mij: Bloemkool! Tomaat!
En s zondags luidt de klok van de kerk, want de pastoor doet hier nog zijn heilig werk. Prompt fietsen veel mannen weg van huis langs de 'kapellen', maar geen kerk of kluis.
Wie geen auto heeft, en iets wil kopen, heeft pech wanneer hij last heeft met lopen, want er zijn geen winkels meer bij de deur, en je moet naar Galmaarden voor t gesleur.
Daar vind je 't beste brood, zelfs echte hespen en in t containerpark het meeste wespen. Daar is de markt, gezelligheid eerste klas bij het frietkot en ook op een terras.
Ik ben er thuis, en zoals bij alle mensen leven hier verdrongen en verhoorde wensen, en al denk ik: het is wel niet ideaal, toch is dit ons leven, van ons allemaal
De juf is jong maar jij bent nog jonger, en vandaag is voor jou de eerste dag op de grote school geweest.
Sneeuw en ijs versperden je vergeefs de weg, die je uiteindelijk leiden zal, via spel en oefening, naar instructie, zelfs 'theoretische praktijk en praktische theorie'.
Misschien is het een stuk verder dan twintig jaren van je jonge leven. Zo herkenbaar als het kartonnen huis dat je zelf versierde, zoals je wis en zeker ook met je toekomst gaat doen. Wij zorgen voor de ramen, en jij kiest wel waarvoor ze dienen. Morgen...
Op de Congoberg, in Vollezele (Vl.Br.) woonden vroeger talrijke mijnwerkers, die lang voor zonsopgang te voet naar het station stapten van Tollembeek, om dan naar de Waalse mijnen te gaan werken. Het was de enige manier om voor hun gezin de kost te verdienen. Dank zij hard labeur, en zonder veel daglicht te zien...(zie ook het allereerste gedicht op deze blog)
Als het geregend heeft, vind je soms iets glanzen op de velden: een scherf van een Romeinse dakpan, pot... want 2000 jaar geleden hadden de Romeinen op deze hoge droge plek een villa gebouwd. Archeologen doen er nog regelmatig interessante vondsten.
Ik ben Roland Bourgoignie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Frankie ( eurocent op forum).
Ik ben een man en woon in Everbeek (Oost-Vlaanderen) (nog steeds België) en mijn beroep is toeterniemeertoe.
Ik ben geboren op 06/01/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven en alles wat ik daarbij nodig vind...
Bob Dylan als inspiratie, (niet)publiceren mijn frustratie, mijn gezin is mijn gratie, eerste dorpsdichter Galmaarden (2007) worden was een prestatie, dat u komt lezen is een sensatie!