Talen aan anderstaligen avsg,a.a.ac.zc.,kwaliteitsembleem
20-01-2007
In service training 2 De inspanningen die wij leverden waren uitzonderlijk. De bijscholing bestond niet voor volwassenenonderwijs. Daarom opteerden wij voor onze eigen navorming. In1974 besteedden wij onze aandacht aan de inhoudelijke verbetering van de toelatingstesten 1. een nieuwe toelatingstest opstellen in groep 2. minimum desiderata vastleggen om toegelaten te worden tot een niveau 3. leerplan herzien en samen vatten per niveau met 0 niveau = echte beginnelingen die van 0 beginnen Dat 0-niveau was een vernieuwing. Want de meeste scholen gingen ervan uit dat alle studenten reeds een basis hadden. Dat was zo voor de gebruikelijke talen : Frans, Engels en Duits. Het was in deze afdelingen ondankbaar om de slechte gewoonten af te leren. Voor Italiaans en Spaans was de start duidelijker : zonder valse beginnelingen. De enkele studenten die reeds een kleine basis hadden, waren in de minderheid. Wij stuurden ook leerkrachten uit naar andere bijscholingen. Maar die waren geënt op het dagonderwijs. Het Docebo Didactisch en Onderwijskundig Centrum Brussel : Inleiding tot de recente taaldescriptie met aandacht aan de transformationele en generatieve grammatica. In 1975 maakten wij jaarplannen op met 32 weken leerkrachten talenpracticum 1/8 van de punten bij de evaluaties. Deze toegevoegde leerkrachten werden ingezet in het talenpracticum, om de groepen te verkleinen. Onze vakbibliotheek werd ook regelmatig uitgebreid met toepasselijke werken. Wij trachtten steeds boeken of tijdschriften aan te schaffen die talenonderwijs aan anderstaligen belichtten. Zo schaften wij : Revue de phonétique appliquée en Werkmap taalonderwijs aan.
78 In-service training 1 De navorming voor onze leerkrachten deden wij zelf en af en toe lieten wij eens een spreker komen, als aanvulling of bevestiging van wat wij uitwerkten. In 1969 richtte het Instituut voor multi media vorming van inspecteur Mertens 4 stages in. Ik nam deel en verwerkte wat ik er leerde in de bijscholingen. In 1970 bogen wij ons over onze leerplannen en toelatingstests, wat later zou resulteren in EVAcl . In 1971 startten wij met een schoolblad, ook om onze culturele activiteiten aan te kondigen en onze publiciteit te integreren in een tijdschrift. Dat zou goedkoper uitvallen. In 1972 was er de de bijscholing voor taalleraren in Leuven o.l.v. professor Engels en zijn ploeg In 1972.7.11 alle toelatingstesten werden herwerkt in multiple choice. In 1973 startten wij met een bibliotheek S.OSB (studentenbond). De uitleningen gebeurden door onze vrijwilligers klasafgevaardigden. In 1973, tijdens de paasvakantie richtten wij zelf een Internationale stage avsg in. 12 leerkrachten uit onze school op 33 namen deel + 2 uit Merchtem en 8 uit andere scholen met Devriendt Sera en De Man M.J., Rik De Graef en ik. Een kabinetsmedewerker van minister De Saeger, die de nieuwbouw opende, was aanwezig. Ons gemeentebestuur blonk uit door haar afwezigheid op dit groots en kwaliteitsvol evenement, dat de didactische kwaliteit van onze lessen aanzienlijk zou opvoeren.. In 1973.5 leerde ik doelstellingen i.v.m. taallessen efficiënt formuleren op basis van wat ik leerde van professor Alfred De Block en de pedagogische week hierover in Laken. Prof. De Block, die ik leerde kennen in het Hoger Instituut voor Opvoedkunde in Brussel zou mijn inspirator blijven, ook voor Geprogrammeerde Instructie (talenpracticum) en Didactiek en democratie.
