Antonio Pereira staat in de tropische regen met een spandoek voor de ingang van Alunorte, de grootste aluminiumfabriek ter wereld. Pereira en zo’n honderd buurtgenoten schreeuwen, blazen op fluitjes en slaan met plastic flessen om nog meer herrie te maken. Al een kleine week vragen ze zo om aandacht, want ze zijn boos.ANTONIO PEREIRA
“Vorige week is een meer met giftig afval van de aluminiumfabriek overstroomd. De rode modder liep direct in de riviertjes waar wij ons drinkwater halen”, zegt Pereira. Hij woont in Bom Futuro, een van de wijken in de Braziliaanse gemeente Barcarena die het dichtst bij de aluminiumfabriek ligt. “Het water dat we drinken is verschrikkelijk vervuild, we zijn bang voor onze gezondheid. Een aantal van m’n buren is al ziek. Maar ik moet het wel drinken, ik ben werkloos en heb geen geld om schoon water te kopen.”
Na hevige regenbuien stroomde vorige maand een rode, giftige modder uit twee opslagbassins van Alunorte rechtstreeks het milieu in. Uit onderzoek van het ministerie van volksgezondheid blijkt dat de concentraties fosfor in een van de rivieren in het gebied hierdoor zeven keer hoger zijn dan toegestaan. Bovendien heeft het water een extreem hoge zuurgraad. Niemand moet van dit water drinken, waarschuwt het ministerie.
Het aluminiumbedrijf, dat in handen is van het Noorse Norsk Hydro, ontkent dat de bassins zijn overstroomd. “Technische studies door verschillende toezichthouders bevestigen dat er geen lekkage uit onze afvaldepots heeft plaatsgevonden”, zegt het bedrijf in een persbericht. Alunorte heeft wel drinkwater uitgedeeld, maar lang niet genoeg voor iedereen. Antonio Pereira zegt bijvoorbeeld nog geen druppel water te hebben ontvangen.
De aluminiumfabriek, die voor bijna 35 procent eigendom is van de Noorse Staat, is gevestigd in Barcarena, een gemeente in de oostelijke Amazone. 85 procent van alle aluminium die in Barcarena wordt geproduceerd, vertrekt per vrachtschip naar het buitenland. Een groot deel van die schepen heeft bestemming Rotterdam. Het bedrijf is met minstens elf brievenbusbedrijven ook zelf in Rotterdam gevestigd. Rechter
Hoewel Barcarena een havengebied is met veel zware industrie, leven tussen de schoorstenen en containerschepen tientallen traditionele gemeenschappen. Zij drinken water uit riviertjes en proberen te leven van landbouw en visvangst.
Om die gemeenschappen te beschermen heeft het Openbaar Ministerie direct na het incident een zaak aangespannen tegen het bedrijf. De aanklager eiste dat de fabriek werd stilgelegd, waarop de rechter besloot dat Alunorte de productie met de helft moet terugschroeven. Volgens de rechter staat het vast dat het bedrijf op illegale wijze afval heeft geloosd en dat het zonder de benodigde vergunningen werkt. “Dit toont een compleet gebrek aan respect voor de bevolking van Barcarena”, schrijft de rechter in zijn uitspraak. “Deze grote bedrijven brengen enkel vernietiging van het milieu en de lokale bevolking, zonder ook maar een enkele wederdienst te leveren”, concludeert hij. Alunorte heeft inmiddels aangekondigd dat het voorbereidingen treft om de helft van de productie stil te leggen. Gebeurt dat niet, dan dreigt een boete van zo’n 125.000 euro per dag.
“We zijn nog lang niet klaar met deze zaak”, zegt openbaar aanklager Eliane Moreira. “Het bedrijf zat fout, maar jarenlang was er niemand die ze terugfloot”, benadrukt ze. “Milieuautoriteiten en lokale politici lieten dit allemaal gebeuren. Praktisch alle betrokken partijen hebben gefaald, ernstig gefaald.” Moreira bereidt aanklachten voor tegen de milieuautoriteit en de lokale overheid. Daarnaast gaat het OM een strafzaak aanspannen tegen de aluminiumproducent.
Maar met deze maatregelen is Maria Madalena niet geholpen. Zij vormt met haar gezin en 24 andere grote families een traditionele vissersgemeenschap. De gemeenschap is aan drie kanten ingebouwd door de aluminiumfabriek, een chemicaliënbedrijf en havens. Al die bedrijven lozen regelmatig hun giftige afval in de rivier Dendê, zonder dat er een haan naar kraait, zegt ze.
