Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
26-05-2006
55 Jung-In seok
Af en toe duikt er uit het Oosten een pedagoog op die het sneller leren van andere talen denkt uitgevonden te hebben. Zo stootte ik op een video-opname van VRT I uit 1999 van een methode volgens de gevoelsinterpretatie. Zij komt uit Seoul en komt van Jung - In Seok. Er wordt intensief gewerkt op de mimiek met als doelstelling het Engels te spreken zoals een Narive Speaker. Deze reslultaten tonen geforceerde bewegingen van lippen en kaken. De uitspraak is niet beter dan in het traditioneel onderwijs en blijft ver achter op de resultaten van onze avsg - methode. Op koppen vertoonde men gisteren een operatie van een Franse vrouw waarbij haar hond, haar neus en mond weegbeet. Een wonderlijke transplantatie gaf uitstekende resultaten. Het resultaat van haar spreken deed mij denken aan de getoonde sprekers bij de beschreven methode, met dit verschil dat het bij de transplatatie als wonder heet.
Het advies van die dag luidde : In Persoon en Gemeenschap 36ste jg febr.1984 nr.6 pag.234 stond een artikel over de "Optimale leeftijd voor vreemdetalenonderwijs". Freinet in het secundair onderwijs in "Westerman Pädagogische Beiträge". Wij zouden abonneren op "Outcomes" de kwartaalbrief over Mastery Learning, maar dat is niet gebeurd!? Op 21.2.1984 hield prof. Devriendt een bijscholing over de "Ausiovisuele Structureel Globale Methode" Het ontbrak ons dus niet aan ideeën en daadkracht, om de kwaliteit van ons talenonderwijs op te voeren
Sedert de start van de talenbeurzen van Jean Pierre Gaillez zorgden wij voor de Vlaamse aanwezigheid. Deze Waalse gedreven leerkracht voerde het audiovisueel taalonderwijs aan anderstaligen en het Europese spectrum van talen hoog in het vaandel zoals wij. Wij hebben mekaar daar dan ook snel gevonden. De eerste keer was de beurs in het Paleis voor Schone Kunsten. Koningin Fabiola bezocht er onze stand. Enkele jaren later was koning Boudewijn onze eregast. Zie de foto op http://be.msnusers.com/Torenroepthaan . Wij waren zeer snel opgemerkt als dynamische ploeg in de beurs. Geen enkele bezoeker kwam voorbij onze stand zonder dat hij onze circulaire mee had. Wij gaven ook demonstraties van onze didactische peilers en meerwaarde : het A.A.C.C. (beter A.A.AC.ZC.) talenpracticum en de AVSG methode. Mijn goede vriend Jan Van den Broeck heeft eens een publiciteisfilmpje over onze school gemaakt. Dat begon met een intro aan het kasteel van Bouchout in de Plantentuin van Meise. Maar de klank was in deze inleiding veel te luid. We vergaten vaak , als de projectie herbegon, de klank stiller te zetten. Toen klonk mijn stem en de oproep om talen te leren in Meise boven de hoofden door heel de zaal. Alle aanwezigen spoedden zich dan ook snel naar onze stand. Onze leerkrachten droegen een oranje shirt met AVC Meise. Hiermee heb ik mijn meeste marathons gelopen. Onze zaalvoetbalploeg was er ook mee uitgerust. Toen de talenbeurs naar het trappencomplex aan de overkant verhuisde, brachten wij een fluorescent lint aan dat naar onze plaats leidde. Door het grote succes verhuisden wij naar het centrum van Brussel in een leegstaand warenhuis aan de beurs. Later vertoefden wij in Kinepolis, waar we uiteraard veel meer mogelijkheden genoten. Onze goede vriend Jean Pierre Gaillez was de man die functioneel talenonderwijs aanprees bij de Waalse politici. Oud leerkracht Lieve Carchon bracht mij met hem in contact, want zij werkte mee aan de opleiding Nederlands voor federale politici en ambtenaren.
