Ik heb gezien dat in deel 3 een beloftevolle foto verdwenen is,
daar waar Erik door de periscoop kijkt boven op de mijnterril.
Die gemiste foto zet ik nu toch hieronder, want hij heeft een mooie meerwaarde.
Van op 75 m hoogte, zie je van dicht bij de terril, waar de begroeiing
zich maar zeer traag ontwikkelt, door de uiteraard onvruchtbare ondergrond.
Dan komt, aan de voet van de terril, de cité waar de mijnwerkersgemeenschap
leefde, dan het Limburgs bronsgroen eikenhout.
In de verte ten slotte priemen de liften van de koolmijn van Winterslag.
Waarschijnlijk is de foto vorige editie in een of ander zwart gat gevallen,
wat vrij logisch is in deze streek met zeven koolmijnen.
Hier komt het ultieme verslag:
Laatste deel: de westelijke verfrissing
De rit gaat vandaag in de richting van het westen, de enige windrichting
die we deze week nog niet verkend hebben.
Door het vroege ochtendlijke uur slaat de president (that's me) de Olabal mis
en vertrekt in een volledig verkeerde richting.
Geen nood echter, de weg valt op zijn pootjes, en de Olabapresident ook.
Erger is het gesteld met het weer.
We ondergaan enkele druppels, maar na 6 jaar zon mogen we ons gelukkig prijzen.
Meestal is het arrangement dat we boeken gedekt door de Limburgse “Slecht
Weer Garantie”, maar ook dit jaar zullen we daar geen beroep moeten op doen.
Vorig jaar in Haspengouw was de weerstoestand iets beter, maar daartegenover
stond het nogal kuitenbijtende heuvelachtige parcours. Ik mocht zelfs via officieuze
bron vernemen, dat men dat gedeelte van de provincie Limburg zou gaan herdopen
in Klimburg.
Westwaarts rijden we in de richting van een grote plas (water).
Onderweg stoppen we even voor de fotograaf, en om de benen te strekken,
behalve Erik, die ze nog eens extra in de plooien legt.
We gaan vandaag het rondje maken van het Schulensmeer, een grote
kunstmatige watervlakte, ontstaan door zandwinning voor de autosnelweg.
Bij aankomst staat een rustbank op de goede plaats voor ons.
Ook de fietsen mogen zich nu even ontspannen. Take 5.
Gina is maar al te blij haar kennis over het Schulensmeer op te kunnen krikken,
met dank aan het hier aanwezige didactische paneel.
Bob vindt het meegebrachte water eerder uitzichtloos, en met grote zekerheid te
weinig calorieën en vitamine C bevattend.
Later op de dag zal deze ongunstige toestand worden verbeterd.
Uitermate rustig is het hier.
Alleen worden we argwanend gade geslagen door drie wankele zusters
tijdens hun ochtendwandeling.
Hier nog een vogel die er heel tevreden uitziet door het bestaan
van deze waterplas.
Maar, is het een fuut of een kluut? Waarschijnlijk weet hij het zelf ook niet.
Aan didactische borden is er geen gebrek, maar de boodschap
komt soms eigenaardig over.
“Begrazing door koeien van het ras Blonde d’Aquitaine”, lees ik hier, en jullie ook.
Een lichte kokhalzing maakt zich van mij meester.
Waarom geen Blonde van Grimbergen bijvoorbeeld?
Die kennen we tenslotte nog van in Alken.
Aan het midden van het meer stoppen we aan een veelbelovende horecazaak,
maar ze is gesloten. We moeten dus zelfs de handen niet uit de zakken halen.
Pech ook voor Gina.
Ze schakelt de grote middelen in, en tuurt zorgvuldig de horizon af naar waar het
volgende aperitief zich zou kunnen aandienen.
Yvette anderzijds, is één met de natuur, en toont wat ze gevonden heeft.
En toch zit hier ook weer een stevige hint en vingerwijzing in,
want ze staat hier te pronken met een krans van hopscheuten,
essentieel onderdeel van de Blonde Grimbergen en de Leffe. Hint!
We leren alle dagen bij.
Deze zandwinning wordt (soms) ook gebruikt als overloop,
indien de hoeveelheid water in de buurt wat te groot wordt.
“Het wassende water getemd” noemen de Limburgers dat.
Van een paar wielruiters wordt stiekem een foto genomen doorheen het ronde gat
met behulp van de O van Olaba.
Een waterput doet in ieder geval denken aan water.
Water doet denken aan bier, want het is hét hoofdbestanddeel.
Sommige bieren bevatten trouwens niets anders.
Alles wat we verder onderweg zien wordt nu een kwelling.
Geen enkel fietscafé verschaft ons op korte termijn zijn gastvrijheid.
Hijg, hijg, hijg.
Deze visuele verleiding mag ook meetellen…
Een publiciteitsbord, een eindje verder, doet er nog een schepje bovenop.
Eerlijk waar toch: de beste fietscafés ter wereld vind je in Limburg.
Ze hebben jáááren voorsprong op de rest, en dat zal zo nog wel een tijdje blijven.
Maar, ze moeten open zijn natuurlijk, ten minste als wij er aankomen.
Het opeengestapelde Olaba geduld wordt toch beloond als we ter hoogte komen
van fietscafé “de smis”, waar een hartelijk gezind welkomstcomité ons opwacht.
Eenmaal binnen, is het hoogste leed geleden.
We kunnen ons eindelijk storten op de Leffe van het Vat.
High spirits voeren de boventoon vanaf nu.
De lichamelijke leidingen laten zich gedwee vollopen met het blonde nat,
en een sanitaire beurt komt er aan.
Groot is mijn verwondering als ik deze intieme vertrekken betreed.
Voor de eerste maal in mijn leven word ik geconfronteerd met
een vreemd soort apparaten.
Deze toestellen zijn urinoirs met een gaspedaal (voor prostaatpatiënten?).
Onder de indruk en onder invloed rijden we verder, tot we een
ruiterstandbeeld zien, waar een ridder en een paard in schitterende outfit
geconfronteerd worden met een paar doordeweekse dorpsduiven.
De helm van de ridder heeft een oogspleet aan de bovenkant.
Slecht middeleeuws design is dat. Als de linkse duif naar de WC moet,
dan gaat de ridder problemen tegemoet met zijn zicht.
Misschien dat hij om die reden preventief al een lange (blinden)stok bij zich heeft.
Het marktplein van Herk-de-Stad vormt het decor voor het ultieme tafereel.
Na het Laatste Middagmaal zullen we tot de finish gaan.
We kiezen voor “De Gulden Mortier” om de laatste nodige krachten
op te doen en ons te wapenen voor de terugkeer.
Eten met een design look, en wel heel lekker.
Culinair visstandje met brochette.
Voor deze pastaschotel is Greta zelfs bereid met de fiets
naar Zjakkamakka te rijden.
Mijn eigen keuze lijkt op het eerste zicht een half mislukt vogelnest.
Ik moet terugdenken aan de duiven van daarnet.
Tot slot nog even een altijd blijvende herinnering ophalen…
Maar het belangrijkste na vier dagen is de big O van Olaba.
Dag 4, knopen: 302-303-312-313-314-353-195-194-193-179-94-302
Afstand is 48 km à 14.1 km/u
De officiële, maar altijd foute Bob kilometerteller, geeft in totaal 185 km.
Vorig jaar bedroeg de totale afgelegde weg 197 km, maar dan waren we wel jonger.
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical.
Voor details, zie vroegere stukjes.
|