Op 28 augustus 1970 richtten wij een vergadering in over het onderricht in de tweede taal in de scholen van Meise. Nogal wat ouders van kinderen uit de lagere scholen en die tevens student waren bij ons, bekloegen er zich over bij mij, dat niettegenstaande er oefeningen in het talenpracticum doorgingen het Frans er niet op vooruit ging. Rik De Graef, licenciaat in de Romaanse filologie en post graduaat audiovisuele en structureel globale methode hield een referaat met gelegenheid tot opbouwende kritiek, n.a.v. het invoeren van de avsg-methode Bonjour Line in alle lagere scholen. Wij bekostigden het materieel. De oefeningen voor het talenpracticum werden zelfs in onze opnamestudio gemaakt door Nicole Coremans, leerkracht AVC. Dat was ons antwoord op de kritiek. Hieruit trokken wij volgende conclusie : Als de lagere scholen zich zouden beperken tot conversaties en geen tijd verspillen aan theorie, moeten zij in staat zijn om op het einde van het zesde leerjaar verbaal tweetalige kinderen af te leveren aan het secundair onderwijs. Dat vergt echter een intensieve en gerichte in service training van de onderwijzenden. Rik De Graef kreeg later de kans om een nieuwe methode te ontwikkelen voor Frans aan kinderen in Brussel met steun van de N.C.C. (nu V.G.C.). In de Onderwijscommissie van deze instelling bepleitte ik het verlengen van het project. Het werd later echter, om financiële redenen, stopgezet. Wat er van dat pionierswerk geworden is, heb ik het raden naar.
76 TotalView Vroeger beschikte het AVC over de laatste nieuwigheden op audiovisueel gebied. Zo startten wij reeds in 1967 met het talenpracticum en overhead-projectie. De eerste rekenmachine kostte ons toen 10000 BF. Alle klassen kregen een bandrecorder en diaprojector. De huidige Leertuin kreeg een kabelnet in alle klassen en borden met neigbare schermen. De PC startte met ZX-81 en ik kan nog een tijdje doorgaan Toen de beamer op het appel verscheen wou ik die gebruiken en moest ik mij noodgedwongen tot De Klimop in Westrode wenden (d.i. een lagere school die de eerste gebruiker van dit nieuw medium was in Meise). In EOS volg ik de ontwikkelingen op multi-mediaal gebied op de voet. Nu is er bij www.behere.com een systeem voor videoconferencing. Het stond reeds in het Oud Testament : als Mozes niet naar de berg kan, komt de berg naar Mozes. Haal de native speaker in de klas en converseer alsof het live is. Het systeem omvat een TotalView videotelefoon met een camera met een 360° lens. Het werkt met VoIp (voice over IP) d.w.z. over een netwerk. De native speakers verschijnen op een TFT scherm. Het wordt reeds gebruikt in privé bedrijven voor hun meatings en bespaart enorme kosten voor verplaatsing en werktijd. Aangevuld met het onmisbaar mini talenpracticum om intens in te oefenen, is dat de richting van de toekomst. De trein is al vertrokken. Spring erop!
Er is een nieuw decreet gestemd in de Vlaamse regering. Bij een snelle lezing kom ik tot het besluit dat er dringend informatie moet gegeven worden aan alle geïnteresseerden en betrokkenen. Voor de vuist weg : Basiseducatie en Centra voor Volwassenenonderwijs staan op gelijke voet in één decreet. Hun terrein moet afgebakend worden zonder overlappingen. De verklarende woordenlijst in het decreet kan efficiëntie bevorderen en begripsverwarring vermijden. De benamingen zijn niet didactisch geöriënteerd voor talen. Nederlands (moedertaal) en Nederlands aan anderstaligen volstaan. Specifieke leerkrachtenopleiding is een stap vooruit, maar specialisering voor talenonderwijs aan anderstaligen op internationaal niveau en interdisciplinair is dringend nodig. Het invoeren van mentor voor de leerkracht in opleiding is luxe, maar goed. Het woord evaluatie i.p.v. examen is prima. Contract tussen volwassen student en leerkracht zou nog beter zijn. Helaas duikt het woord examen verder in de tekst opnieuw op. Men blijft vast hangen aan het traditioneel onderwijs buiten enkele begrippen (o.a. agogiek) uit andere sectoren die opduiken. De consortia die niet meer vrijblijvend zijn betekenen een stap in de goede richting. Kennis- en ondersteuningscentra verwerven een plaats en de lokale comités kunnen voor een democratische impuls zorgen. Wij hopen dat ze echter voldoende ingebed worden in de lokale maatschappij en al haar geledingen.
