Kustvolk.
Wie zegt kustvolk denkt al gauw aan stoere vissers en ruwe zeebonken. Die zijn er ook natuurlijk, maar het kustvolk heeft andere eigenschappen die soms over het hoofd worden gezien, en ik vraag me af of Dana Winner met haar Westenwind wel goed heeft begrepen dat ze nét de nagel op de kop sloeg:
Aan de zee zijn de gedachten niet zo klein en niet zo beperkt.
Inderdaad! Hier zijn de gedachten véél minder beperkt en klein! En ik denk dat ik er ook een verklaring voor heb gevonden:
Heel lang geleden leefde het kustvolk hoofdzakelijk van wat de zee hen bood. Nederzettingen ontstonden dan ook vooral in of achter de duinen, zo dicht mogelijk bij de zee.
Het was ook een tijd dat een vreemde nog niet als toerist werd beschouwd, maar wantrouwend werd bekeken. Wat kwam die hier doen? Komt die ons bestelen? Tja
het waren ook tijden dat het elk voor zich was en dat je verondersteld werd om eigenhandig je dierbare bezit te beschermen.
Bijgevolg was iedereen, en niet alleen de kustbewoner, op zijn hoede en leerde onbewust welke manier de beste verdediging was.
Omdat het binnenland in die tijden heel bosrijk was, voelden de mensen aldaar zich pas veilig als ze tussen de bomen konden lopen waar ze niet zo gauw zichtbaar waren voor vijanden en vreemden. Met andere woorden: als ze klein en beperkt, verborgen bijna, konden leven, voelden ze zich prima.
Aan de kust daarentegen, en zéker op het strand, waar het bedrijfsleven zich grotendeels afspeelde, waren geen bomen en werd onbewust een andere manier van bescherming gebruikt: omdat zowel de zee als de kuststrook heel open gebied was, voelden ze zich pas veilig als ze een eventuele vijand, of die nu uit de zee kwam of vanaf het vasteland naderde, van heel ver konden zien en zich konden voorbereiden op de confrontatie.
En ik denk dat deze mentaliteit zich in ons onderbewustzijn heeft blijven nestelen, want telkens weer moet ik vaststellen dat kustbewoners nog altijd veel meer openminded en minder vitterig zijn dan de mensen uit het binnenland.
Steeds weer ondervind ik dat mensen uit het binnenland veel op een wat meer gesloten manier blijven denken en leven, meer in zwart-wit denken, en minder openstaan voor andere meningen. (Door de prehistorie ingebouwde oogkleppen? Ik zou het niet weten).
Maar voordat jullie de wenkbrouwen gaan fronsen: ik bedoel er niets negatief mee. Ik stel enkel dit kleine (of grote?) verschil in denkwijze vast en denk dus inderdaad dat aan de zee de gedachten minder klein en beperkt zijn.
Waarom ik dit de moeite vind het te vermelden? Wel, ik zegde het al: ik ben een opmerkzaam mens en sta telkens weer verwonderd bij de vele rare hersenkronkels van de mensen, die op lange termijn toch beginnen op te vallen, en me telkens weer weten te boeien.
De mens is dan ook wel een héél boeiend wezen! Elke mens is een boeiend individu op zichzelf, met elk zijn eigen karakter, maar bovendien ook met speciale karaktertrekken, eigen aan streek en afkomst. En het loont zéker de moeite om daar even bij stil te staan en naar achtergronden te zoeken.
Een tweede vaststelling: in eerste instantie door de aanwezigheid van de zee, maar (misschien onbewust) zeker ook door de open mentaliteit van de bevolking, is de kust ondertussen zó aantrekkelijk geworden dat velen zich hier zijn komen vestigen, zodat zich stilaan een mix van beide mentaliteiten aan het vormen is.
Tot mensen die er over denken aan de kust te komen wonen kan ik dan ook enkel maar zeggen: houd rekening met onze mentaliteit, laat futilitaire zorgjes achterwege, en jullie zullen hier met open armen worden ontvangen.
Wat zegt dat verhaal eigenlijk over het menselijk brein? Wel, of we dat nu willen of niet, ons onderbewustzijn scant voortdurend de mensen in onze omgeving. Vrouwen zullen wel meer afgaan op hoe iemand gekleed loopt , maar mannen speuren eerder naar de inhoud. Pas als we wat meer bewust gaan leven, nemen we dat innerlijke stemmetje ook beter waar.
Bovendien werken informatie uit de media, reglementen en wetten, en dan vooral overreglementering, in de hand dat we het stemmetje uit ons onderbewustzijn meer en meer het zwijgen opleggen. En daarmee ook: onze natuurlijke instincten, ontstaan uit duizenden jaren ervaring van het menselijke ras.
Maar die oer-ervaringen zijn juist de beste maatstaven om onszelf en onze leefomgeving te beschermen en leefbaar te houden! Ze zijn ons overgeleverd door de ervaringen en tegenslagen van onze voorouders!
En als die oer-instincten ons dan al wantrouwig kunnen maken ten opzichte van landgenoten (soms vinden we de mensen van het dorp naast het onze al op een of andere manier vreemd en anders), hoe staat het dan ten opzichte van andere rassen?
Zijn we dan verstokte rascisten? Neen! We proberen gewoon volgens de stem binnen in ons te leven: de natuur. En die natuur
die beschermt zélf de rassen, en zorgt ervoor dat elk ras zijn waardigheid behoudt, door ons, zodra mensen in onze omgeving zich héél anders gaan gedragen, een waarschuwingssignaal te geven.
En dan
dan komen piepjonge parlementairtjes ons in het oor fluisteren dat we multicutureel moeten leren leven, en voorwaar, ze zien zelfs nog de kans om ons dat wettelijk te verplichten en met lede ogen toe te zien voor wié onze voorvaderen eigenlijk hun leven hebben gegeven. Ruikt héél erg naar landverraad. Is het dan verwonderlijk dat die ondoordachte uitspraken niet werken?
Willy.
|