In het kader van ons onderzoek naar de leerresultaten in ons AACC-talenpracticum, dat in Meise en in Strombeek gebruikt werd, zochten wij naar observering met eenvoudige notities. Zo werden de diacritische tekens (D.T.) van het fonetisch schrift, met voorbeelden van transcripties in 7 talen ingeleid. Maar zeer snel bleek, dat dit voer voor specialisten was. Zo zijn we overgeschakeld naar het vaststellen van wat we de fonemen kunnen noemen in verschillende talen. Het gaat hier over het éénduidig opschrijven van wat men hoort, dus de verschillen tussen klank en schrift. Bij het aanvankelijk lezen komt dit probleem ook op de voorgrond. Daar noemt men dit de leessymbolen Kinderen hebben echter reeds een uitgebreide verbale taalbagage. Om snel te leren lezen moeten ze op grond van wat ze zien, alles kunnen betekenisvol verklanken. Anderstaligen op het 0-niveau missen echter de verbale taalbagage. Daarom is het veel eenvoudiger van in het begin, enkel met dialogen (scenario's) te werken en het schrijven en lezen uit te stellen. De betekenis kunnen ze vatten via het beeld (visueel).
52 Compatibel. In "Samenleving en Technologie" Brussel 28.4.1983 GERV berichten 41, december 1983 pag.89 : De heer J.De Cuyper (Gemeentelijke Taalleergangen - Audio - Visueel Centrum Meise) stelt dat het aanbod van de leermiddelen sterk gecommercialiseerd is. Hij vreest t.a.v. de micro - elektronica dat de didactisch beste systemen onbetaalbaar worden en van de markt verdwijnen, zoals dat het geval is geweest met de audio - visuele middelen. Hij stelt vast dat echte interactieve computersystemen met de meeste didactische mogelijkheden te duur zijn voor de scholen. Bovendien zijn weinig systemen compatibel. Hij pleit ervoor dat de industrie zorgt dat alle microcomputers en hun software onderling compatibel worden. Ofwel dient een onafhankelijk, objectief en deskundig centraal adviesorgaan te worden opgericht in het ministerie, dat de scholen informeert bij de keuze van de computers. Tenslotte hoopt hij dat de universiteiten hun potentieel rechtstreeks ten dienste stellen van de scholen. In 1983 kostte een computer bijna een half miljoen Belgische frank ( 10000,00). De commercialisering gaat verder. Gelukkig zijn de prijzen sterk gedaald. Er zijn echter nog interessante systemen die te duur zijn. De compatibiliteit is sterk verbeterd dank zij de informatica. De rest laat ik aan uw oordeel over.
In 1984 vinden wij in de pedagogische archieven van het AVC de rubriek C.L. met tips voor taalleerkrachten om zich bij te scholen.
De rubriek bevatte drie delen :
Teksten : infoblad ministerie (differentiatie binnen klasverband, mastery learning en multimediaal werken); info vernieuwing onderwijs : vreemde talenstudie Belgen doorgelicht. Onze bedenking : Spreken is reëel een individuele aangelegenheid en richt zich meestal tot een ander individu (dialoog) of hooguit kleine groepjes. Spreken voor een groot publiek is vrij uitzonderlijk. Hoe realiseren in een klas van 20 à 25 studenten ? Persoon en gemeenschap : zelfanalyse en onderwijsbegeleiding. Syntheserapport talenkennis bij jonge afgestudeerden (Vlekho).
Vakvergaderingen (later kwaliteitskringen) : Per afdeling trimesterieel en themavergadering a.v.s.g. met prof. De Vriendt De Man.
Persoonlijk werk : multimediale leerpakketten om het onvoorbereid vervangen op te vangen.
49 Kind en taal De baby experimenteert met klank. Bij de geboorte is elk kind honderd procent meertalig. Onze taal is universeel. Na ongeveer negen maanden richt het zich op de taal van de moeder en neemt het aangeboren taaltalent af. Toch blijft ruim tachtig procent van de wereldbevolking meertalig ingesteld. De meeste kinderen leren eerst een dialect. In de school komen ze meestal in contact met hun standaard moedertaal. Maar velen groeien op in een tweetalige omgeving. Zeker de migranten, maar ook zij die aan een taalgrens leven. Over deze problematiek vinden wij meer op
49 Toneel Minister VdB deed vrij enthousiast over de opvoering van Romeo en Julia in het CC De Zandloper in Wemmel voor de anderstaligen die Nederlands leren op het laagste niveau. Het toneelstuk zou zich beperken tot 1000 woorden en is bestemd voor educatief gebruik voor studenten die niveau 1 bereikten. Het is echter niet duidelijk over welke 1000 woorden het gaat. Want als deze willekeurig zouden zijn, heeft dat weinig didactische waarde. Als het over de 1000 meest frekwente woorden in gesproken (standaard) Nederlands zou gaan, zouden wij de doelstelling beter benaderen. Maar dan stelt zich onmiddellijk de vraag of een toneelstuk met enkel deze woordenschat mogelijk is. Ik wil dat graag eens analyseren, maar dan moet ik over de tekst beschikken. Wij gaan het dan nog niet hebben over welke (standaard) uitspraak de acteurs gebruiken. Want het effect op het leerresultaat van de studenten is nooit onderzocht. Dat zou eens dringend moeten gebeuren!
