Sommige goede dingen blijven, gelukkig, bestaan. Een van die dingen is de vistrap in Oostende. Gelegen aan, natuurlijk
de Visserskaai.
Van s morgens vroeg zijn de vissersvrouwen er al hun verse waar aan het aanprijzen, en inderdaad, verser kan niet. Zó van het schip in de vele stalletjes.
Of het ook nog goedkoop is? Niet echt. In de doorsnee viswinkel, buiten de toeristische centra, vind je soms wel ongeveer dezelfde prijzen, maar zelden dezelfde versheid. En als de vissersvrouwtjes je al een beetje beginnen te kennen worden er wel al eens wat visjes bovenop gegooid voor hetzelfde bedrag.
Helemaal anders dan de gevestigde viswinkels in de toeristische zone. Daar wordt veel meer aandacht besteed aan de verleidelijke presentatie dan aan het product op zich, en worden de prijzen natuurlijk ook aangepast aan het toeristisch gedrag.
Wat ook opvalt aan de vistrap, is het feit dat je er nooit vis zult ruiken. Die ruik je pas als je een doorsnee viswinkel voorbijloopt. Maar aan de vistrap? Zuivere zeelucht. Anders niets.
Verse vis heeft namelijk nagenoeg geen geur. Die geur komt er pas bij als het beestje al wat langer het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld.
En toch ligt die vistrap ook midden in een drukke toeristische zone, maar toeristen vind je er minder. Die komen namelijk van het station naar de Zeedijk gewandeld, en zijn, net vóór ze de vistrap voorbijlopen, al een hele serie veel verleidelijkere kraampjes voorbijgelopen.
Kraampjes waar je heerlijk ogende plastic visschoteltjes kunt kopen, en die worden dan ook massaal verkocht. Zo op het oog een volledige maaltijd. Ziet er grandioos uit. Het water komt je in de mond. Bomvol gevuld met
een bovenlaagje van surimi (?!?) in de vorm van kreeftjes, krabbepootjes en andere zeevruchtjes
en nét daaronder, maar onzichtbaar, zon 2 à 3 cm dikke laag gesnipperde ui
Gelukkig staan er veel afvalbakken in de omgeving, want wie gaat nu een half pond rauwe uiensnippers gaan opeten? Volledige maaltijd?!?
Maar goed, die toeristen zijn dus al volop hun vermeende verse visschotel aan het eten als ze achteloos de vistrap voorbijlopen zonder er op te letten.
En trouwens, hun bestemming is meestal toch het strand, en daar ga je toch niet liggen zonnebaden met een paar kilo verse vis naast je hé? Tenzij je met gestoomde vis wilt thuiskomen.
En zo komt het dat de vistrap (die trouwens helemààl geen trap meer is) haar authenticiteit heeft kunnen behouden tot grote vreugde van de inboorlingen en spijts alle toeristische strekkingen.
Nou ja, de moderne mens, en zéker de mens in toeristisch uniform, wil nu eenmaal bedrogen worden. En dus: waarom niet toegeven aan die wil en er nog grof geld aan verdienen ook?
Eerlijkheidshalve moet ik hier nog aan toevoegen dat die kraampjes toch wel één artikel verkopen dat wél heerlijk vers is: wulken. Alhier wulloks genoemd (soort zeeslakken). Die staan dan heerlijk dampend in een kookpot te sudderen en worden zó uit de pot per portie verkocht. Voor de rest mogen ze wat mij betreft hun rommel houden.
Willy.
|