Ik reageerde op de leerkracht die een actie voor meer kennisgericht onderwijs opstartte. Marc, De kwaliteitsrevolutie in het talenonderwijs werd in de verkeerde richting gestuurd. Ik ken dit fenomeen. Maar dat begint waar u helaas ook tegen zondigt : begripsverwarring. Het eerste onderscheid dat moet gemaakt worden is, dat de didactiek van het taalonderwijs fundamenteel verschillend is in moedertaal en in vreemde talen. Ik begreep dat u het hebt over het secundair onderwijs. In mijn sector, volwassenenonderwijs, ligt de zaak enigszins anders. Kennen en kennis zijn geen louter didactische begrippen. In de discussie die gevoerd wordt, bekijkt men de zaak beter vanuit de doelstellingen van prof. De Block : weten, inzien, toepassen en integreren. Kennis komt in de vier niveaus voor. Als men van 0 begint moet men sterk doseren en moet de kennis 100 % geïntegreerd worden d.w.z. dat men van de eerste les af alles tot integreren opvoert bij alle leerlingen. Ik heb gedurende 29 jaar de afgestudeerde studenten van het secundair onderwijs over de vloer gekregen. Met het talenonderwijs gebaseerd op de didactiek van de moedertaal, was hun niveau bedroevend, niettegenstaande wij in de rand van Brussel zitten. De oorzaak was, dat ze veel kennis en theorie kregen die ze in de kortste keren vergaten. Daar hebben wij iets aan gedaan met enorm succes, maar ik moet helaas concluderen dat men het talenonderwijs aan anderstaligen beter in handen geeft van opgeleide specialisten. Ik had ook de eer om de laatste tien jaar een afdeling informatica op te richten. De inzet van deze mensen bewonder ik enorm. Want jullie zijn door de aard van het vak verplicht om aan voortdurende kwaliteitsverbetering te doen. De software evolueert zodanig, dat wie stil staat eruit gaat. Dat u oog hebt voor correct taalgebruik in de eigen taal siert u! Want daar moet men in de opleiding dringend wat aan doen. U begrijpt dat we ondertussen in een discussie zitten die lang duurt en nooit eindigt. Moest het u verder interesseren, bezoek dan eens :
De minister van onderwijs voert nu toch het mandaat in voor schooldirecteurs. Als men de functie van directeur, zeker in het volwassenenonderwijs, als een managersfunctie ziet, is dat zeker een goede oplossing. Mijn carrière duurde 29 jaar + 6 jaar voorzitter van de bestuurscommissie in het AVCvo Meise. In het nieuwe decreet van werd de wettelijke bestuurscommissie afgeschaft. Daarna werd ik voorzitter van DE adviescommissie, die op voorstel van het centrum door de gemeente opgericht werd. Afstandelijk bekeken is zo'n loopbaan in een traditonele structuur een te lange tijd. Ik zat echter in een uitzonderlijke positie, aangezien ik de school van niets uitgebouwd heb. Door een totaal gebrek aan visie vanuit het volwassenenonderwijs op hoger niveau zocht ik zelf de uitdagingen die ik nodig had en kon mij zo om de 10 jaar optrekken aan kwaliteitsrevolutie. Als men naar mandaten gaat en de directeur wordt vervangen, stelt men dat beter open voor iedereen (zelfs Europees). In de privé sector doet men dat ook. Men moet naast de voordelen ook de nadelen opnemen. Dat de vakbonden daar tegen zijn, verwondert mij niet. Maar het is hoog tijd dat men het volwassenenonderwijs uit het traditioneel onderwijs haalt. De noodzakelijke aanzet en inzet tot kwaliteitsrevolutie houdt in, dat de netten en de politieke invloed in het volwassenenonderwijs verdwijnen. De studenten hebben daar geen behoefte aan en om de studenten gaat het toch, of niet ?!
In de laatste show op één gaf deze zangeres haar mening over talenonderwijs in België. Zij beweert dat haar kinderen op een spontane manier drietalig geworden zijn en dat men te laat met andere talen begint. Zij bevindt zich uiteraard in een uitstekende situatie voor dit doel. De meeste kleuters behoren tot een ander milieu.
Minister president Yves Leterme repliceerde terecht dat de leefwereld in de rand en in de stad anders is. Hij wees ook op de taalachterstand van de allochtone kinderen in het onderwijs.