48 Frans In Brussel slaagde 70 % van de leerkrachten niet voor het examen Frans. Vroeger bestond er een examen dat de mogelijkheid bood Frans te geven aan de kinderen van de derde graad. Er was ook een examen grondig Frans. Nu is dat in Brussel een opstel en een dictee. Hiermee evalueert men uiteraard enkel schriftelijke taalbeheersing. Dat de resultaten zo laag uitvallen verwondert mij niet. Dat ligt in de eerste plaats aan de gebrekkige opleiding die nog steeds gegeven wordt volgens de didactiek van de moedertaal : veel theorie en weinig funktionele vaardigheden. Zo lang dat niet verandert zullen de resultaten bedroevend zijn. En dan hebben we het nog niet over de correcte uitspraak, waarbij men het verschil niet hoort met een native speaker. Waarom draait men de zaak niet radicaal om. In Brussel zijn voldoende native sprekers voorhanden. Laat die toe in het Nederlandstalig onderwijs. De Nederlandstaligen kunnen dan aan de slag voor hun taal in de Franstalige scholen. Dat bevordert bovendien de samenwerking en het samenleven in Brussel, het multiculturele. Dat men eindelijk ook eens het gesproken standaard Nederlands vastlegt. Voor Frans bestaat dat al sinds de jaren zestig, bijna 50 jaar. De multiculturele context biedt, in het volwassenenonderwijs alleszins,een objectieve meerwaarde voor het gesproken vreemde talenonderwijs in Brussel. Het biedt een waarborg dat ons didactisch profiel op de letter toegepast wordt. Nu nog een doordachte methode : structureel- globaal en audiovisueel. Noem het voor mijn part multimediaal. Als de fundamentele principes van ons didactisch profiel voor talen aan anderstaligen maar geëerbiedigd worden !
Eén op acht jongeren behalen hun diploma secundair onderwijs niet. Dat is een achteruitgang en staat beneden de vooropgestelde Europese norm : 10 %. De oorzaken zijn volgens de minister een verkeerde studiekeuze en problemen thuis of op straat. Van het vermeerderde aantal allochtonen spreekt hij niet. Want de leerachterstand, opgelopen door de gebrekkige basis van het Nederlands zal ook zeker een rol spelen. De leerplicht zou moeten vervangen worden door kwalificatieplicht. Dit wil zeggen dat de jongeren i.p.v. hun tijd uit te zitten, ze aangezet worden tot het behalen van een diploma secundair onderwijs. Ze blijven zolang tot ze dat diploma behalen. Dat lijkt mij een passende maatregel, die past in de bijverschijnselen van het struisvogelsyndroom. In het volwassenenonderwijs zou in het kader van de inburgering iets gelijkaardigs moeten ingevoerd worden. Dat zou moeten gelden voor alle Nederlandsonkundigen in Vlaanderen en ook voor alle politiekers die nationale verantwoordeliijkheid ambiëren. Positieve discriminatie en gelijke behandeling van alle burgers heet dat!
46 Rosetta De wereld telt ongeveer 7000 levende talen. Wij zouden als doelstelling kunnen stellen er zo veel als mogelijk te leren. Het andere uiterste is een taal hanteren, die iedereen op de wereld beheerst. Het voortouw wordt hierin genomen door het Engels, alhoewel andere wereldtalen oprukken. Er werden pogingen ondernomen met kunstmatige, nieuwe talen : neo en esperanto. Het begrip taaldiversiteit werd hierbij uit de natuurstudie geplukt, waar men het over biodiversiteit heeft. Men moet echter opletten geen appelen met citroenen te vergelijken. Enkele interessante sites geven ons informatie over deze problematiek :
Ik pleit voor een grondige herziening van de eindtermen, waarbij men rekening houdt met de technologische revolutie van de laatste jaren. Als men zich in het onderwijs beperkt tot het essentiële, met de hefbomen van het onderwijs, dan staan we zeer snel veel verder dan nu.
