Gen ontdekt dat betrokken is bij ontstaan leukemie
Onderzoekers hebben het ontbreken van een specifiek gen bij
leukemiepatiënten ontdekt, waardoor de kankercellen sneller kunnen
overleven en groeien. De resultaten zijn belangrijk voor de ontwikkeling
van therapieën die te verkiezen zijn boven chemo.
Rem
Maria
Kleppe en Jan Cools onderzochten, samen met onderzoekers van het
Centrum voor Menselijke Erfelijkheid in Leuven en het Hôpital
Saint-Louis in Parijs, het DNA van 200 patiënten en ontdekten bij 13 van
hen dat het PTPN2-gen verloren was in de leukemiecellen. "Dat gen
fungeert als een rem op de groei van de cellen. Het verlies ervan gaat
gepaard met een sterkere woekering en verhoogde overlevingskansen van de
leukemiecellen", klinkt het.
Kanker algemeen
De resultaten hebben betrekking op één soort leukemie, de T-cel acute
lymfatische leukemie (T-ALL). "Naast de specifieke inzichten voor T-ALL
verschaft de studie ook nieuwe inzichten in het ontstaan van kanker in
het algemeen. De studie toont aan dat fouten in enzymen (kinasen en
fosfasen), die bepaalde functies in de cel aan- en uitschakelen, ook
samen kunnen voorkomen en elkaars kankerverwekkende effecten kunnen
versterken."
Infecties
Bij leukemiepatiënten
nemen de witte bloedcellen ongecontroleerd in aantal toe, zonder
volledig te volgroeien. Omdat correct werkende witte bloedcellen
virussen en bacteriën bestrijden, zijn leukemiepatiënten bijzonder
gevoelig voor infecties. Naar schatting 700 Belgen, vooral kinderen,
worden jaarlijks getroffen door lymfatische beenmergkanker. (belga/ep)
|