Wij professionelen, kunnen hieruit een les trekken. Indien het lager onderwijs zich zou beperken tot eenvoudige conversaties en de scenarios voldoende inoefent, staan wij al heel wat verder. Hetzelfde geldt voor de allochtone kinderen in de bijlessen Nederlands.
Men verspilt te vaak tijd aan schrijven en theorie. Bovendien wordt dat snel vergeten.
Een oud student vroeg mij schriftelijk uitleg over deze instelling.
In de ACV-kantoren wordt een circulaire verspreid om de huizen van het Nederlands te promoten.Dit samenwerkingsverband beoogt de toegang tot de lessen Nederlands aan anderstaligen toegankelijker te maken.Ik sprak mij al eerder uit over het feit dat de kortste weg de rechtstreekse weg is.Dit is een wiskundig principe : de kortste afstand tussen twee punten is de rechte.Ik vrees namelijk dat zich herhaalt wat in de jaren 70 gebeurde.Door het achterblijven van de cursussen sociale promotie (volwassenenonderwijs) in het federale ministerie voor onderwijs, begonnen de Vlaamse excellenties lessen op te zetten, ieder op zijn of haar terrein.Dat leidde mijns inziens tot versnippering en verspreiding.Wat mij toen ergerde is, dat wij in het AVC Meise moesten besparen en dat wij niet mochten programmeren, terwijl de nieuwe initiatieven ongebreideld konden uitzwermen.
In het huidige decreet zijn consortia voorzien, die de coördinatie regionaal zouden kunnen opnemen.Maar dit is te vrijblijvend. Ondertussen neemt de provincie deze initiatieven en stel ik mij de vraag of de geschiedenis (70) zich herhaalt.
De vraag was echter waarom Meise niet op de circulaire voorkomt.Op de ommezijde staat echter het logo van de avCVOs die beantwoorden aan onze kwaliteitsnormen.Het algemeen logo van de CVOs ontbreekt echter!Bovendien had ik graag Italiaans gevonden tussen de slogans : Nederlands leren? Dat kan! En zou ik eraan toevoegen : Just do it!
Nog beter zou de slogan zijn in alle E.U. talen.
Ik zal mij rechtstreeks tot het Huis Vlaams Brabant richten om antwoord te krijgen op de vraag van mijn dierbare oud-student.
De huidige directeur van het AVCVO Meise, Luc Ooms is de drijvende kracht achter een samenwerking met het CLT Leuven op dit gebied. Vroeger was het GLTT van St. Genesius Rode hier ook bij betrokken. In de studio in Meise worden multimediale taaloefeningen op de P.C. aangemaakt. Men kan op hun website www.avc.be onder taaloefeningen een kijkje nemen in dit project. Er is een rubriek voorzien, uitsluitend voor leerkrachten (er staat docenten). Het Audiovisueel Centrum beschikt over twee multimedialokalen waar cursisten hun opgedane kennis kunnen testen of verder uitdiepen. De oefeningen werken onder Firefox, Safari, Netscape en onder Internet Explorer (versie 5.5 of hoger). Via het menu Help|Info kan je de versie van je Internet Explorer achterhalen. Indien je versie van IE niet recent genoeg is kan je ze opwaarderen. De laatste versie van Firefox kan je er downloaden. Voor het afspelen van de audio- en videofragmenten is de RealPlayer plug-in onontbeerlijk. Laat je niet verleiden om de RealPlayer Plus aan te schaffen. De RealPlayer Basic, die gratis is, volstaat ruimschoots. Het wachtwoord dat toegang verschaft tot de site kan je verkrijgen bij je leerkracht. Een wachtwoord is niet vereist voor toegang tot een beperkte selectie van taaloefeningen. Wij zullen later eens dieper ingaan op deze oefeningen vanuit het perspectief van deze rubriek en ons didactisch profiel.