In een vorige aflevering plaatste ik de ster in het oosten : China. Het ging toen over een revival van de avsg - methode, die oorspronkelijk via Zagreb - Paris - Mons in Meise in het AVC belandde in 1968. Vandaag hoor ik op de radio dat er ook opnieuw in het zuiden wat roert. Inderdaad in het lyceum in Namur krijgen de kinderen gedurende 8 uur per week Nederlands. Dat benadert de voorgeschreven 9 uur per week van het avsg - aanleren van talen aan anderstaligen. Hun werkwijze beantwoordt grotendeels aan ons didactisch profiel : alles in de aangeleerde taal en nooit vertalen. Ze gaan echter iets te ver, want de normale vakken worden gedurende die uren in het Nederlands gegeven. Dit druist in tegen het principe van de eenvoud. De moeilijkheid van het vak betekent extra ballast voor de kinderen gedurende het leerproces. Want het leereffect, Nederlands integreren, is het enige doel. Onze regio mag hier een voorbeeld aan nemen. Want alle analyses van onze minister ten spijt : just do it !
In een vorige aflevering plaatste ik de ster in het oosten : China. Het ging toen over een revival van de avsg - methode, die oorspronkelijk via Zagreb - Paris - Mons in Meise in het AVC belandde in 1968. Vandaag hoor ik op de radio dat er ook opnieuw in het zuiden wat roert. Inderdaad in het lyceum in Namur krijgen de kinderen gedurende 8 uur per week Nederlands. Dat benadert de voorgeschreven 9 uur per week van het avsg - aanleren van talen aan anderstaligen. Hun werkwijze beantwoordt grotendeels aan ons didactisch profiel : alles in de aangeleerde taal en nooit vertalen. Ze gaan echter iets te ver, want de normale vakken worden gedurende die uren in het Nederlands gegeven. Dit druist in tegen het principe van de eenvoud. De moeilijkheid van het vak betekent extra ballast voor de kinderen gedurende het leerproces. Want het leereffect, Nederlands integreren, is het enige doel. Onze regio mag hier een voorbeeld aan nemen. Want alle analyses van onze minister ten spijt : just do it !
44 Provocatie Ik heb eens via een lezersbrief in de Standaard de onderwijswereld geprovoceerd met volgende uitspraak. : "In het volwassenenonderwijs krijgen wij alle dagen te maken met studenten, die dikwijls reeds 8 jaar Frans kregen. Zij verloren veel tijd aan theorie. Maar een eenvoudige conversatie zit er niet in. Met een degelijke audiovisuele methode, voldoende lesuren per week en een gespecialiseerde gedreven leerkracht, moet dat vanaf het 0 niveau lukken op 4 maanden. In het lager onderwijs worden kinderen dikwijls 6 jaar bezig gehouden met leren lezen. Met een doelgerichte methode moet dat lukken vanaf het 0 niveau, voor alle leerlingen, op twee maanden. Alles wat aangeleerd wordt moet dan echter onmiddellijk door alle leerlingen intensief gebruikt worden. De onderwijscondities beantwoorden hierin uiteraard aan didactische utopie. Herhalen en inoefenen gebeuren even intens, maar zijn door onmiddellijk gebruik van het verworvene reeds geïntegreerd. De attitude van de leerkracht is hierin de motor en waarborg tot succes.
In radiospelletjes op zondagmorgen horen wij dikwijls woorden raden via uitbeelden. Een interessant en leerrijk taalspelletje beantwoordt voor een deel hieraan. We nemen een basiswoord : bijvoorbeeld boek. Van hieruit vertrekkend moeten de studenten een variant van dit woord raden. Zij gebruiken hierbij vragen die zij formuleren met de verworven kennis. Als zij zo strip moeten zoeken gebruiken zij prenten ,tekeningen en zin. Dit is een oefening om de basiswoordenschat uit te breiden. Indien de studenten de basiswoordenschat niet geïntegreerd hebben kunnen zij dat niet spontaan. In niveau 2 : de tweede reeks van 1000 basiswoorden vinden wij genoeg synoniemen om dit spelletje uit te voeren.
