Lawaai, zo ondervond ik, is een heel subjectief gegeven. Toen ik van Knokke naar Oostende kwam wonen verwonderde ik me heel eventjes over de vele sirenes die je bij dag, en zelfs bij nacht, hier hoort! Eventjes maar
toen werd ik er aan gewoon. Want kijk, nu net hoor ik er weer eentje, omdat ik er op toegespitst ben. Anders zou ik het niet eens hebben gehoord. In Oostende noemen ze het gewoon stadsmuziek.
De sirene van een voertuig van de hulpdiensten bij dag, te Knokke, was een zeldzaamheid en betekende écht wel hoogdringendheid en levensgevaar. Bij nacht was het totaal taboe! Hier te Oostende geloof ik niet dat hulpdiensten ooit buitenrijden zonder sirene. En of het middag is of middernacht, het doet er niet toe!
Gaat het dan telkens echt om levensgevaar? Geloof ik nooit! Ik maakte zelf bijna 40 jaar deel uit van de hulpdiensten, en het gaat veeleer om burgerzin en persoonlijke opvoeding! Voor je eigen plezier de bevolking gaan opschrikken vond ik maar niks. Natuurlijk is het veel plezanter om uit te rijden met sirene. Natuurlijk geeft het een kick alle voertuigen te zien uitwijken vóór je uit! Natuurlijk is het plezant om aan je publiek te kennen te geven: Kijk! Hier rijdt wél een held hé? Hebben jullie het allemaal gezien? Ik ga eens eventjes levens gaan redden zie!. Dàt is eigenlijk meestal de boodschap die ze met hun sirenes proberen te verkopen.
Allemaal heel verleidelijk! Vooral voor jong, aankomend personeel. Maar met de juiste opleiding is het echt wel mogelijk om die drang sterk in te perken. Wijzen op burgerzin. Er op wijzen dat de normale mens bij nacht slaapt en geen behoefte heeft aan huilende sirenes. Je personeel motiveren. Dat helpt echt.
Hier te Oostende lijkt die opleiding te ontbreken. En zijn de klachten bij het gemeentebestuur dan ook legio. De reactie van het bestuur in de plaatselijke kranten is dan ook steeds weer: Oostende is een grote stad, er gebeurt veel, en het is allemaal dringend.
Kom nou! Een drogreden! Gewoon een gebrek aan discipline! Gebrek aan burgerzin. Gebrek aan de juiste opleiding en verantwoordelijkheidsgevoel.
Maar ik persoonlijk, en dat was eigenlijk de reden van mijn column, heb er geen last van. Zit niet de hele dag te luisteren of ik soms écht niet iets kan opvangen dat me stoort, zodat ik kan gaan klagen. Verre van! Sirenes heb ik gewoon leren aanvaarden als de exclusieve achtergrondmuziek van Oostende en hoor ze niet eens meer. Wat mij betreft spelen ze hun spelletje maar voort als dit hen zo amuseert. Ik zal me er in elk geval niét aan ergeren!
Maar je hebt andere lieden! Lieden die zich aan letterlijk alles storen en dan inderdaad eindigen met zware hartproblemen en hoge bloeddruk. En ja, ik kan die professor die onlangs in het nieuws verklaarde dat lawaai inderdaad zware problemen voor hart en bloeddruk kan geven, begrijpen.
Maar! Staat die professor er ook bij stil om welk soort mensen het dan gaat? Beseft, of vermoedt hij ook maar dat ze het voor een groot deel zichzelf aandoen door zich aan letterlijk alles te ergeren? Door als het ware op de uitkijk te staan tot ze iets vinden dat ze stoort?
Ik herinner me uit mijn carrière de vele klachten wegens nachtlawaai. Sommige mensen die niet ver van een dancing woonden, konden niet slapen van de keiharde muziek.
Als we dan, om de verplichte vaststellingen te kunnen doen, het appartement, of zelfs de slaapkamer betraden, dan moesten we al heel erg de oren spitsen om, inderdaad, van héél uit de verte, enig basgeluid te kunnen horen. Maar voor dié mensen was dat blijkbaar voldoende om niet te kunnen slapen! Om dat nauwelijks hoorbaar geluidje? Helemaal niet! Wél door te liggen luisteren óf er soms niets te horen zou zijn en hun slapeloosheid daar dan op te verhalen.
Tja
wáár moeten dergelijke mensen dan gaan wonen? In een rustig, landelijk gebied? Vergeet het, want daar zullen ze dan wakker worden van de uilen, ganzen, eenden, koeien, kikkers en weet ik veel. Eigenlijk zou je die mensen moeten aanraden om dan maar op de maan te gaan wonen, maar dat mag je natuurlijk niet zeggen!
Waarmee ik maar bedoel: elk verhaal heeft twee zijden! Het kan gaan om een onverdraagzame luisteraar of om een soort lawaai dat er inderdaad over is. Oordelen kun je dan ook pas door persoonlijke vaststelling ter plaatse.
Nu moet een kinderopvang te Brugge sluiten. Eén buur klaagt. Over welk soort mens gaat het? Hij kán gelijk hebben. Dat weet ik niet. Maar als hij behoort tot het soort dat zich aan alles ergert en van alles een hoge bloeddruk krijgt, dan zou ik eerder geneigd zijn te zeggen: Verhuis dan hé vent, en laat kinderen kinderen zijn!
En vooral het feit dat géén andere buur klaagt, ja, dat er zelfs ééntje meeliep in de betoging om dat opvangtehuis open te houden, zegt al verdacht veel over de klager.
Maar ik oordeel niet. Verkondig gewoon wat ik beroepshalve ondervond van een bepaald soort mensen! Mensen die zichzelf in de vernieling helpen met wélk soort ergernis ook. Ze vinden altijd wel wat.
Willy.
|