Het is ontzettend jammer dat voor de programmatie van Chinees in in de streek niet gekozen werd voor de avsg methode. Het aggiornamente van de sgav situeert zich in China en er is een echte sgav methode op de markt. De vereniging Belgo-Chine geeft cursussen volgens de SGAV methode. Want de auteur, die ik ontmoette in het internationaal congres van de SGAV in Toulouse, ontwierp die methode. Meise, Grimbergen en Merchtem geven Chinees, maar op een traditionele manier. Aan de VUB start men met Chinees in het kader van een startende onderneming met studenten economie en een Chinese lesgeefster. Er zou ook beter onderling overleg moeten gebeuren in het kader van een consortium. Dan zou mijn droom, hereniging van de scholen die ik oprichtte (Strombeek en Meise) werkelijkheid kunnen worden. Een avCVO, met kwaliteitslabel, gebruikt die methode, maar vult ze aan met het didactische profiel van dit pedagogisch systeem. Ik voel het persoonlijk als een drama aan dat niemand , zoals mijn collega in China, zelf het heft in eigen handen nam en met de huidige mogelijkheden op multi-mediaal gebied een eigen werk presenteerde, beter dan alle andere. Dit had zeker voor Nederlands aan anderstaligen gekund. Ik heb altijd gepleit om de hand zelf aan de ploeg te slaan. Wat we zelf doen, doen we beter. Of is dit didactische utopie? Men zou helaas kunnen concluderen dat alle inspanningen qua bijscholing niet het beoogde effect hadden. Nochtans nam ik voor zowel de sgav als het talenpracticum mijn voorzorgen.
68 Nieuwe spreekrecht Het centrum voor basiseducatie pakt uit met een nieuwe methode voor Nederlands aan anderstaligen, van de hand van auteurs Anja Geerdens en Els Schoemaker.. Zij zijn op de goede weg in het spoor van de SGAV. Het eerste principe is taakgericht werken. In de avsg-methode heette dat : onmiddellijk oefenen, zoveel als mogelijk in de praktijk brengen. Een belangrijker evolutie in de goede richting is het werken met scenarios. Dat is evident. Te veel werd een andere taal aangeleerd via de geschreven taal. Dat ze daarvoor een resonansgroep nodig hadden om dat te ontdekken is onbegrijpelijk. Het taalaanbod is een weerspiegeling van de taal zoals ze in de alledaagse situaties voorkomt, schrijven ze. De Auteurs van de SGAV gingen destijds (jaren 60) op pad met bandrecorders om de dagdagelijkse gesprekken te registreren. Fotos staan op begeleidende CD-rom. In de SGAV werkte men met getekende dias. Daar werd de achterliggende grammatica geïntegreerd, wat met fotos onmogelijk bleek. Het vastleggen op band van de klank en het beeld op dias maakte van de avsg methode een geprogrammeerde curus. Het basismaterieel kon niet veranderen. Dat was nefast en moest verholpen worden via inzet en creativiteit van de leerkracht. Die ontbraken vaak. Cursisten moeten in Nieuwe spreekrecht zelf aangeven of ze een doel wel, niet of slechts gedeeltelijk bereikt hebben. Dit wordt verpakt in de mooie term zelfevaluatie. Dat lijkt mij op elementair niveau onmogelijk. Na het eerste, niveau kan men daar mijns inziens wel mee beginnen. NEcl I werd zo geëvalueerd door de studenten zelf na 240 u. oefenen waarvan 160u. in de klas en 80 u.in het talenpracticum In de handleiding staat een opsomming van doelen, taken, contexten, ondersteunende elementen en sleutelcompetenties per hoofdstuk. Dit geeft voedsel voor de honger naar gesneden brood die de leerkrachten blijven vertonen. Ik kijk met belangstelling uit naar een presentexemplaar, om deze analyse grondiger te kunnen doen.
67 Medi TECH Electronic De SGAV (avsg- methode) voor talenonderwijs aan anderstaligen vloeide voort uitonderzoek van Guberina in Zagreb bij doofstommen. Hij bracht reeds hardwaree uit om het gehoorspectrum uit te breiden : de suvalingua. In EOS verscheen een artikel : Dyslexie wijst weg naar nieuw taalverwervingssysteem. Amper 49 % van de Europeanen zou een tweede taal machtig zijn. Ralph Warnke van Medi TECH Electronic herhaalt dat het probleem voortkomt uit het feit dat een taal veel te intellectueel aangepakt wordt. Wat de auteurs van de SGAV reeds in de zestiger jaren en vroeger, internationaal poneerden, wordt in het project Lanuage Acquisition with the instinct of a child (FLIC) vanuit een andere invalshoek herontdekt. Nu heet het : een nieuwe, door technologie ondersteunde methode ontwikkelen om met toepassing van innovatieve taalkundige concepten (motherese = taalgebruik van ouders tegen hun kinderen, medeklinkerversterking, lateraaltraining, stemfuzie) talen leren. Bij de SGAV klonk het : heropvoeding van het gehoor, dialogen, beeld en klank, basiswoordenschat De hedendaagse technologie biedt nieuwe mogelijkheden om nog meer te halen uit interactieve verbale leerprocessen door spraakherkenning, toepassing van recente bevindingen van neurowetenschappen, informatica In de praktijk komt het er echter op aan, leerkrachten te vinden die er willen in geloven en voluit voor gaan. Bovendien zou de ontwikkeling van een nieuwe methode multidisciplinair moeten aangepakt worden. Naast de neurowetenschappers, ingenieurs en filologen mogen de didactici (pedagogen) niet ontbreken.