42 Vom Kinde aus Ik meen dat het de Duitse pedagoog Bühler is die dit omschreef. Voor de leerkracht betekent dit dat die in alle omstandigheden vertrekt van de situatie van de studenten. In het jargon noemnt men dit de beginsituatie van de les. Veel leerkrachten hangen helaas verstrikt aan hun handboek of aan een intuïtief idee van die situatie. Met research attitude meet men die voortdurend. Als men hierbij denkt dat dit iets is voor de universiteit, komt er uiteraard niets van terecht. Eer de resultaten van wetenschappelijke research, als ze er al zijn, doorgedrongen zijn in de klas, zijn we decennia achterop. Ik pleit dus voor progressief onderwijs, echter zonder ondoordachte experimenten. De kwaliteitskringen in de scholen moeten zich hierop concentreren. Als men alle ballast, die men al jaren torst, afgooit, verloopt alles veel efficiënter. Ik hoor de lezer al zeggen : van achter de computer is dat gemakkelijk, maar doe het eens voor de klas. Als men erin gelooft lukt het. In het AVC deden we het.
41 Didactische utopie Ik geloof in de onbegrensde kracht van de leerkracht. Op voorwaarde dat die de nodige middelen en mogelijkheden krijgt, die eigentijds talenonderwijs verdient, kan die de grenzen verleggen. Het quasi onmogelijke wordt mogelijk. Nooit geziene resultaten worden bereikt.
Dat vergt echter een grondige attitude van geloof in eigen kunnen en het kunnen van de studenten. Een permanente research attitude is een must. Een gedrevenheid tot kwaliteitsrevolutie in eigen werk vormt de basis. De beheersing van kwaliteitsvolle didactische techniek hoort er uiteraard bij.
Binnen de school moet er een klimaat heersen waarbij permanent ideeën uitgewisseld worden. Alle argumenten om iets niet te doen of te veronderstellen dat iets onmogelijk is zijn uit den boze. De keuze van een methode die beantwoordt aan deze criteria is echter een must. Jammer genoeg zijn deze hoe langer hoe moeilijker te vinden. China neemt momenteel het voortouw.
De Europese commissie startte reeds op 1.1.2005 met een gigantische Europese school voor e-learning of afstandsleren. Het is bestemd voor iedereen : volwassenen en jongeren. Het is een ICT-platform waarop scholen uit heel Europa kunnen samenwerken. Het is ook bestemd voor bibliotheken. Dit project zou alleszins aan twee didactische vereisten moeten voldoen of ze stimuleren : 1. toepassingsgerichtheid in het aanleren vanaf het 0 - niveau 2. grondigheid in het herhalen en inoefenen Want daarop lopen heel wat projecten spaak. Chatten en mailen zijn uiteraard uitstekende instrumenten om taalvaardigheid te oefenen. De interculturele uitwisseling die hiermee gepaard gaat kan verrijkend werken (ver en rijk). www.etwinning.net
Dit nieuwe didactische begrip illustreert de mogelijke kwaliteitsverbetering ingebouwd in het leerproces.
Wij koppelen een tekst in Word aan de basiswoordenlijst in Excel. De woorden die in de tekst (liefst een conversatietekst) buiten de 800 meest frekwente woorden in de gesproken taal vallen, worden vet gedrukt. Zo weet de leerkracht wat nieuw is voor de studenten. De reikwijdte om in te grijpen vergroot zo aanzienlijk. De leerkracht kan elke student beter volgen op zijn (haar) niveau. De kwaliteit kan er enkel op vooruit gaan met dit hulpmiddel.
De basiwoordenlijst zou verder moeten uitgewerkt worden voor de hoger liggende niveaus. Voor het tweede niveau komen er 1000 woorden bij en voor elk hoger niveau nog eens 1000.
Op www.muzzytv.co.uk van de B.B.C. zijn cursussen te koop voor talen aan anderstalige kinderen. Zij hebben Spaans, Frans, Italiaans en Duits in de aanbieding. Zij zouden rekening houden met de verschillende leerstijlen van kinderen volgens prof. Howard Gardner van Harvard University. Ze spreken over : verbale, visuele, kinesthetische, muzikale en logisch mathematische leerders. Dat vinden wij uiteraard in de leerboeken pedagogiek van alle klassieke opleidingen. Belangrijker lijkt mij de eventuele audiovisuele meerwaarde en de degelijkheid van het inoefenen. Maar dat kon ik tot nu toe nog niet evalueren. De cursus zou ik toetsen op het didactisch profiel dat ik eerder schetste.