Vanuit haar houten huisje, dat op palen over een zijtak van een rivier is gebouwd, kijkt Maria Madalena sinds een aantal dagen uit over een bruine derrie. “Tot een paar dagen geleden dronken we dit water en gebruikten we het om ons te wassen. Maar nu is het zo vies dat we het nergens meer voor kunnen gebruiken. Onze kinderen kunnen er zelfs niet meer in spelen.” Geld om schoon water te kopen heeft ze niet. “We vangen regenwater op, maar dat is niet genoeg. Als het niet regent hebben we niks.”
Het is niet de eerste keer dat de gemeenschap te kampen heeft met zware vervuiling. In 2009 loosde chemicaliënbedrijf Imerys giftig afval. Ook Alunorte loosde in dat jaar een nog grotere hoeveelheid gif dan vorige maand. Het aluminiumbedrijf kreeg een boete van zo’n 4,3 miljoen euro, maar die is tot op de dag van vandaag niet betaald.
Gemeenschappen zoals die van Maria Madalena betaalden wel een hoge prijs. “De rivier lag na de lozing in 2009 vol met dode vissen”, zegt ze. “Sinds zo’n vier jaar is er helemaal geen vis meer.” De boten liggen stil, de vissers zitten werkloos thuis.
Maria Madalena en andere bewoners van de gemeenschap Ilha de São João klopten overal aan voor hulp: bij de bedrijven, de milieuautoriteit, de gemeente, het OM, maar tevergeefs. “Het lijkt wel of we voor hen niet bestaan. Van niemand krijgen we hulp.”
Bewoners van Barcarena vrezen voor ‘een tweede Mariana’. Mariana is de naam voor de grootste mijnbouwramp in de geschiedenis van Brazilië die zich 2,5 jaar geleden voltrok. Nadat een dijk van een meer vol mijnbouwafval in de gemeente Mariana bezweek, stroomden dorpen in de deelstaat Minas Gerais onder met giftige vloeistof. Negentien mensen kwamen om het leven. De zestig miljoen kubieke meter toxisch afvalwater, afkomstig van een ijzerertsmijn, verspreidde zich over een gebied van honderden kilometers. Vissen in de Docerivier stierven massaal en vissersgemeenschappen wachten nog steeds tot de vis terugkomt. Economische pijler
Hoe kunnen we zeker weten dat in Barcarena niet ook een keer een dijk breekt?, vragen de bewoners zich af. Veel garanties zijn er niet. Voor de Braziliaanse regering is mijnbouw één van de pijlers waarop het hoognodige economische herstel van het land moet worden gebouwd. Nu de economie weer wat aantrekt, voeren bedrijven hun productie op en geven overheden nieuwe mijnbouwvergunningen af voor gebieden diep in de Amazone.
In Barcarena opent de ene na de andere nieuwe fabriek. Maar het milieutoezicht wordt almaar zwakker en de bedrijven profiteren daar graag en gretig van. Vorig jaar werd het budget van het ministerie van milieu met de helft gekort. Hoewel ook andere overheidsorganisaties vanwege tekorten moeten bezuinigen, kreeg geen enkel ministerie zulke grote klappen. En ook in voorgaande jaren is het milieutoezicht keer op keer verzwakt. Uit onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat Ibama, de federale milieuwaakhond, in zes jaar tijd een kwart van haar toezichthouders moest ontslaan. Daar komt de nieuwste ontslagronde nog bovenop.
“De overheid doet alsof wij alle ontwikkeling willen tegenhouden”, zegt Mário Santos, leider van een gemeenschap die afstamt van ontsnapte slaven die zich in 1838 vestigden in het bos bij Barcarena. “Maar dat is niet zo”, zegt hij.
“Wij vinden het prima als hier bedrijven komen. Maar dan moet er wel gecontroleerd worden of zij onze rechten respecteren. En daar ontbreekt het volkomen aan. Dat maakt ons bang.”
Karlijn Kuijpers TROUW krant©
De vissersgemeenschap Ilha São João © Karlijn Kuijpers
' De geschiedenis herhaalt zich wederom, Brazil zal bloeden, het volk, flora, fauna... De regering heeft lak aan dit alles, voorop staan de economische belangen... corruptie is nog nimmer zo groot geweest in Brazil...' Rw storyteller
|