66 Huis van het Nederlands In de Randkrant van augustus stond een advertentie : Nederlands leren ? Apprendre le néerlandais ? Do you want to learn Dutch ? De ondertitel luidt : Waar kunt u terecht ? Huis van het Nederlands. Is het nu de bedoeling dat de kandidaten de omweg maken via deze nieuwe initiatieven? Dit is een verkeerd signaal! Want in het lijstje staan Antennes en Loketten, maar niet de traditionele aanbieders van volwassenenonderwijs. Via informatie van onze schepen van onderwijs verneem ik, dat die nieuwe initiatieven of ontvangsthuizen zelfs niet in de CVOs gevestigd mogen worden. In NW Brabant kennen anderstaligen al van in de jaren zestig de weg naar de lessen Nederlands voor anderstaligen. Gaat de wildgroei verder? Het is al erg genoeg dat de aanbieders opnieuw wild programmeren tegen elkaar op, niettegenstaande consortia (vrijblijvende afspraken regionaal in het decreet). Nog erger is dat er verder gesold wordt met de benamingen. Voor mij is er maar één Nederlands en dat moet dringend gestandaardiseerd worden : benaming, uitspraak en schrijfwijze. Werk a.u.b. aan kwaliteitsverbetering! Nieuwe aanbieders klagen al lang steen en been dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om Nederlands te leren. Ik houd al van bij de eerste initiatieven van de provincie Vlaams Brabant vol dat het aanbod bij ons voldoende was, als ze de aanbieders,die hun degelijkheid al bijna 50 jaar bewijzen,niet zouden afremmen ten bate van wie dan ook! Er is eindelijk wat meer flexibiliteit voor de CVOs, maar ik herinner mij de tijd dat wij als het ware in een dwangbuis moesten werken! De inspanningen van de werkgroep Nederlands aan anderstaligen in de Vlaamse onderwijsraad in zake uniformisering van benamingen blijken ook al een maat voor niets geweest te zijn. Ik denk overigens dat de circulaire die voor Vlaams Brabant tweetalig (N F) is met op de ommezijde Engels, ook een verkeerd signaal inhoudt. De voorzijde zou ééntalig Nederlands moeten zijn en op de ommezijde Zeker Engels, want daarmee bereik je de meerderheid van de anderstaligen. Voor mij mogen er ook alle Europese talen op! Er zou mijns inziens ook een volledig aanbod van alle Europese talen moeten gepromoot worden door een gespecialiseerd instituut in Brussel : een opdracht voor de VGC. Van daaruit zou de promotie van het Nederlands aan anderstaligen veel efficiënter kunnen.
Alle aanbieders van volwassenenonderwijs komen deze dagen in het nieuws, want het nieuwe werkjaar is gestart. "De springplank" deelde in het kader van de geletterheid soep uit met letters. Er zouden in Vlaanderen 800.000 ongeletterden zijn. Dat zijn Vlamingen die niet kunnen lezen, schrijven en ev. rekenen. Dat is reden genoeg voor de Centra voor Basiseducatie om bij hun oorspronkelijke decretale taak te blijven : onze mensen leren lezen, leren schrijven en rekenen. Dat ze er de migranten bijnemen is maar normaal. Maar een taal leren spreken moet voorbehouden worden aan gespecialiseerde centra, zeker op het o-niveau. Er is ooit in de Vlaamse onderwijsraad een plan geweest om talenonderwijs aan anderstaligen op lager secundair niveau over te hevelen naar basiseducatie. Dat was nog geen slecht idee, ware het niet dat het gekoppeld werd aan de wetgeving rond traditioneel onderwijs (lager, hoger secundair). Het 0 - niveau werd hierbij genegeerd en er werd zelfs een toelatingsproef vereist om van 0 te beginnen. Dat is toch idioot! Inhoudelijk is er ook een wildgroei van methodes om te leren lezen. Bij een eigen onderzoek, in de jaren zestig, stelde ik de vreemdste dingen vast. Ik heb toen alle bestaande leesmethodes vergeleken en een eigen leidraad ontworpen om zelf een leesmethode te maken. De resultaten waren overdweldigend. Al mijn leerlingen van 6 jaar konden lezen op Allerheiligen (na twee maand). Mijn bevindingen staan in een eigen bundel die ik ooit wilde publiceren. Men heeft mij toen naar Nederland verwezen, want Vlaanderen zou toen niet rijp geweest zijn voor een dergelijk werk (dixit de uitgever). Ik hoop dat de toestand ondertussen verbeterd is.
64 Kwaliteitslabel Het gekende logo van het AVC werd afgevoerd uit de publiciteit. Het algemeen logo van de CVOs komt in de plaats. Het valt echter op dat dit, doordat het voor alle CVOs in Vlaanderen geldt, zeer abstract is. Het is als het ware een lege doos. Het logo van deze rubriek staat voor een pedagogisch systeem, anders en beter dan alle andere. Het is op de eerste plaats gebaseerd op het A.A.AC.ZC.- talenpracticum (Sanako) waarvan het Zelf Correctieve door ons uitgetekend werd. Het onderzoek hierover wordt uitvoerig beschreven in het Nederlands en het Engels. De tekst is te verkrijgen op aanvraag en wordt via bijlage bij e-mail bezorgd. De tweede peiler waarop het bewuste logo rust is de sgav methodiek (internationale methode voor audiovisueel structureel-globaal talenonderwijs aan anderstaligen). Deze methodiek werd aangevuld en aangepast aan de huidige noden. Het is jammer dat niettegenstaande jaren bijscholing en praktijk er niemand toe gekomen is, zelf de hand aan de ploeg te slaan en zelf een update in een praktische methode uit te werken. De multimediale mogelijkheden zijn nochtans dank zij de P.C. tegenwoordig zo onbegrensd, dat een creatieveling die geschoold is in deze methodiek dat zelf kan. Helaas kiezen leerkrachten nog te vaak voor het in hun ogen veilige gesneden brood. De derde peiler is het resultaat van de werkgroep Nederlands destijds, binnen het gemeentelijke net. Dit leerplan bevatte een duidelijke en resultaatgerichte didactiek voor Nederlands aan anderstaligen. Door allerlei omstandigheden werd het in de lade geschoven. Ik heb het gelukkig laten goedkeuren door de toenmalige inspectie en later omgewerkt voor alle talen. Ik blijf bij mijn stelling dat het talenonderwijs aan anderstaligen moet toevertrouwd worden aan gespecialiseerde instellingen. Er is echter nog veel werk vooraf te verrichten. Dat bleek eens te meer uit de persinterviews die ik aanhoorde over het colloquium in de universiteit van Gent voor docenten Nederlands internationaal. O.a. het vastleggen van een eenvormige uitspraak van standaard Nederlands voor alle opleidingen is er nog steeds niet. Ons logo (Sabam PF/7223) is voortaan een kwaliteitslabel voor instellingen die beantwoorden aan de drie peilers of beter! Want kwaliteitsverbetering eindigt nooit (dixit Tom Peters).
63 Samenwerking : samen werken de student centraal Onder deze titel hielden wij op 5.2.1983 een personeelsvergadering in het AVC CL. Er werd gestart met een bespreking van de observeringsfiches die ingevuld werden door de leerkrachten in het kader van ons onderzoek over de resultaten van het inoefenen van taal in ons A.A.AC.ZC.-talenpracticum. Als voorlopers, sedert 1967, voelden wij ons verplicht te bewijzen dat we op de goede weg zaten. De resultaten zijn gepubliceerd in het Nederlands en het Engels en te vinden via http://www.userspandora.be/jef.de.cuyper en volg het logo van avCVO cl. De jaarplannen en de jaarlijkse enquête werden vergeleken, verbeterd en aangevuld. Een afvaardiging van onze school nam toen reeds deel aan de jaarvergadering van de SGAV (auteursgroep van de audio visuele structureel globale methode voor talenonderwijs aan anderstaligen. Prof. Devriedt kwam in onze school de nieuwe methode Nederlands Steek van wal I en II toelichten. Toen werd ook de werkgroep, die door minister de kaboutertjes genoemd werd, opgericht in samenwerking van C.L.T. Leuven, GLTT St.-Genesius Rode, AVC Meise, K.v.K. Brussel en Vilvoorde, de voornaamste aanbieders van cursussen voor sociale promotie in Vlaams Brabant. Hier konden wij onze ideeën in een ruimer kader promoten. Maar de werkgroep hield zich vooral bezig met onze belangen en een opwaardering van onze sector, die toen nog als bijkomstig aanhangsel van de middelbare scholen (avondscholen) aanzien werd, met personeel in bijambt.
We leren minder goed als we afgeleid zijn door andere zaken. Verschillende taken tegelijk willen doen, brengt leersystemen van onze hersenen in de war. Wanneer we iets proberen te leren terwijl we ook andere dingen doen, dan is de kennis ervan 'minder flexibel' en meer gespecialiseerd. Met andere woorden, we kunnen de informatie niet zo gemakkelijk terugvinden. Dat schrijven onderzoekers van de University of California in de online editie van Proceedings of the National Academy of Sciences. (Bron EOS) Ze bestudeerden de hersenactiviteit van proefpersonen terwijl die een eenvoudige classificatietaak leerden, met of zonder afleiding. De studie toont aan dat als we leren terwijl we tegelijk ook andere dingen doen, we andere hersensystemen gebruiken. Wie iets nieuws wil leren, concentreert zich dus maar beter op die taak alleen.
Bij een interdisciplinair onderzoek in de V.U.B. door linguisten en neurologen werd bevestigd dat tweetalige kinderen minder hersenactiviteit nodig hebben om te leren. Het komt hier op neer dat kleine kinderen die via de "onderdompelingsmethode" twee of meerdere talen leren, ontvankelijker zijn voor nieuwe zaken. Bij deze zogezegde methode wordt alles echter te dikwijls aan het toeval overgelaten. De kinderen worden als het ware in een talenbad gestopt. Dit werkt echter enkel individueel, als het kind de kans niet krijgt om in zijn moedertaal te communiceren. Op taalvakanties met groepen spreken de kinderen te vaak onder elkaar, wat anders dan het beoogde doel : de aan te leren taal. Het onderdompelen beantwoordt aan ons didactisch profiel : alles in de aangeleerde taal.
Op de Talenbeurs op 5.3.1983 waren wij er weer bij en deze keer reeds met een P.C. De 50 leerkrachten (toen alleen talen) konden er "The control data language instruction system" en "B.B.c." komen oefenen op een computerterminal. Wij waren het uiteraard aan onze reputatie verplicht, de allernieuwste en vooral betere didactische systemen in te liijven. Dat zou later leiden tot een advies om de computer enkel te gebruiken voor geschreven taal. Ondertussen is er veel geëvolueerd en de multimediale mogelijkheden van de apparatuur zijn voldoende eenvoudig mogelijk. Maar wat komt hiervan terecht en hoe ? Worden de principes die we vastlegden op basis van ons eigen experimenteel onderzoek terdege toegepast ? Ze staan in het Nederlands en in het Engels in ons werk : "Interactieve verbale leerprocessen in het Audio-Actief-ActiefComparatief-ZelfCorrectief talenpracticum". In het hoofdstuk "Oefeningen" staat een indeling van oefeningen op basis van efficiënte didactische situaties. Die zijn nog altijd van toepassing, ook voor de audiovisuele - structureel globale methode en ze zijn actueler dan ooit. Op vraag bezorg ik de tekqst gfratis als 'Word-bijlage'. De practische toepassing is mogelijk op P.C. via het systeem van Sanako (www.sanako.com), maar het scherm vertoont zware didactische fouten i.v.m. de zelfcorrectie. Nazegoefeningen zijn in ons systeem even goed zelfcorrectief, als de stimulus-response en gekruiste oefeningen. Ik wacht ook nog steeds op de witte raaf die een nieuwe avsg-methode ontwikkelt. In het multimediaal talenpracticum, zoals men dat nu noemt, hoop ik dat de grondige didactisch verantwoorde toepassingen voorrang krijgen op dure woorden en ev. geëxperimenteer.